Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)
Het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving bevat normen waaraan goed beleid of goede regelgeving dient te voldoen. Uitgebreide informatie vind je op www.naarhetiak.nl (klik dan op de tekst “Naar het IAK” in de linker kolom).
1. Wat is de aanleiding?
De aanleiding is de wens van de Minister van LNV om de cultuurhistorische visserij te vrijwaren van de herstructurering van de beroepsvisserij op het IJsselmeer. De herstructurering is nodig om de vangstcapaciteit gericht op schubvis in overeenstemming te brengen met de draagkracht van het ecosysteem.
2. Wie zijn betrokken?
De partijen vertegenwoordigd in de Regiegroep Verduurzaming visserij IJsselmeergebied zijn betrokken bij de formulering van de beleidsregel en hebben ingestemd met de daarin uitgezette lijn. Ook de twee organisaties die cultuurhistorische visserij bedrijven, Zuiderzeemuseum en vereniging Botterbehoud, zijn betrokken bij de opstelling van de beleidsregel.
3. Wat is het probleem?
Er is een behoefte van de organisaties die cultuurhistorische visserij ontplooien, aan meer duidelijkheid over hoeveel ruimte de Minister van LNV de cultuurhistorische visserij geeft op het IJsselmeer. Om deze onzekerheid van de betreffende organisaties weg te nemen, is hiertoe deze beleidsregel opgesteld.
4. Wat is het doel?
Het doel van deze beleidsregel is duidelijkheid te geven over de ruimte voor cultuurhistorische visserij op het IJsselmeer. Hiermee wordt aangesloten op de bestaande activiteiten van de twee organisaties die cultuurhistorische visserij bedrijven.
5. Wat rechtvaardigt overheidsinterventie?
Regulering van de visserij in het IJsselmeergebied is noodzakelijk ter bescherming van de visbestanden. Daarnaast draagt deze beleidsregels bij aan realisering van de Natura 2000 en KRW doelstellingen.
6. Wat is het beste instrument?
Voor regulering van de cultuurhistorische visserij is een beleidsregel het meest geschikte instrument. Voor deze vorm van visserij is thans een ontheffing van de vergunningplicht op grond van artikel 8 van het Reglement voor de binnenvisserij 1985 vereist. Voorheen was niet vastgelegd onder welke voorwaarden een dergelijke ontheffing zou worden verleend. De voorgestelde beleidsregel geeft invulling aan deze beleidsruimte en geeft organisaties daarmee duidelijkheid over de ruimte voor cultuurhistorische visserij op het IJsselmeer.
7. Wat zijn de gevolgen voor burgers, bedrijven, overheid en milieu?
De gevolgen zijn beperkt. Als eerder aangegeven, moeten organisaties die cultuurhistorische visserij willen uitvoeren, ook nu al een ontheffing aanvragen van het verbod om zonder vergunning te vissen in het IJsselmeer (artikel 8 van het Reglement voor de binnenvisserij 1985). Het belangrijkste verschil is dat nu is vastgelegd wat wordt verstaan onder
cultuurhistorische visserij, welke ruimte deze vorm van visserij krijgt op het IJsselmeer en welke procedure moet worden gevolgd voor het aanvragen van een ontheffing.