• No results found

Brussel, 6 februari 2002 (19.02) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 5307/02. Interinstitutioneel dossier: 2000/0115 (COD) 2000/0117 (COD)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Brussel, 6 februari 2002 (19.02) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 5307/02. Interinstitutioneel dossier: 2000/0115 (COD) 2000/0117 (COD)"

Copied!
88
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAAD VAN

DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 februari 2002 (19.02) (OR. fr)

Interinstitutioneel dossier:

2000/0115 (COD) 2000/0117 (COD)

5307/02

CODEC 41 MAP 1

INFORMATIEVE NOTA

Betreft: - Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen, diensten en werken

- Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening en vervoer

- Resultaten van de eerste lezing van het Europees Parlement (Straatsburg, 14-17 januari 2002)

I. INLEIDING

De twee ontwerp-verslagen betreffende bovengenoemde richtlijnvoorstellen zijn in de plenaire vergadering besproken. De heer ZAPPALA (PPE-DE, I) gaf een toelichting op de desbetreffende verslagen, namens de Commissie juridische zaken en interne markt. De rapporteur wees vervolgens op het economische belang van deze sector: overheidsopdrachten vertegenwoordigen 15% van het totale BNP van de Europese Unie.

Wat de ingediende amendementen betreft, wees hij erop dat de meeste ervan bedoeld zijn om de thans van kracht zijnde wetgeving te moderniseren en te verbeteren.

De rapporteur herinnerde er voorts aan dat de sociale en milieu-aspecten van overheidsopdrachten tot een levendig debat in de betrokken parlementaire commissies hebben geleid.

(2)

rapporteur voor advies voor de Commissie economische en monetaire zaken, die wees op het belang dat moet worden gehecht aan de bescherming van het milieu op dit gebied; de

heer HUGHES (PSE, UK), rapporteur voor advies voor de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken, die van mening was dat de onderhavige voorstellen ertoe zouden moeten bijdragen om tot een hoog beschermingsniveau van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te komen;

mevrouw SCHORLING (Verts/Ale, S), rapporteur voor advies voor de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid, die meedeelde dat de voorstellen van de Commissie onaanvaardbaar waren wat betreft de wens om de milieudimensie te integreren in de overheids- opdrachten; de heer KUHNE (PSE, D), rapporteur voor advies voor de Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie, die herinnerde aan het belang van naleving van de ver- plichtingen die voortvloeien uit collectieve overeenkomsten op het gebied van het arbeidsrecht; de heer JONCKHEER (Verts/Ale, B), rapporteur voor advies voor de Commissie economische en monetaire zaken (voor dossier 2000/0117 COD), die de plenaire vergadering meedeelde dat het advies waarvoor hij rapporteur is met algemene stemmen is aangenomen en dat deze stemming aantoont dat de betrokken commissie heeft erkend dat overheidsopdrachten instrumenten zijn die onder de strategie voor een duurzame ontwikkeling vallen.

De afgevaardigden LEHNE (PPE-DE, D), BERGER (PSE, A), THORS (ELDR, S), HAUTALA (Verts/Ale, FL), AINARDI (GUE/NGL, I), CROWLEY (UEN, IR), VAN DAM (EDD, NL), CEDERSCHOLD (PPE-DE, S), GEPHARDT (PSE, D), WALLIS (ELDR, UK), COSSUTTA (GUE/NGL, I), HARBOUR (PPE-DE, UK), Mc CARTHY (PSE, UK), DE CLERCQ (ELDR, B), WUERMELING (PPE-DE, D), KOUKIADIS (PSE, G) en THORNING-SCHMIDT (PSE, DK) voerden eveneens het woord.

Commissaris BOLKESTEIN voerde het woord namens zijn instelling.

II. STEMMING

De plenaire vergadering keurde de amendementen in bijlage I bij deze nota goed met 370 stemmen voor, 82 stemmen tegen en 86 onthoudingen en keurde de amendementen in bijlage II bij deze nota goed met 392 stemmen voor, 64 stemmen tegen en 16 onthoudingen.

Het standpunt van de Commissie ten aanzien van de aangenomen amendementen, zoals dat door commissaris BOLKESTEIN tijdens het debat naar vorens is gebracht, kan als volgt worden samengevat:

(3)

1. ALGEMENE RICHTLIJN (2000/0115 (COD))

a) voor de Commissie aanvaardbare amendementen:

1, 141, 4, 13, 17, 24, 36, 40, 50, 80, 85, 88, 97, 109 en 112.

b) voor de Commissie onaanvaardbare amendementen:

32, 37, 38 (gedeeltelijk), 150, 73, 75, 102, 103, 107, 115, 117, 131, 49, 76, 116, 159, 68, 78, 57, 66, 151, 25, 139, 63, 45, 92, 109, 81, 82, 83, 84, 90, 8, 29, 30 (gedeeltelijk), 127, 69, 70 (gedeeltelijk), 71, 72, 94, 108, 111, 162, 172, 173, 99, 100, 145 en 161.

c) voor de Commissie aanvaardbare amendementen, op voorwaarde dat ze worden gewijzigd:

2, 10, 45, 46, 47 en 123, 93 et 95 (gedeeltelijk), 109, 110, 11, 15, 51, 129, 86, 87, 89, 100, 110, 5, 126, 21, 168, 175, 23, 54, 65, 74, 104, 147 (in een overweging), 31, 77, 9, 137, 138, 7, 125, 142, 34, 35 (gedeeltelijk), 46, 70, 113, 114, 121, 132, 153, 170 en 171.

De amendementen kunnen worden onderverdeeld in de volgende categorieën:

Eerbiediging van het beginsel van gelijke behandeling:

Am.162 en 1 (beginsel van gelijke behandeling van de inschrijvers);

Am. 17 (verzoek aan de Commissie om een richtlijnvoorstel in te dienen betreffende "project financing");

Am. 127 en 147 (principes van gelijke behandeling, non-discriminatie en doorzichtigheid);

Am. 36 (eerbiediging van het begrip van sociale werkgelegenheid en sociale werkplaatsen);

Am. 49 (toepassing van dezelfde eisen op alle ondernemingen);

Am. 69 (bekendmaking van aankondigingen van opdrachten in het Publicatieblad);

Am. 71 (verplichting om toe te zien op de onpartijdigheid van de aanbestedende dienst).

(4)

eerbiediging van de sociale minimumnormen:

Am. 2 en 97 (overeenkomstig artikel 6 van het Verdrag dienen de eisen inzake milieubescherming te worden geïntegreerd in het overige beleid en optreden van de Gemeenschap);

Am. 10 en 11 (toepassing van de sociale verplichtingen bij de uitvoering van overheidsopdrachten);

Am. 15 en 100 (buitengewone lage inschrijvingen - "sociale dumping");

Am. 159 en 51 (eerbiediging van de bepalingen betreffende arbeidsbescherming en arbeids- voorwaarden);

Am. 50 (verbetering van de informatie aan de ondernemingen over de algemene verplichtingen inzake milieubescherming en het sociaal recht);

Am. 176 (milieukenmerken met betrekking tot de productiemethoden);

Am. 31, 73, 74, 75, 76, 77, 132, 102, 103 en 104 (waarborg van een passende beveiliging van de gegevens bij elektronische inschrijving);

Am. 92, 93, 94 en 95 (mogelijkheid voor de aanbestedende dienst om de milieubescherming alsmede de bescherming van de veiligheid en gezondheid van de werknemers op te nemen in de evaluatie van de technische capaciteit van de onderneming);

Am. 116 (eerbiediging van de internationale arbeidsnormen).

