• No results found

detnocra tie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "detnocra tie "

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vrijheid

etl.

detnocra tie

WIEKBLAD VAN VOOR VRIJHEID

NUMMER 956

Dl VOLKSPARTIJ EN DEMOCRATIE

VRIJDAG 5 APRIL 1968

Gewaardeerd initiatief

Vandaag en morgen wordt de jaarlijk~c algemene vergadering van de VVD gehouden in Nederlands zuidelijkste stad: Maastricht. Hoofdstad \'an een provincie waar de liberale gedachten duidelijk steeds meer aanhang verwerven. Men behoeft zich sleehts de laatste verkiczingmitslagcn, te her- inneren om te kunnçn onderschrijven dat onze_Lim1mrgse geestverwanten met veel succes de strijd. voeren.

In het feit dat de aandacht van liberaal Nèderiand door de a)gemcnc vcrgadering Yan onze partij dit weekeinde zo in het bijzonder op Limburg is gericht, hebben onze partijgenoten daar aanleiding gevonden de redactie van Vrijheid en Democratie ie verzoeken ruimté heschiklHiar te stellen om de problemen die in hun provincie !'pelen en de gedachten die daar leven in het centrum van de belangstelling te plaatsen. Graag heeft de redactie aan dat verzoek voldaan. In dit nummer treft men maar liefst elf Limburg-

:· .. _ .• )frage•i"}ov~r:.-~eleid·

-· · rede~(tie :weekblad

~-~;,lATERDAGOCHTEft.D

I . . . .· .. ···.· . . . .. .

I.- . • Benoemingen bestuur -

.. ~ • Alltwè>O(d. ,van, hoofd~

· ,-b~st~~~t~~~~er:bel.è.id · ·_

·· AntwóOr~van:irêdac~

:tie -(),~~r:~6êléitf:< :: -· ·

Vr~gen· dve.r beleid Kamerfràctiés · ZATERDAG•~UD,DAG

• Antwoord van Kamer-

fracties ov~r'beleid.

pagina's aan.

De keuze van de onderwerpen heeft de redactie geheel overgélatèn aan de Liml:mrge1's. Alle bijdragen zijn door henzelf geschreven en - op een . enkele nodige :bekorting na -:- onveranderd opgenomen. De opmaak van . de Lim- burg-pagina's, die in één oogopslag als zOdanig herkenbaar zijn door . een tel- kens herhaald vignet, is in handen van de redactie gebleven, maar verder Is het_een echt Limburgse zaak ..

De redactie heeft het Limburgse initia- tief· op .zeer )'10ge prijs &".esteld en er dan ook gaarne in alle opzichten mede- werking aan verlee~d. Het zal iedereen duidelijk 7;ijn dat bruin het niet trekken ltan· om elke week met ee.n zo uitgebreid nummer te verschijnen als dit !•eer --- het tegendeel is helaas meer waar.

Toch zouden wij andere provincies of regio's in overweging· willen g·even eens te proberen het Limburgse voorbeeld te volgen. Vaak wordt - en naar de me- ning van de redactie terecht - l'ritiek geleverd op het feit dat in-ons blad te weinig blijkt van de activiteiten van onze partij op plaatselijk of regionaal niveau. En dan doelen wij niet op de weinig zeggende verslagjes van afde·

lingsvergaderingen, maar op die feiten en gebeurtenisssen en op de liberale benadering van lokale problemen, die landelijk in onze partij de aandacht ver- dienen.

Laat het iederéen duidelijk zijn dat de redactie van ons weekblad daarvoor gaarne openstaat, zoals wij ook gaarne bereid zijn sr;eciale pagina's beschik- baar te stellen teneinde de liberale visie op grote landelijke problemen in het middelpunt van de belangstelling te plaatsen .. Men moet zich echter niet la- ten misleiden door de misvatting als zou ons weekblad beschikken over een aantal full-time redacteuren, gelijk dit bij een blad op commerciële basis het geval is. Niet alleen de stimulans in woorden, ook de uitvoering metterdaad zal voor dergelijke speciale bijdragen voor ·een belangrijk deel uit de partij zelf moeten komen.

Onze Limburgse geestverwanten heb- ben wat dat betreft het goede voorbeeld gegeven. Ook zij zullen wel kritiek on- dervinden, want men kàn het zelden . ~reen naar de zin maken. Laten de critici de handen uit de mouwen steken en proberen het zelf beter te doen. De redactie hoopt dat mede langs die weg het weekblad - waarover ter algemene vei·gadering nog wel nader gediscus- sieerd zal worden - zal uitgroeien tot een werkelijk in onze partij levend or- gaan.

PH. C. LA CHAPELLE, hoofdredacteur

·Behalve de op de hierbij afgedrukte kaart, vermelde artikelen, kan men op de Limburgpagina's van dit nummer nog de volgende

bijdragen aan- treffen:

Op pagina 2 schrijft ons Tweede- Kamerlid mr. F.

Portheïne over de herstructurering van Zuid-limburg.;

Op pagina 3 artikelen over werken in Limburg en over een zekere Arie die vroeger rood

aanliep;

e Op pagina 5 kan men lezen hoe in Thorbeckes stad, Maastricht, de

liberale gedachte leeft;

e Op pagina 6 wordt aandacht besteed aan de onderwijsproble- matiek in Limburg ;

· e Op pàgina 8 en 9 wordt het brons- groen . . . . industrie- gebied onder de loep genomen ;

Op pagina 10 een interview(tje) met een Roermondse geestverwant en dan - ten afscheid - .een stukie kritiek op

het weekblad.

