• No results found

KINDEREN VEILIG VERVOEREN

In document FIAT PUNTO NL INSTRUCTIEBOEK (pagina 146-152)

Voor optimale bescherming bij een ongeval moeten alle inzittenden zittend reizen en beschermd worden door goedgekeurde veiligheidssystemen.

Dit geldt met name voor kinderen.

Het hoofd van kleine kinderen is in verhouding met de rest van het lichaam groter en zwaarder dan dat van volwassenen, terwijl spieren en botstructuur nog niet volledig zijn ontwikkeld. Daarom moeten kleine kinderen door andere systemen beschermd worden dan door de veiligheidsgordels.

De resultaten van het onderzoek over de optimale bescherming van kleine kinderen zijn opgenomen in de Europese ECE/R44-voorschriften die wettelijk

verplicht zijn. De systemen zijn onderverdeeld in vijf groepen:

Groep 0 gewicht: 0-10 kg Groep 0+ gewicht: 0-13 kg Groep 1 gewicht: 9-18 kg Groep 2 gewicht: 15-25 kg Groep 3 gewicht: 22-36 kg

BELANGRIJK Zie pagina 289 voor het monteren van Isofix kinderzitjes.

STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

VEILIGHEID

Zoals u ziet is er een gedeeltelijke overlapping tussen de groepen; daarom zijn er in de handel systemen verkrijgbaar die geschikt zijn voor verschillende gewichtsgroepen.

Alle systemen moeten zijn voorzien van de

typegoedkeuring en van een goed vastgehecht plaatje met het controlemerk, dat absoluut niet mag worden verwijderd.

Kinderen met een gewicht boven 36 kg of met een lengte van meer dan 1,50 m worden, met betrekking tot de veiligheidssystemen, gelijkgesteld met

volwassenen en moeten dan ook normaal de veiligheidsgordels omleggen.

In het Fiat Lineaccessori-programma zijn kinderzitjes opgenomen voor elke gewichtsgroep, die speciaal ontworpen en ontwikkeld zijn voor de Fiat-modellen.

ATTENTIE

ZEER GEVAARLIJK: Monteer absoluut geen kinderzitje achterstevoren op de passagiersstoel voor als de airbag voor aan passagierszijde (indien aanwezig) is ingeschakeld. Als bij een ongeval de airbag in werking treedt (opblaast), kan dit ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben. Wij raden u aan kinderen altijd op de zitplaatsen achter te vervoeren, omdat die plaatsen bij een ongeval de meeste bescherming bieden. Kinderzitjes moeten dus niet op de zitplaats voor gemonteerd worden bij auto’s die zijn uitgerust met een airbag aan passagierszijde. Als de airbag in werking treedt (opblaast), kan dit ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben, onafhankelijk van de zwaarte van het ongeluk. Kinderen kunnen op de passagiersstoel voor worden vervoerd bij auto’s die zijn uitgerust met een uitschakelbare airbag aan passagierszijde. In dit geval moet u er absoluut zeker van zijn dat de airbag is

uitgeschakeld (het waarschuwingslampje F op het instrumentenpaneel moet branden) (zie in de paragraaf “Airbags voor” het punt “Airbag voor aan passagierszijde”).

Bovendien moet de stoel zo ver mogelijk naar achteren zijn geschoven om te voorkomen dat het kinderzitje eventueel in aanraking komt met het dashboard.

146

STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- VEILIGHEID KNOPPEN

GROEP 0 en 0+

Baby’s tot 13 kg moeten in wiegjes worden vervoerd die achterstevoren zijn geplaatst, waardoor het achterhoofd wordt gesteund en bij plotseling remmen de nek niet wordt belast.

Het wiegje moet op zijn plaats worden gehouden door de veiligheidsgordel, zoals in de afbeelding is aangegeven, en het kind moet op zijn beurt worden beschermd door de gordels van het wiegje zelf.

GROEP 1

Kinderen met een gewicht tussen 9 en 18 kg moeten worden vervoerd in kinderzitjes met een kussen die naar voren zijn gekeerd, waarbij de veiligheidsgordel van de auto zowel het kinderzitje als het kind op zijn plaats moet houden.

De afbeeldingen dienen slechts ter illustratie van de montage. Houdt u bij de montage van het kinderzitje strikt aan de instructies. De fabrikant is verplicht deze instructies bij te leveren.