Mogelijkheid om op wettige wijze bepaalde producten tegen te houden:

Am. 141 (dergelijke belemmeringen moeten gerechtvaardigd en proportioneel zijn);

Werkingssfeer van de richtlijn:

Am. 4 (vrijstelling voor regionale of plaatselijke overheden);

Am. 7 (voorziet zowel in de gescheiden als de gemeenschappelijke gunning van uitvoering en planning);

Am. 125 (beloning van ingenieurs);

Am. 32 (verhoging van de drempels);

Am. 121 en 37 (niet van toepassing op de Nederlandse versie; transacties die bedoeld zijn voor de geld- of kapitaalverschaffing);

Am. 150 (mogelijkheid om aan concessiehouders bepaalde contracten toe te vertrouwen die niet in het oorspronkelijk project zijn opgenomen);

(5)

Am. 38 (vrijstelling voor de aanbestedende diensten of samenwerkingsverbanden van aanbestedende diensten);

Am. 40 (opdrachten gegund aan door aanbestedende diensten in het leven geroepen instanties);

Am. 57 (de diensten van architecten en van ingenieurs zouden beschouwd moeten worden als intellectuele diensten);

Am. 63 (intellectuele diensten);

Am. 139 (verbod op raamovereenkomsten);

Am. 66 (bijzondere voorschriften betreffende samenwerking tussen overheids- en particuliere sector).

Centrale inkoopdiensten:

Am. 5 (gegroepeerde aankopen voor andere aanbestedende diensten, teneinde de aankoopkosten te verminderen);

Am. 168 (centrale inkoopdiensten moeten onderworpen zijn aan de procedures in het kader van de richtlijn);

Am. 126 en 172 (definitie van "aanbestedende diensten");

Am. 175 (opdrachten van centrale inkoopdiensten).

Noodzaak van een onafhankelijk orgaan voor overheidsopdrachten:

Am. 13 (verplichting voor de lidstaten om passende procedures vast te stellen voor de uitvoering van deze richtlijn);

Am. 108 (controlemechanismen).

Uitsluiting van inschrijvers van overheidsopdrachten:

Am. 170 (het niet gunnen van overheidsopdrachten aan economische subjecten die zich schuldig hebben gemaakt aan corruptie of fraude).

Definities:

Am. 29 (prijsvragen);

Am. 142 (overheidsopdrachten);

Am. 171 en 145 (opdracht die ook de verlening van diensten omvat);

Am. 21 (centrale inkoopdienst);

Am. 9 en 173 ("bijzonder complexe opdrachten");

Am. 23 ("veiling bij afslag");

Am. 24 en 25 ("raamovereenkomst");

Am. 54 (rechtszekerheid voor het gebruik van "veilingen bij afslag");

(6)

Door de aanbestedende diensten vastgestelde selectiecriteria:

Am. 30 (overeenstemming van dienstverlener met de deelnemingsvoorwaarden).

Technische specificaties:

Am. 8 (de specificaties moeten de vrije mededinging vergemakkelijken);

Am. 34 en 35 (betalingswijzen van verzekeringspremies, verlengingsclausule);

Am. 45 (verwijzing naar Europese milieukeuren);

Am. 46 (een passend middel kan een technisch dossier van de fabrikant zijn of een testrapport van een erkende organisatie);

Am. 47 en 123 (niet toegestane vermeldingen/verwijzingen);

Am. 109 ("technische specificatie");

Am. 117 (eisen met betrekking tot de apparatuur voor de elektronische ontvangst van inschrijvingen en/of aanvragen tot deelneming).

Procedure:

Am. 151 (invoering van een erkenningsregeling overeenkomstig artikel 45 bis);

Am. 70 en 161 (minimumtermijnen);

Am. 72 (beëindiging van de procedure);

Am. 131 (toegestane wijzen van mededeling);

Am. 68 (bekendmaking van een aankondiging betreffende "erkenningsregelingen");

Am. 78 (erkenningsregelingen);

Am. 80-90 (redenen voor uitsluiting van de aanbestedingsprocedure);

Am. 99 (de gunningscriteria in volgorde van belang);

Am. 153 (privaatrechtelijke certificeringsorganen);

Am. 107 (bevoegdheid van de Europese Commissie);

Am. 110-115 (relevante gegevens voor inschrijvers uit andere lidstaten);

Am. 137 en 138 (specifieke voorschriften die van toepassing zijn op bijzonder complexe opdrachten).

(7)

2. RICHTLIJN NUTSSECTOR (2000/0117 (COD))

a) Voor de Commissie aanvaardbare amendementen:

7, 21, 22, 43, 47, 95, 111 en 29.

b) Voor de Commissie onaanvaardbare amendementen:

6, 8, 19, 25, 26, 27, 28, 45, 84, 31, 58, 77, 49, 50, 73, 74, 32, 33, 55, 62, 71, 88, 98, 91, 100, 10, 11, 52, 54, 60, 61, 1, 5, 14, 23, 48, 103, 106, 120, 123, 125 en 124.

c) Voor de Commissie aanvaardbare amendementen, op voorwaarde dat zij worden gewijzigd:

18, 35, 36, 38, 40, 64, 99, 118, 4, 9, 56, 57, 60, 109, 66 (gedeeltelijk), 67, 68, 69 , 70 , 76, 78, 79, 80, 81, 82, 83, 85 86, 89, 96, 13 en 16, 51, 75, 30, 53, en 117.

I) De amendementen kunnen worden onderverdeeld in de volgende categorieën:

Doelstelling van de richtlijn, met inachtneming van de algemene doelstellingen:

Am. 1 (garantie van betrouwbare diensten van algemeen belang);

Am. 89 en 96 (eis om de milieubescherming te integreren);

Am. 4 (mogelijkheid om voorwaarden te stellen inzake de bevordering van beleidsdoelstellingen op sociaal gebied);

Am. 5 (gelijke behandeling van de aanbestedende diensten uit de overheidssector en die uit de particuliere sector);

Am. 7 (verplichting voor de technische specificaties om de openstelling van overheidsopdrachten voor mededinging mogelijk te maken);

Am. 48 (onpartijdigheid van de aanbestedende diensten).

Integratie van de eisen betreffende de milieubescherming en daadwerkelijke eerbiediging van sociale minimumnormen:

Am. 9, 70 (buitengewoon lage inschrijvingen);

Am. 32, 33 en 43 (eerbiediging van de bepalingen inzake arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden);

(8)

arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden);

Am. 56 (gunning van de opdrachten);

Am. 71 (maatregelen om gelijke behandeling te waarborgen van ondernemingen van de Gemeenschap in derde landen / eerbiediging van de ILO-verdragen);

Am. 88 (bijlage: internationale basisarbeidsnormen).

Mogelijkheid voor de aanbestedende diensten om op wettige wijze een belemmering op te werpen:

Am. 111 (mogelijkheid om noodzakelijke maatregelen af te dwingen om de openbare veiligheid te beschermen).

Werkingssfeer van de richtlijn:

Am. 8 (regelingen betreffende de beloning van een brede groep van beroepsbeoefenaren);

Am. 13 (omschrijving van de eenheden die met deze richtlijn worden beoogd);

Am. 16 (bepalingen voor het verlenen van postdiensten);

Am. 18 (combinaties van economische subjecten);

Am. 45 (opdrachten die zijn geplaatst ten behoeve van onderzoek door ondernemingen).

Uitsluitingen van de werkingssfeer:

Am. 6 (opdrachten, toegekend aan een verbonden of gemeenschappelijke onderneming);

Am. 19 (uitzonderingen op de werkingssfeer van deze richtlijn);

Am. 23 (opdrachten die door de lidstaten geheim zijn verklaard);

Am. 25 (op basis van een alleenrecht gegunde opdrachten);

Am. 26 en 27 (opdrachten gegund aan een verbonden onderneming of aan een eenheid die deel van een gemeenschappelijke onderneming uitmaakt);

Am. 28 (preciseert dat het gaat om de aard en de waarde van de desbetreffende opdrachten);

Am. 29 (door bepaalde aanbestedende diensten geplaatste opdrachten voor de aankoop van water of voor de levering van energie of brandstoffen, bestemd voor de opwekking van energie);

Am. 31 en 117 (algemeen mechanisme voor de uitsluiting van activiteiten die rechtstreeks blootstaan aan mededinging);

Am. 57 (selectiecriteria voor de aanbestedingsprocedure);

Am. 109 (de in artikel 46 van de richtlijn genoemde selectiecriteria moeten worden gehanteerd);

Am. 60 (noemt milieudelicten als mogelijkheden om een inschrijver uit te sluiten).

