• No results found

Vraag nr. 40 van 14 december 2001 van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 40 van 14 december 2001 van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 40

van 14 december 2001

van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Franstalige faciliteitenscholen – Inspectie Basison-derwijs

1. Destijds deelde minister Vandenbossche mij mee dat de Inspectie Basisonderwijs niet be-voegd is om controle uit te oefenen op het on-derwijspeil van Franstalige scholen in de facili-teitengemeenten.

Hij voegde daar wel aan toe dat de Inspectie Basisonderwijs sommige controles op de regel-geving kan doen en kan nagaan hoeveel lessen Nederlands gegeven worden.

Wanneer heeft voor het laatst een dergelijke controle plaatsgevonden ?

2. Kan de minister mij de meest recente gegevens verstrekken aangaande het aantal directeurs, kleuteronderwijzers en andere personeelsleden die in het Franstalig faciliteitenonderwijs in Vlaanderen tewerkgesteld zijn ?

Antwoord

1. De Inspectie Basisonderwijs is inderdaad niet bevoegd om controle uit te oefenen op het on-derwijspeil van Franstalige scholen in de facili-teitengemeenten.

Toch kan de Inspectie sommige controles op de regelgeving doen. Zo maakten de inspecteurs bij het begin van elk schooljaar een verslag op waarin vermeld stond :

1) of de school uitsluitend bezocht wordt door kinderen van wie het gezinshoofd in één van de gemeenten vermeld in artikel 7, § 1 van de taalwet (2 augustus 1963) verblijft ; 2° of het bestuurs- en onderwijzend personeel

de wettelijk vereiste taalkennis bezit (artike-len 13, 14 en 15 van de wet van 30 juli 1963) ; 3° of het onderwijs in de tweede taal

georgani-seerd wordt zoals bepaald in artikel 7, § 3 van de wet van 2 augustus 1963 ;

4° of alle administratieve handelingen van de schooloverheid in het Nederlands geschie-den.

Voor de Franstalige scholen gelegen in de facili-teitengemeenten vonden de controles met be-trekking tot de taalregeling voor het laatst plaats tijdens het schooljaar 1998-1999. De laat-ste verslagen van dergelijke controles werden opgemaakt eind september 1998.

Van die datum af werd de Inspectie door de toenmalige minister van Onderwijs verzocht die controle niet meer uit te oefenen. Er liepen ge-sprekken over de aanmaak van een nieuw pro-tocol.

2. De onderstaande cijfers bevatten de aantallen personeelsleden in de negen scholen van het Franstalig faciliteitenonderwijs op 1 december 2001.

Deze aantallen omvatten zowel de vastbenoem-de personeelslevastbenoem-den, als vastbenoem-de tijvastbenoem-delijke personeels-leden in openstaande plaatsen en de tijdelijke personeelsleden in niet-openstaande plaatsen (vervangers).

Personeelsleden die een terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden vooraf-gaand aan het rustpensioen genieten, zijn niet opgenomen in de cijfergegevens. In totaal is dit een groep van negentien personeelsleden. Het is mijns inziens belangrijk een opsplitsing te maken tussen enerzijds de aantallen in absolute cijfers en anderzijds de vertaling daarvan naar voltijdse equivalenten, wat beleidsmatig rele-vanter is.

Aantal personeelsleden (vastbenoemden, t i j d e-lijken in openstaande en niet-openstaande plaatsen) in absolute cijfers :

Ambt Aantal

Kinderverzorger 9

Kleuteronderwijzer 63

Onderwijzer 119

Leermeester Godsdienst 20

Leermeester Niet-Confessionele Zedenleer 5 Leermeester Lichamelijke Opvoeding 14

Directeur 10

Opsteller 9

(2)

Aantal personeelsleden (vastbenoemden, t i j d e-lijken in openstaande en niet-openstaande plaatsen) in voltijdse equivalenten :

Ambt Aantal voltijdse

equivalenten

Kinderverzorger 2,84

Kleuteronderwijzer 57,00

Onderwijzer 110,12

Leermeester Godsdienst 8,50

Leermeester Niet-Confessionele Zedenleer 3,58 Leermeester Lichamelijke Opvoeding 7,04

Directeur 10,00

Opsteller 3,45

Wedertewerkgestelde administratieve hulp 0,52

Belangrijk is ook te vermelden dat er een ver-schil is tussen de reële personeelsbezetting, zoals die hierboven is weergegeven, en de orga-nieke personeelsbezetting, waarbij vervangers van ziekteverloven en dergelijke niet meegere-kend worden.

Hierna vindt de Vlaamse volksvertegenwoordi-ger het overzicht van de personeelsaantallen per ambt van de vervangers.

Aantal personeelsleden in niet-openstaande plaatsen (vervangers) in absolute cijfers :

Ambt Aantal

Kinderverzorger 1

Kleuteronderwijzer 13

Onderwijzer 18

Leermeester Godsdienst 2

Leermeester Niet-Confessionele Zedenleer 1 Leermeester Lichamelijke Opvoeding 1

Directeur 1

Aantal personeelsleden in niet-openstaande plaatsen (vervangers) in voltijds equivalenten :

Ambt Aantal voltijds

equivalenten

Kinderverzorger 0,25

Kleuteronderwijzer 8,87

Onderwijzer 15,00

Leermeester Godsdienst 0,58

Leermeester Niet-Confessionele Zedenleer 0,50 Leermeester Lichamelijke Opvoeding 0,58

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op een actuele vraag van de heer Dany Va n d e n- bossche antwoordde ik in de plenaire vergadering als volgt : "Ik onderstreep dat ik deze beslissing als minister van Cultuur en

Kan de minister bevestigen dat die situatie intussen werd

Hierdoor wordt een degelijke, volledige en tijdige inventarisatie mogelijk, rekening houdende met het feit dat Export Vlaanderen meerdere vertegen- woordigingen heeft in

Het betreft het kruispunt van de Jubellaan met de Po s t z e g e l l a a n , het Battelcomplex (aan de verbin- ding van de N16 met de E19, het kruispunt op de R 12 met het

Er bereiken mij nog geregeld berichten over perso- neel van De Lijn dat zich in V l a a m s-Brabant nog altijd van zowel het Nederlands als het Frans be- dient om met de reizigers

De extra lestijden die in het kader van het tijdelijk project aan de Nederlandstalige scholen van het basisonderwijs in de rand- en taalgrensgemeenten worden toegekend,

juni 2001 in verband met de controle op de leer- lingencijfers van de verschillende gemeenschap- pen meer inzicht gekregen in de wijze waarop die controle is verlopen

Voor de Franse Ge- meenschap werd het bestand verminderd met zeven leerlingen die bij vergelijking met het be- stand van de Vlaamse Gemeenschap ten on- rechte in dat van