• No results found

Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen door de Nederlandse Levensmiddelenindustrie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen door de Nederlandse Levensmiddelenindustrie"

Copied!
41
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RIJST

Internationaal Maatschappelijk

Verantwoord Ondernemen door de Nederlandse Levensmiddelenindustrie

FNLI activiteiten en resultaten van het derde jaar IMVO Convenant Voedingsmiddelen

KOFFIE

CASHEWNOTEN CACAO PALMOLIE SOJA

(2)

H

et is mooi om te zien hoe we als FNLI erin geslaagd zijn om, ook tijdens deze coronacrisis, IMVO-risicomanagement bovenaan de agenda te houden. We hebben met alle aangesloten branches gesprekken gevoerd om het onderwerp te concretiseren en behapbaar te maken voor de achterban. We zien het als onze rol om bedrijven te faciliteren, inspireren en te helpen met IMVO-risicomanagement. Het convenant biedt een belangrijk kader om met elkaar te leren en kennis te delen. Het is inspirerend om te zien hoe serieus Nederlandse bedrijven aan de slag zijn met IMVO-risicomanagement. Dat gebeurt nu nog op vrijwillige basis maar is zeker niet vrijblijvend.

Er zijn opnieuw grote stappen gemaakt, zo blijkt uit de analyse van dit jaar. Nieuwe partijen, vooral MKB- bedrijven, begonnen met IMVO-risicomanagement en anderen maakten verdergaande stappen. Ik zie hoe grootbedrijven kennis delen waar MKB-bedrijven hun voordeel mee kunnen doen. Maar ik zie ook de roep om op Europese en internationale schaal samen te werken.

De verduurzaming van internationale agro-food ketens is zeer complex en samenwerking is van groot belang.

Ik wil ook kort de rol van certificering aanstippen. Ik denk dat het goed is daar genuanceerd tegenaan te kijken.

Certificering is een goede manier om bij te dragen aan verduurzaming van de keten waar de boer voor wordt beloond. Het is zeker niet het enige instrument, en het lost niet alle problemen op, maar het is wel degelijk een belangrijk instrument. Zeker omdat certificering plaats vindt op normen die zich blijven ontwikkelen op basis van nieuwe inzichten.

Ik zie het Nederlandse voedingsmiddelenconvenant als een belangrijke proeftuin om te blijven leren en te experimenteren met IMVO-risicomanagement.

Voorsorterend op de wetgeving die komen gaat is dat van groot belang. Het is duidelijk dat er de komende tijd veel veranderingen aankomen, zowel in Nederland als op Europees niveau waar hard wordt

gewerkt aan due diligence wetgeving, wetgeving over rapportageverplichtingen en wetgeving op het gebied van het tegengaan van ontbossing. Deze nieuwe wetgeving vraagt veel van bedrijven, vooral van MKB- bedrijven. Maar met de tools die ontwikkeld zijn in het kader van het convenant, de kennisuitwisseling die op gang is gekomen en de stevige kennisbasis die we hebben gelegd, heb ik er vertrouwen in dat onze bedrijven voorbereid zijn. Dat wil niet zeggen dat we afwachten tot de wetgeving er ligt. FNLI zal zich blijven inzetten voor wetgeving die implementeerbaar, duidelijk en eenduidig is. Bovendien pleiten we voor een gezamenlijke aanpak op Europees niveau, in lijn met het SER advies. Dit zorgt voor een gelijk speelveld voor alle bedrijven. Niet in de laatste plaats zullen we ons ook in het komende jaar, samen met de convenantspartners, blijven inspannen voor IMVO-risicomanagement. We streven ernaar om ook de komende jaren verder te gaan met de sectoranalyses en een aantal nieuwe sectoren toe te voegen. Om zo, naast de voortgang van leden, de IMVO-inspanningen van sectoren in beeld te brengen.

“Ik zie het Nederlandse

voedingsmiddelenconvenant als een belangrijke proeftuin om te blijven leren en te experimenteren met IMVO-risicomanagement.

Voorsorterend op de

wetgeving die komen gaat is dat van groot belang.”

Cees-Jan Adema

Directeur van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI)

Voorwoord

2

Voor u ligt de derde sectorrapportage over IMVO- risicomanagement van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI). Deze jaarlijkse

publicatie werd in het leven geroepen om te voldoen aan rapportageverplichtingen onder het IMVO Convenant Voedingsmiddelen, maar is inmiddels zoveel meer dan dat. De vragenlijst waarmee deze rapportage tot stand komt, is uitgegroeid tot een veelzijdige assessment tool die bedrijven inzicht geeft in de stappen die ze nu al nemen en de stappen die ze nog kunnen nemen. De publicatie zelf laat zien wat het Nederlandse MKB en grootbedrijf onderneemt om risico’s in haar ketens uit te sluiten en bij te dragen aan een duurzame toekomst maar laat ook de complexiteit zien van problemen in de geïdentificeerde grondstoffenketens.

(3)

Inhoudsopgave

Inspanningen FNLI 2021 4

Jaarlijkse kwantitatieve monitoring onder leden 6

Analyse van de resultaten van het grootbedrijf 7 Analyse van de resultaten van het MKB 12

IMVO-risicomanagement in de praktijk 17 Sectoranalyses

Rijst 22 Cashewnoten 25 Cacao 28 Koffie 31 Palmolie 34 Soja 37

Referenties 40

3

(4)

H

et op een goede manier implementeren van IMVO-risicomanagement vraagt veel van bedrijven maar levert als het goed is ook veel op. Gelukkig is er een rijke kennisbasis beschikbaar die bedrijven kunnen gebruiken om concreet aan de slag te gaan. Het afgelopen jaar heeft de FNLI hard gewerkt om zoveel mogelijk kennis te ontsluiten en IMVO-risicomanagement overzichtelijk en behapbaar te maken. Deze sectie zoomt in op een aantal tools die zijn ontwikkeld.