(9)

Definities:

Am. 123, 10 en 124 ("algemeen contract");

Am. 11 ("prijsvragen": economische stimulansen zijn noodzakelijk om met name de deelneming van jonge beroepsbeoefenaren te stimuleren);

Am. 106 ("overheidsdiensten": centrale inkoopdiensten worden behandeld als aanbestedende diensten);

Am. 14 (bijzondere of uitsluitende rechten).

Procedure:

Am. 21 en 22 (betaling van verzekeringspremies, stilzwijgende verlengingsclausule);

Am. 30 (recht van het Europees Parlement om op voet van gelijkheid te interveniëren wanneer belangrijke wijzigingen op het spel staan);

Am. 120 (bestek);

Am. 49, 73 (wijzen van mededeling van de offertes);

Am. 50, 51, 74, 75 en 103 (garanderen een passende beveiliging van de gegevens in geval van elektronische inschrijving);

Am. 52, 53 en 54 (stellen een termijn vast voor de aanbestedende diensten;

Am. 55 (beroepsprocedures);

Am. 56 (gunning van de opdrachten);

Am. 61 en 62 (toepassing van officiële lijsten van erkende economische subjecten);

Am. 64 (normen inzake milieubeheer);

Am. 66, 67, 68 en 69 (gunningscriteria);

Am. 78-86 en 125 (bijlage: informatie om de wettigheid van de aanbestedingsprocedures te versterken).

Technische specificaties:

Am. 91 en 98 (technische specificaties die verwijzen naar de Europese milieukeuren);

Am. 35 (technische specificaties kunnen ook worden geformuleerd volgens prestaties en functionele eisen of eisen met betrekking tot de invloed die het product tijdens zijn levenscyclus op het milieu uitoefent);

Am. 36 (preciseert de term "normen van gelijkwaardige aard");

(10)

Am. 38 en 39 (definitie van een "passend middel");

Am. 100 (een onafhankelijk verslag kan als "passend middel" worden beschouwd);

Am. 40 (in de technische specificaties mag geen melding worden gemaakt van een bepaald fabrikaat of een bepaalde herkomst);

Am. 58 (toepassing van communautaire normen);

Am. 95 (milieu-effecten);

Am. 76 (bijlage: Richtlijn 94/22/EG);

Am. 77 (bijlage: Richtlijn 91/440 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap).

_______________

(11)

BIJLAGE I (17.01.2002)

Overheidsopdrachten voor leveringen, diensten en werken ***I

Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen, diensten en werken (COM(2000) 275 – C5-0367/2000 – 2000/0115(COD))

Dit voorstel wordt als volgt gewijzigd:

Door de Commissie voorgestelde tekst 1 Amendementen van het Parlement

Amendement 162 Overweging 1 bis (nieuw)

(1 bis) Ook dient rekening te worden gehouden met Richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieu- effectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten1

____________________________

1 PB L 175 van 5.7.1985, blz. 40. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/11/EG (PB L 73 van 14.3.1997, blz. 5).

Amendement 1 Overweging 3 bis (nieuw)

(3 bis) De lidstaten dienen erop toe te zien dat deelname van een publiekrechtelijk lichaam als inschrijver op een

overheidsopdracht geen

concurrentieverstorende gevolgen heeft voor particuliere inschrijvers. Hiertoe kunnen zij regels vaststellen voor de wijze waarop de berekening van de reële prijs/kosten van een bij de aanbestedende dienst ingediende inschrijving dient te geschieden.

1 PB C 29 E van 30.1.2001, blz. 11.

(12)

Overweging 3 ter (nieuw)

(3 ter.) Overeenkomstig artikel 6 van het Verdrag dienen de eisen inzake

milieubescherming te worden geïntegreerd in de omschrijving en uitvoering van het beleid en het optreden van de

Gemeenschap, in het bijzonder met het oog op het bevorderen van duurzame

ontwikkeling. Dit omvat beleid en activiteiten met betrekking tot de

totstandbrenging van de interne markt en richtlijnen inzake met name het plaatsen van overheidsopdrachten. Deze richtlijn integreert derhalve het communautair beleid inzake milieubescherming en duurzame ontwikkeling in de regeling betreffende overheidsopdrachten.

Amendement 141 Overweging 3 quater (nieuw)

(3 quater) Niets in deze richtlijn belet dat aanbestedende diensten maatregelen voorschrijven of toepassen die noodzakelijk zijn ter bescherming van de openbare zedelijkheid, orde of veiligheid of het leven of de gezondheid van mensen, dieren of planten, in overeenstemming met het Verdrag, in het bijzonder met het oog op duurzame ontwikkeling, op voorwaarde dat deze maatregelen niet discriminerend zijn en niet in strijd zijn met het streven naar openstelling van de markten op het gebied van overheidsopdrachten.

Amendement 4 Overweging 7 bis (nieuw)

(7 bis) Sommige aanbestedende diensten, zoals regionale of plaatselijke overheden, kunnen in de uitoefening van hun bevoegdheden opdrachten gunnen aan instanties die weliswaar formeel gezien een eigen rechtspersoonlijkheid hebben, doch die, gelet op de bijzondere banden die zij met de aanbestedende diensten

onderhouden, hier in feite uit zijn voortgekomen en op het gebied van

(13)

besluitvorming niet autonoom zijn en daarom kunnen worden beschouwd als deel uitmakend van deze aanbestedende

diensten. In bepaalde gevallen is deze richtlijn niet van toepassing op de door een aanbestedende dienst aan een dergelijke instantie gegunde opdrachten.

Amendement 5 Overweging 13 bis (nieuw)

(13 bis.) In een aantal lidstaten hebben zich bepaalde technieken voor gecentraliseerde aankopen ontwikkeld. Daartoe zijn

verschillende instanties in het leven geroepen die belast zijn met het doen van aankopen voor andere aanbestedende diensten. In verband met de omvang van de op die manier verrichte aankopen maken deze technieken het mogelijk om de mededinging te vergroten en de doeltreffendheid van de

overheidsopdrachten te verbeteren. Er dient derhalve een communautaire definitie te worden vastgesteld voor aankopende instanties die werkzaam zijn voor de aanbestedende diensten en er dienen procedures te worden vastgesteld die op hen van toepassing zijn, alsmede de voorwaarden waaronder de aanbestedende diensten vrijelijk van de aankopende instanties gebruik kunnen maken,

voorzover laatstgenoemde zelf de status van aanbestedende dienst hebben.

Amendement 168 Overweging 13 ter (nieuw)

(13 bis.) De bepalingen van deze richtlijn zijn volledig van toepassing op opdrachten in het kader waarvan de in artikel 1, lid 5, genoemde centrale inkoopdiensten zorgen voor leveringen of diensten. Aanbestedende diensten die leveringen of diensten

rechtstreeks verwerven bij of via een dergelijke inkoopdienst worden geacht aan de bepalingen van deze richtlijn te hebben voldaan, mits ook de inkoopdienst aan die bepalingen heeft voldaan.

(14)

Overweging 14 bis (nieuw)

(14 bis) Wanneer overheidsopdrachten voor diensten, b.v. in de onroerendgoedsector, eveneens werken omvatten die bijkomend zijn ten opzichte van het hoofdvoorwerp van de opdracht en die een navolgend of aanvullend karakter hebben, dan vormt het feit dat dergelijke werken deel uitmaken van de opdracht geen grond om de opdracht in kwestie te klasseren als een overheidsopdracht voor werken. Evenzeer geldt dat een opdracht waarvan het

voorwerp specifiek betrekking heeft op de verwezenlijking van bouw- dan wel weg- en waterbouwkundige werken, beschouwd moet worden als een overheidsopdracht voor werken, zelfs indien deze opdracht ook de verrichting van diensten omvat die nodig zijn voor de uitvoering van de bouw- dan wel weg- en waterbouwkundige werken.