Provinciale Sta·

ten van Limburg streven naar een medische faculteit, aldus mr •

. E. P •. M. Geradts, P_ag.1

. ll

==-= • . - . . •Ai~&.• ======== x. .

Venlo, derde stad in het internationale goederenver-

voer, · pag. 1

~"

f . ..

ç;:~ll

~4 -!i fP'Y

HEERLEN

AFCENT:Com•

mandepost in 'internationaal' Limburg, Een artikel van ons Tweede kamer·

lid G. Koudijs,

Voorzichtig met investeringen in i nd u strieterrei·

nen, meent de VVD-Heerlen.

Drs. F. Hoff

·schrijft erover op pag. 10

Pag.4

(2)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Herstructurering

n

JVtet de exploitatie van het Limburgse mijnbekken is, afgezien van de Domania- le mijn, tegen het begin van deze. eeuw een aanvang gemaakt. Deze relatief la- te start van de Nederlandse mijnbouw vindt waarschijnlijk voor een belangrijk deel zijn verklaring in de omstandig- heid, dat de industriële revolutie in ons land eerst in de tweede helft van de vorige eeuw op gang komt, aanmerke- lijk later dus, dan in vele van de ons omringende landen_ In de jaren tot 1928 worden met grote regelmaat nieuwe mijnen in gebruik genomen en in de periode voor de tweede wereldoorlog wordt een jaarproduktie van ongeveer 13 miljoen ton bereikt_ Gedurende de oorlogsjaren loopt de produktiviteit van de mijnen sterk terug, maar onmiddel- lijk na de bevrijding herleven de activi- teiten ·en gaat Limburg een belangrijke rol spelen bij het herstel van de -natio- nale economie.

De late start van de Nederlandse mijnbouw heeft als bijkomend effect, dat de Nederlandse mijnen in het alge- meen modetner zijn en efficiënter wer- ken dan een aantal oudere buitenlandse.

De produktiviteit is hoog, de veilig- heidsmaatregelen zijn uitstekend.

De mijnwerker is een man, die voor zijn bijzondere arbeid een hoge beloning ontvangt. Het werk in de mijn heeft enerzijds de romantiek van de kompel aan het kolenfront, anderzijds de effi- ciënte zakelijkheid van het produktie- proces in de moderne onderneming.

Deze combinatie van romantische en technische elementen prikkelt de trots van de Nederlander in het algemeen en van de Limburger in het bijzonder. Dat de Maurits de grootste en modernste mijn in Europa was, was voor de Ne- derlander van zo'n vijftien jaar geleden even onomstotelijk als de wetenschap, dat de KLM als de beste, de meest betrouwbare en degelijkstê luchtvaart- maatschappij ter wereld moest worden beschouwd.

Gedurende ongeveer zestig jaar speelt zich derhalve een ontwikkeling af van grote expansie en van een als gevolg daarvan sterk groeiende welvaart. Lim- burg was trots op zijn mijnen. Neder- land was trots op Limburg.

Kerend getij

In een periode van enkele jaren is aan dit alles een einde gekomen. De eerste tekenen van een kerend getij wa- ren het niet voltooien van de geplande Staatsmijn Beatrix, de integratie van staatsmijn Hendrik en Emma, en het stoppen van de kolenproduktie bij het Zadel van Puth. Al spoedig bleek echter dat de oorzaken van de omslag, zoals de concurrentie van stookolie en aard- gas, alsmede de invoer van goedkope buitenlandse industriekolen, tot verder- gaande maatregelen dwongen. Het werd duidelijk, dat structurele maatregelen nodig waren, die zware repercussies zouden hebben op het leven in de mijnstreek. Dit bracht de toenmalige minister van economische zaken, Den Uyl, er toe in december 1965 een "Nota inzake de mijnindustrie en de herstruc- turering van Zuid-Limburg" aan de Tweede Kamer aan te bieden.

In deze nota werden de volgende pun- ten aan de orde gesteld_

Inkrimping van de produktie van steenkolen en daaruit voortvloeiend een sluitingsprogramma van mijnzetels in de periode 1968-1972.

Het beginsel werd vastgelegd: geen sluiting van de mijnzetels zonder dat er voldoende vervangende werkgelegen- heid wordt gecreëerd.

Het voortbestaan van de mlJnm- dustrie dient door financiële steunmaat- regelen van de zijde van de regering te worden gewaarborgd.

Krachtige bevordering van de in- dustriële herstructurering door het scheppen van vervangende werkgele- genheid, door een aantal stimule·

ringsmaatregelen. Deze maatregelen zijn neergelegd in de "Stimuleringsre- geling voor industriële omschakeling in Limburg", de zogenaamde SIOL-rege- ling.

Het treffen van maatregelen tot een verdere versterking van de infrastruc- tuur van Zuid-Limburg.

Bedenkingen

De Tweede Kamer stelde zich in het algemeen positief op tegenover deze re- geringsplannen, zij het dat door enige fracties op S<>mmige punten alternatieve oplossingen werden voorgesteld. Zelf het woord voerend namens de VVD-fractie heb ik aan twee - ook

uid-Lim urg

Het emplacement van de Maurlts, waar 5000 mensen gewerkt hebben, thans verlaten.

door mr. F.

Portheine, lid van de Twe·ede kamer

der Staten·

Generaal

thans nog actuele - onderwerpen bij- zondere aandacht geschonlten.

In de eerste plaats heb ik met nadruk ter sprake gebracht het naar mijn oor- deel onjuiste regeringsvoorstel, dat van de getroffen stimuleringsmaatregelen alleen bedrijven met een kapitaal boven de 500.000 gulden en met meer dan 25 werknemers zouden kunnen profiteren.