Self-assessment

Om de voortgang van het voedingsmiddelenconvenant te monitoren, is in 2019 een IMVO self-assessment opgesteld voor leden van FNLI, CBL en KNSV. Door middel van dit jaarlijkse onderzoek krijgen bedrijven inzicht in de status van IMVO binnen hun organisatie.

De FNLI koppelt ook concreet advies aan de resultaten van het self-assessment waar leden actief gebruik van maken. Vooral MKB-bedrijven worstelen soms met de verschillende stappen om IMVO-risicomanagement te implementeren, en de mate waarin zij zelf invloed kunnen hebben op complexe problemen in hun keten. Op basis van de resultaten uit het self-assessment ontvangen bedrijven een statusrapport en aanbevelingen voor vervolgstappen. Zo biedt de FNLI MKB-bedrijven naast relevant inzicht ook handelingsperspectief.

Op initiatief van de FNLI is dit jaar een nieuwe multifunctionele tool ontwikkeld voor het IMVO self- assessment. Deze nieuwe tool is tot stand gekomen in

Inspanningen FNLI 2021

samenwerking met convenantpartijen, in het bijzonder de KNSV en de SER. Door middel van de tool, worden bedrijven stapsgewijs door de OESO-richtlijnen geleid.

Ook bevat de tool een kennisbank waar leden zich verder kunnen verdiepen in IMVO. De tool is een primeur voor FNLI- en KNSV-leden. Het biedt de gebruikers toegang tot informatie, aankondigingen, financieringsmogelijkheden en handige voorbeelddocumenten.

IMVO-stappenplan

Om haar leden goed te ondersteunen, heeft de FNLI een externe consultant de opdracht gegeven het stappenplan voor IMVO-risicomanagement uit 2018 te herzien. Dit stappenplan is ontwikkeld voor IMVO- starters die ondersteuning zoeken bij de toepassing van IMVO. Samen met de convenantpartijen is intensief samengewerkt om de OESO-richtlijnen beter aan te laten sluiten bij de praktijk van deze bedrijven. Als onderdeel van de herziening zijn een aantal knelpunten in de OESO-richtlijnen geïdentificeerd, die voor ondernemingen onvoldoende houvast bieden of lastig in praktijk te brengen zijn. Er hebben diepgaande gesprekken plaatsgevonden met experts uit het convenant over de interpretatie van de richtlijnen. Dit vernieuwde stappenplan is door de SER gepubliceerd als een openbaar convenantdocument, waarmee de kwaliteit van het stappenplan is gewaarborgd. De FNLI verwelkomt de publieke beschikbaarheid van het stappenplan, om zo ook bedrijven buiten het convenant te ondersteunen met IMVO-risicomanagement.

4

(5)

Factsheets

In samenwerking met maatschappelijke organisaties en vakbonden zijn er voor 12 prioritaire grondstoffen factsheets ontwikkeld voor IMVO-risicomanagement.

Deze helpen de bedrijven bij het identificeren van de risico’s in deze grondstoffenketens. Per grondstof benoemt de factsheet op hoofdlijnen de belangrijkste sociale en milieurisico’s, en stelt additionele informatie beschikbaar over relevante keurmerken, sectorinitiatieven en expert partners.1 Op deze manier wordt het ook inzichtelijk bij welke bestaande initiatieven bedrijven kunnen aansluiten om specifieke risico’s in de keten aan te pakken, zodat ze in veel gevallen niet zelf het wiel hoeven uit te vinden. De factsheets zijn opgesteld met behulp van verschillende experts uit de desbetreffende ketens, en vormen een uitstekend startpunt voor verdere analyse door de gebruiker zelf.

Samenwerkingen en kennis delen

De FNLI en haar leden hebben zich ook dit jaar gericht op samenwerking en kennisuitwisseling. Zo nemen dit jaar twee bedrijven (Ravensbergen en Hoogesteger) en één branchevereniging (NVB) uit de FNLI-achterban deel aan een samenwerking met de SER en de HAS. Studenten van de HAS-opleiding International Food & Agribusiness maken een risicoanalyse voor de twee bedrijven en de branchevereniging, en brengen begin 2022 een concreet advies uit.

Om de kennisuitwisseling tussen MKB-bedrijven te stimuleren, is er een MKB-intervisiegroep opgericht met FNLI- en KNSV-leden. Deze groep biedt een veilige omgeving voor MKB-bedrijven om kennis uit te wisselen over IMVO-vraagstukken. Deelnemers van de groep zijn vrij om zelf vragen aan te dragen of voorbeelden te delen.

5

“Het was mooi om te zien dat IMVO-risicomanagement nog meer is gaan leven. Het contact tussen de branche- organisaties op dit thema is afgelopen jaren steeds intensiever geworden. Dat is heel mooi want we kunnen zoveel van elkaar leren. Het project met de studenten van de HAS is nog in volle gang, maar laat zien dat een dergelijke samenwerking ontzettend interessant is en kansen biedt voor de toekomst. Door samen te werken en op een laagdrempelige manier advies in te winnen, lukt het steeds beter om IMVO-risicomanagement concreet en behapbaar te maken voor het MKB.”

– Anneloes Hodes, beleidsadviseur FNLI

Bij de FNLI aangesloten brancheorganisaties, zoals VBZ, NVB, FWS en AKSV, zijn steeds intensiever betrokken bij het convenant. Dit is van belang vanwege de vaak sectorspecifieke vraagstukken. Dit jaar zijn er acht (virtuele) branche-, bestuurs- en ledenbijeenkomsten gehouden met het thema IMVO. Hier heeft een groot deel van de top van de voedingsmiddelenindustrie aan deelgenomen. Daarnaast neemt een aantal FNLI-leden deel aan een training over IMVO en inkoop. Daarin worden IMVO- en de OESO-richtlijnen behandeld, en ontvangen deelnemers het Nevi Certificaat IMVO voedingsmiddelen.