Amendement 7 Overweging 15 bis (nieuw)

(15 bis.) Gezien de afwijkende eisen die aan overheidsopdrachten voor werken worden gesteld, moet de aanbestedende dienst de mogelijkheid hebben om over te gaan tot zowel de gescheiden als de

gemeenschappelijke gunning van uitvoering en planning. Met de richtlijn wordt niet beoogd om een

gemeenschappelijke of een gescheiden gunning voor te schrijven. Het besluit of een gescheiden of een gemeenschappelijke gunning van de opdracht plaatsvindt, dient te worden gebaseerd op kwalitatieve en economische criteria. Een

gemeenschappelijke gunning dient met inachtneming van deze aspecten door de aanbestedende dienst te worden

gemotiveerd.

(15)

Amendement 8 Overweging 17 (17) De door de aanbestedende diensten

opgestelde technische specificaties moeten de openstelling van overheidsopdrachten voor mededinging mogelijk maken; daartoe moet het mogelijk zijn inschrijvingen in te dienen waarin de diversiteit van de

technische oplossingen tot uiting komt. Te dien einde moeten enerzijds de technische specificaties kunnen worden opgesteld uit het oogpunt van prestaties en functionele eisen en moeten anderzijds, bij verwijzing naar de Europese – of bij ontstentenis de nationale - norm, andere gelijkwaardige oplossingen worden aanvaard. Om de gelijkwaardigheid aan te tonen, moeten de inschrijvers elk bewijsmiddel kunnen gebruiken. Verwijzingen naar specificaties waarin een bepaalde herkomst wordt vereist, moeten uitzonderlijk blijven.

(17) De door de aanbestedende diensten opgestelde technische specificaties moeten de openstelling van overheidsopdrachten voor mededinging mogelijk maken; daartoe moet het mogelijk zijn inschrijvingen in te dienen waarin de diversiteit van de

technische oplossingen tot uiting komt. Te dien einde moeten enerzijds de technische specificaties kunnen worden opgesteld uit het oogpunt van prestaties en functionele eisen en moeten anderzijds, bij verwijzing naar de Europese - of bij ontstentenis de nationale - norm, andere gelijkwaardige oplossingen worden aanvaard. Om de gelijkwaardigheid aan te tonen, moeten de inschrijvers elk bewijsmiddel kunnen gebruiken. Verwijzingen naar specificaties waarin een bepaalde herkomst wordt vereist, moeten uitzonderlijk blijven. Zolang op het desbetreffende gebied geen voor geheel Europa geldende uniforme norm van kracht is, dient de aanbestedende dienst de mogelijkheid te hebben om een bepaalde nationale norm voor te schrijven. Dit is noodzakelijk om de latere kosten van onderhoud en reparaties zo laag mogelijk te houden, en met name bij installaties

waaraan veiligheidsaspecten zijn

verbonden, een storingvrije exploitatie met bekende, beproefde en compatibele

onderdelen en constructies te garanderen.

Amendement 9 Overweging 18 (18) Bij bijzonder complexe opdrachten

kunnen de aanbestedende diensten in de objectieve onmogelijkheid verkeren de middelen te bepalen waarmee aan hun behoeften kan worden voldaan, of te beoordelen wat de markt aan technische of financiële oplossingen kan aanbieden, zonder dat dit aan een gebrek aan informatie of aan tekortkomingen van deze

aanbestedende diensten is toe te schrijven.

Er dient dus in de mogelijkheid te worden voorzien een procedure van gunning via onderhandelingen met oproep tot

(18) Bij bijzonder complexe opdrachten kunnen de aanbestedende diensten in de objectieve onmogelijkheid verkeren de middelen te bepalen waarmee aan hun behoeften kan worden voldaan, of te beoordelen wat de markt aan technische of financiële oplossingen kan aanbieden, zonder dat dit aan een gebrek aan informatie of aan tekortkomingen van deze

aanbestedende diensten is toe te schrijven.

Er dient dus in de mogelijkheid te worden voorzien een procedure van gunning via onderhandelingen met oproep tot

(16)

flexibiliteit wordt geboden om deze situaties te verhelpen. In deze gevallen moeten onderhandelingen alleen ten doel hebben de aanbestedende dienst door gesprekken met de gegadigden in staat te stellen zijn

behoeften nader te bepalen en met de nodige nauwkeurigheid te omschrijven, zodat inschrijvingen op grond van het criterium van de economisch voordeligste inschrijving kunnen worden geformuleerd en objectief beoordeeld. Zij zijn dus beperkt tot de fase van de procedure die eindigt met het opstellen van het definitieve bestek.

Bijgevolg kan over de inschrijvingen die op basis van dit bestek zijn geformuleerd, niet worden onderhandeld. Deze flexibiliteit wordt toegestaan met inachtneming van de beginselen van gelijke behandeling, niet-discriminatie en doorzichtigheid.

flexibiliteit wordt geboden om deze situaties te verhelpen. In deze gevallen moeten onderhandelingen alleen ten doel hebben de aanbestedende dienst door gesprekken met de gegadigden in staat te stellen zijn

behoeften nader te bepalen en met de nodige nauwkeurigheid te omschrijven, zodat inschrijvingen op grond van het criterium van de economisch voordeligste inschrijving kunnen worden geformuleerd en objectief beoordeeld. Zij zijn dus beperkt tot de fase van de procedure die eindigt met het afronden van de raadplegingen. Bijgevolg kan over de inschrijvingen die op basis van het bestek zijn geformuleerd, niet worden onderhandeld. Deze flexibiliteit wordt toegestaan met inachtneming van de beginselen van gelijke behandeling, niet-discriminatie en doorzichtigheid.

Amendement 10 Overweging 22 (22) De voorwaarden voor de uitvoering

van een opdracht zijn verenigbaar met de richtlijn, mits zij niet direct of indirect discriminerend zijn ten aanzien van inschrijvers uit andere lidstaten en mits zij verplicht in de aankondiging van de opdracht worden vermeld. Zij kunnen met name ten doel hebben de werkgelegenheid van benadeelden en uitgeslotenen te bevorderen, of de werkloosheid te bestrijden.

(22) De voorwaarden voor de uitvoering van een opdracht zijn verenigbaar met de richtlijn, mits zij niet leiden tot

ongeoorloofde discriminatie ten aanzien van inschrijvers uit andere lidstaten en mits zij verplicht in de aankondiging van de opdracht worden vermeld. Zij kunnen met name ten doel hebben de werkgelegenheid van benadeelden en uitgeslotenen te bevorderen, of de werkloosheid te bestrijden, of specifieke

milieudoelstellingen te verwezenlijken.

Amendement 11 Overweging 22 bis (nieuw)

(22 bis) Voor grensoverschrijdende situaties, waarbij werknemers uit een lidstaat in het kader van een

overheidsopdracht diensten verlenen in een andere lidstaat, zijn in Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten1, de voorwaarden vastgelegd waaraan het gastland zich ten opzichte van deze ter beschikking gestelde werknemers dient te

(17)

houden.

(1) PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1.

Amendement 13 Overweging 30 bis (nieuw)

(30 bis.) De lidstaten dienen passende procedures vast te stellen voor de

handhaving en tenuitvoerlegging van deze richtlijn binnen hun rechtsgebied. Zij dienen in overweging te nemen of het noodzakelijk is een onafhankelijke instantie voor overheidsopdrachten in het leven te roepen teneinde de naleving van de richtlijn door de aanbestedende diensten te waarborgen.

