Vraag nr. 112 van 24 januari 1997
van mevrouw CECILE VERWIMP-SILLIS
Koepels ouderverenigingen V C OV en EVO – Sub-sidies
Bij de bespreking van het ontwerp van decreet betreffende de subsidiering van de ondersteunings-centra van ouderverenigingen en van erkende ver-enigingen die vorming voor ouders van school-gaande kinderen organiseren (Stuk 287 (1995-1996) – Nr. 1 ) , heeft de minister van Onderwijs zowel in de commissie (Stuk 287 (1995-1996) – N r. 3 , b l z . 9 en 10) als in de plenaire vergadering (Handelingen 51 van 4 juni 1996, b l z . 2554 en 2555) ontkend dat de bestaande koepels van ouderver-enigingen al subsidies ontvangen van het departe-ment Cultuur.
Op een schriftelijke vraag hieromtrent antwoordde de minister van Cultuur dat de verenigingen V C OV (Vlaamse Confederatie van Ouders en Ouderverenigingen) en EVO (Educatieve Ve r e n i-ging voor Ouderwerking in het Officieel Onder-wijs) zowel in 1995 als in 1996 subsidies ontvingen van de afdeling Volksontwikkeling en Bibliotheken (vraag nr. 244 van 12 juli 1996, Bulletin van V r a g e n en Antwoorden nr. 18 van 20 september 1996, b l z . 1063).
Op de begroting 1997 is eenzelfde bedrag inge-schreven als in 1996.
Ik sta argwanend tegenover het systeem van het "dubbel loket". Het kan aanleiding geven tot een dubbele subsidiering van dezelfde activiteiten en controle hierop is moeilijk.
1. Hoe komt het dat de ministers van Cultuur en Onderwijs elkaar terzake tegenspreken ?
2. Hoe worden de taken van V C OV en E VO / N VO opgesplitst om ze jaarlijks subsi-dieerbaar te maken voor het departement Cul-tuur en het departement Onderwijs ?
3. Hoe verloopt de controle hierop ?
Antwoord
1. In eerste instantie valt de zogezegde tegen-spraak tussen mijn collega minister Martens en mijzelf sterk te nuanceren.
Het zal de Vlaamse volksvertegenwoordiger niet onbekend zijn dat een koepelorganisatie uit verschillende rechtspersonen kan samengesteld zijn. De verschillende VZW's die deel uitmaken van de organisatie worden dusdanig samenge-steld en hebben een dusdanige werking dat zij voldoen aan de voorwaarden van de regelge-ving die een specifieke subsidiëring op het oog h e e f t . Zo werkt het Vlaams Centrum voor Ondersteuning van Ouderverenigingen enkel en alleen met subsidies die vanuit het departe-ment Onderwijs worden verleend en niet met middelen van Cultuur. Hoewel de V l a a m s e Confederatie partner is, ontvangt ze geen mid-delen van Onderwijs.
Derhalve is er geen enkele tegenspraak tussen mijn collega en mijzelf. Uit contacten met het kabinet van mijn collega blijkt trouwens dat aldaar deze situatie omstandig werd uiteengezet aan de Vlaamse volksvertegenwoordiger. 2. Wat het tweede luik van de vraag betreft, moet
ik de Vlaamse volksvertegenwoordiger erop wijzen dat het niet aan het departement Onder-w i j s, noch aan het departement Cultuur toe-komt, na te gaan hoe de interne organisatie van de ondersteuningscentra, in casu het V l a a m s Centrum voor Ondersteuning van Oudervereni-gingen en het ondersteuningscentrum van de Koepel van Ouderverenigingen van het Offi-cieel Gesubsidieerd Onderwijs (KOOGO) en de Raad van Ouders van het Gemeenschapson-derwijs (ROGO), geschiedt. Conform de desbe-treffende decreten wordt nagegaan of er wordt voldaan aan de terzake geldende voorwaarden. Indien dit het geval is, kunnen er naargelang de beschikbare middelen subsidies worden ver-leend.
Zo wordt de aanvraag om te worden erkend en middelen te ontvangen als ondersteuningscen-trum ingediend door het Vlaams Cenondersteuningscen-trum voor Ondersteuning van Ouderverenigingen, t e r w i j l de VCOV zelf geen aanvraag indient tot erken-ning als ondersteuerken-ningscentrum. De subsidie-aanvraag door het Vlaams Centrum voor Ondersteuning van Ouderverenigingen geschiedt enkel bij het departement Onderwijs. Geen enkel van de projecten die via haar part-ner V C OV in het ondersteuningscentrum wor-den ingebracht, is het voorwerp van een aan-vraag tot subsidiëring elders. Het is uiteraard zo dat de VCOV nog anderen vragen heeft lopen, maar dan voor projecten die niet in het dossier "onderwijs" zijn opgenomen.
3. De controle op de activiteiten van de onder-steuningscentra en van de erkende verenigingen op de aanwending van de subsisies en de even-tuele sancties die opgelegd kunnen worden, werden decretaal vastgelegd in het hoofstuk IV van het decreet betreffende de subsidiëring van de ondersteuningscentra van ouderverenigingen en van erkende verenigingen die vorming voor ouders van schoolgaande kinderen organiseren. Ook het uitvoeringsbesluit van 10 mei 1995 van het decreet houdende een subsidiëring voor verenigingen van volksontwikkelingswerk voor-ziet terzake in een omstandige controle en eventuele sanctionering.