F0I0022m

F0I0023m

ATTENTIE

Er bestaan kinderzitjes die geschikt zijn voor de gewichtsgroepen 0 en 1. Deze kinderzitjes kunnen worden bevestigd aan de veiligheidsgordels achter en hebben zelf gordels om het kind te beschermen. Vanwege het gewicht kan het gevaarlijk zijn als ze verkeerd worden gemonteerd (bijvoorbeeld als een kussen tussen het kinderzitje en de veiligheidsgordels van de auto wordt geplaatst). Houdt u voor de montage strikt aan de bijgeleverde instructies.

GROEP 2

Kinderen met een gewicht tussen 15 en 25 kg kunnen direct door de veiligheidsgordels van de auto worden beschermd. Kinderen moeten zo in de kinderzitjes worden geplaatst, dat het diagonale gordelgedeelte schuin over de borst en niet langs de nek moet liggen. Het horizontale gordelgedeelte moet over het bekken en niet over de buik van het kind liggen.

GROEP 3

Bij kinderen met een gewicht tussen 22 en 36 kg is de borstomvang van dien aard dat de kinderen gewoon tegen de rugleuning kunnen steunen en niet meer in een kinderzitje hoeven te worden vervoerd.

In de figuur wordt een voorbeeld gegeven van de juiste positie van het kind op de achterbank.

Kinderen die langer zijn dan 1,50 m kunnen net zoals volwassenen de veiligheidsgordels omleggen.

F0I0024m

F0I0025m

ATTENTIE

De afbeeldingen dienen slechts ter illustratie van de montage. Houdt u bij de montage van het kinderzitje strikt aan de instructies. De fabrikant is verplicht deze instructies bij te leveren.

STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

VEILIGHEID

148

STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- VEILIGHEID KNOPPEN

GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE KINDERZITJES De Fiat Punto voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor de montage van kinderzitjes op de verschillende plaatsen in de auto. Zie de volgende tabel:

Zitplaatsen voor en achter (uitvoering 3- en 5-deurs)

Groep

U = geschikt voor “Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-voorschriften voor de aangegeven groepen.

(*) = op de middelste zitplaats achter met heupgordel (zonder rolautomaat) kan geen enkel type kinderzitje worden gemonteerd Gewicht

STARTEN EN RIJDENLAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- KNOPPEN

VEILIGHEID

Hieronder zijn de richtlijnen voor een veilig vervoer van kinderen aangegeven. U dient zich hieraan te hou-den.

❒ Wij raden u aan de kinderzitjes altijd op de zitplaatsen achter te monteren, omdat die plaatsen bij een ongeval de meeste bescherming bieden.

❒ Als de airbag aan passagierszijde buiten werking wordt gesteld, moet altijd gecontroleerd worden, of de airbag daadwerkelijk is uitgeschakeld: het

betreffende lampje Fop het instrumentenpaneel moet continu branden.

❒ Houdt u bij de montage van het kinderzitje strikt aan de instructies. De fabrikant is verplicht deze instructies bij te leveren. Bewaar de instructies samen met het instructieboekje in de auto. Monteer geen gebruikte kinderzitjes waarvan de

gebruiksaanwijzingen ontbreken.

❒ Controleer of de gordels goed zijn vastgemaakt door aan de gordelband te trekken.

❒ Ieder veiligheidssysteem is bedoeld voor slechts één kind: vervoer nooit twee kinderen in één systeem.

❒ Controleer altijd of de gordel niet langs de nek van het kind loopt.

❒ Zorg er tijdens de rit voor dat het kind geen afwijkende houding aanneemt of de gordels losmaakt.

❒ Vervoer kinderen nooit in uw armen, ook geen pasgeboren kinderen. Niemand is sterk genoeg om ze bij een ongeval vast te houden.

❒ Na een ongeval moet het zitje door een nieuw exemplaar worden vervangen.

Monteer absoluut geen kinderzitje op de passagiersstoel voor als deze is uitgerust met een airbag, omdat kinderen nooit op de voorstoel mogen reizen.

ATTENTIE

150

STARTEN EN RIJDEN

LAMPJES EN BERICHTEN

NOOD- GEVALLEN

ONDERHOUD VAN DE AUTO

TECHNISCHE GEGEVENS

ALFABETISCH REGISTER

DASHBOARD EN BEDIENINGS- VEILIGHEID KNOPPEN

In document FIAT PUNTO NL INSTRUCTIEBOEK (pagina 146-152)