Amendement 125 Overweging 31 (31) Bij overheidsopdrachten voor diensten

mogen de gunningscriteria geen afbreuk doen aan de toepassing van nationale bepalingen betreffende de beloning van bepaalde diensten, zoals bijvoorbeeld de beloningen van architecten of advocaten.

(31) Bij overheidsopdrachten voor diensten mogen de gunningscriteria geen afbreuk doen aan de toepassing van nationale bepalingen betreffende de beloning van bepaalde diensten, zoals bijvoorbeeld de beloningen van architecten, ingenieurs of advocaten.

Amendement 15 Overweging 31 bis (nieuw)

(31 bis) Buitengewoon lage inschrijvingen die in feite berusten op niet-naleving van sociale minimumeisen, kunnen door de aanbestedende dienst worden afgewezen.

Amendement 170 Overweging 33 bis (nieuw)

(33 bis) Voorkomen moet worden dat overheidsopdrachten worden gegund aan economische subjecten die in het verleden bij een definitieve rechterlijke uitspraak zijn veroordeeld wegens delicten die twijfel doen rijzen in verband met hun

betrouwbaarheid bij de uitvoering daarvan.

Dit geldt in het bijzonder voor het

lidmaatschap van een criminele organisatie of corruptie of fraude in een lidstaat

(18)

Europese Gemeenschappen werden

geschaad, alsook voor schendingen van het arbeidsrecht of milieudelicten in verband met de uitvoering van de te gunnen opdrachten. Bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van de inschrijvers moet ook rekening worden gehouden met definitieve rechterlijke uitspraken wegens onwettige afspraken in het kader van overheidsopdrachten, of wegens ernstige beroepsfouten.

Amendement 17 Overweging 34 bis (nieuw)

(34 bis) De Commissie dient de

mogelijkheid te onderzoeken een voorstel voor een richtlijn aan te nemen met het oog op een gestructureerde regeling van de sector concessies en de zgn. "project financing".

Amendementen 171 en 145

Artikel 1, lid 2, alinea 3 bis, 3 ter en 3 quater (nieuw)

3 bis. Een opdracht die ook de verlening van diensten omvat, wordt alleen geacht een overheidsopdracht voor werken te zijn indien het voorwerp ervan specifiek betrekking heeft op de uitvoering van bouw- dan wel weg- en waterbouwkundige werken en de diensten nodig zijn voor de uitvoering daarvan.

3 ter. Niet als overheidsopdracht voor werken worden beschouwd

overheidsopdrachten voor diensten in de onroerendgoedsector die ook werken omvatten, indien deze werken bijkomend zijn ten opzichte van het hoofdvoorwerp van de opdracht of een navolgend of aanvullend karakter hebben.

3 quater. Het besluit van de aanbestedende instantie over het afzonderlijk of het in hun geheel aanbesteden van werken of diensten berust op kwalitatieve en economische criteria. Elk besluit om werken of diensten in hun geheel aan te besteden dient op

(19)

basis van deze criteria door de

aanbestedende instantie met redenen te worden omkleed.

Amendementen 126 en 172 Artikel 1, lid 5, alinea 1 5. Als "aanbestedende diensten" worden

aangemerkt de staat, de territoriale lichamen, publiekrechtelijke instellingen en

verenigingen gevormd door een of meer van deze lichamen of een of meer van deze publiekrechtelijke instellingen.

5. Als "aanbestedende diensten" worden aangemerkt de staat, de territoriale lichamen, publiekrechtelijke instellingen en

verenigingen gevormd door een of meer van deze lichamen of een of meer van deze publiekrechtelijke instellingen, alsmede door deze diensten met het oog op de gunning van overheidsopdrachten opgerichte centrale inkoopdiensten.

Amendement 21

Artikel 1, lid 5, alinea 3 bis (nieuw)

Een "centrale inkoopdienst" is een aanbestedende dienst die in het leven is geroepen om te zorgen voor leveringen of diensten die bestemd zijn voor andere aanbestedende diensten, of om daarvoor de aankoopvoorwaarden vast te stellen. De lidstaten delen de Commissie mee welke aankopende instanties aan deze definitie beantwoorden.

Amendement 173 Artikel 1, lid 5 bis (nieuw)

5 bis. Van een "bijzonder complexe opdracht" is sprake wanneer de aanbestedende dienst noch door het organiseren van een prijsvraag, noch door een functionele aanbesteding in staat is de technische of andere middelen te bepalen waarmee aan zijn behoeften kan worden voldaan, of wat de markt aan technische of financiële oplossingen kan aanbieden.

Amendement 23 Artikel 1, lid 6 bis (nieuw)

6 bis. Een "veiling bij afslag" houdt in dat een elektronische inschrijving in

gecontroleerde rondes wordt gehouden, met

(20)

aan de inschrijver die in de laatste inschrijvingsronde de laagste prijs aanbiedt.

Amendement 24 Artikel 1, lid 7 7. Een “raamovereenkomst” is een

overeenkomst tussen meer economische subjecten en een aanbestedende dienst, waardoor deze laatste, na de bij deze richtlijn vastgestelde procedures te hebben gevolgd in alle fasen behalve de fase van de gunning, op basis van de bij hem ingediende inschrijvingen de partijen bij deze overeenkomst kiest op grond van objectieve criteria zoals kwaliteit,

kwantiteit, technische waarde, leverings- of uitvoeringstermijnen en prijzen; door deze overeenkomst verbinden de

economische subjecten zich tot inachtneming van bepaalde door de aanbestedende dienst vastgestelde voorwaarden voor opdrachten die op grond van de overeenkomst zullen worden geplaatst.

7. Een "raamovereenkomst" is een overeenkomst tussen een aanbestedende dienst in de zin van lid 5 en een of meer leveranciers, ondernemingen of

dienstverleners, die ten doel heeft de voorwaarden voor de aanbestedingen die in de loop van een bepaalde periode worden gegund, vast te leggen, met name ten aanzien van de beoogde prijs en eventueel de beoogde hoeveelheid.

Amendement 25 Artikel 1, lid 7 bis (nieuw)

7 bis. De "raamovereenkomsten" in de sector vertaal- en tolkdiensten zijn gelijkwaardige overeenkomsten die met meerdere dienstverleners worden gesloten. De verleners van vertaal- en tolkdiensten worden in rangorde

geklasseerd volgens de gunningscriteria en de feitelijke verdienste bij de uitvoering van het contract. De feitelijke verdienste wordt periodiek beoordeeld met

inachtneming van het beginsel van gelijke kansen.

Amendement 29 Artikel 1, lid 9 9. "Prijsvragen" zijn de nationale

procedures die tot doel hebben de

aanbestedende dienst, in het bijzonder op het gebied van ruimtelijke ordening,

9. "Prijsvragen" zijn de nationale procedures die tot doel hebben de

aanbestedende dienst, in het bijzonder op het gebied van ruimtelijke ordening,

(21)

stadsplanning, architectuur en weg- en waterbouw, of op het gebied van

gegevensverwerking, een plan of ontwerp te verschaffen dat op basis van

mededinging door een jury wordt geselecteerd, al dan niet met toekenning van prijzen.

stadsplanning, architectuur en weg- en waterbouw, of op het gebied van

gegevensverwerking, een plan of ontwerp te verschaffen dat op basis van

mededinging door een jury wordt

geselecteerd, met toekenning van prijzen.

Amendement 30 Artikel 3, lid 1 1. Combinaties van economische subjecten

mogen inschrijven. Van deze combinaties kan niet worden verlangd dat zij met het oog op de inschrijving een bepaalde rechtsvorm aannemen, maar dit kan wel van een combinatie worden geëist wanneer de opdracht haar is gegund, mits dit voor de goede uitvoering van de opdracht nodig is.

