• No results found

Vraag nr. 33 van 1 december 2000 van mevrouw SONJA BECQ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 33 van 1 december 2000 van mevrouw SONJA BECQ"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 33

van 1 december 2000

van mevrouw SONJA BECQ Preventieve kinderzorg – Bereik

Het strategisch plan preventieve kinderzorg da-teert van 1 januari 1996. Daarin waren duidelijke doelstellingen opgenomen op het vlak van het be-reik van kinderen tussen 0 en 3 jaar, zowel bij huis-bezoek als bij consulenten op het consultatiebu-reau.

1. Kan de minister de evolutie schetsen in het be-r e i k , zowel voobe-r de algemene populatie als voobe-r de specifieke doelgroepen, vanaf 1996 ? Kan hierbij onderscheid worden gemaakt naargelang de regio's ?

2. In welke mate is er duidelijkheid over de opvol-ging van de kinderen die niet bij de consultatie-bureaus terechtkomen ?

3. Zijn er nog projecten inzake specifieke samen-werking met huisartsen/kinderartsen, al dan niet in samenwerking met en/of goedkeuring van Kind en Gezin ?

Antwoord

1. Bijlage 1 : doelgroepbereik van de consultatie-bureaus in het Vlaamse gewest

Deze tabel geeft het percentage weer van de kinderen die minstens éénmaal werden aange-boden op een consultatiebureau voor het jonge kind/preventievezorgcentrum in een bepaalde leeftijdscategorie.

Streefdoel

75 % van de kinderen bereiken in de leeftijds-categorie 0 tot 1 jaar, 75 % in de leeftijdscatego-rie 1 tot 2 jaar en 50 % in de leeftijdscategoleeftijdscatego-rie 2 tot 3 jaar.

Resultaat

Het streefdoel voor de leeftijdscategorieën 0 tot 1 jaar en 2 tot 3 jaar werd reeds behaald in 1999. Het streefdoel werd in 1999 ook bijna gehaald in de leeftijdscategorie 1 tot 2 jaar. De cijfers van het werkjaar 2000 zullen beschikbaar zijn bij de presentatie van het jaarverslag. De uit-splitsing van de consulten naar de algemene doelgroep en de specifieke doelgroepen kan

dan ook ter beschikking worden gesteld via de Ikarosregistratie.

Bijlage 2 : doelgroepbereik via huisbezoeken voor het Vlaamse gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke gewest

Deze tabel geeft het percentage doelgroepbe-reik weer per jaar en per doelgroep.

Streefdoel voor de algemene doelgroep

Vier huisbezoeken aanbieden tussen 0 en 13 weken voor 100 % van de eerste kinderen gebo-ren in het Vlaamse gewest en 20 % van de eer-ste kinderen geboren in het Brusselse Hoofdeer-ste- Hoofdste-delijke gewest.

Drie huisbezoeken aanbieden tussen 3 en 13 weken voor 100 % van de volgende kinderen geboren in het Vlaamse gewest en 20 % van de kinderen geboren in het Brusselse Hoofdstede-lijke gewest.

Resultaat voor de algemene doelgroep

In 1999 werden 82,1 % van de uit te voeren huisbezoeken conform de streefdoelen voor de algemene doelgroep uitgevoerd. De cijfers voor het werkjaar 2000 worden ter beschikking ge-steld via het jaarverslag 2000.

Streefdoel voor de specifieke doelgroepen Kansarme gezinnen met kinderen van 0 jaar tot schoolgaande voor 100 % bereiken met 23 b i j-komende huisbezoeken ( = 23 uur) – het speci-fieke huisbezoekenpakket wordt volgens een 70/30-verhouding voor respectievelijk huisbzoeken en omkaderingsactiviteiten, v o o r n a m e-lijk overleg met externen, berekend.

Kinderen van 0 tot schoolgaande waarbij de diagnose kindermishandeling is vastgesteld, e n hun ouders, voor 100 % bereiken met acht bij-komende consulten. De dienstverleningsactivi-teit van Kind en Gezin ligt hoger bij vermoeden van kindermishandeling. In dat geval wordt het bijkomend zorgaanbod geregistreerd bij gezin-nen met individuele risico-indicatoren.

Gehandicapte kinderen van 0 tot schoolgaande en hun ouders voor 100 % bereiken met veer-tien bijkomende huisbezoeken.

