• No results found

FIAT PUNTO NL INSTRUCTIEBOEK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "FIAT PUNTO NL INSTRUCTIEBOEK"

Copied!
299
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

FIAT PUNTO

603.45.567 NL INSTRUCTIEBOEK

(2)

G

eachte cliënt,

Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze voor de Fiat Punto.

Wij hebben dit boekje samengesteld zodat u elk onderdeel van uw Fiat Punto leert kennen en u uw auto op de juiste manier zult gebruiken. Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden. Dit instructieboekje bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwaliteiten van uw Fiat Punto volledig te benutten.

A

ls uw Fiat Punto buiten gebruik wordt gesteld, dan kan deze vrijwel geheel worden gerecycled, omdat voldaan wordt aan de voorwaarden van het F.A.R.E.-project. Dankzij dit project kunnen de Fiat-dealers uw voertuig milieuvriendelijk (en geheel volgens de wettelijke normen) buiten gebruik stellen, als u tot de aanschaf van een nieuwe auto overgaat. Voor het milieu heeft dat grote voordelen: niets gaat verloren, niets wordt gestort en er zijn minder nieuwe grondstoffen nodig.

W

ij raden u aan om de aanwijzingen en tips bij de onderstaande symbolen aandachtig te lezen:

veiligheid van de inzittenden;

conditie van de auto;

bescherming van het milieu.

I

n de SERVICE- EN GARANTIEHANDLEIDING vindt u naast het schema voor het geprogrammeerd onderhoud:

het garantiecertificaat en de bijbehorende voorwaarden

een overzicht van de speciale aanvullende service voor cliënten.

Veel leesplezier en goede reis!

Hoewel in dit instructieboekje alle uitvoeringen van de Fiat Punto beschreven worden, dient u zich aan de informatie te houden met betrekking tot de uitrusting, de motoruitvoering en het model van de auto die u gekocht hebt.

(3)

BESCHERMING VAN HET MILIEU

De auto is uitgerust met een diagnosesysteem, dat continu controles uitvoert op de componenten die van invloed zijn op de uitlaatgasemissie zodat overmatige vervuiling van het milieu wordt voorkomen.

ABSOLUUT LEZEN!

MOTOR STARTEN

Benzinemotoren: controleer of de handrem is aangetrokken; zet de versnellingspook in vrij; trap het koppelingspedaal volledig in, maar trap het gaspedaal niet in; draai vervolgens de start-/contactsleutel in stand AVV en laat de sleutel los zodra de motor aanslaat.

Dieselmotoren: draai de start-/contactsleutel in stand MAR en wacht tot de waarschuwingslampjes

Y

en mdoven; draai de start-/contactsleutel in stand AVV en laat de sleutel los zodra de motor aanslaat.

PARKEREN BOVEN BRANDBARE MATERIALEN

Omdat tijdens de werking de katalysator zeer warm wordt, verdient het aanbeveling niet te parkeren bo- ven brandbare materialen (gras, droge bladeren, dennennaalden of ander licht ontvlambaar materiaal).

BRANDSTOF TANKEN

Benzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON.

Dieselmotoren: tank uitsluitend dieselbrandstof voor motorvoertuigen die voldoet aan de Europese spe- cificatie EN590.

K

(4)

IN HET INSTRUCTIEBOEKJE…

…vindt u informatie, tips en belangrijke waarschuwingen voor het juiste gebruik, veilig rijden en het on- derhoud van uw auto. Let vooral op de symbolen " (veiligheid van de inzittenden), # (bescherming van het milieu) en ! (conditie van de auto).

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD

Bedenk dat een goed onderhoud van de auto de beste manier is om de prestaties en de veiligheid van de auto gedurende langere tijd te garanderen. Daarbij wordt ook het milieu ontzien en blijven de exploitatie- kosten laag.

CODE-card

Bewaar de CODE-card op een veilige plaats, niet in de auto. Wij raden u aan de elektronische code van de CODE-card altijd bij u te hebben omdat deze onmisbaar is voor het uitvoeren van een noodstart.

ELEKTRISCHE APPARATUUR

Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die stroom verbruiken (waardoor de accu lang- zaam kan ontladen), wendt u dan tot de Fiat-dealer. Deze kan controleren of de elektrische installatie van de auto geschikt is voor het extra stroomverbruik.

(5)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN DASHBOARD ... 5

INSTRUMENTENPANEEL ... 6

SYMBOLEN ... 11

FIAT CODE ... 11

DE SLEUTELS ... 13

START-/CONTACTSLOT ... 16

INSTRUMENTEN ... 18

DIGITAAL DISPLAY ... 22

MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY ... 24

INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY ... 28

ZITPLAATSEN ... 56

HOOFDSTEUNEN ... 59

STUURWIEL ... 60

SPIEGELS ... 60

KLIMAATREGELING ... 62

VERWARMING EN VENTILATIE ... 65

AIRCONDITIONING, HANDBEDIEND ... 68

AIRCONDITIONING, AUTOMATISCH MET GESCHEIDEN REGELING... 71

BUITENVERLICHTING ... 78

RUITEN REINIGEN ... 81

CRUISE-CONTROL ... 86

PLAFONDVERLICHTING ... 89

BEDIENING ... 91

INTERIEURUITRUSTING ... 93

OPENDAK ... 96

PORTIEREN ... 98

ELEKTRISCHE RUITBEDIENING ... 100

BAGAGERUIMTE ... 101

MOTORKAP ... 107

ALLESDRAGERS ... 109

KOPLAMPEN ... 111

ABS ... 113

ESP ... 115

ASR ... 116

EOBD ... 119

AUTORADIO ... 120

INBOUWVOORBEREIDING MOBIELE TELEFOON 123 EXTRA ACCESSOIRES ... 125

ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING “DUALDRIVE” ... 126

PARKEERSENSOREN ... 128

TANKEN MET DE FIAT PUNTO ... 130

BESCHERMING VAN HET MILIEU ... 133

D D D

D A A A A S S S S H H H H B B B B O O O O A A A A R R R R D D D D E E E E N N N N B B B B E E E E D D D D II II E E E E N N N N II II N N N N G G G G S S S S K K K K N N N N O O O O P P P P P P P P E E E E N N N N