Ook deze sectorrapportage is een belangrijk instrument van de FNLI om kennis en praktijkvoorbeelden te delen.

Deze rapportage geeft een mooi inzicht in wat de sectoren en individuele bedrijven doen om internationale handelsketens te verduurzamen. Het dient als inspiratie- bron ter bevordering van IMVO.

“Bedrijven in de drankensector werken hard aan verduurzaming, IMVO is hier een belangrijk onderdeel van. Het convenant faciliteert samenwerking tussen bedrijven en met externe partijen, zoals de HAS Hogeschool. Bedrijven krijgen hiermee waardevolle inzichten en adviezen én er wordt geïnvesteerd in personeel met skills die met toekomstige IMVO- wetgeving steeds harder

nodig zijn.”

Eric Veldwiesch Manager Duurzaamheid en Ketenbeheer bij FWS - Branchevereniging voor frisdranken, waters en sappen - en Nederlandse Brouwers

(6)

6

Figuur 1  Aantal deelnemende bedrijven per jaar

2019 2020 2021

MKB: <250 medewerkers Grootbedrijf: >250 medewerkers

Aantal respondenten per jaar, verdeeld naar bedrijfsomvang

Aantal respondenten

0 10 20 30 40 50 60 70

15 19

28 53

26 61

N

et als vorig jaar is er een self-assessment vragenlijst over IMVO-risicomanagement gedeeld met de bedrijven die onder het convenant vallen. Dit jaar zijn er 87 bedrijven opgenomen in de analyse. Een nieuw record.

Op basis van de analyse kan worden gesteld dat van de 87 bedrijven die dit jaar het assessment hebben ingediend, meer dan de helft een jaaromzet van hoger dan 100 miljoen euro op de Nederlandse markt heeft.

Dit geeft aan hoeveel impact deze bedrijven kunnen hebben in hun internationale ketens. De afgelopen jaren hebben in totaal 131 FNLI-bedrijven met het self- assessment inzicht verkregen in hun IMVO-beleid.

Deze sectie laat apart de resultaten zien van MKB- bedrijven en grote bedrijven in 2021. Bij zowel het MKB als bij het grootbedrijf zijn op alle onderdelen van IMVO-risicomanagement stappen gezet.

Figuur 1 laat zien dat het aantal bedrijven dat deelneemt aan het onderzoek elk jaar is gestegen. Dit jaar deden maar liefst 41 bedrijven mee die eerder nog niet deelnamen aan de IMVO-monitoring. Dit betekent ook dat een deel van de bedrijven die vorig jaar deel hebben genomen aan het self-assessment, nu niet deel hebben genomen. Naar verwachting heeft dit te maken met de verkorte openingstijd van het assessment én de eindejaarsdrukte bij veel van onze leden. We gaan er van uit volgend jaar weer een toename van respondenten te zien vanwege gunstigere timing van het onderzoek.

Jaarlijkse kwantitatieve monitoring onder leden

Doordat voor veel van deze bedrijven IMVO- risicomanagement relatief nieuw is, valt de overall gemiddelde score op sommige vragen wat lager uit dan voorgaande jaren. Echter, het feit dat zo’n grote groep is ingestapt om met IMVO-risicomanagement aan de slag te gaan is goed nieuws.

Het self-assessment is opgedeeld in tien hoofdvragen die allemaal nauw corresponderen met de stappen in het stappenplan voor IMVO-risicomanagement. Elke hoofd- vraag is onderverdeeld in deelvragen. De deelvragen kennen allemaal een specifieke weging.

(7)

Figuur 2  Gemiddelde scores IMVO thema’s naar bedrijfsgrootte

Figuur 3  Prioritaire grondstoffen in de keten

<250 medewerkersMKB:

Grootbedrijf:

>250 medewerkers

Gemiddelde scores IMVO naar bedrijfsomvang

Score

0 10 20 30 40 50 60 70

2021 2020

Specerijen Palmolie Citrusvruchten

Soja Kokos Rijst CacaoRietsuik

er Cashewnoten

Koffie Thee Hazelnoten In de top 5 grootste volumes Aanwezig in de producten

Prioritaire grondstoffen in de keten

Aantal keer benoemd

0 10 20 30 40 50 60 70

De scores op de deelvragen worden samengenomen om te komen tot een gewogen gemiddelde score per hoofdvraag. Hoe hoger deze score, hoe verfijnder de implementatie van het IMVO-risicomanagement is. Figuur 2 laat de gemiddelde scores op de IMVO- risicomanagement thema’s zien voor zowel het MKB als het grootbedrijf. Zoals eerder aangegeven leidt het groot aantal met name MKB-bedrijven dat voor het eerst deelneemt naar verwachting tot een lagere gemiddelde score. Bij het grootbedrijf is de score ten opzichte van vorig jaar juist toegenomen.

Alle 87 bedrijven hebben aangegeven welke door de FNLI aangemerkte prioritaire grondstoffen aanwezig zijn in hun producten. Al deze grondstoffen staan in figuur 3.

In het oranje is aangegeven welke grondstoffen de bedrijven gebruiken en in het groen welke grondstoffen in de top 5 zitten qua volume. Kleinere producten zoals kokos en hazelnoten worden bijvoorbeeld gebruikt maar staan niet in de top 5 qua aankoopvolume. Specerijen, soja, palmolie en citrusvruchten worden door de meeste bedrijven gebruikt. Palmolie, soja en citrusvruchten zijn het vaakst te vinden in de top 5 grootste grondstoffen.

