Havo 4 Hoofdstuk 4 Toets A Uitwerkingen
© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 1 van 2
Opgave 1
1 a v
t
=∆
∆ 1,14 1,58 a=
a
= 0,722 m/s2 Fres = m · a Fres = 2,50 × 0,722 Fres = 1,805 NDe spankracht is de enige kracht die werkt op het karretje.
Fspan = 1,81 N
1p gebruik van de formule voor de versnelling 1p gebruik van de formule voor Fres
1p inzicht dat Fres is Fspan en conclusie
2 De cilinder voert een versnelde beweging naar beneden uit. Er is dus een omlaag gerichte resulterende kracht. De resulterende kracht wordt veroorzaakt door de zwaartekracht en de spankracht. De spankracht op de cilinder is naar boven gericht en de zwaartekracht naar beneden. De zwaartekracht moet groter zijn dan de spankracht om een resulterende kracht te krijgen die omlaag gericht is.
1p inzicht dat de resulterende kracht omlaag gericht is
1p inzicht dat de spankracht naar boven en de zwaartekracht naar beneden is gericht (Dus moet de zwaartekracht groter zijn dan de spankracht om een omlaag gerichte
resulterende kracht te krijgen.) 3 Fres = Fzw – Fspan
1p vergelijking juist opgesteld 4 m · a = m· g – Fspan
m × 0,722 = m × 9,81 – 1,81 m = 0,20 kg
1p substitueren van m · a voor Fres 1p substitueren van m · g voor Fzw
1p berekenen van de massa
Opgave 2 5 Fzw = m · g
Fzw = 18 × 9,81 Fzw = 176 N FT · rT = Fzw · rzw rT = 150 + 20 = 170 cm FT × 170 = 176 × 20 FT = 21 N
1p berekenen van de zwaartekracht 1p gebruik van de momentenwet 1p inzicht dat rT = 150 +20 =170 cm 1p berekenen van FT
Opgave 3
6 Fstuw = Fcaravan + Fw 1,2·103 = 2,0·102 – Fw Fw = 1,0·103 N
1p inzicht dat Fstuw = Fcaravan + Fw 1p berekenen van Fw
7 Fres = m · a
m = 1,0·103 + 8,5·102 = 1,85·103 kg
Havo 4 Hoofdstuk 4 Toets A Uitwerkingen
© ThiemeMeulenhoff bv Pagina 2 van 2
Fres = 1,85·103 × 0,60 Fres = 1,11·103 N Fstuw = 1,11·103 + 1,2·103 Fstuw = 2,3·103 N
1p gebruik van de formule voor Fres 1p berekenen van de totale massa
1p inzicht dat de stuwkracht voor het versnellen bij de resulterende kracht moet worden opgeteld en complementeren
8 De rolweerstandskracht is onafhankelijk van de snelheid en verandert niet.
De luchtweerstandskracht neemt toe als de snelheid groter wordt.
De resulterende kracht wordt kleiner, want Fres = Fstuw – Fw. De stuwkracht blijft gelijk en de weerstandskracht wordt groter.
of
De resulterende kracht wordt kleiner, want Fres = m · a, de versnelling wordt steeds kleiner en de massa blijft gelijk.
1p inzicht dat de rolweerstandskracht onafhankelijk is van de snelheid 1p inzicht dat de luchtweerstandskracht toeneemt met toenemende snelheid 1p juiste conclusie met betrekking tot de resulterende kracht