(6)

5

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

DASHBOARD

De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsorganen, instrumenten en controle-/waarschuwingslampjes kunnen per uitvoering verschillen.

F0I0098m

1. Verstelbare uitstroomopening zijkant - 2. Vast luchtrooster zijkant - 3. Opbergvakje - 4. Claxon - 5.

Instrumentenpaneel en controle-/waarschuwingslampjes - 6. Centraal, kantelbaar luchtrooster - 7. Centraal, vast luchtrooster - 8. Centrale bedieningsknoppen - - 9. Dashboardkastje - 10. Schakelaar waarschuwingsknipperlichten - 11. Bedieningsknoppen verwarming/ventilatie/airconditioning - 12. Aansteker - 13. Asbak - 14. Start-/contactslot - 15. Hendel stuurwielverstelling - 16. Airbag voor aan bestuurderszijde - 17. Hendel motorkapontgrendeling.

(7)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

INSTRUMENTENPANEEL

Punto 1.28V - 1.3 Multijet (A) - Brandstofmeter met

waarschuwingslampje brandstofreserve (B) - Snelheidsmeter

(C) - Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur (D) - Digitaal display

F0I0246m

(8)

7

Uitvoeringen ACTIVE, SOUND, DYNAMIC, CLASS

(A) - Snelheidsmeter (B) - Brandstofmeter met

waarschuwingslampje brandstofreserve

(C) - Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur (D) - Toerenteller

(E) - Multifunctioneel display

m c waarschuwingslampjes op diesel- uitvoeringen

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

F0I0008m

F0I0011m

Uitvoeringen met rechts stuur

(9)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

Uitvoering EMOTION (A) - Snelheidsmeter (B) - Brandstofmeter met

waarschuwingslampje brandstofreserve

(C) - Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur (D) - Toerenteller

(E) - Instelbaar multifunctioneel display tcontrolelampje op uitvoeringen met

Speedgear of Dualogic versnellingsbak m waarschuwingslampje op dieseluitvoerin- gen

F0I0009m

F0I0012m

Uitvoeringen met rechts stuur

(10)

9

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

F0I0010m

F0I0013m

Uitvoering SPORTING (A) - Snelheidsmeter (B) - Brandstofmeter met

waarschuwingslampje brandstofreserve

(C) - Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur (D) - Toerenteller

(E) - Instelbaar multifunctioneel display tcontrolelampje op uitvoeringen met

Speedgear of Dualogic versnellingsbak

Uitvoeringen met rechts stuur

(11)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

Uitvoering HGT (A) - Snelheidsmeter (B) - Brandstofmeter met

waarschuwingslampje brandstofreserve

(C) - Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur (D) - Toerenteller

(E) - Instelbaar multifunctioneel display

m c waarschuwingslampjes op dieseluit- voeringen

F0I0247m

F0I0248m

Uitvoeringen met rechts stuur

(12)

11

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

SYMBOLEN

Op of in de nabijheid van enkele onderdelen van uw auto zijn specifiek gekleurde plaatjes aangebracht met daarop symbolen die uw aandacht vragen en die voorzorgsmaatregelen aangeven die u in acht moet nemen als u met het betreffende onderdeel te maken krijgt.

Onder de motorkap bevindt zich een plaatje met een korte samenvatting van de symbolen.

FIAT CODE

Voor een nog betere bescherming tegen diefstal is de auto uitgerust met een elektronische startblokkering (Fiat CODE). Het systeem schakelt automatisch in als de start-/contactsleutel wordt uitgenomen.

In iedere sleutel zit een elektronisch component gemonteerd die bij het starten van de motor een signaal ontvangt via een speciale antenne die in het start-/contactslot is ingebouwd. Het signaal wordt bij het starten omgezet in een gecodeerd signaal en vervolgens aan de regeleenheid van de Fiat CODE gezonden, die, als de code wordt herkend, het starten van de motor mogelijk maakt.

WERKING

Als u bij het starten van de motor de sleutel in stand MAR draait, dan stuurt het Fiat CODE-systeem een code naar de regeleenheid van de motor die, als de code wordt herkend, de blokkering van de functies opheft.

De code wordt alleen verzonden als de regeleenheid van het systeem de door de sleutel verzonden code heeft herkend.

Iedere keer als u de contactsleutel in stand STOP zet, schakelt de Fiat CODE de functies van de elektronische regeleenheid van de motor uit.

F0I0073m

(13)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

Als bij het starten de code niet wordt herkend, gaat op het instrumentenpaneel het waarschuwingslampje

Y

branden.

In dat geval raden wij u aan de sleutel in stand STOP en vervolgens in stand MAR te draaien; als de motor geblokkeerd blijft, probeer het dan opnieuw met de andere geleverde sleutels. Als de motor dan nog niet aanslaat, voer dan zelf een noodstart uit (zie het hoofdstuk “Noodgevallen”) en wendt u daarna tot de Fiat-dealer.

BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigen code die in de regeleenheid van het systeem moet worden opgeslagen. Voor het opslaan van nieuwe sleutels (maximaal acht) moet u zich tot de Fiat-dealer wenden.

Als het lampje

Y

tijdens het rijden gaat branden

❒ Als het lampje

Y

gaat branden, dan betekent dit dat het systeem een zelfdiagnose uitvoert (bijv. bij een vermindering van de spanning). Als u het systeem wilt controleren, moet u de auto stilzetten en de contactsleutel in stand STOP en vervolgens opnieuw in stand MAR draaien: als er geen enkele storing wordt gevonden, gaat het

waarschuwingslampje

Y

niet branden.

❒ Als het waarschuwingslampje

Y

blijft branden, moet de hiervoor beschreven procedure herhaald worden en de contactsleutel langer dan 30 seconden in stand STOP worden gezet. Als de storing blijft bestaan, wendt u dan tot de Fiat-dealer.

❒ Als het waarschuwingslampje

Y

blijft branden, wordt de code niet herkend. In dat geval moet u de sleutel in stand STOP en vervolgens in stand MAR draaien; als de motor geblokkeerd blijft, probeer het dan opnieuw met de andere geleverde sleutels. Als de motor dan nog niet aanslaat, voer dan zelf een noodstart uit (zie het hoofdstuk “Noodgevallen”) en wendt u daarna tot de Fiat-dealer.

Bij krachtige stoten kunnen de elektronische componenten in de sleutel beschadigd worden.

(14)

13

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

DE SLEUTELS

CODE-CARD

Bij de auto worden twee sleutels geleverd en de CODE-card waarop staat aangegeven:

❒ de elektronische code (A) voor het uitvoeren van een noodstart (zie de paragraaf “Noodstart” in het hoofdstuk “Starten en rijden”);

❒ de mechanische code van de sleutels (B), die bij aanvraag van duplicaatsleutels aan de Fiat-dealer moet worden medegedeeld.

Wij raden u aan de elektronische code (A) altijd bij u te hebben omdat deze onmisbaar is voor het uitvoeren van een noodstart.

BELANGRIJK Om schade aan de elektronische schakelingen in de sleutels te voorkomen, mogen de sleutels niet aan directe zonnestraling worden blootgesteld.

Als de auto wordt verkocht, moeten alle sleutels en de CODE-card overhandigd worden aan de nieuwe eigenaar.

F0I0036m

(15)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

MECHANISCHE SLEUTEL

De sleutel (A), waarvan twee exemplaren zijn geleverd als de auto niet is uitgerust met afstandsbediening, dient voor:

❒ het start-/contactslot;

❒ de sloten van de portieren en de achterklep;

❒ het openen van de tankdop;

❒ de sleutelschakelaar voor het uitschakelen van de airbag aan passagierszijde (indien aanwezig).

SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING (indien aanwezig) De sleutel (B), die samen met de sleutel (A) wordt geleverd als de auto is uitgerust met afstandsbediening, dient voor:

❒ het start-/contactslot;

❒ de sloten van de portieren en de achterklep;

❒ het openen van de tankdop;

❒ de sleutelschakelaar voor het uitschakelen van de airbag aan passagierszijde (indien aanwezig).

De knop (C) dient voor het op afstand ont-/vergrendelen van de portieren.

Het lampje (D) gaat branden als de opdracht naar de ontvanger van het systeem is verzonden.

Als de portieren worden ontgrendeld, gaat de interieurverlichting een vooraf vastgestelde tijd branden.

BELANGRIJK De frequentie van de afstandsbediening kan worden gestoord door krachtige radiosignalen van buiten de auto (bijv. van mobiele telefoons, van radioamateurs, enz.). Hierdoor kan de werking van de afstandsbediening worden beïnvloed.

F0I0038m

F0I0039m

(16)

15

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

Batterij vervangen van de sleutel met afstandsbediening Als u de knop van de afstandsbediening indrukt en het lampje op de sleutel knippert slechts een keer kort, dan moet de batterij worden vervangen door een nieuw exemplaar dat normaal in de handel verkrijgbaar is.

Ga voor het vervangen van de batterij als volgt te werk:

❒ open het kunststof dekseltje met behulp van een schroevendraaier op plaats (A);

❒ verwijder de lege batterij (B) en plaats een nieuwe batterij; let daarbij goed op de polariteit;

❒ sluit het kunststof dekseltje.

Extra afstandsbedieningen bestellen

Het systeem kan tot 8 afstandsbedieningen herkennen. Als u na verloop van tijd een nieuwe afstandsbediening nodig hebt, wendt u dan tot de Fiat-dealer. Neem dan alle in uw bezit zijnde sleutels, de CODE-card, een identiteitsbewijs en de autopapieren mee.

F0I0040m

Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu. Ze moeten in een daarvoor bestemde chemobox of afvalbak worden gedeponeerd. Ze kunnen ook ingeleverd worden bij de Fiat-dealer. Die zorgt vervolgens voor de afvoer.

(17)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

Batterij vervangen van de sleutel met afstandsbediening Als u de knop van de afstandsbediening indrukt en het lampje op de sleutel knippert slechts een keer kort, dan moet de batterij worden vervangen door een nieuw exemplaar dat normaal in de handel verkrijgbaar is.