De figuur laat duidelijk zien dat de prioritaire grondstoffen geen groot deel uitmaken van het totaalvolume

van bedrijven.

Per grondstof hebben alle respondenten aangegeven of deze in de top vijf grootste aangekochte volumes valt.

Daarbij zijn ook de landen van oorsprong uitgevraagd.

De top 5 aan meest ingekochte grondstoffen is voor elk bedrijf logischerwijs anders. In tabel 1 is per grondstof de meest genoemde origine nog toegevoegd. Voor een aantal grondstoffen, zoals cashewnoten en citrus vruchten, wordt het vaakst ‘onbekend’ ingevuld, dat laat maar weer zien hoe ingewikkeld het kan zijn om de precieze origine te achterhalen van grondstoffen met lange en complexe ketens.

Analyse van de resultaten van het grootbedrijf

In de volgende sectie kijken we naar de resultaten van het grootbedrijf, er is gekozen voor een splitsing op basis van het aantal medewerkers: bedrijven met meer dan 250 medewerkers kregen een uitgebreider assessment. In totaal vulden 26 bedrijven de vragenlijst in, twee minder dan vorig jaar. In figuur 4 zien we de gemiddelde score van de vijf hoofdthema’s voor grootbedrijven. Per hoofdthema zijn verschillende hoofdvragen en deelvragen gesteld en die leiden vervolgens tot een gemiddelde score per thema.

Figuur 4 laat mooi zien dat de score voor het verankeren van IMVO-risicomanagement in het beleid en de toegang tot herstel (‘access to remedy’) een hoge score halen, net als rapportage over IMVO-risicomanagement.

Grondstof Land

Specerijen Onbekend- Indonesië*

Soja Brazilië

Palmolie Indonesië

Citrusvruchten Onbekend- Italië*

Kokos Indonesië

Rijst Italië

Cacao Onbekend - Ivooorkust*

Rietsuiker Brazilië

Cashewnoten Onbekend - Vietnam*

Koffie Onbekend - Brazilië*

Thee China

Hazelnoten Turkije

Tabel 1  Meest genoemde origine per grondstof

*Voor deze grondstof werd het vaakst ‘onbekend’ ingevuld. De weergave toont nu het land dat als één na vaakst genoemd werd.

Figuur 4  Gemiddelde scores op de IMVO-thema's

Identificeren, beoordelen, prioriteren van risico’s

Plan van aanpak

Beleid, verankering en toegang tot herstel

Verificatie

Rapportage

0 10 20 30 40 50 60 70 80

Gemiddelde scores IMVO thema’s voor grootbedrijven

Score

7

(8)

De andere thema’s zoals verificatie, plan van aanpak en risico identificatie en prioritering halen ook een voldoende maar scoren wat lager.

In figuur 5 staat per hoofdvraag de gemiddelde score die door de grote bedrijven is behaald op die hoofdvraag.

Als op alle deelvragen de maximale score is behaald wordt ook op de hoofdvraag een maximale score behaald (100% van de punten). In figuur 5 is te zien voor welk van de tien IMVO-risicomanagement onderdelen de bedrijven de hoogste score halen. Dat zijn de onderwerpen waar de implementatie het verst is.

Figuur 5 laat zien dat bedrijven een hele hoge score halen op de hoofdvraag die gaat over het inzicht in de eigen productieketens (89 van de 100). Dit inzicht is het startpunt van verder IMVO-risicomanagement. Ook scoren veel bedrijven hoog (73 van de 100) op de vraag die gaat over klachtenprocedures (‘access to remedy’), een zeer belangrijk onderdeel van IMVO-risicomanagement. De hoofdvragen over het hebben van een IMVO-beleid, het integreren van het IMVO-beleid in de organisatie en het communiceren over IMVO-beleid scoren ook allemaal hoog, zo rond de 70. De laagste scores worden behaald op het inventariseren en prioriteren van de IMVO-risico’s.

Bedrijven geven aan wel risicoanalyses uit te voeren, maar soms nog niet voor alle grondstoffen, nog niet op regelmatige basis of nog niet in alle delen van de organisatie.

In figuur 6 zijn de resultaten van vorig rapportagejaar (geel) en dit rapportagejaar (blauw) weergegeven.

Omdat er 41 bedrijven deel hebben genomen aan het self-assessment die niet eerder hebben deelgenomen, zijn de resultaten niet een op een vergelijkbaar. Figuur 6 laat dan ook een algemeen beeld zien van de behaalde scores in 2020 ten opzichte van 2021.

Ten opzichte van het vorige rapportagejaar hebben de bedrijven op de meeste onderwerpen duidelijk verder- gaande stappen gemaakt die resulteren in hogere scores.

8

Figuur 5  Gemiddelde scores grootbedrijven per hoofdvraag IMVO-risicomanagement 2020-2021 1. Heeft uw bedrijf een IMVO-beleid?

2. Is IMVO geïntegreerd in uw bedrijfsvoering?

3. Heeft uw bedrijf een klachtenmechanisme waar belanghebbenden die negatieve gevolgen ondervinden van het handelen van de onderneming terecht kunnen?