Wanneer men zich buiten bepaalde aan- gewezen industrieterreinen zou willen vestigen, zou men bovendien aan nog veel zwaardere eisen moeten voldoen.

Ik meende, en meen nog, dat wanneer men aan een streek, die enige decennia lang een typische mono-structuur heeft gekend, nieuwe impulsen wil geven, men ook voldoende kansen aan de klei- nere ondernemingen dient te bieden. De Kamer bleek het in dit opzicht met mij eens te zijn en aanvaardde met ruime meerderheid een motie, die zich tegen de voorgestelde bepalingen keerde. .

Voorts heb ik ten aanzien van het DAF-project, dat mijns inziens noodza- kelijk was voor de herstructurering en dat door middel van deelneming van staatsmijnen tot stand kwam, tezijner- tijd privatisering bepleit, hetgeen toen werd afgewezen.

Deze beide bedenkingen, ik herhaal het, stonden echter de globale instem- ming van de VVD-fractie met de Lim- burg-nota niet in de weg.

Sneller

De feitelijke ontwikkeling voltrok zich in de volgende jaren overigens veel sneller dan in deze nota werd voorzien en , laten wij dat vaststellen, kon wor- den voorzien. De markt voor huisbrand- kolen werd van jaar tot jaar slechter.

Bovendien verliep de herstructurering in een tempo, dat de verwachtingen eni- germate overtrof. De inkrimping van de kolenproduktie moest op grond van een aantal factoren worden versneld, het- geen betekende, dat een aantal mijnsluitingen zou dienen te worden vervroegd.

De waarborgen voor de betrokkenen, waarmee de Limburgnota de mijnslui.

tingen omgaf, bleven vanzelfsprekend

ook bij deze versnelde procedure onver- kort gehandhaafd.

De gang van zaken scheen zo op het eerste gezicht een vaag optimisme te wettigen. Immers voor alle tot op heden afgevloeide mijnwerkers was hetzij el- ders in de mijnbouw, hetzij in de nieu- we industrieën min of meer passend emplooi gevonden. Toch is deze schijn bedrieglijk. De verflauwende conjunc- tuur, in ons land, maar ook in onze nabuurlanden, trof ook Limburg. De bouwactiviteiten zowel in de mijnstreek zelf als in Duitsland - dat in het verle- den talloze pendelende Limburgse bouwvakkers had aangetrokken - na·

men af en als gevolg daarvan spoelde een golf van werkloosheid over Limburg op een · moment, dat afweer. daarvan wel bijzonder moeilijk was, namelijk midden in een periode van industriële herstructurering. Hierbij komt dan bo·

vendien nog, dat vele toeleveringsbe·

drijven van de mijnen, met name in de metaalsector, de gevolgen van de mijnsluitingen begonnen te ondervinden, waardoor ook een groot aantal metaal- bewerkers zonder werk geraakte. Deze samenloop van ongelukkige omstandig- heden heeft in de mijnstreek een situa- tie doen ontstaan, die wel zeer sterk afwijkt van die, waarin men daar zo'n tien jaar geleden verkeerde. Het is dui- delijk, dat er bij de mensen een zekere ongerustheid heerst en het is ook duide- lijk, dat de regering alles zal moeten doen wat in haar vermogen ligt, om deze ongerustheid weg te nemen.

Verontrusting

In belangrijke mate gaat het daarbij om het volgende probleem. In de oorspronkelijke Mijnnota werd, zoals ik al aanduidde, het beginsel "geen mijnsluiting zonder vervangende werk- gelegenheid" geïntrodUC'eerd. Dit be- ginsel is bij alle op deze nota volgende versnellingsmaatregelen gehandhaafd.

De vraag is nu echter, wat onder "ver- vangende werkgelegenheid" moet wor- den verstaan. Moet voor iedereen, die de mijn verlaat, een nieuwe ar·

beictsplaats worden gecreëerd? Of is het zo, dat dit alleen dient te geschieden voor degenen, die feitelijlc een nieuwe werkkring moeten hebben en dus niet voor mensen die een andere functie bij de mijnen gaan bekleden, voor oudere werknemers die worden gepensioneerd en voor buitenlanders, die repatriëren?

In de Memorie van Antwoord van mi- nister De Block op de verschillende no- ta's en wetsontwerpen, die de vervroeg- de mijnsluitingen tot onderwerp hebben, komen passages voor, die de indruk zouden kunnen wekken, dat het kabinet achter de tweede interpretatie zou

staan. Dit heeft in Limburg een begrij- pelijke verontrusting gewekt, omdat dit zou betekenen, dat het aantal beschik·

bare arbeidsplaatsen aanzienlijk omlaag zou gaan, wat toch nauwelijks het doel van een industriële herstructurering kan zijn. Gevolg van een dergelijk be- leid zou met name zijn, dat de normale doorstroming zou worden gestremd, waardoor de mede ten gevolge van de sterke bevolkingsgroei toch al hoge jeugdwerkloosheid nog verder zou toe- nemen. De minister heeft inmiddels ge·

lukkig laten weten, dat zijn Memorie van Antwoord geenszins deze bedoeling heeft gehad en dat het beginsel "geen mijnsluiting zonder vervangende werk·

gelegenheid" niet eng, maar ruim dient te worden geïnterpreteerd. Ik juich deze geruststellende mededeling van de mi- nister toe, maar wil niet nalaten te sig- naleren, dat daarmee de problemen in hun totaliteit toch nog niet zijn opgelost.