Ga voor het vervangen van de batterij als volgt te werk:

❒ open het kunststof dekseltje met behulp van een schroevendraaier op plaats (A);

❒ verwijder de lege batterij (B) en plaats een nieuwe batterij; let daarbij goed op de polariteit;

❒ sluit het kunststof dekseltje.

Extra afstandsbedieningen bestellen

Het systeem kan tot 8 afstandsbedieningen herkennen. Als u na verloop van tijd een nieuwe afstandsbediening nodig hebt, wendt u dan tot de Fiat-dealer. Neem dan alle in uw bezit zijnde sleutels, de CODE-card, een identiteitsbewijs en de autopapieren mee.

F0I0040m

Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu. Ze moeten in een daarvoor bestemde chemobox of afvalbak worden gedeponeerd. Ze kunnen ook ingeleverd worden bij de Fiat-dealer. Die zorgt vervolgens voor de afvoer.

(18)

16

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

START-/CONTACTSLOT

De sleutel kan in 4 standen worden gedraaid:

❒ STOP: motor uit, sleutel uitneembaar en stuurslot ingeschakeld. Enkele elektrische installaties werken (bijv. autoradio, elektrische

ruitbediening).

❒ MAR: contact aan. Alle elektrische installaties werken.

❒ AVV: starten van de motor.

❒ PARK: motor uit, parkeerverlichting aan, stuurslot ingeschakeld. Druk om de sleutel in stand PARK te kunnen draaien, op de knop (A).

Het contactslot is voorzien van een herstartbeveiliging. Als de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleutel terugdraaien in stand STOP en nogmaals starten.

F0I0035m

Als het start-/contactslot is geforceerd (bijv. bij een poging tot diefstal) moet u, voordat u weer met de auto gaat rijden, de werking van het slot laten controleren bij een Fiat-dealer.

ATTENTIE

ATTENTIE

Neem altijd de sleutel uit het contactslot als de auto wordt verlaten, om onvoorzichtig gebruik van de bedieningsknoppen te voorkomen. Vergeet niet de handrem aan te trekken en schakel de eerste versnelling in bij een helling omhoog of de achteruit bij een helling omlaag. Laat kinderen nooit alleen achter in de auto.

(19)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

STUURSLOT Inschakelen

Zet de sleutel in stand STOP of PARK, trek de sleutel uit het start- /contactslot en draai het stuur totdat het vergrendelt.

Uitschakelen

Draai het stuur iets heen en weer, terwijl u de sleutel in stand MAR

draait. F0I0035m

Verwijder de sleutel nooit uit het contactslot als de auto nog in beweging is. Bij de eerste stuuruitslag blokkeert het stuur automatisch. Dit geldt in alle gevallen, ook als de auto gesleept wordt.

ATTENTIE

(20)

18

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

INSTRUMENTEN

TOERENTELLER

De toerenteller geeft het toerental van de motor aan. Als de wijzernaald in de gevarenzone staat (rood gebied op enkele uitvoeringen), dan betekent dit dat de motor met extreem hoge toerentallen draait. Deze toerentallen mogen slechts kort worden aangehouden.

BELANGRIJK De regeleenheid van de elektronische inspuiting blokkeert tijdelijk de toevoer van brandstof als de motor met te hoge toerentallen draait, waardoor het motorvermogen zal afnemen.

Bij stationair draaiende motor kan de toerenteller een geleidelijke of plotselinge toerentalstijging aangeven afhankelijk van de omstandigheden.

Dit is een normaal verschijnsel en kan voorkomen als bijvoorbeeld de airconditioning of de aanjager wordt ingeschakeld. In deze gevallen dient een geleidelijke verandering van het toerental voor het behoud van de acculading.

BRANDSTOFMETER

Het waarschuwingslampje van de reservebrandstof (A) gaat branden (op enkele uitvoeringen verschijnt ook een bericht op het instelbare

multifunctionele display) als er nog ongeveer 5 tot 7 liter brandstof in de tank aanwezig is.

E- brandstoftank leeg.

F- brandstoftank vol.

Rijd niet met een bijna lege tank: door een onregelmatige brandstoftoevoer kan de katalysator beschadigen.

BELANGRIJK Als de wijzernaald op de indicatie (E) staat en het waarschuwingslampje (A) knippert, dan is er een storing in het systeem.

Wendt u in dit geval tot de Fiat-dealer om het systeem te laten controleren.

F0I0042m

F0I0041m

(21)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

KOELVLOEISTOFTEMPERATUURMETER

De wijzer geeft de temperatuur aan van de motorkoelvloeistof, zodra de koelvloeistoftemperatuur hoger wordt dan ongeveer 50°C.

Onder normale omstandigheden kan de wijzernaald op verschillende posities in het bereik staan, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van de auto.

C - lage koelvloeistoftemperatuur.

H - hoge koelvloeistoftemperatuur.

Als het waarschuwingslampje (B) gaat branden (op enkele uitvoeringen verschijnt ook een bericht op het instelbare multifunctionele display), dan is de koelvloeistoftemperatuur te hoog; zet in dat geval de motor uit en wendt u tot de Fiat-dealer.

BELANGRIJK Als de wijzernaald op de indicatie (C) staat en het waarschuwingslampje (B) knippert, dan is er een storing in het systeem.

Wendt u in dit geval tot de Fiat-dealer om het systeem te laten controleren.

F0I0041m

Als de wijzernaald in het rode gebied komt, zet dan onmiddellijk de motor uit en wendt u tot de Fiat-dealer.