4. Heeft uw onderneming een overzicht van de productieketen(s)?

5. Heeft u de risico's in (een deel van) de productieketen in kaart gebracht?

6. Hebben jullie risico's en schade/impacts geprioriteerd?

7. Heeft uw onderneming een plan van aanpak opgesteld om de geïdentificeerde risico’s in de keten te mitigeren?

8. Heeft uw onderneming op basis van de geprioriteerde risico’s en impacts doelstellingen geformuleerd of bijgesteld?

9. Evalueert uw onderneming de effectiviteit van de genomen IMVO-maatregelen?

10. Communiceert uw onderneming over het IMVO-beleid?

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Gemiddelde scores grootbedrijven per hoofdvraag self-assessment IMVO-risicomanagement 2020-2021

Score

2020 - 2021

1. Heeft uw bedrijf een IMVO-beleid?

2. Is IMVO geïntegreerd in uw bedrijfsvoering?

3. Heeft uw bedrijf een klachtenmechanisme waar belanghebbenden die negatieve gevolgen ondervinden van het handelen van de onderneming terecht kunnen?

4. Heeft uw onderneming een overzicht van de productieketen(s)?

5. Heeft u de risico's in (een deel van) de productieketen in kaart gebracht?

6. Hebben jullie risico's en schade/impacts geprioriteerd?

7. Heeft uw onderneming een plan van aanpak opgesteld om de geïdentificeerde risico’s in de keten te mitigeren?

8. Heeft uw onderneming op basis van de geprioriteerde risico’s en impacts doelstellingen geformuleerd of bijgesteld?

9. Evalueert uw onderneming de effectiviteit van de genomen IMVO-maatregelen?

10. Communiceert uw onderneming over het IMVO-beleid?

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Gemiddelde score per hoofdvraag self-assessment IMVO-risicomanagement in 2020 en 2021

Score

2020 - 2021 2019 - 2020

Figuur 6  Vergelijking van de gemiddelde scores op de 10 IMVO hoofdvragen

(9)

9

Er zijn een paar onderwerpen waarop de score gelijk is gebleven ten opzichte van vorig jaar, namelijk het hebben en implementeren van het IMVO-beleid. De onderwerpen waar het verschil tussen de jaren het grootst is zijn risico-assessment en risico-prioritering. Dat duidt erop dat het goed in kaart brengen van de risico’s in de keten en het kiezen van prioriteiten voor veel bedrijven een ingewikkelde opgave is en dat de ingezette support vanuit het convenant op dat thema, zoals de 12 factsheets, aansluit bij de behoefte.

Analyse per IMVO-thema

De volgende paragrafen geven inzicht in de resultaten per IMVO-thema. De analyse geeft weer in hoeverre IMVO al is geïntegreerd in de bedrijfsvoering van grootbedrijven en waar de uitdagingen liggen.

Identificeren, beoordelen en prioriteren van risico’s Zoals in figuur 6 te zien is, is de gemiddelde score van bedrijven betreft het in kaart brengen van de IMVO- risico’s (vraag 4) gestegen in vergelijking met het jaar 2020. Deze score is opgebouwd door het samennemen van gewogen scores per deelvraag. Figuur 7 laat zien dat alle respondenten een actueel overzicht hebben van de eerstelijns productielocaties en subcontractors.

Wat opvalt is dat significant minder bedrijven aangeven ook de informatie beschikbaar te hebben over hun tweedelijns productielocaties. Dit laat de complexiteit van internationale handelsketens zien.

Plan van aanpak

Van de in totaal 26 respondenten geven 8 respondenten aan een plan van aanpak te hebben. 10 bedrijven geven aan bezig te zijn met de implementatie. Slechts 9 bedrijven hebben op dit moment nog geen plan van aanpak. Hieruit kunnen we concluderen dat er nog stappen genomen kunnen worden om het IMVO-beleid te verfijnen. Tabel 2 geeft een goed beeld over de belangrijkste elementen die bedrijven meenemen in hun plan van aanpak.

Figuur 7  Selectie van vragen over het identificeren van IMVO-risico’s Heeft uw onderneming een actueel overzicht van

de eerstelijns productielocaties en subcontractors, inclusief naam en adresgegevens?

Heeft uw onderneming een overzicht van de tweedelijns productielocaties, inclusief naam en adresgegevens?

Heeft uw onderneming een overzicht van uw producten en de daarvoor gebruikte grondstoffen?

Heeft uw onderneming een overzicht van productielocaties verder in uw keten en/of weet u waar belangrijke materialen vandaan komen?

Heeft uw onderneming een overzicht van de processen die worden ingezet voor de productie?

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Selectie van vragen over het identificeren van IMVO-risico’s

Score

Elementen in het plan van aanpak Frequentie

(Ambitieuze) doelstellingen voor verbetering 17

Monitoring en inbedding in de beleidsbeslissingen van het bedrijf 18

Beschrijving hoe maatregelen zullen leiden tot het wegnemen (of verminderen) van de negatieve effecten 18 Beschrijving hoe wordt samengewerkt met partijen in de keten tot het wegnemen (of verminderen) van de negatieve effecten 17 Tabel 2  Frequentie elementen in het plan van aanpak

(10)

Alle 26 bedrijven hebben aangegeven één of meerdere opties in de tabel mee te nemen bij (het ontwikkelen van) hun plan van aanpak. Echter, het werken naar een plan waar alle vier de elementen aan bod komen is essentieel voor een effectieve implementatie van de OESO-richtlijnen.

Beleid, verankering en toegang tot herstel Van de 26 bedrijven hebben 16 bedrijven een IMVO- beleid. 8 bedrijven zijn deze momenteel aan het implementeren en 2 bedrijven hebben nog geen actief IMVO-beleid. Figuur 8 laat zien dat bij 54% van de 26 respondenten, de OESO-richtlijnen leidend zijn in het IMVO-beleid. 31% van de bedrijven zijn deze richtlijnen momenteel aan het implementeren. Slechts bij 15% zijn deze richtlijnen nog geen deel van het IMVO-beleid.

Dit laat zien dat de OESO-richtlijnen inmiddels een belangrijk referentiekader vormen voor bedrijven in de levensmiddelenindustrie.