(2)

gezondheids-en welzijnsbedreiggezondheids-ende factorgezondheids-en extra wordt be-l a s t , voor 100 % bereiken met veertien bijko-mende huisbezoeken.

Resultaat voor specifieke doelgroepen

In 1999 werden 47,3 % van de uit te voeren bij-komende huisbezoeken conform de streefdoe-len voor specifieke groepen uitgevoerd. Z e e r goed scoren hierbij de bijkomende huisbezoe-ken bij individuele risico-indicatoren, w a a r t o e ook de risico's voor kindermishandeling beho-ren.

De cijfers van 2000 worden beschikbaar gesteld via het jaarverslag 2000.

Bijlage 3 : Doelgroepbereik via huisbezoek per regio

Deze tabellen geven voor 1999 het doelgroep-bereik via huisbezoek aan per regio in het Vlaamse gewest.

Voor de steden A n t w e r p e n , Gent en Brugge, d i e respectievelijk zes, drie en twee regio's bevat-t e n , worden de cijfers op sbevat-tedelijk niveau in plaats van per regio weergegeven.

De cijfers voor het Brusselse Hoofdstedelijke gewest worden ook voor de twee Brusselse re-gio's samen weergegeven. We merken op dat de reden voor het vrij lage doelgroepbereik in Brussel mede ligt in het feit dat de norm voor het berekenen van het aantal "Vlaamse" ge-boorten in Brussel op 20 % van de gege-boorten l i g t , wat de realiteit heel waarschijnlijk ot r e f ot . Heot aanotal huisbezoeken daot men ver-wacht te moeten realiseren, ligt daarom ook te hoog.

Algemene opmerking

Naast het doelgroepbereik voor huisbezoek en c o n s u l t , werd de voorbije jaren ook gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit van het inhou-delijk medisch-preventief programma en kon op dat vlak ook een hoger doelgroepbereik worden vastgesteld.

Enkele voorbeelden :

De Algogehoorscreening werd ingevoerd in vervanging van de Ewingtest. Sinds de invoering van deze nieuwe test in 1998 en het proefproject in 1997 werden reeds 165 gehoorgestoorde kin-deren gedetecteerd. In 1998 werden 93,87 %

van de geboorten door Kind en Gezin ge-screend. In 1999 waren dit er 98 %.

In de periode 1997-1999 steeg het aantal vacci-naties met 22,3 % (aantal vaccivacci-naties in 1997 : 498.415 – aantal vaccinaties in 1999 : 610.393). 2. Kind en Gezin doet een beroep op de vrijwillige

participatie van ouders om preventieve kinder-zorg te realiseren. Daarnaast tracht Kind en Gezin privé-artsen te motiveren en in staat te stellen om dezelfde doelstellingen qua preven-tieve kinderzorg na te streven in hun privé-praktijk.

Concreet verloopt dit als volgt.

In alle kraamklinieken van het Vlaamse gewest en in sommige kraamklinieken van het Brussel-se Hoofdstedelijke gewest promoten regiover-pleegkundigen bij de pasbevallen moeders de preventieve zorgverlening. In 1999 ontving 86,2 % van de pasbevallen moeders van het V l a a m s e gewest bezoek van de regioverpleegkundige in de kraamkliniek.

Bij thuisbevalling of als de moeder na poliklini-sche bevalling reeds de kraamkliniek verlaten h e e f t , wordt dit eerste contact voor de promotie van de preventieve zorgverlening door de regio-verpleegkundigen aan huis gebracht.

Tijdens dit eerste contact geven de regiover-pleegkundigen "objectieve" informatie over "alle" mogelijkheden van preventieve zorgver-l e n i n g, dus ook over het aanbod van de privé-s e c t o r. Steedprivé-s wordt de cliënten erop gewezen dat ze beschikken over de vrijheid van keuze. Een combinatie van collectieve preventieve zorgverlening en preventieve zorgverlening van de privé-sector is ook mogelijk en wordt als dusdanig meegedeeld. Er zijn verschillende op-ties mogelijk :