(22)

20

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

BEDIENINGSKNOPPEN

Om gebruik te maken van de informatie die het “Digitale display” en het “Instelbare multifunctionele display” kunnen leveren (met de contactsleutel in stand MAR), dient u bekend te zijn met de bedieningsknoppen rechts van het instrumentenpaneel en op de rechter hendel (voor de werking van de “Trip computer”). De werking wordt hierna beschreven.

Wij raden u bovendien aan, voordat u een handeling uitvoert, dit hoofdstuk aandachtig door te lezen.

F0I0245m

Digitaal display (indien aanwezig) Knop trip

Voor weergave op het display van de volgende functies: kilometerteller totaal en dagteller.

Knop h

Voor het instellen van de tijd (uren - minuten).

Multifunctioneel display (indien aanwezig) Knoppen +/-

Voor het instellen van de tijd (uren - minuten).

Knop TRIP (zie de volgende pagina)

Korter dan 1 seconde indrukken (impuls), aangegeven met

%

in de volgende beschrijvingen, om de verschillende schermen van de Trip computer te doorlopen.

Langer dan 2 seconden indrukken, aangegeven met

&

in de volgende beschrijvingen, om de informatie van de Trip computer op nul te zetten (reset) voor een nieuwe rit.

F0I0244m

(23)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

F0I0043m

Instelbaar multifunctioneel display (indien aanwezig) Knoppen +/-

Om de menuschermen en de opties omhoog/omlaag te doorlopen of om de weergegeven waarde te verhogen/verlagen en om de lichtsterkte te regelen (indien ingedrukt als het “Instelmenu” niet actief is).

F0I0242m

Knop MODE

Korter dan 2 seconden indrukken (impuls), aangegeven met

Q

in de volgende beschrijvingen, om de keuze te bevestigen en/of naar het volgende scherm te gaan of het menu te openen.

Langer dan 2 seconden indrukken, aangegeven met

R

in de volgende beschrijvingen, om terug te keren naar het vorige scherm.

Knop TRIP

Korter dan 1 seconde indrukken (impuls), aangegeven met

%

in de volgende beschrijvingen, om de verschillende schermen van de Trip computer te doorlopen.

Langer dan 2 seconden indrukken, aangegeven met

&

in de volgende beschrijvingen, om de informatie van de Trip computer op nul te zetten (reset) voor een nieuwe rit.

(24)

22

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

DIGITAAL DISPLAY (indien aanwezig)

Voor weergave van de informatie van de Trip computer: kilometerteller totaal en dagteller.

INFORMATIE OP HET DISPLAY

❒ Klokje (B) (altijd weergegeven, ook bij uitgenomen contactsleutel en gesloten voorportieren).

❒ Weergave koplampafstelling (alleen als het dimlicht is ingeschakeld) (A).

❒ Informatie Trip computer: kilometerteller totaal (C) of dagteller (D).

Diagnosefunctie waarschuwingslampjes

Het instrumentenpaneel controleert de volgende waarschuwingslampjes (indien aanwezig):

❒ handrem aangetrokken/te laag remvloeistofniveau;

❒ ABS en EBD;

❒ inschakelen/storing ESP;

❒ storing elektrische stuurbekrachtiging “Dualdrive”.

De controle wordt automatisch uitgevoerd als u de contactsleutel in stand MAR draait en tijdens de normale werking als eventueel een storing wordt geconstateerd.

Als de controle van de lampjes is voltooid, toont het display de eventuele storing (aan één of meerdere lampjes). Bij een storing gaat het opschrift LEd Error ongeveer 10 seconden knipperen.

2

A B C

F0I0209m

2

D

F0I0210m

(25)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

KLOKJE INSTELLEN

Druk voor het instellen van de tijd op knopje h: de tijd kan worden ingesteld als u het knopje enkele ogenblikken ingedrukt houdt. Elke keer als u het knopje indrukt, verspringt het klokje een eenheid. Als u het knopje even ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door.

F0I0245m

(26)

24

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY (indien aanwezig)

Voor weergave van alle nuttige en noodzakelijke informatie tijdens de rit:

INFORMATIE OP HET STANDAARDSCHERM

❒ Kilometerteller totaal (A).

❒ Klokje (B).

Bij uitgenomen contactsleutel en gesloten voorportieren blijft het display uitgeschakeld.

Bij uitgenomen contactsleutel wordt bij het openen van een voorportier het display verlicht en wordt enkele seconden het klokje en de

kilometerteller weergegeven.

Als de functie “Follow me home” is ingeschakeld (zie de paragraaf “Follow me home” in dit hoofdstuk), verschijnt op de plaats van de kilometerteller een opschrift dat aangeeft hoelang de functie blijft ingeschakeld (zie de afbeelding).

INFORMATIE OVER DE AUTO

❒ Informatie Trip computer.

❒ Weergave koplampafstelling (alleen als het dimlicht is ingeschakeld) (C)

F0I0031m

F0I0030m

(27)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

TRIP COMPUTER

Met de functie “Trip computer” kan op het display informatie worden weergegeven over de werking van de auto. Schakel de functie in met de knop.

De functie kan op nul worden gezet.

De gegevens zijn: Actieradius, Afgelegde afstand, Gemiddeld verbruik, Huidig verbruik, Gemiddelde snelheid, Rijtijd. De gekozen informatie blijft op het display weergegeven totdat nieuwe informatie wordt gevraagd.

(*) Tijdens de weergave van het Huidig verbruik, verschijnt op het display niet het opschrift TRIP.

Procedure voor het begin van een rit (reset)

Om een nieuwe rit te beginnen, moet u, als de contactsleutel in stand MAR staat, op de knop drukken volgens methode

&

(zie de paragraaf

“Bedieningsknoppen”).