1. Combinaties van economische subjecten mogen inschrijven en de deelnemers aan deze combinaties mogen ook via

cumulatie voldoen aan de selectiecriteria die door de aanbestedende diensten uit hoofde van de artikelen 44, lid 2, 47, 48 en 49 worden vastgesteld. De duur van de eventueel door de aanbestedende dienst verlangde beroepservaring is niet

cumuleerbaar. Er kunnen minimumeisen worden gesteld aan ten minste één van de deelnemers aan deze combinaties, die de leidersrol zal spelen. Van deze

combinaties kan niet worden verlangd dat zij met het oog op de inschrijving een bepaalde rechtsvorm aannemen, maar dit kan wel van een combinatie worden geëist wanneer de opdracht haar is gegund, mits dit voor de goede uitvoering van de opdracht nodig is.

Amendement 31 Artikel 5 Onverminderd de in artikel 34, lid 3,

respectievelijk artikel 41 vastgestelde verplichtingen inzake de bekendmaking van overheidsopdrachten en

informatieverstrekking aan de gegadigden en de inschrijvers, eerbiedigen de

aanbestedende diensten het vertrouwelijke karakter van alle door de economische subjecten verstrekte inlichtingen.

Onverminderd de in artikel 34, lid 3, respectievelijk artikel 41 vastgestelde verplichtingen inzake de bekendmaking van overheidsopdrachten en

informatieverstrekking aan de gegadigden en de inschrijvers, eerbiedigen de

aanbestedende diensten tijdens en na de aanbestedingsprocedure het vertrouwelijke karakter van de door de economische subjecten verstrekte inlichtingen. Dit omvat fabrieks- of bedrijfsgeheimen en het vertrouwelijke karakter van de offertes en de ontwerpoplossingen, alsmede van elke andere vertrouwelijke inlichting die door het economisch subject wordt verstrekt.

(22)

Artikel 6, alinea 1 bis (nieuw)

De aanbestedende diensten worden niettemin geacht voor alle

overheidsopdrachten, met inbegrip van die waarvan de waarde onder de in artikel 8 vastgestelde drempels liggen, in het algemeen de grondbeginselen van het Verdrag en in het bijzonder het beginsel van de non-discriminatie op grond van nationaliteit te eerbiedigen. Het non- discriminatiebeginsel impliceert een transparantieverplichting om de

aanbestedende dienst de mogelijkheid te bieden de naleving van dit beginsel te controleren. Deze transparantieverplichting bestaat erin dat de aanbestedende dienst, ten behoeve van iedere potentiële

inschrijver, een passend niveau van openbaarheid waarborgt, dat het mogelijk maakt de openbare aanbestedingen voor dienstverlening open te stellen voor mededinging en te controleren of de

gunningsprocedures onpartijdig zijn. Bij de omschrijving van de procedures die ervoor moeten zorgen dat deze verplichting wordt nagekomen, moeten de lidstaten verwijzen naar de desbetreffende bepalingen van deze richtlijn.

Amendement 175 Artikel 6 bis (nieuw)

Artikel 6 bis

Opdrachten van centrale inkoopdiensten De bepalingen van deze richtlijn zijn volledig van toepassing op opdrachten in het kader waarvan de in artikel 1, lid 5, genoemde centrale inkoopdiensten zorgen voor leveringen of diensten. Aanbestedende diensten die leveringen of diensten

rechtstreeks bij een dergelijke inkoopdienst of via derden verwerven, worden geacht aan de bepalingen van deze richtlijn te hebben voldaan, mits de inkoopdienst aan die bepalingen heeft voldaan.

(23)

Amendement 32 Artikel 8 a) 130 000 EUR, voor overheidsopdrachten

voor leveringen en diensten van aanbestedende diensten die centrale overheidsinstanties zijn zoals vermeld in bijlage IV; wat betreft overheidsopdrachten voor leveringen van deze aanbestedende diensten die op het gebied van de defensie werkzaam zijn, geldt dit alleen voor

opdrachten betreffende producten die onder bijlage V vallen;

a) 200 000 EUR, voor overheidsopdrachten voor leveringen en diensten van

aanbestedende diensten die centrale overheidsinstanties zijn zoals vermeld in bijlage IV; wat betreft overheidsopdrachten voor leveringen van deze aanbestedende diensten die op het gebied van de defensie werkzaam zijn, geldt dit alleen voor

opdrachten betreffende producten die onder bijlage V vallen;

b) 200 000 EUR b) 300 000 EUR

- voor overheidsopdrachten voor leveringen en diensten van andere aanbestedende diensten dan die welke in bijlage IV zijn vermeld,

- voor overheidsopdrachten voor leveringen en diensten van andere aanbestedende diensten dan die welke in bijlage IV zijn vermeld,

- voor overheidsopdrachten voor leveringen van de in bijlage IV vermelde aanbestedende diensten die op het gebied van de defensie werkzaam zijn, indien deze opdrachten betrekking hebben op producten die niet in bijlage V zijn vermeld;

- voor overheidsopdrachten voor leveringen van de in bijlage IV vermelde aanbestedende diensten die op het gebied van de defensie werkzaam zijn, indien deze opdrachten betrekking hebben op producten die niet in bijlage V zijn vermeld;

c) 5 300 000 EUR, voor

overheidsopdrachten voor werken van alle aanbestedende diensten.

c) 7 000 000 EUR, voor

overheidsopdrachten voor werken van alle aanbestedende diensten.

Amendement 34 Artikel 12, lid 3, letter a) a) voor verzekeringsdiensten, de te betalen

premie; a) voor verzekeringsdiensten, de te betalen premie, alsmede andere vormen van beloning;

Amendement 35 Artikel 12, lid 6, letter b) b) bij opdrachten voor onbepaalde duur of

waarvan de looptijd langer is dan 48

maanden, het maandelijks te betalen bedrag vermenigvuldigd met 48.

b) bij opdrachten voor onbepaalde duur, opdrachten met een stilzwijgende

verlengingsclausule of opdrachten waarvan de looptijd langer is dan 48 maanden, het maandelijks te betalen bedrag

vermenigvuldigd met 48.

(24)

Artikel 15 bis (nieuw)

Artikel 15 bis.

Voor sociale werkgelegenheid of sociale werkplaatsen gereserveerde opdrachten De lidstaten kunnen bepaalde opdrachten reserveren voor sociale

werkgelegenheidsregelingen of sociale werkplaatsen.

Een "sociale werkgelegenheidsregeling" of

"sociale werkplaats" is een regeling of werkplaats waarin meer dan de helft van het personeel bestaat uit gehandicapten die vanwege de aard of ernst van hun

aandoening geen beroepsactiviteit kunnen uitoefenen onder normale omstandigheden, en die deze werknemers de zekerheid biedt van een arbeidscontract of een

beroepsopleidingscontract.

Amendement 121 Artikel 18, letter b) b) betreffende de aankoop, de ontwikkeling,

de productie of de coproductie van programmamateriaal door radio-

omroeporganisaties en overeenkomsten betreffende zendtijd;

Niet van toepassing op de Nederlandse versie

Amendement 37 Artikel 18, letter d) d) inzake financiële diensten betreffende de

uitgifte, de aankoop, de verkoop en de overdracht van effecten of andere financiële instrumenten, en door de centrale banken verleende diensten;

d) inzake financiële diensten betreffende de uitgifte, de aankoop, de verkoop en de overdracht van effecten of andere

financiële instrumenten en transacties die bedoeld zijn voor de geld- of

kapitaalverschaffing van aanbestedende diensten, en door de centrale banken verleende diensten;

Amendement 38 Artikel 19 Op basis van een alleenrecht gegunde

opdrachten voor diensten

Deze richtlijn is niet van toepassing op overheidsopdrachten voor diensten die

Op basis van een alleenrecht gegunde opdrachten

Deze richtlijn is niet van toepassing op overheidsopdrachten die door een

(25)

worden gegund aan een instantie die zelf een aanbestedende dienst is op basis van een alleenrecht dat zij uit hoofde van

bekendgemaakte wettelijke of

bestuursrechtelijke bepalingen geniet, op voorwaarde dat deze bepalingen met het Verdrag verenigbaar zijn.

aanbestedende dienst worden gegund aan een andere aanbestedende dienst of aan een samenwerkingsverband van aanbestedende diensten op basis van een alleenrecht dat deze uit hoofde van bekendgemaakte wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen genieten, op voorwaarde dat deze

bepalingen met het Verdrag verenigbaar zijn.