Daarom is het mijns inziens onaan- vaardbaar het reeds '?ersnelde mijnslui·

tingsprogramma nog weer sneller te doen verlopen. In ieder geval zal bij verdere mijnsluitingen het zojuist ge- noemde adagium, nl. niet dan met ze·

kerheid ten aanzien van vervangende werkgelegenheid, dienen te worden toe- gepast. Het is in dit verband ook wense- lijk bijzondere aandacht te schenken aan de mogelijkheden van de overblij- vende mijnzetel, de Emma.

In het verband van de stimulering van nieuwe werkgelegenheid zou ik wil- len pleiten voor een aanzienlijke versnel- ling van de procedure, die nieuwe in- dustrieën moeten volgen om voor de SIOL-faciliteiten, resp. Industriële Pre- mie Regeling (I.P.R.) in aanmerkillg te komen. Ik zou verder een voorstander zijn van een soepele toepassing van de- ze SIOL- en !.P.R.-regeling in de ruimste zin des woords, waarop bij de parlementaire behandeling van een aan- tal Mijnnota's op 2 april jl. nader door mij is ingegaan. Deze voorstellen kun- nen uiteraard invloed hebben op het tempo, waarin de mijnsluitingen zich gaan voltrekken. Ik geloof anderzijds, dat de regering door deze ideeën tot de hare te maken over een beleidsinstru- mentarium zou komen te beschikken, dat zij - het oog voortdurend gericht op de conjuncturele ontwikkeling - zo zou kunnen hanteren, dat structurele en conjuncturele vraagstukken zo even- wichtig mogelijk tot een oplossing wor- den gebracht.

Welk soort?

In dit complex van problemen speelt ook de vraag een rol wat voor soort ondernemingen in Limburg op dit mo-

(vervolg op pag. 11)

(3)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE.

erken 1n Limburg

Het schrijven van artikelen in perio- beeld, maar tot op heden werd het ge- dieken gaat dikwijls gepaard aan uite heel nog geen succes.

weiding over. zware onderwerpen met Ik heb mij afgevraagd, hoe dat nu het gebruik van moeilijke woorden. Ze wel zou kunnen korrien. Is de voorlich·

zijn uitstekend, zeer wetenschappelijk ting nu zo slecht of heeft Limburg zo'n en doorspekt met cijfers en gegevens, slechte naam in andere gedeelten van die we inderdaad in de praktijk straks Nederland? Kunnen wij met de aanbie- ook .. nodig hebben. Vrijheid en De- ding . vàn Limburg als industriegebied mocratie is ook een periodiek en dit ·niet meè met andere soortgelijke gebie- is een artikel. Ik wil echter over· mijn den in. Nederland <lf zijn de Limburgers onderwerp .dit keer wat ·luchtiger met u op dat gebi.ed niet actief genoeg? Als we babbelen. · Dat past ook beter bij de bedenken welke steun de regering geeft Limburgse mentaliteit, al betekent dat aan bedrijven, die zich in Limburg wil- natuurlijk geenszins dat men het in. leri . vestigen ....:...., de~ ~amers 'van Koop- Limburg met de dingen niet serieus. handel geven. hierover uitvoerige voor-·

·meent. lichting :- dan is in dat opzicht onze

aanbieding wel in orde. . Natut.IrliJ"k denk ik als ik het over · .

· Ik'. vraag mij echter wel af of men in

·Limburg heb ook direct aan het de rest van Nederland Limburg en de grootste probleem, de herindustrialisa- Limburgers wel kent. Dit lijkt mij to,ch tie. Als ik dit woord echter uitspreek tenminste een der eerste voorwaarden .·:- "Verdulleme; ik struikel er haast ,. waaràan moef worden voldaan .als men

over" zou Wim Sonneveld mogelijk zeg- . · .

· .· .. .in Liniblirg en met Limburgers wil wer- gen :,__ dan denk ik aan werken in Lim- . ken ... Ik ~ben·.·. ze.lf .geen Limburger; .ik burg en werken met Limburgers.

Nu. is herindustrialisa.tie eigenlijk al woon er wek. Nu zo ongeveer negen haast net zo oud als industrialisatie en jaar. Mijn bijdrage vloeit dus niet voort dus helemaal niet zo'n nieuw probleem. uit chauvinisme m~ar uit ervaringen.

Zodra om de een of andere reden ergens Als 1k zelf een antwoord moet geven bepaalde industrietakken wegvallen dan op de vraag of men Limburg. en de moeten er andere voor in de plaats Limburgers wel kent, dan moet het lui- komen. Anders zitten we met een den: "Nauwelijks". Men rijdt er eens overschot aan mensen en ruimte. Het doorheen als men met vakantie gaat probleem . werd llll vele malen opgelost naar Italië, Spanje of Oostenrijk. Ziet en daar kunnen we lering uit trekken. dan een ten opzichte van de rest van·

Ik dacht dat voor Limburg de kwestie van overheidswege al aardig was gere- geld. Men weet dat voor omschakeling, omscholing, verhuizing en de vestiging van nieuwe bedrijven grote investerin- gen nodig zijn en dat dit meestal ook veel extra kosten met zich meebrengt.

Derhalve zijn er voor Limburg diverse faciliteiten geschapen. Wat het voor hen die er zich met een industrie willen vestigen, buitengewoon attractief inàakt. De DAF maakte daar reeds gre- tig gebruik van en vestigde zich hier binnen een mum van tijd. Sommige an- dere· bedrijven volgden het goede voor-

Eerst liep onze Arie

rood -aan. ••

Onze vriend Arie, van wie wij al in geen eeuwen meer iets gehoord hadden, sinds wij naar Limburg waren verhuisd, belde ons onge- veer tien maanden geledèn op.