BELANGRIJK De gegevens “Actieradius” en “Huidig verbruik” kunnen niet op nul worden gezet.

F0I0164m

Actieradius

F0I0166m F0I0165m

Afgelegde afstand

F0I0167m

F0I0168m

Rijtijd Gemiddeld/

Huidig(*) verbruik

Gemiddelde snelheid

(28)

26

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

Actieradius = geeft het aantal kilometers aan dat nog gereden kan worden met de brandstof in de

brandstoftank, waarbij er van uit wordt gegaan dat de rijstijl niet verandert. Op het display verschijnt de indicatie “- - - -” als:

❒ de actieradius kleiner is dan 50 km;

❒ als de auto langer dan 5 minuten stilstaat met stationair draaiende motor.

Afgelegde afstand = geeft het aantal afgelegde kilometers aan vanaf het begin van de nieuwe rit (*).

Gemiddeld verbruik = geeft het gemiddelde brandstofverbruik aan vanaf het begin van een nieuwe rit (*) in l/km of in l/100km.

Huidig brandstofverbruik = geeft ongeveer iedere 5 seconden het brandstofverbruik aan. Als de auto stilstaat met stationair draaiende motor, verschijnt op het display de indicatie “- - - -”.

Gemiddelde snelheid = geeft de gemiddelde snelheid van de auto aan op basis van de tijd die afgelegd is vanaf het begin van de nieuwe rit (*).

Rijtijd = tijd die verstreken is vanaf het begin van de nieuwe rit (*).

BELANGRIJK Als er geen informatie is, verschijnt bij alle functies van de TRIP COMPUTER de indicatie “—

—” in plaats van de waarde. Wanneer de normale werking weer hersteld is, worden de waarden van de functies weer op normale wijze weergegeven. De waarden die voor de storing werden weergegeven worden niet op nul gezet en er wordt geen nieuwe rit (*) begonnen.

(*) Nieuwe rit = als een reset is uitgevoerd:

– “handmatig” door de gebruiker d.m.v. het indrukken van de betreffende knop (zie de paragraaf

“Bedieningsknoppen”)

– “automatisch” wanneer de Afgelegde afstand de waarde 999,9 km bereikt of wanneer de Rijtijd de waarde 99:59 (99 uur en 59 minuten) bereikt – als de accu losgekoppeld is geweest.

(29)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

DIAGNOSEFUNCTIE WAARSCHUWINGSLAMPJES

Het instrumentenpaneel controleert de volgende waarschuwingslampjes (indien aanwezig) op eventuele storingen:

❒ handrem aangetrokken/te laag remvloeistofniveau;

❒ ABS en EBD;

❒ inschakelen/storing ESP;

❒ storing elektrische stuurbekrachtiging “Dualdrive”.

De controle wordt automatisch uitgevoerd als u de contactsleutel in stand MAR draait en tijdens de normale werking als eventueel een storing wordt geconstateerd. Als de controle van de lampjes is voltooid, toont het display de eventuele storing (aan een of meerdere lampjes). Bij een storing gaat het opschrift LEd Err ongeveer 10 seconden knipperen.

KLOKJE INSTELLEN Ga als volgt te werk:

❒ druk op de knop + om de tijd met een eenheid te verhogen;

❒ druk op de knop – om de tijd met een eenheid te verlagen.

Als u de knop even ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door.

F0I0244m F0I0032m

(30)

28

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY (indien aanwezig)

Voor weergave van alle nuttige en noodzakelijke informatie tijdens de rit:

INFORMATIE OP HET STANDAARDSCHERM

❒ Datum (A).

❒ Kilometerteller totaal (B).

❒ Klokje (C).

❒ Buitentemperatuur (D).

❒ Informatie over de Speedgear of Dualogic versnellingsbak (indien aanwezig) (F).

Bij uitgenomen contactsleutel en gesloten voorportieren blijft het display uitgeschakeld.

Bij uitgenomen contactsleutel wordt bij het openen van een voorportier het display verlicht en wordt enkele seconden het klokje en de

kilometerteller weergegeven.

Als de functie “Follow me home” is ingeschakeld (zie de paragraaf

“Follow me home” in dit hoofdstuk) verschijnt op de plaats van de kilometerteller een opschrift dat aangeeft hoelang de functie blijft ingeschakeld (zie het hoofdstuk “Controle- en waarschuwingslampjes”).

F0I1000i

F0I1001i

(31)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

❒ INFORMATIE AUDIOSYSTEEM HERHALEN (indien aanwezig) (●)

❒ CENTRALE PORTIERVERGRENDELING BIJ RIJDENDE AUTO

❒ EENHEID “AFSTAND”

❒ EENHEID “VERBRUIK”

❒ EENHEID “TEMPERATUUR”

❒ TAAL INSTELLEN

❒ VOLUMEREGELING

WAARSCHUWINGSZOEMER

❒ VOLUMEREGELING KNOPPEN

❒ GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD

❒ MENU VERLATEN

● De werking van het menupunt “Audio Herh.” is alleen gegarandeerd als de autoradio tijdens de productie van de auto is ingebouwd.

INFORMATIE OVER DE AUTO

❒ Afstand tot volgende servicebeurt.

❒ Informatie Trip computer.

❒ Lichtsterkteregeling van het display/instrumenten- paneel en display van automatische airconditioning met gescheiden regeling (indien aanwezig).

❒ Weergave storingen/waarschuwingen.

❒ Weergave koplampafstelling (alleen als het dimlicht is ingeschakeld) (E).