Amendement 40 Artikel 19 ter (nieuw)

Artikel 19 ter

"Opdrachten gegund aan door aanbestedende diensten in het leven geroepen instanties"

Deze richtlijn is niet van toepassing op opdrachten die door een aanbestedende dienst worden geplaatst bij:

a) een instantie met eigen

rechtspersoonlijkheid, maar waarover de aanbestedende dienst een soortgelijke controle uitoefent als over zijn eigen diensten, en die haar werkzaamheden grotendeels verricht in samenwerking met deze aanbestedende dienst;

b) een door de aanbestedende dienst samen met andere aanbestedende diensten

gevormde joint venture, mits de

aanbestedende dienst over de joint venture een soortgelijke controle uitoefent als over zijn eigen diensten en de joint venture haar werkzaamheden grotendeels verricht in samenwerking met de hierbij aangesloten aanbestedende diensten.

Amendement 127 Artikel 23, lid 3 3. De aanbestedende diensten kunnen

bijzondere voorwaarden betreffende de uitvoering van de opdracht stellen, mits deze voorwaarden met het Gemeenschapsrecht verenigbaar zijn.

3. De aanbestedende diensten kunnen bijzondere voorwaarden betreffende de uitvoering van de opdracht stellen, mits deze voorwaarden met het Gemeenschapsrecht verenigbaar zijn en in overeenstemming met de principes van gelijke behandeling, non- discriminatie en doorzichtigheid in de zin van artikel 2.

(26)

Artikel 24, lid 3, alinea 1 3. De technische specificaties moeten

worden geformuleerd door verwijzing naar nationale normen waarin Europese normen zijn omgezet, naar Europese technische goedkeuringen, naar gemeenschappelijke technische specificaties, naar internationale normen, of indien deze niet bestaan, naar nationale normen of naar nationale

technische goedkeuringen, of naar elk ander technisch referentiekader dat door Europese normalisatie-instellingen is opgesteld, zoals gedefinieerd in bijlage VI, mits deze verwijzingen vergezeld gaan van de vermelding “of gelijkwaardig”.

3. De technische specificaties moeten worden geformuleerd door verwijzing naar nationale normen waarin Europese normen zijn omgezet, naar Europese technische goedkeuringen, Europese milieukeuren, naar gemeenschappelijke technische

specificaties, naar internationale normen, of indien deze niet bestaan, naar nationale normen of naar nationale technische goedkeuringen, of naar elk ander technisch referentiekader dat door Europese

normalisatie-instellingen is opgesteld, zoals gedefinieerd in bijlage VI, mits deze verwijzingen vergezeld gaan van de vermelding “of gelijkwaardig”.

Zij kunnen ook worden geformuleerd uit het oogpunt van prestaties en functionele eisen.

Deze moeten echter voldoende nauwkeurig zijn, zodat de inschrijvers het voorwerp van de opdracht kunnen bepalen en de

aanbestedende diensten de opdracht kunnen gunnen.

Zij kunnen ook worden geformuleerd uit het oogpunt van prestaties en functionele eisen of eisen met betrekking tot de invloed die het product tijdens zijn levenscyclus op het milieu uitoefent. Deze moeten echter voldoende nauwkeurig zijn, zodat de inschrijvers het voorwerp van de opdracht kunnen bepalen en de aanbestedende diensten de opdracht kunnen gunnen.

Normen van "gelijkwaardige aard" die beantwoorden aan de voorwaarden van de aanbestedende dienst in de beschrijving van de prestaties moeten in

overeenstemming zijn met de prestaties en functionele eisen, geen veiligheidsrisico's met zich brengen of veroorzaken en geen kosten voor de aanbestedende diensten met zich brengen.

Amendement 46 Artikel 24, lid 5 5. Wanneer de aanbestedende diensten

gebruik maken van de mogelijkheid te verwijzen naar de in lid 3, eerste alinea, en lid 4 bedoelde specificaties, kunnen zij echter geen inschrijving afwijzen met als reden dat de aangeboden producten en diensten niet beantwoorden aan een

nationale norm waarin een Europese norm is omgezet, aan een Europese technische goedkeuring, aan een gemeenschappelijke

5. Wanneer de aanbestedende diensten gebruik maken van de mogelijkheid te verwijzen naar de in lid 3, eerste alinea, bedoelde specificaties, kunnen zij echter geen inschrijving afwijzen met als reden dat de aangeboden producten en diensten niet beantwoorden aan de specificaties waarnaar zij verwijzen, indien de inschrijver in zijn inschrijving met elk passend middel en naar tevredenheid van de aanbestedende dienst

(27)

technische specificatie, aan een

internationale norm, of aan een nationale norm, aan een nationale technische

specificatie of aan een nationale technische goedkeuring, wanneer de inschrijver in zijn inschrijving met elk passend middel

aantoont dat de door hem voorgestelde oplossingen op gelijkwaardige wijze aan de eisen voldoen die zijn omschreven in de technische specificatie waarnaar wordt verwezen.

aantoont dat de door hem voorgestelde oplossingen op gelijkwaardige wijze aan de eisen voldoen die zijn omschreven in de technische specificaties.

Een passend middel is een technisch dossier van de fabrikant of een beproevingsverslag van een als derde optredende organisatie.

Een passend middel kan een technisch dossier van de fabrikant zijn of een testrapport van een erkende organisatie.

De aanbestedende dienst die een inschrijving afwijst omdat deze niet op gelijkwaardige wijze aan zijn eisen voldoet, deelt de inschrijver desgevraagd zijn redenen mee.

Amendementen 47 en 123 Artikel 24, lid 7 7. In de technische specificaties mag geen

melding worden gemaakt van een bepaald fabrikaat of een bepaalde herkomst of van een volgens bijzondere werkwijzen verkregen fabrikaat, noch van een

verwijzing naar een merk, een octrooi of een type, een bepaalde oorsprong of een

bepaalde productie. Deze vermelding of verwijzing is bij wijze van uitzondering toegestaan wanneer een voldoende nauwkeurige en begrijpelijke beschrijving van het voorwerp van de opdracht niet mogelijk is door toepassing van de leden 3 en 4; deze vermelding of verwijzing moet vergezeld gaan van de woorden “of gelijkwaardig”.

7. In de technische specificaties mag geen melding worden gemaakt van een bepaald fabrikaat of een bepaalde herkomst of van een volgens bijzondere werkwijzen verkregen fabrikaat, noch van een

verwijzing naar een merk, een octrooi of een type, een bepaalde oorsprong of een bepaald economisch subject dat betrokken is bij de productie of de levering. Deze vermelding of verwijzing is bij wijze van uitzondering toegestaan wanneer een voldoende

nauwkeurige en begrijpelijke beschrijving van het voorwerp van de opdracht niet mogelijk is door toepassing van de leden 3 en 4; deze vermelding of verwijzing moet vergezeld gaan van de woorden “of gelijkwaardig”.

Amendement 159 Artikel 26 In het bestek kan de aanbestedende dienst de

inschrijver verzoeken in zijn inschrijving aan te geven welk gedeelte van de opdracht hij voornemens is aan derden in

onderaanneming te geven en welke

In het bestek kan de aanbestedende dienst geen kwantitatieve beperkingen opleggen aan de uitoefening door de ondernemingen van het recht op vrije organisatie van hun productiefactoren. De aanbestedende dienst

(28)

mededeling laat de aansprakelijkheid van het leidende economische subject onverlet.

aan te geven welk gedeelte van de opdracht hij voornemens is aan derden in

onderaanneming te geven en welke

onderaannemers hij heeft aangewezen. Deze mededeling laat de aansprakelijkheid van het leidende economische subject onverlet. De aanbestedende dienst verbiedt het in onderaanneming geven aan

ondernemingen die zich in de in de artikel 46 beschreven situatie bevinden en aan ondernemingen die niet voldoen aan de vereisten als bedoeld in de artikelen 47, 48 en 49.