– de ouders maken alleen gebruik van de pre-ventieve zorgverlening van Kind en Gezin, gebracht via huisbezoek en via consulten op het consultatiebureau voor het jonge kind ; – de ouders opteren voor huisbezoeken van de

regioverpleegkundige Kind en Gezin, g e-combineerd met medisch-preventieve con-sulten bij een privé-arts ;

(3)

huisbe-zoeken van de regioverpleegkundige Kind en Gezin ;

– de privé-arts die de medisch-preventieve op-volging doet, verwijst eenmalig, b i j v o o r b e e l d voor een bepaalde test zoals de A l g o g e h o o r-screening, naar consultatiebureau ;

– de privé-arts vraagt, in overleg met zijn c l i ë n t , om huisbezoek van de regioverpleeg-kundige om een risicosituatie op het vlak van welzijn/gezondheid op te volgen.

Het doelgroepbereik van Kind en Gezin is zeer hoog.

In 1999 bereikte de collectieve preventieve kin-derzorg 97 % van de pasgeborenen met min-stens één bezoek in de neonatale periode (0 tot 13 weken) en 83 % met minstens één consult. Kind en Gezin spant zich in om zijn dienstverle-ning voor iedereen bereikbaar te maken en in voldoende mate beschikbaar te stellen.

– Zo is er in elke regio een dagelijkse perma-nentie van een regioverpleegkundige tussen 9 en 12 uur (meer dan 400.000 telefoons per j a a r ) . Ouders kunnen persoonlijk of telefo-nisch via deze weg informatie en advies vra-g e n , afspraken maken of wijzivra-gen, alsook een luisterend oor en hulp vinden in geval van c r i s i s s i t u a t i e. Buiten deze uren kan men een boodschap inspreken op het antwoordappa-raat.

– Om kansarmen en allochtonen beter te kun-nen bereiken, worden interculturele mede-werkers en ervaringsdeskundigen tewerkge-steld en zijn er in concentratieregio's preven-tievezorgcentra met een aangepaste onthaal-functie en een aangepaste werkmethodiek, zoals groepswerking, om deze doelgroepen te bereiken.

– Om te voorzien in integrale dienstverlening op maat neemt de regionale dienstverlening van Kind en Gezin deel aan netwerking met andere diensten.

Om een nog beter kwalitatief zorgaanbod te be-reiken en om de preventieve zorgverlening nog beter te laten aansluiten op de vraag van jonge ouders werd de doelgroep, in de loop van de maand november jongstleden, in heel V l a a n d e-ren bevraagd over de kwaliteit van de dienstver-lening van Kind en Gezin. Er waren ook enkele

open vragen, zodat de ouders in de mogelijk-heid waren hun persoonlijke bevindingen en suggesties weer te geven. De resultaten zullen op beleidsniveau worden gebruikt voor het nieuwe beleidsplan van Kind en Gezin en ook op regionaal vlak om verbeterprojecten te reali-seren.

Verder stelt Kind en Gezin de privé-artsen in staat om dezelfde medisch-preventieve zorg te geven aan hun cliënteel.

Zo werd in samenwerking met de wetenschap-pelijke artsenverenigingen een gezondheids-boekje voor het kind ontworpen. Dit gezondheids-boekje vormt een communicatiekanaal tussen de privé-sector en de collectieve preventieve zorg. De brochures en folders van Kind en Gezin kunnen op aanvraag van de privé-sector gratis worden verkregen. De opleidingen voor de CB-artsen staan open voor de privé-sector (CB : consultatiebureau – red.). De opleiding voor preventieartsen wordt in samenwerking met Kind en Gezin geprogrammeerd en georgani-s e e r d , zodat deze interegeorgani-sgeorgani-sant zijn voor huigeorgani-sart- huisart-sen die in de preventiezorgsector willen werken en zodat het volgen van deze opleiding haalbaar is voor huisartsen.

3. Er lopen momenteel verschillende samenwer-k i n g e n , al dan niet besloten met een overeen-k o m s t , en er staan nog nieuwe projecten op sta-pel.

Een overzicht van de voornaamste bestaan-de/geplande samenwerkingsverbanden.

3.1.Samenwerking in het kader van de vaccina-tiedatabank

Het is momenteel mogelijk dat alle huisarts-sen/kinderarsten via het callcenter van de vacci-natiedatabank hun vaccinaties tegen hepatitis B laten invoeren in de vaccinatiedatabank.