❒ Weergave ingeschakelde functies.

❒ Herhaling informatie audiosysteem.

Er is ook een menu aanwezig waarin met de bedienings- knoppen (zie de vorige pagina’s) de volgende instellingen kunnen worden uitgevoerd:

INSTELMENU

In het “Instelmenu” kunt u met de bedieningsknoppen (zie de vorige pagina’s) de volgende instellingen invoeren:

❒ SNELHEIDSLIMIET

❒ TRIP B

❒ KLOKJE INSTELLEN

❒ TIJDWEERGAVE

❒ DATUM INSTELLEN

(32)

STARTCONTROLE

Als u de contactsleutel in de stand MAR draait, wordt op het display het bericht “Check bezig” weergegeven: de fase waarin een diagnose wordt uitgevoerd van alle elektronische systemen in de auto is begonnen. Deze fase duurt enkele seconden. Als tijdens deze fase geen storing wordt gevonden en de motor is gestart, dan verschijnt op het display het bericht “Check OK”.

Als er daarentegen storingen worden gevonden, raadpleeg dan het hoofdstuk “Lampjes en berichten”.

30

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

Motor

gestart? JA

Geen storingen aanwezig

Het “Onderhoudsschema” voorziet elke 20.000 km (of elke 12.000 mijl) of ieder jaar in een servicebeurt; deze weergave verschijnt automatisch als de sleutel in stand MAR staat, vanaf 2.000 km (of 1.240 mijl) of 30 dagen voor de servicebeurt. De weergave wordt elke 200 km (of elke 124 mijl) of om de drie dagen weergegeven. Zie voor het vervangen van het luchtfilter, de motorolie en het motoroliefilter

bij de 1.3 Multijet-uitvoeringen het “Onderhoudsschema” in het hoofdstuk “Onderhoud en zorg”. Als u dicht bij de volgende servicebeurt bent en u de contactsleutel in stand MAR draait, verschijnt op het display het opschrift “Service” gevolgd door het aantal kilometers of dagen dat resteert tot de volgende servicebeurt. De informatie van het “Geprogrammeerd onderhoud” wordt aangegeven in kilometers

(km) of mijlen (mijl) of dagen (dd), afhankelijk van de eerstvolgende servicebeurt. Wendt u tot de Fiat-dealer voor het uitvoeren van de werkzaamheden van het “Onderhoudsschema” of van het “Jaarlijks inspectieschema”, en voor het op nul zetten van deze weergave (reset).

Als op het display een storing wordt weergegeven, zie dan de paragraaf

“Lampjes en berichten” in dit hoofdstuk.

Weergave standaardscherm of

NEE

(33)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

Dag

Jaar Maand

Q

Engels

Frans

Duits Portugees Spaans Italiaans

Nederlands

Q

Bijvoorbeeld

Bijvoorbeeld:

TAAL SERVICE

MENU VERLATEN

TRIP B

REG. KLOK

WEERG. KLOK

INSTELLEN DATUM

AUDIO HERH.

VERG. PORT.

EENHEID AFST.

VERBRUIK EENHEID TEMP.

VOL. KNOPPEN

VOL. ZOEMER

SNELH. LIM.

BESCHRIJVING VAN HET MENU

Het menu bestaat uit een aantal functies dat “cyclisch” wordt weergegeven. De functies kunnen met de knoppen + en – worden gekozen, waarna u keuzemogelijkheden kunt selecteren of instellingen kunt uitvoeren (zie de

voorbeelden “Taal” en “Instel. datum” in onderstaand schema); zie voor meer informatie “Toegang tot menuscherm”

op de volgende pagina.

(34)

TOEGANG TOT MENUSCHERM

Na de “Startcontrole” kunt u toegang krijgen tot het menuscherm door de knop

Q

in te drukken.

Druk op de knop + of – om het menu te doorlopen.

BELANGRIJK Als gedurende 60 seconden geen enkele handeling wordt uitgevoerd, dan wordt automatisch het menu verlaten en het vorige scherm weergegeven.

In dat geval wordt de laatst gekozen instelling die niet bevestigd is (met de knop

Q

) niet opgeslagen. De handeling moet dus opnieuw worden uitgevoerd.

Als de auto in beweging is, kan alleen toegang worden verkregen tot een beperkt menu (instellen van de

“Snelheidslimiet”).

Als de auto stilstaat, kan toegang worden verkregen tot het uitgebreide menu.

In het volgende schema worden de beschreven mogelijkheden weergegeven.

32

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

(35)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

Rijdt auto?

Zie

“Startcontrole”

Uitgebreid menuscherm Zonder Connect/-

Navigatiesysteem Voorbeeld van

standaardscherm

Menuscherm

Q

NEE

JA

Snelh. Lim.

Menu verlaten

Snelh. Lim.

Trip B Instellen Klok Weerg. Klok Instellen datum Audio Herh.

Vergr. Port.

Eenheid Afst.

Verbruik Eenheid Temp.

Taal Vol. Zoemer Vol. Knoppen Service Menu verlaten

(36)

SNELHEIDSLIMIET (Snelh. Lim.)

Met deze functie kan de snelheidslimiet van de auto worden ingesteld. Als deze snelheid wordt overschreden, klinkt er een akoestisch signaal, gaat het waarschuwingslampje èbranden en verschijnt er een bericht op het display (zie het hoofdstuk “Lampjes en berichten”). De snelheidslimiet kan als volgt worden ingesteld:

34

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

R Q

Q

R Q

R R

+

+

Q

Zie “Startcontrole”

en “Toegang tot menuscherm”

Kies met de knoppen +/–

voor in- of uitschakeling ON/OFF.