Belangrijke omstandigheden die bedrijven belemmeren om IMVO-maatregelen door te voeren zijn het gebrek aan invloed op de keten doordat de risico’s aan het begin van de keten plaatsvinden. Daarnaast geven bedrijven aan dat de handelsketen te complex is doordat veel verschillende producten en grondstoffen worden ingekocht. Ook is het waarborgen van grondstofzekerheid / supply-contingency een belangrijke belemmering.

Figuur 9 laat zien dat het opvragen van certificaten van managementsystemen of internationale keurmerken de meest gekozen weg is om toeleveranciers en produ centen te monitoren. Daarnaast is het laten invullen van vragen- lijsten of een self-assesment een belangrijk instrument om grip te krijgen op de keten. Bedrijven kiezen het minst vaak voor het doorvoeren van onafhankelijke audits.

Figuur 10 laat zien dat bedrijven hoog scoren waar het gaat om het hebben van een intern klachtenmechanisme.

25 bedrijven geven aan dat ze een intern klachten mechanisme hebben, en één bedrijf geeft aan dit momenteel te implementeren.

Figuur 8  Verwijzingen in het IMVO-beleid Figuur 10  Beschikbaarheid klachtenmechanisme

Figuur 9  Verwijzingen in het IMVO-beleid Nee, nog niet

15%

Ja, wordt geïmplementeerd 31%

Ja, geheel 54%

Bevat het IMVO-beleid van uw onderneming een expliciete verwijzing waarin u zich conformeert aan de internationale OESO richtlijnen (OECD Guidelines for Multinational Enterprises) en / of de UN Guiding Principles on Business & Human Rights (UNGP)?

Ja, geheel Ja, wordt geïmplementeerd Nee, nog niet Klachtenmechanisme voor individuen, groepen en organisaties Intern mechanisme voor werknemers

Heeft uw onderneming een klachtenmechanisme?

Aantal respondenten

0 5 10 15 20 25 30

Bedrijfsbezoeken Audits uitgevoerd door onze onderneming Onafhankelijke audits / audits door een derde partij Laten invullen van vragenlijsten / self-assessments Opvragen van certificaten van managementsystemen of keurmerken Laten ondertekenen van gedragscode Incidenteel specifieke informatie opvragen Onderdeel van de agenda tijdens regulier contact

0 5 10 15 20 25

Op welke wijze vindt monitoring & evaluatie van uw toeleveranciers en producenten plaats?

Aantal keer benoemd

10

(11)

Een extern klachtenmechanisme is nog niet bij elk bedrijf beschikbaar. 5 bedrijven geven aan dat ze op dit moment (nog) geen klachtenmechanisme hebben opgezet.

Een klachtenmechanisme toegankelijk voor externe stakeholders is een essentieel onderdeel van het IMVO- beleid. Uit figuur 10 blijkt dat grootbedrijven hier nog een belangrijke vervolgstap kunnen zetten om hun IMVO- beleid te versterken.

Verificatie

Figuur 11 geeft aan dat 46% van de deelnemende bedrijven actief hun inkoopbeleid aanpassen naar aanleiding van de impacts en risico’s, ontvangen klachten en de feedback van belanghebbenden. 27% geeft aan het op dit moment te implementeren. 23% doet dit nog niet.

Rapportage

Figuur 12 laat zien dat 54% van de 26 bedrijven communiceert over het IMVO-beleid. 27% is dit momenteel aan het implementeren en 19% van de bedrijven doet dit momenteel nog niet.

Figuur 13 laat zien dat de meeste bedrijven intern transparant rapporteren over het IMVO-beleid, de risico’s, doelstellingen, activiteiten en de resultaten. Het valt op dat bedrijven momenteel minder makkelijk naar buiten treden met de ondernomen IMVO activiteiten en resultaten.

Figuur 11  Periodiek aanpassen IMVO beleid

Figuur 12  Communicatie over IMVO-beleid Nee, nog niet

23%

Ja, wordt geïmplementeerd 27%

Onbekend

23% Ja, geheel

46%

Past u het IMVO- en inkoopbeleid periodiek aan naar aanleiding van de impacts en risico's, ontvangen klachten en de feedback

van belanghebbenden?

Nee, nog niet 19%

Ja, wordt geïmplementeerd 27%

Ja, geheel 54%

Communiceert uw onderneming over het IMVO-beleid?

Figuur 13  Transparantie over IMVO

Ja: beleid, risico’s, doelstellingen, activiteiten en resultaten

Ja: beleid, risico’s en doelstellingen Ja: beleid

en risico’s Nee Weet ik niet

Externe rapportage Interne rapportage

Is uw onderneming transparant over het uitgevoerde IMVO-beleid, de IMVO-risico's, doelstellingen, activiteiten en de resultaten daarvan?

Aantal respondenten

0 5 10 15 20 25

11

(12)

In figuur 14 is ten slotte een verdere analyse gemaakt van de onderwerpen die de bedrijven met hun belangrijkste stakeholders hebben besproken. Het is interessant om te zien dat deze gesprekken inderdaad veelvuldig plaatsvinden over zeer verschillende IMVO-gerelateerde onderwerpen. Slechts enkele respondenten geven aan dit soort gesprekken niet te voeren. Voedselzekerheid en voedselveiligheid wordt door de meeste respondenten genoemd, gevolgd door veiligheid en gezondheid en door watergebruik, chemicaliën en energie. Maar ook verschillende mensenrechtenthema’s staan op de agenda.