Arie, een rasechte "rand-stede- ling", geboren en getogen in het wijde Noordhollaa1dse landschap, is op zich een uitstekende kerel, die vroeger veel bij ons in- en uitliep. Ons vertrek destijds naar Limburg, kan hij· echter niet ver- kroppen. Voor hem stortte een wereld in elkaar, toen hij zag dat wij zijn onwrikbare principes ge- weld aandeden.Voor Arie beston·

den slechts Holland, randge- westen en generaliteitslanden.

Waar wij in zijn gedachtengang naar toe gingen, begrijpt u onder- tussen al. Naar de laagste catego- rie.

Maar goed, Arie gaf een le- vensteken en dat was prettig. On- ze oudste dochter nam op en ver- telde dat oom Arie dringend pappie moe::;t spreken. De altijd zo le- venslustige Arie bleek echter zijn opgeruimde blijheid helemaal kwijt te zijn, toen hij met een grafstem de mededeling deed, dat hem hetzelfde droevige lot had getroffen als ons destijds.

Ook hij moest voor zijn onder- neming in Limburg gaan wonen.

Hij had kennelijk behoefte aan een beetje troost en vroeg ons hulpeloos, wat hij nu moest doen.

Er was niet veel verbeel- dingskracht voor nodig om erach- ter te komen, waar bij Arie de schoen wrong. Omdat wij niet zo heel erg rancuneus zijn, nodigden wij zijn vrouw en hem direct uit voor het volgende week-end. Ten slotte was hij, zijn eigenwijsheid buiten beschou}Ving latend, tooh een kerel met· wie je paarden kon stelen. Een telefoongesprek alleen zou hem zeker niet ervan kunnen

overtuigen, dat hij spoken zag. Zo is Arie dan weer wel.

Goed dan, Arie kwam, verge- zeld van gade en kinderen. Na de nodige koeien en kalveren uit de sloot gehaald te hebben, kwam het onvermijdelijke thema op de proppen. Arie begon voorzichtig te informeren of wij geen heimwee hadden naar het "verloren para- dijs" .in het westen, dat wij op zo'n onverklaarbare wijze hadden opgegeven. Ons hele gezin, inmid- dels aangegroeid tot vijf stuks, ri- posteerde onmiddellijk en ver- klaarde unaniem, dat hiervan in de verste verte geen spralre was, maar dat wij de dag nog altijd zegenden, waarop wij besloten hadden wel in Limburg neer te strijken. Arie liep rood aan, ver- gat de regelen der gastvrijheid tot3Jal, zocht krampachtig naar een categorie, waarin hij ons nu weer kon plaatsen en bestempel- de ons ten slotte met een uitspraak van een of andere over- leden Duitse machtsdrager. Zo- lang wij als pur-sang Hollanders in Limburg zouden blijven, waren wij niets meer of minder dan

"vaterlandslose Gesellen". Een beetje kwaad werden wij toen wel, maar lieten dit niet blijken.

Arie zelf was nog niet klaar, want hij droeg met veel verve de be- kende litanie voor over Limburg en zijn mensen, met die bijna on- uitroeibare begrippen als: de tra- ge Lin1burger, het veel beloven en weinig geven, wat de gekken altijd .nog in vreugde doet leven;

ook werden krakende stokpaarden

Nederland sterk afwijkend landschap en waant zich al in het buitenland. Gaat men met vakantie in Valkenburg of Klein Zwitserland dan ziet men de Limburger over wie ik het heb nauwelijks. Men ziet hem niet werken of leven.

Wil men daar iets meer van te weten komen, dan moet ine'n tenminste eens een' weekje op werkbezoek komen. Dan krijgt men een heet ander beeld en ont- dekt' dat de· Limburger over het alge·

meen een vrolijk en blijmoedig mens ~s

en van het leven iets weet te maken. In dat opzicht heeft hij veel.· voor op ande- re Nederlanders. Hij vermijdt onpretti- ge dingen. Daarom werkt hij goed, want' als hij dat. niet doet, dan zijn de gevoigen onprettig.

Als ik nu de vraag ga stellen of Lim- burg en de Limburger in. de rest van Nederland een slechte naam hebben, dan geloof ik, dat we ook die vraag rustig óntken'nend küimen beantwoor- den. Doordat .de Limburger zo gemak- kèlijk leeft komen er natuurlijk wel eens wat moeilijkheden maar die weten ze meestal op charmante wijze weer op te lossen. Neen, ik geloof niet dat men in de rest van Nederland de Limburgers niet mag.

Iets anders is dat door deze le- venshouding de Limburger zelf ook wei- nig contact heeft met de Nederlanders buiten Limburg. Ook dat heeft er na-

van stal gehaald, als het gebrek aan vakkennis, de zedeloze carna- valsmanifestaties en nog een hoop meer. U kent ze zèlf wel.

Arie vond het maar een vreem- de geschiedenis, dat wij za laag gezonken waren en dat wij al die verschrikkelijke dingen zo maar commentaarloos slikten! Nadat de storm uitgeraasd was, hebben wij zo goed en zo kwaad als het ging hem ervan proberen te over- tuigen dat al die slogans gestoeld waren op gebrek aan realiteitszin of uitingen waren van volslagen onwetendheid. Wij probeerden hem ook duidelijk te maken, dat het euvel van de bewust laag ge- houden arbeidsprestaties van vele

"randstedelingen" hier totaal on- bekend wa.s, dat de grote meer- derheid van de arbeidende bevol- king in Limburg een trouw aan haar bedrijf beleed, die .mis- schien ouderwets aandeed, maar toch in de randstad zijn weerga echt niet vond. Ook ruimden wij de mening op, dat hier veel beloofd, maar weinig gedaan werd. Toezeggingen worden hier zeker zo goed als elders nageko- men, mits . je tenminste de juiste toon weet te vinden. Een Limbur- ger Iaat zich nu eenmaai door niets en niemand dwingen, is niet formalistisch ingesteld, weliswaar enigszins beschouwend van aard, maar altijd gericht op de prak- tische gang van het dagelijkse le- ven. Hij verafschuwt alle hautain gedoe en wil rechttoe, rechtaan aangesproken· . worden, zonder plichtplegingen.

tuurlijk toe bijgedragen dat men Lim- burg en de Limburger nauwelijks kent.