Volgend jaar zullen de kinderartsen van de LO-GO's van Halle en Vi l v o o r d e, in het kader van een project, via Internet hun vaccinaties kunnen invoeren in de vaccinatiedatabank. (LOGO : l o -kaal gezondheidsoverleg – red.)

3 . 2 . Samenwerking in het kader van de gehoor-screening

(4)

behan-delende artsen op de hoogte te houden van ie-dere wijziging van hun cliënteel die in dit kader g e b e u r t , alsook dat er melding wordt gemaakt van de verdere follow-up.

3 . 3 . Samenwerking omtrent de ontwikkeling van het nieuwe voedingsbeleid voor Kind en Gezin Er werd onlangs een expertengroep opgericht binnen de Vlaamse Vereniging Kindergenees-kunde om tot een consensus te komen aangaan-de het nieuw te ontwikkelen voedingsbeleid voor jonge kinderen in Vlaanderen.

3 . 4 . Samenwerking omtrent te ontwikkelen di-dactisch materiaal voor preventievoering Recente voorbeelden :

– de ontwikkeling van de video omtrent pre-en perinatale begeleiding in sampre-enwerking met de Vlaamse Vereniging voor Kinderge-neeskunde (VVK), de Vlaamse Ve r e n i g i n g voor Obstetrie en Gynaecologie (VVOG) en

de Vlaamse Organisatie van V r o e d v r o u w e n (VLOV) ;

– de ontwikkeling van de folder en een weten-schappelijke werkbrochure ter preventie van wiegendood in samenwerking met de V l a a m-se Vereniging Kindergeneeskunde, d e Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg (VWVJ), de We t e n-schappelijke Vereniging van Vlaamse Huis-artsen (WVVH) en de Vlaamse Ve r e n i g i n g voor Obstetrie en Gynaecologie.

Veel van deze samenwerkingsverbanden ont-staan naar aanleiding van het gestructureerd overleg uit het oogpunt van kinderzorg (VVK, V W V J, WVVH) enerzijds en zwangerschaps-zorg (VLOG, VLOV) anderzijds.

De wetenschappelijke artsenverenigingen ont-vangen een exemplaar van de nieuwsbrief voor c o n s u l t a t i e b u r e a u - a r t s e n , "Net" genaamd, z o d a t ze snel geïnformeerd zijn over nieuwe ontwik-kelingen binnen de consultatiebureausector.

Bijlage 1

Doelgroepbereik van de consultatiebureaus in het Vlaamse gewest Doelgroepbereik = % ingeschreven kinderen (minstens eenmaal een servicepunt bezocht)

Doelgroepbereik Norm 1996 1997 1998 1999

in het Vlaamse strategisch

(5)
(6)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze regeling zal begin 2001 worden verspreid in de vorm van een subsidiegids, op basis waarvan de subsidies kunnen worden aangevraagd (cfr. nota aan de Vlaamse regering –

In het Beleidsplan Kinderopvang kondigde de mi- nister aan dat er jaarlijks en voor het eerst in het najaar van 2000, een geldsom van 750.000 frank zou worden uitgereikt aan

Op de begroting van Volksgezondheid (pro- gramma 42.2 – Medisch – Sociaal Beleid) zijn op basisallocatie 33.68 voor een bedrag van 5 miljoen frank subsidies ingeschreven

De zogenaamde "kindereffectenraad", w a a r n a a r werd verwezen bij de bespreking van de begroting 2 0 0 1 , werd opgericht bij besluit van de Vlaamse re- gering van 14

3. De minister beloofde reeds in 1999 naar aanlei- ding van een vraag om uitleg dat zij een vereen- voudiging van de regelgeving wilde realiseren. In bijgaande tabel vindt de

Naar aanleiding van de begrotingsbespreking " Welzijn" werd gesteld dat er meer middelen naar pleegzorg zouden gaan, onder meer omdat de vraag naar pleegzorg

Voor een deel van deze doelgroep biedt de ge- boden regeling een oplossing, namelijk voor wie met De Lijn kan reizen én ingeschreven/bekend is bij het Vlaams Fonds voor

Is het inderdaad zo dat een degelijk preventief onderzoek meerdere foto's vereist en dat niet alle foto's worden terugbetaald door de ziekte- v e r z e k e r i n g, wat betekent dat