Analyse van de resultaten van het MKB

In de volgende sectie kijken we naar de resultaten van het MKB. De vragenlijst voor het MKB ziet er wat anders uit dan die voor het grootbedrijf. In totaal vulden 61 bedrijven de vragenlijst in en veel bedrijven deden deze keer voor het eerst mee aan het self-assessment. In figuur 15 staat het gemiddelde aantal punten dat is gescoord op de vier hoofdthema’s gegeven. De score op ‘Inzicht en actie’ is het hoogst. Dat de gemiddeld behaalde scores wat lager liggen heeft naar verwachting te maken met het feit dat veel bedrijven voor de eerste keer meededen en pas beginnen met IMVO-risicomanagement.

Figuur 15  Gemiddelde score van MKB-bedrijven per IMVO-thema

Inzicht en actie

Communicatie

Beleid, verankering en monitoring

Herstel

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50

Gemiddelde score van MKB-bedrijven per IMVO thema

Score

Figuur 14  Thematische inventarisatie IMVO risico's Discriminatie en gender Kinderarbeid en kinderrechten Gedwongen arbeid Leefbaar loon en leefbaar inkomen Beperking van vakvereniging Veiligheid en gezondheid

Voedselzekerheid en voedselkwaliteit Landrechten en toegang tot natuurlijke hulpbronnen Watervervuiling en gebruik chemicaliën, water en energie Dierenwelzijn Wij voeren geen overleg met belanghebbenden over duurzaamheidsonderwerpen

0 5 10 15 20 25

Over welke duurzaamheidsonderwerpen heeft uw onderneming met belanghebbenden overleg gevoerd?

Aantal keer benoemd

12

(13)

Analyse per IMVO-thema

De volgende paragrafen geven inzicht in de resultaten per IMVO-thema. De analyse geeft weer in hoeverre IMVO al is geïntegreerd in de bedrijfsvoering van MKB- bedrijven en waar de uitdagingen liggen.

Inzicht en actie

Figuur 16 geeft een selectie vragen weer uit het thema inzicht en actie. Elke vraag is ofwel een meerkeuze vraag (ja, nee, deels) of onderverdeeld in deelvragen.

De meerkeuze vragen en deelvragen kennen allemaal een specifieke weging. De scores op de deelvragen worden samengenomen om te komen tot een gewogen gemiddelde score per hoofdvraag. Hoe hoger deze score, hoe verfijnder de implementatie van het IMVO- risicomanagement is. MKB-bedrijven scoren hoog op inzicht vragen. Dit duidt erop dat de bedrijven actief bezig zijn met het verkrijgen van inzicht in hun keten. 60 van de 61 bedrijven geven aan een actueel overzicht te hebben van de producten die geproduceerd worden en de daarin aanwezige grondstoffen. Wat opvalt is dat de MKB- bedrijven lager scoren op samenwerkingsprogramma’s om de duurzaamheid in hun keten te verbeteren en op borging van het up-to-date blijven van IMVO-risico inventarisatie. Betreft het borgen van het IMVO-beleid, geven 15 van de 61 respondenten aan dat er vraag is naar hulpmiddelen voor het uitvoeren van IMVO-beleid.

Daarnaast geven 13 respondenten aan komend jaar aan de slag te gaan met het borgen van het IMVO- beleid. Belangrijke omstandigheden die MKB-bedrijven belemmeren om IMVO-maatregelen in de handelsketen door te voeren zijn het vermeende gebrek aan invloed op de keten ofwel doordat de risico’s aan het begin van de keten plaats vinden ofwel doordat de leveranciers in de keten een sterke positie hebben. Daarnaast is het gebrek aan capaciteit ook frequent genoemd.

Figuur 17 geeft een overzicht van de IMVO-risico’s die door de MKB-bedrijven worden meegenomen in hun risicoanalyse.

13

Figuur 16  Selectie vragen inzicht en actie Heeft uw onderneming een actueel overzicht

van de producten die u produceert en de daarin aanwezige grondstoffen?

Heeft uw onderneming een actueel overzicht van de eerstelijns (first-tier) leveranciers en subcontractors, inclusief naam en adresgegevens?

Houdt u een periodieke evaluatie van de risico's en gevaren van uw grondstoffen en de borging hiervan bij uw leveranciers (Gevaren Identificatie en Risico-Analyse: GIRA)?

Heeft u inzicht in het aantal schakels tussen uw onderneming en de primaire producent (de boer) van uw grondstoffen?

Heeft u onderzocht in hoeverre leveranciers werken volgens internationale richtlijnen voor mensenrechten, arbeidsrecht en milieu?

Bent u bekend met het land van oorsprong van al uw grondstoffen, inclusief van de ingrediënten in samengestelde grondstoffen?

Heeft uw onderneming intensieve samenwerkingsprogramma's met het doel gezamenlijk duurzaamheid in de keten te verbeteren met toeleveranciers?

Borgt u het up-to-date blijven van uw IMVO-risico-inventarisatie?

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Selectie vragen betreft inzicht en actie

Score

Discriminatie en gender Kinderarbeid en kinderrechten

Gedwongen arbeid Leefbaar loon en leefbaar inkomen

Beperking van vakbondsvrijheid en -organisatie Veiligheid en gezondheid Voedselveiligheid en voedselkwaliteit

Landrechten en toegang tot natuurlijke hulpbronnen Watervervuiling en gebruik chemicaliën, water en energie Dierenwelzijn Voedselzekerheid

Anders Geen van bovenstaande

0 10 20 30 40 50 60

Geef, indien van toepassing, aan welke IMVO-risico's u heeft onderzocht in uw toeleveringsketen

Aantal keer benoemd Figuur 17  Geïnventariseerde IMVO-risico's

(14)

Voedselveiligheid en voedselkwaliteit staan bovenaan de lijst. Gevolgd door kinderarbeid, veiligheid en gezondheid, en gedwongen arbeid. Slechts enkele respondenten geven aan geen van de onderwerpen mee te nemen (en dus geen risicoanalyse te doen).