In dat opzicht zouden de Limburgers zelf ook wat actiever moeten zijn als men de problemen doelmatig wil oplos-

sen. -

W.erken in Limburg en werken met Limburgers heeft vele voordelen. Ook industrieel en dat geldt niet alleen voor de grote bedrijven. De Limburgse men- taliteit leent zich juist uitermate goed voor het werken in wat kleiner verband en vele kleintjes maken ook een grote.

Als men de kaart van Europa pakt en men tekent er de EEG in op, dan ligt Limburg geografisch gezien helemaal zo gek · niet. Dicht bij de belangrijke Europese hávens, goede verbindingen met alle verzorgingsgebieden.

Het probleem omscholing is helemaal niet zo'n belangrUk probleem. Natuur~

lijk werken en werkten er .. ):teel. veel Limburgers in de mijnen m3,ár dat wa- ren echt niet allemaal mijnwerkers en zeker geen mensen, die voor ander werk ongeschikt zijn .. De mijnen hebben en hadden ook hun eigen onder- houdsdiensten met uitstekend technisch geschoolde mensen en verder zijn er heel wat goed geoutilleerde industrieën, die als toeleveringsbedrijf voor de mij- nen optraden. Hierdoor en dank zij het feit dat veel produktie alom steeds meer wordt geautomatiseerd, behoeven velen helemaal niet echt omgeschoold te worden. Als we ten slotte mede in aanmerking nemen dat er ook een ver- band bestaat tussen leeftijd en scholing dan kunnen we er m. i. rustig van uit- gaan, dat indien 5 pct. van de be- roepsbevolking werkelijk zou moeten worden omgeschoold we waarschijnlijk al dik aan de hoge kant zitten,

Werken.met Limburgers en werken in Limburg is werken met Nederlanders en werken in Nederland. Daar,.zijn wij Nederlanders allemaal bij betrokken.

HA:N"S,P]jJ;KONING

• • .nu heeft hij geen ,tijd meer

Ook spraken wij met Arie nog over het veel geroemde, maar el- ders weinig toegepaste begrip van de levenskunst, die zo volkomen thuis is in dit land van Maas en Niers, die in alle variaties door alle lagen van de bevolking heen iedere dag opnieuw wordt be- leefd, zonder veel ophef en poespas. Dit blijkt zo aanstekelijk te werken, dat vele "Hollanders", die in Limburg wonen, met . geen tien paarden meer van hier kun- nen worden weggesleept.

Op de vraag, hoe het met dez-e kostelijke gave stond in zijn veel- geprezen randstad, raakte Arie even de kluts kwijt en moest ten slotte eerlijk toegeven, dat op dit gebied van een zekere onderont- wikkeling wel een beetje sprake was. Wij kunnen u echt niet ver- zekeren, dat Arie en zijn vrouw ondersteboven waren van ons be- toog; Arie kennende nauwelijks.

Boordevol reserves en tegen heug en meug is hij toch na.ar Limburg gegaan als naar een verbanningsoord. Wij hadden graag nog eens gehoord, hoe het met Arîe was afgelopen. Wij heb- ben echter geen contact meer met hem gehad; hij zit in het zuiden en wij in het noorden van de provincie. Heel toevallig kwa- men wij er vorige week achter, dat Arie actief bestuurslid is van een bekende carnavalsvereniging in zijn woonplaats, in de gemeen- teraad zit, zich heel verdienstelijk maakt voor de Limburgse heem- kunde en zich nauwgezet houdt aan de ritualiën van de Lim- burgse "Frühschoppen". Eindelijk weten wij dan, waarom Arie uit de randstad geen tijd meer voor ons heeft. ·

MR. J. G. KERSTEN

(4)

VRIJHEÎD EN. DEMOCRATIE

AFCENT: COMMANDOPOST I

·"INTERNATIONAAL" LIMBURG

In het Limburg-nummer ''an ons weekblad mag AFCENT niet ontbrelwn.

Niet om.dat dit geallieerue hoofdkwar- tier van • groot economisch belang zou zijn voor de provincie als geheel of voor het zuiden in het bijzonder, want dat is niet bet· geval. Wat dat betreft waren de ve:rwaehtingen van · velen . te -noog gespannen; .Maar :er zijn · nog andere belangen.dan econonnscne.·,

Toen het twee jaar geleden, belq:ncl werd dat onze 1;egering voor de \resti- ging van' ·het . uit • Fr:ankrijJ;:· · verdreven . · hoofdkwartiEJll. · van :AFiCENT., .een •, v}jf- : tal terreil}en'-·•aan•• de NAVO·: ha,d,· .. aan-.

geboden · koesterden velen immers de hoop dat . ·hierm:ede in .:belatlgrijke mate geld en werk naar Zuid-Limburg zoudeh komen en aan de economie gro- te steun zou worden gegeven. Deze hoop was niet gerechtvaardigd omdat een militair hoofdkwartier :~iet kan worden vergeleken met een industrie, en <1e laatste zal dan ook in het algemeen met meer:' vre1lgde· .. worden begroet :dan "het eerste.. · · ·· ., · ·

Wei kan Iilen· -zeggen, zoals algemeen bekend is, dat aan een militaire vesti- ging te .allen tijde enig economisch be- lang niet kan worderi ontzegd (de inwo- ners ·· van het diametraal tegenover Zuid-Limburg gelegen Den Helder kun- nen daarover meepraten al doen zij het niet !i:ltijd) ,, niaai,' het ha!fgt erg af van het soort. vestiging en in dat opzicht is AFCENT, dat ten slotte niet meer en niet minder is dan een, zij het vrij groot; hoofdkwartier, niet zo'n erg be- gerenswaardige prooi.