Intellectuele diensten, met uitzondering van vertaal- en tolkdiensten,

managementdiensten en aanverwante diensten, mogen niet worden uitbesteed.

Amendement 49 Artikel 26, alinea 1 bis (nieuw)

Alle eisen die aan de economische, financiële en sociale capaciteit van een economisch subject worden gesteld gelden ook voor onderaannemers.

Amendement 50 Artikel 27, titel en lid 1 Opdrachten voor diensten en voor werken:

verplichtingen ten aanzien van de

bepalingen inzake arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden

Opdrachten voor diensten en voor werken:

verplichtingen ten aanzien van de bepalingen inzake belastingen,

milieubescherming, arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden

1. Bij procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor diensten en voor werken kan de aanbestedende dienst al dan niet daartoe door een lidstaat verplicht, in het bestek aangeven bij welke dienst of diensten de inschrijvers de terzake dienende informatie kunnen verkrijgen over de verplichtingen die ten aanzien van de bepalingen inzake arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden gelden in de lidstaat, het gebied of de plaats waar de diensten moeten worden verleend of de werken moeten worden uitgevoerd, en die

gedurende de uitvoering van de opdracht op de op de arbeidsplaats verleende diensten of

1. Bij procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor diensten en voor werken geeft de aanbestedende dienst al dan niet daartoe door een lidstaat verplicht, in het bestek aan bij welke instantie of instanties de inschrijvers de terzake

dienende informatie kunnen verkrijgen over de verplichtingen die ten aanzien van de bepalingen inzake belastingen,

milieubescherming, arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden gelden in de lidstaat, het gebied of de plaats waar de diensten moeten worden verleend of de

bouwopdracht moet worden uitgevoerd en die gedurende de uitvoering van de opdracht

(29)

verrichte werkzaamheden van toepassing

zullen zijn. op de op de arbeidsplaats verleende diensten of verrichte werkzaamheden van toepassing zullen zijn.

Amendement 51

Artikel 27, leden 1 bis en 1 ter (nieuw)

1 bis) De aannemers zijn gehouden om als minimumnorm de verplichtingen inzake arbeidsbescherming en

arbeidsvoorwaarden, de verplichtingen krachtens het arbeidsrecht, met inbegrip van collectieve en individuele rechten, die voortvloeien uit arbeidswetgeving,

gerechtelijke besluiten en algemeen bindend verklaarde collectieve

arbeidsovereenkomsten, na te leven, mits deze in overeenstemming zijn met

bestaande communautaire wetgeving en de algemene regels en beginselen van het Gemeenschapsrecht, met name het beginsel van gelijke behandeling en

discriminatieverbod.

1 ter ) De bepalingen onder 1 bis vormen geen beletsel voor de toepassing van bepalingen inzake de arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden die gunstiger zijn voor de werknemers mits deze verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht.

Amendement 54 Artikel 28, lid 3 bis (nieuw)

3 bis) Onverminderd de leden 1, 2 en 3 kan een aanbestedende dienst, wanneer deze besluit uit te nodigen tot de indiening van inschrijvingen langs elektronische weg, besluiten om de opdracht te gunnen door middel van een veiling bij afslag als gedefinieerd in artikel 1, lid 6 bis.

Amendement 57 Artikel 29, punt 3 3. Voor overheidsopdrachten voor diensten

wanneer, met name in het geval van intellectuele diensten en diensten in de zin van categorie 6 van bijlage I A, wegens de aard van de te verlenen diensten de

3. Voor overheidsopdrachten voor

leveranties of diensten wanneer, met name in het geval van intellectuele diensten, zoals bijvoorbeeld categorie 12 van bijlage I A, en diensten in de zin van categorie 6

(30)

voldoende nauwkeurig kunnen worden vastgesteld om de opdracht

overeenkomstig de voorschriften inzake de openbare of de niet-openbare procedure door de keuze van de beste inschrijving te gunnen.

verlenen diensten de specificaties voor de opdracht niet voldoende nauwkeurig kunnen worden vastgesteld om de opdracht overeenkomstig de voorschriften inzake de openbare of de niet-openbare procedure door de keuze van de beste inschrijving te gunnen.

Amendement 137 Artikel 30 1. In de in artikel 29, punt 1, onder b),

bedoelde gevallen maken de aanbestedende diensten een aankondiging van een opdracht bekend, selecteren zij de gegadigden en onderhandelen zij met hen over de

geschikte middelen en oplossingen om aan hun behoeften te voldoen. Vervolgens stellen zij het bestek op, gaan zij na of de draagkracht en de bekwaamheid van de gegadigden aan de gekozen technische oplossing beantwoorden, nodigen zij alle gegadigden of een beperkt aantal van hen uit tot indiening van een inschrijving en beoordelen zij de inschrijvingen, zonder daarover te onderhandelen, op grond van de criteria voor het bepalen van de economisch voordeligste inschrijving.

1. In het geval van bijzonder complexe opdrachten, als bedoeld in artikel 1, lid 5 bis, maken de aanbestedende diensten een aankondiging van een opdracht bekend.

Deze bevat met name:

a) een zo nauwkeurig mogelijke beschrijving van de eisen die aan de te verrichten werkzaamheden worden gesteld, b) de geschatte waarde van de opdracht, c) de voorwaarden waaraan de

economische subjecten moeten voldoen teneinde overeenkomstig artikel 44 en de selectiecriteria overeenkomstig artikel 46 t/m 52 tot de aanbestedingsprocedure te worden toegelaten,

d) de gunningscriteria alsmede het relatieve gewicht dat daaraan wordt toegekend, e) een verzoek tot indiening van een ontwerpoplossing.

2. De aanbestedende diensten geven in de aankondiging van de opdracht alle voorwaarden aan die de economische subjecten moeten vervullen om tot de aanbestedingsprocedure te worden toegelaten. Deze voorwaarden bestaan in:

a) hetzij uitsluitend inlichtingen die zijn vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 44 en de bepalingen inzake de kwalitatieve selectiecriteria als bedoeld in de artikelen 46 tot en met 52,

b) hetzij deze inlichtingen en de

verplichting een ontwerpoplossing in te dienen en, in voorkomend geval, een raming van de aan de verwezenlijking ervan verbonden kosten.

2. De ontwerpoplossing moet binnen de termijn als bedoeld in artikel 37, lid 3, onder a), tweede zin, worden ingediend.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

WA Parameter in subpunt voor bepaalde technologie voor apparatuur waarin gebruik wordt gemaakt van digitale technieken gewijzigd en technische noot

Ter nadere uitwerking van zijn bijdrage van 31 januari 2002 betreffende kernvraagstukken voor de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van 2002 op het gebied van de

Artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG bepaalt dat de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen kan besluiten dat een lidstaat uit specifieke

5 a) Het terugnameverzoek Ö tot terugname van de verzoeker of een andere persoon als bedoeld in artikel 18, lid 1, onder d), Õ ð wordt gedaan met behulp van een

Goedkeuring van de lijst van A-punten... 3-4 a) Bespreking van het samenvattend verslag van de Commissie b) Scorebord betreffende follow-up van de sociale agenda c) -

b) voor melk: de besteding van uit hoofde van voorgaande regelingen voor de verstrekking van melk en zuivelproducten toegewezen financiële middelen en objectieve criteria op

4. Elk van de betrokken lidstaten benoemt in overeenstemming met de Commissie zes personen tot lid; deze personen zijn onafhankelijk van de steden die op de oproep hebben

luchtvaartactiviteiten die door die exploitant zijn uitgevoerd in het kalenderjaar dat 24 maanden voor het begin van de periode waarop de aanvraag betrekking heeft,