De gekozen instelling knippert. Terug naar menu-

scherm Menuscherm

Terug naar vorig scherm, bijv.:

Terug naar menu- scherm

Met de knop +/- kunt u de gewenste snelheid instellen. Tijdens het instellen knippert de waarde op het display. De waarde kan worden ingesteld tussen 30 en 250 km/h of tussen 20 en 155 mph afhankelijk van de hiervoor ingestelde eenheid (zie de paragraaf

“Eenheid Afst.” hierna). Elke keer als u de knop +/–

indrukt (impuls), wordt de waarde vijf eenheden verhoogd of ver- laagd. Als u de betreffende knop ingedrukt houdt, lopen de cij- fers automatisch snel door of terug.

(37)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

TRIP B (Trip B)

Hiermee kan de weergave van de functie Trip B (dagteller) worden ingeschakeld (ON) of uitgeschakeld (OFF).

De functie geeft informatie over een “deeltraject”: Afgelegde afstand B, Verbruik B, Gemiddelde snelheid B, Rijtijd B.

Zie voor meer informatie “General trip - Trip B”.

R Q

+

+

R

R Q

Q R

Zie “Startcontrole”

en “Toegang tot menuscherm”

Menuscherm

Kies met de knoppen +/–

voor in- of uitschakeling ON/OFF.

De geselecteerde instelling knippert.

Terug naar menu- scherm

Terug naar menu- scherm

Terug naar vorig scherm, bijv:

(38)

KLOKJE INSTELLEN (Instellen Klok)

Ga voor het instellen van de tijd (uren - minuten) als volgt te werk:

36

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

R Q

+

+

R Q

+

R R

Q

Zie “Startcontrole”

en “Toegang tot menuscherm”

Menuscherm

Elke keer als u de knop +/– indrukt, wordt de waarde een eenheid verhoogd of verlaagd. Als u de knop +/– ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door of terug.

Terug naar menu- scherm

Terug naar vorig scherm, bijv:

Terug naar vorig scherm, bijv.:

(39)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

WEERGAVE KLOK (Weerg. Klok)

Met deze functie kan de tijd worden weergegeven in 12h (12 uur) of 24h (24 uur). Ga voor het instellen als volgt te werk:

R Q

+

+

R

R Q

Q R

Zie “Startcontrole”

en “Toegang tot menuscherm”

Menuscherm

Kies met de knoppen +/–

voor 12 h of 24 h.

De geselecteerde instelling knippert.

Terug naar menuscherm Terug naar menuscherm

Terug naar vorig scherm, bijv:

(40)

DATUM INSTELLEN (Instellen Datum)

Ga voor het instellen van de datum (dag - maand - jaar) als volgt te werk:

38

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

Zie “Startcontrole”

en “Toegang tot menuscherm”

Menuscherm

Elke keer als u de knop +/– indrukt, wordt de waarde een eenheid verhoogd of verlaagd. Als u de knop +/– ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door of terug.

Terug naar menuscherm Terug naar vorig

scherm, bijv.:

Terug naar vorig scherm, bijv.:

R Q

+

R

Q

Q

+

+

R Q

+

R

R

(41)

VEILIGHEID STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

INFORMATIE AUDIOSYSTEEM HERHALEN (Audio Herh.) (indien aanwezig)

Met deze functie kan op het display de informatie worden weergegeven van de Radio (frequentie of RDS-bericht van het geselecteerde radiostation, automatisch zoeken starten of AutoSTore), een audio-CD (nummer van muziekstuk), een MP3-CD (nummer van muziekstuk), een MP3-card (nummer van muziekstuk) en de Cassettespeler (werking).

R Q

Zie “Startcontrole”

en “Toegang tot menuscherm”

Menuscherm

+

+

Kies met de knoppen +/– voor in- of uit- schakeling ON/OFF.

De geselecteerde instelling knippert.

R

Terug naar menu- scherm

Terug naar menu- scherm

Voorbeeld van herhaling infor-

Terug naar vorig scherm, bijv:

R Q

Q R

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

aJBbulance-automobielen. Dit zijn dWI ~u algehele vrijstellingen, niet meer bepe-kt tot uitsl.uitend fondspatiënten. Wèl alleen voor zover het fondspatiën- ten betreft

ductie, op welke drager dan ook, door een natuurlijke persoon voor privé-gebruik gemaakt, en zonder enig direct of indirect commercieel oogmerk, mits de recht- hebbenden een

Laat de kaarsen branden, troost waar mensen lijden.. Geef ze hoop als angst

(Paper presented at the annual meeting of the American Educational Research Association.. A study of factors related to quality of worklife in educational

Dit onderzoek is gericht op specifieke modellen en andere informatie zoals brontermen, waarmee bij een brand met gevaarlijke stoffen de emissies, verspreiding en concentraties in

4p 9  Teken in de figuur op de bijlage de verwerker(s) en verbindingsdraden die nodig zijn om de schakeling naar behoren te laten werken en geef aan op welke waarde

- Toezeggingen worden op de lijst opgenomen nadat de toezegging in de raad is gedaan. - Na afdoening blijven de toezeggingen op de lijst staan tot en met de

Na branden in ’t Veld (30 juli 2020) en in Rutten (28 juli 2020) waarbij zonnepanelen zijn betrokken, is gebleken dat de verbrandingsproducten van deze zonnepanelen zich tot ver in