Een van vier

Het hoofdkwartier is de commando- post van de Cötnmander in Chief, Allied t<'orces central Jt<urope.

Het is een''· 'van de vier Europese hoofdkwàrtieren.· die . rechtstreeks stitim onder het . opperste geallieerde hoofd- kwartier in Europa, SHAPE, afkorting van Sup'rél).1e H~adquarters Allied Far- ces Europe, DC'"'àrie andere, aan · AF- CENT . nevengeséhikte hoofdkwartiéren zijn J,.FNORTH;~·nabij Oslo; .AFSOt]TH, gevestigd in Napels en AFMED het hoofdkwad:ier .· voor het :Middell~ndse Zeegebie(!; ·gevestigd op het eiland .]\1al-

ta. . ·

AFCÈNT heeft Q.e · verantwoording voor de beveiliging van Centraal ·:W~st­

Europa' en geeft leiding aan de'. met deze taàk belaste NAVO-strijdkrachten, bestaandè Uit twee . geallieerde tacusche luchtniàéhten ·(2. ATAF· en 4 ATAF). en twee legergroepen (NORTHAG en CENT- AG) die tesamen -· · zonder Frank·

rijk - ongeveer 23 divisies omvat- ten. Zoals de lezers bekend zal zijn is het Eerste Nederlandse Legerkorps in- gedeeld bij de Nartbern Army Group.

Aangezien Duitsland bet grootste aan- deel levert aan de sti·ijdkrachten van AFCENT îs · het niet onlogtsch dat het geallieerde commando . aan een Duits officier wordt opgedragen. Tegen de: on- langs afgetreden commandant, Graf von Kielmansegg is, gelijk u zich zult her- inneren, nogal wat -actie gevoerd van sommige ·zijden. Geheel afgezien· van de merites van deze Duitse opperofficier (waarvan wij in de meest uitgebreide zin hebben kunnen kennisnemen) is aan die actie een schijnheilig smaakje ver- bonden omdat, indien men inderdaad be- zwaren heeft tegen een bepaalde bui- tenlandse officier die ool\ onze troepen zal commanderen men deze bezwaren naar voren dient te brengen op het ogenblik dat betrokkene kandidaat gesteld wordt voor die functie en niet wanneer deze na reeds meer dan een jaar in functie te zijn geweest zijn hoofdl;:warner moet verp!aaLsen.

Personeel

De staf van AFCENT is een geïn- tegreerde staf zoals dat het geval is bij alle bondgenootschappelijke hoofd-

Het AFCENT hoofdkwartier, gevestigd

door

G. K()udii~,

lid vän:de.

Tweede kamer der Staten·

Generaal

kwartieren, en men kan dan ook in een stafbureau bijv. een Engels RAF-offi- cier, een Duits marineofficier, een Ame- riJmans officier van de mariniers en een Belgisch, een Nederlands en een Canadees landmachtofficier broederlijk zien samenwerl,en.

Aan het militaire deel van de totale sterkte van ongeveer 2500 man dragen de Amerikaanse, de Britse en Duitse strijdkrachten· ieder ongeveer een vier- de bij, De Canadeese en de Nederlandse (voornamelijk) leveren samen een vier- de.

Het burgerpersoneel van AFCENT bestaat uit twee categorieën. De eerste categori€ zijn de NAVO-burgers, voOI·na- melijlt administratief personeel, gere- kruteerd uit verschillende NAVO-landen, die een contract met AFCENT hebben gesloten. Zij zijn vrij van inkomstenbe- lasting en genieten, naar Nederlandse maatstaven gerekend, een hoog inko- men; zij vallen echter buiten de sociale wetgeving, kennen geen pensioenfonds

·en geen z1e1neverzeRermg.

De tweede categorie bestaat uit lokale krachten zij vervullen onder- houdsfuncties, huishoudelijke en ver- vaersfuncties en dergelijke. Naar lli meen zijn de mensen in deze tweede

NORMAAL· EN DIKWANDIGE

NAADLOZE STALEN BUIZEN GELA$TE STALEN BUIZEN, GASPijPEN

STALEN REGENWATERAFVOERPIJPEN GEBRUIKTE ELEKTRISCH GEREINIGDE VLAMPIJPEN VEERSEDIJK 187 • HENDRIK 100 AMBACHT

Telefoon 0 1858 • 3044 (3 !iinen)

in de administratie g~;bouwen . van de· .. v.oormalige mijn Hendrik te Brunssum

categori~ . praJdisch alle~ Lin~~urgers;

ongeveer :!OU ·m getal. · . ·. ·. ·, ;.'·. ·:: >

Al vervult;; . zoals ik ~!?merkt~;< AF-

CENT · g~eiL' .. belangrijke , • ectinoinische f;_mctie, toch 'betekent het .we1'1ets wan- neer e{)Îl, bep~rkt gebieq, \v:ördt vèrrijkt .. met. z('}'n 1500 gezinnen en·. tJm... 1200

"loslopende" militairen. -1'\Iîet oin, ·gelijk een middenstander het uitdrukte . "een . wa:t>enhuis voor te openen'', l);iaar toch Ievert het voor alle betrokken l.i\')cJrijvén en niet het minst voor de Horeca-sector een verhoogde omzet op, ook al Weegt dit uiteraard niet op tegen het eeónomisch verlies tengevolge van de mijnsluitin·

gen. Voor de inwoners van Fontaine- bleau is het vertrek van AFCENT dan ool\ nard aangeKomen.

