• No results found

Vraag nr. 19van 14 december 2004van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 19van 14 december 2004van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 19

van 14 december 2004

van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Buitenlandse investeringen – Samenwerking met Wallonië

De weliswaar kortstondige gijzelingsactie in een bedrijf in Fleurus zal, gezien het herhalingseffect, wellicht geen goede indruk maken op potentiële investeerders. Daarvoor is het verschil tussen Vlaanderen en Wallonië in het buitenland spijtig genoeg nog niet bekend genoeg.

In dat verband had ik graag van de minister ver-nomen of de toenemende samenwerking met het Waals Gewest die zij in het vooruitzicht stelt, naast de buitenlandse handel ook betrekking heeft op het aantrekken van investeringen ?

Antwoord

Het promoten van Vlaanderen als investeringslo-catie is gebaseerd op de basistroeven van Vlaan-deren : een open, dynamische en welvarende ken-niseconomie; een centrale ligging in Europa (Eu-ropese instellingen); een sterk ontwikkelde logis-tieke en transportinfrastructuur; een hoogopgelei-de en productieve meertalige werkkracht; een uit-stekende communicatie-infrastructuur; een hoog niveau van O&O(onderzoek en ontwikkeling – red.); een aangenaam leefklimaat met goed ont-wikkelde ziekenzorg; enzovoort.

In het kader van een toenemende samenwerking -op vrijwillige basis - blijft elke regio zijn specifieke troeven uitspelen ten aanzien van potentiële bui-tenlandse investeerders. Dat betekent dat de mar-ketingacties en -middelen van FFIO (Flanders Foreign Investment Office) en zijn Waalse tegen-hanger OFI (Office for Foreign Investors) een duidelijk regionale aanpak zullen blijven verto-nen:

– eigen brochures, – een eigen website,

– een eigen keuze van beurzen en seminaries, – samenwerkingsprogramma's met universiteiten

en kenniscentra, – ...

Niets belet echter dat gezamenlijke investeringsse-minaries georganiseerd kunnen worden tijdens ge-zamenlijke missies, of dat een investeringssemina-rie van een regio tijdens een missie in het buiten-land ook openstaat voor bedrijven uit de twee an-dere regio's. Onze Vlaamse ondernemingen krij-gen op die manier veel meer opportuniteiten aan-geboden om aan specifieke missies deel te nemen. De concurrentie inzake "aantrekken van investe-ringen" speelt zeker, maar men moet zich ook be-wust zijn van het feit dat het om verschillende troeven gaat die uitgespeeld kunnen worden door elke regio.

Bovendien zijn er in ons land ook een aantal as-pecten van het investeringsklimaat verbonden aan de federale bevoegdheden : fiscaliteit, sociale ze-kerheid, toegang tot het grondgebied voor buiten-landse werknemers,...

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Meer bepaald heeft zij mij de uitgekeerde wedde- toelagen meegedeeld, evenals het werkingsbudget dat voor de scholen in de verschillende faciliteiten- gemeenten werd

Voor scholen die ondersteuning krijgen via het gelijkekansendecreet zal er dan een zicht zijn op het aantal kinderen waarvan de thuistaal niet het Nederlands

Zij kunnen zich daarbij verschuilen achter het feit dat de federale minister van Economische Zaken nog altijd geen uitvoeringsbesluiten terzake in het Staatsblad heeft

" Wanneer de overtreder behoort tot het personeel van een provincie, een gemeente of een andere ge- decentraliseerde of zelfstandige openbare dienst en de overheid aan wie

Overeenkomstig de decreten van 19 april 1995 (be- drijfsruimten) en 22 december 1995 (woningen) wordt in dergelijke gevallen de invordering van de heffing op leegstaande

De opmerkingen van de gemeente Bornem zijn toegekomen bij de administratie Wegen en Ve r k e e r (afdeling Wegen en Verkeer Antwerpen) die de streefbeeldstudie laat

– Iedere voorziening die een aanvraag tot ge- lijkstelling heeft ingediend, wordt daarenbo- ven op het vlak van de bereidheid en de mo- gelijkheid om de Nederlandse taal te gebrui-

Gelet op de zoëven vermelde elementen, kan ik dus niet bevestigen dat personen met een klacht die een beroep doen op de diensten van het steun- p u n t , meestal een antwoord