• No results found

NIET GOED GESLOTEN PORTIEREN (rood)

In document FIAT PUNTO NL INSTRUCTIEBOEK (pagina 184-190)

AUTO LANGERE TIJD STALLEN

NIET GOED GESLOTEN PORTIEREN (rood)

Het lampje op het instrumentenpaneel gaat branden (op enkele uitvoeringen verschijnt ook een bericht op het display) als een of meer portieren of de achterklep niet goed gesloten zijn.

De symbolen ¯/˙op het display geven aan of het linker of rechter portier niet goed gesloten is.

´

Lampje op het instrum.paneel

Weergave op het instelbare multifunctionele display

(*)

(*) Of achter (5-deurs)

STARTEN EN RIJDEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

VEILIGHEID LAMPJES EN BERICHTEN

SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN (geel) Het lampje op het instrumentenpaneel gaat branden (op enkele uitvoeringen verschijnt ook een bericht op het display) als de ingestelde snelheidslimiet wordt overschreden (zie de paragraaf “Instelbaar multifunctioneel display in het hoofdstuk

“Dashboard en bedieningsknoppen”).

è

RESERVEBRANDSTOF (geel)

Het lampje op het instrumentenpaneel gaat branden (op enkele uitvoeringen verschijnt ook een bericht op het display) als er nog ongeveer 5 tot 7 liter brandstof in de tank aanwezig is.

ç

Lampje op het instrum.paneel Weergave op het instelbare multifunctionele

display

184

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS-STARTEN VEILIGHEID EN RIJDENKNOPPEN

LAMPJES EN BERICHTEN

STORING IN INSPUITSYSTEEM (alleen dieseluitvoeringen) (rood)

Als u onder normale omstandigheden de

contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje op het instrumentenpaneel branden. Na enkele seconden moet het lampje doven.

Als het lampje blijft branden of tijdens het rijden gaat branden (op enkele uitvoeringen verschijnt ook een bericht op het display), dan duidt dit op een storing in het inspuitsysteem. Dit kan tot gevolg hebben dat de prestaties verminderen, de auto slechter gaat rijden en het brandstofverbruik toeneemt.

U kunt onder deze omstandigheden doorrijden zonder te veel van de motor te eisen of met hoge snelheid te rijden. Wendt u zo snel mogelijk tot de Fiat-dealer.

U

Lampje op het instrum.paneel

Weergave op het instelbare multifunctionele display

STARTEN EN RIJDEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

VEILIGHEID LAMPJES EN BERICHTEN

STORING IN

MOTORMANAGEMENTSYSTEEM (EOBD) (benzine-uitvoeringen) (geel)

Als u onder normale omstandigheden de

contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje op het instrumentenpaneel branden. Na het starten van de motor moet het lampje doven. Het lampje gaat eerst branden om de juiste werking ervan aan te geven.

Als het lampje blijft branden of tijdens het rijden gaat branden (op enkele uitvoeringen verschijnt ook een bericht op het display):

constant branden - duidt op een defect in het inspuit-/ontstekingssysteem; dit kan tot gevolg hebben dat de prestaties verminderen, de auto slechter gaat rijden en het brandstofverbruik toeneemt.

U kunt onder deze omstandigheden doorrijden zonder te veel van de motor te eisen of met hoge snelheid te rijden. Als u te lang doorrijdt met een brandend waarschuwingslampje kan dat schade veroorzaken. Wendt u zo snel mogelijk tot de Fiat-dealer.

U

Lampje op het instrum.paneel Weergave op het instelbare multifunctionele

display

186

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS-STARTEN VEILIGHEID EN RIJDENKNOPPEN

LAMPJES EN BERICHTEN

Het lampje dooft als de storing verdwijnt.

De storing wordt door het systeem in het geheugen opgeslagen.

knipperend - duidt op een mogelijke beschadiging van de katalysator (zie “EOBD-systeem” in het hoofdstuk “Dashboard en bedieningsknoppen”).

Als het lampje knippert, moet het gaspedaal worden losgelaten zodat de motor met lage toerentallen draait en het lampje niet meer knippert; u kunt met matige snelheid doorrijden waarbij rij-omstandig-heden moeten worden vermeden die kunnen leiden tot het opnieuw gaan knipperen van het lampje.

Wendt u zo snel mogelijk tot de Fiat-dealer.

U

Lampje op het instrum.paneel

Weergave op het instelbare multifunctionele display

Als u de contactsleutel in stand MAR draait en het lampje U gaat niet branden of het gaat branden of knipperen tijdens het rijden (op enkele uitvoeringen verschijnt ook een bericht op het display), wendt u dan zo snel mogelijk tot de Fiat-dealer. De werking van het lampje U kan worden gecontroleerd met behulp van speciale apparatuur van de verkeerspolitie. Houdt u aan de wetgeving van het land waarin u rijdt.

STARTEN EN RIJDEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

VEILIGHEID LAMPJES EN BERICHTEN

STORING ESP (indien aanwezig) (geel) Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje op het instrumentenpaneel branden. Na enkele seconden moet het lampje doven.

Als het lampje niet dooft of tijdens het rijden blijft branden (op enkele uitvoeringen verschijnt ook een bericht op het display), wendt u dan tot de Fiat-dealer.

Als het lampje knippert tijdens het rijden, dan geeft dit aan dat het ESP in werking is getreden.

Storing Hill Holder

Bij een storing gaat het lampje * op het instrumentenpaneel branden (op enkele uitvoeringen verschijnt ook een bericht op het display). Wendt u in dat geval zo snel mogelijk tot de Fiat-dealer.

á

Lampje op het instrum.paneel Weergave op het instelbare multifunctionele

display

*

188

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS-STARTEN VEILIGHEID EN RIJDENKNOPPEN

LAMPJES EN BERICHTEN

STORING VOORGLOEI-INSTALLATIE

In document FIAT PUNTO NL INSTRUCTIEBOEK (pagina 184-190)