De huur- en koopprijzen vän onroe- rend goed ondervinden de invloed van de permanente aanwezigheid van, voor·

al de Amerikaanse, buitenlandse milifai-

r~n. De te1:1dens tot prijsopdriJving, en met alleen m deze sector, is gelijk altijd bij de aanwezigheid van vele buitenlan-

ders, immers een gevaar 'waartegen voortdurend gewaakt moet worden. De·

ze tendens doet zich, zoals ik al op- merkte, overal voor waar Amerikaanse strijdkrachten gelegerd worden; oolJ: de streek waarin ik woon heeft in sterke mate de invloed ondergaan van de sta--

ti~nering van Amerikaanse vlieg- tUigsquadrons op Soesterberg, maar wij ZlJn er aJ weer aan gewenu.

Een militair hoofdkwarJ;ier en de om- geving waar het is gevestigd oefenen wederzijds invloed op elkaar uit. Ik heb van nabij kunnen meema~wn hoe de in·

woners van Norfolk, in Virginia, USA, als grote vlootbasis en ha>enstad van- ouds internationaal georiënteerd, veel meer doordrongen werden van het feit dat ook Amerika niet alleen staat in de wereld, nadat het hoofdkwartier van Sa- clant daar werd gevesngu.

Gebied

Het gelJied waar AFCENT nu is ge- vestigd had (als niet-Limburger mag ik dat wet zeggen) niet beter gekozen kun- nen ZIJn.

Zuid-Limburg is immers vanouds zeer internationaal georiënteerd. Aken Keu- len en Luik liggen nu eenmaal dichter- bij dan wat wij tegenwoordig de Handstad noen1en.

Het personeel van AFCENT heeft zich dan ook van het begin af bijzonder goed thuisgevoeld in zijn nieuwe omgeving.

Zuid-Limburgers denl;en internatio- naal.

Het is de enige denkwijze die kan bijdragen aan de totstandkoming van hetgeen voor West-Euroua levensnood- zaak is: een Verenigd E~u·opa. De NA-

V~ is een .st~p ~ de, goede richting. Als . ·wiJ dat hondgenootschap niet zouden hebben, zotideri. wij . de keus. hebberr tus- sen het zo snel mogelijk_sltiÜen van àndere bondg,enoqtsèhlJ,ppen . (die in het

~eest gunstige. ge:v:àl. eet1. nieuwe NAVO zouden . . opleveren) . . óf, . · als op-zich-zelfstaa:qde · kleine landen onder de invloed geralmi :')-:;in; p;laéhteri die wij hier niet ,wenseil .. e!l ·w:aat'te.gen. nu·· ons •·

bondgenootschap ons oevemgt. · · · . Laten ,;,,ij w,~sen;· da{ Limburg; in · steeds sterkere. mate die .internationale

en vooral Europeese ged;1chte zal uit- dragen en dat . het AFCENT-personeel en zijn 1100 kinderen die· thans hun les- sen leren op de internationale AF'CENT- school, daaraan krachtig zullen bijdra- gen.

Zoals ge:zegd: er zijn nog andere be- langen dan economische.

AFCENT-embleem

Het AFCENT-embleem dat men ziet op de uniformen van de AFCENT militairen en op de AF- CENT vlag, stel~ een symbool voor van het Europese blok, hier voorgesteld door een vestingto- ren. De toegangspoort tot deze vesting wordt gefori11eerd door de letters C en E van Centraal Europa. Het zwaard ·dat door de vestingtoren steekt is het zwaard van Karel de Grote, als uitbeel- ding van de militaire macht die gereed is om Europa te verdedi- gen.

De tekst op de rand van het schild luidt in het Iatijn: "In sce-

!us exsurgo scelel'is discrimina purgo" ofwel "Tegen de boosheid verzet ik mij, de oorza- ken van de boosheid verwijder ik."

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het stemt tot tevredenheid dat het voor het eerst mogelijk is om aan het voorjaarscongres het financiële verslag over het voorafgaande jaar ter goedkeuring en

Dit vereist precieze formulering vooraf van de in stem- ming te brengen voorstellen en sluit aanpassingen aan de hand van de ter vergadering gevoerde discussies

maken, een belangrijke. verbetering in de service betel,enf. De frequentie wordt er namelijk aanmerkelijk door verhoogd en bovendien komt er een rui- mer

Vóór 1 juni zendt het· hoofdbestuur aan de afdelingen een alfabetische lijst van voorlopige kandidaten voor het lid- maatschap van de Tweede Kamer der

vermijden van werkloosheid, evenwicht van de betalingsbalansen en prijsstabili- teit. Gestreefd moet worden naar een ver- mindering van het grote inkomenver- schiL Dit

D e woelige golven rondom het vraagstuk Bijlmermeer zijn tot rust gekomen. Daarvoor moet zeker een grondslag te vinden zijn. Overigens staat het vast, dat het

41.. de ontmoeting met hun enorme arbeidsreserve zulke grote mogelijkheden zou inhouden. Kortom, het juridisch probleem is, onder totaal andere omstandigheden,

Overwegende, anders gezegd, dat de Kamer van Beroep, wat de preventieve schorsing betreft, enkel nagaat in hoever door het optreden van de betrokkene de normale werking van