De meeste respondenten nemen echter een breed scala aan onderwerpen mee in hun risicoanalyse.

Figuur 18 geeft een overzicht van de maatregelen die de bedrijven nemen om risico’s te verminderen. Het is niet verassend dat voor MKB-bedrijven certificering het belangrijkste instrument is. Er wordt zowel verwezen naar gecertificeerde ingrediënten als certificeringen voor social compliance in de verdere verwerking. Ook gaan veel bedrijven het gesprek aan met hun leveranciers over IMVO en het uitsluiten van IMVO-risico’s in de keten. Een groot deel van de respondenten geeft aan volgend jaar aan de slag te gaan met concrete acties en 4 bedrijven geven aan op dit moment nog geen maatregelen te implementeren.

Beleid, verankering en monitoring

Figuur 19 laat zien op welke manier MKB-bedrijven hun toeleveranciers en producenten monitoren en evalueren. In de figuur is te zien dat certificaten van managementsystemen en keurmerken het vaakst gekozen wordt. Wat opvalt is dat het merendeel van de bedrijven een monitoringsysteem heeft. Slechts één bedrijf geeft aan geen actie te ondernemen betreft monitoring en evaluatie.

14

Figuur 18  Geïmplementeerde IMVO-maatregelen Ja, wij kopen het desbetreffende ingrediënt in

met een MVO certificaat (bijvoorbeeld RSPO palmolie, Rainforest Alliance cacao, RTRS soja).

Ja, wij vragen al onze leveranciers naar (bewijs van) een gedegen IMVO beleid.

Ja, voor deze grondstof eisen wij aanvullende algemene garanties/inzicht t.a.v. minimale social compliance bijv. Sedex SAQ, SMETA audit, BSCI audit.

Ja, we hebben het ingrediënt verwijderd uit de receptuur (bijvoorbeeld palmolie vervangen door raapzaadolie).

Ja, samen met leverancier stellen wij doelen voor stapsgewijze verduurzaming van de bestaande grondstof.

Ja, mijn leverancier is aangesloten bij een grondstofspecifiek MVO-keteninitiatief (bijvoorbeeld Sustainable Spices Initiative).

Ja, we kopen deze grondstof nu uit een ander gebied (bijvoorbeeld soja uit de EU i.p.v. Brazilië).

Ja, wij zijn zelf aangesloten bij een keteninitiatief voor verduurzaming van deze specifieke grondstofketen.

Nee, wij hebben voor deze grondstoffen nog geen acties ondernomen, maar zijn dit het komend jaar van plan.

Nee, wij hebben voor deze grondstoffen nog geen acties ondernomen, en zijn dit in het komend jaar ook niet van plan.

0 5 10 15 20 25 30 35

Treft u maatregelen om IMVO-risico's te verminderen of weg te nemen?

Aantal keer benoemd

Ja, via de periodieke GIRA die onderdeel is van ons kwaliteitsmanagementsysteem (min. 1x/jaar).

Ja, wij laten hen vragenlijsten/self-assesments invullen.

Ja, wij vragen certificaten van managementsystemen of keurmerken op.

Ja, wij laten hen een gedragscode ondertekenen.

Ja, door middel van bedrijfsbezoeken.

Ja, door een derde partij onafhankelijke audits te laten uitvoeren.

Ja, door audits zelf uit te voeren.

Ja, door incidenteel specifieke informatie op te vragen.

Ja, door het als onderdeel van de agenda bij regulier contact te maken, bijvoorbeeld bij jaarlijke leveranciersgesprekken.

Nee, dit doen wij nog niet, maar zijn dit in het komende jaar wel van plan.

Nee, dit doen wij niet en zijn wij in het komende jaar ook niet van plan.

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50

Monitort en evalueert u uw toeleveranciers en producenten?

Aantal keer benoemd Figuur 19  Monitoring en evaluatie toeleveranciers en producenten

(15)

In figuur 20 is te zien hoeveel procent van de 61 bedrijven in de analyse een plan van aanpak hebben om IMVO- risico’s in de keten te adresseren. 12 bedrijven hebben een plan van aanpak, 20 hebben op onderdelen een plan van aanpak en 27 hebben geen plan van aanpak.

2 respondenten geven aan het niet precies te weten.

Wat opvalt is dat 30 bedrijven aangeven geen meetbare doelen te stellen ten aanzien van IMVO. 14 bedrijven doen dit wel en 12 hebben deze deels geïmplementeerd.

Daarnaast geven 14 bedrijven aan het IMVO-plan periodiek bij te stellen op basis van een evaluatie van de effectiviteit. 12 bedrijven geven aan dit deels te doen, en 31 bedrijven doen dit niet.

Herstel

Gemiddeld scoren MKB-bedrijven lager voor toegang tot herstel dan voor de andere thema’s. 71% van de respon- denten hebben een officiële (interne) klachtenregeling waar medewerkers terecht kunnen met signalen over het onvoldoende naleven van het IMVO-beleid.

Figuur 21 geeft aan welke zaken geborgd zijn binnen de klachtenregeling. Op deze vraag hebben 47 respondenten een antwoord gegeven. Eén respondent geeft aan dat zaken geborgd zijn op basis van veiligheid en kwaliteit. Daarnaast wist één respondent niet hoe dit georganiseerd is in het bedrijf.

Het valt op dat 30% van de respondenten aangeeft dat deze regeling ook voor klachten van leveranciers en in productielanden beschikbaar is.

15

Figuur 20  Aanwezigheid IMVO-plan van aanpak Weet ik niet

3%

Nee44%

Ja20%

Deels 33%

Heeft uw onderneming een plan van aanpak opgesteld om geïdentificeerde IMVO-risico's in de keten te

verminderen of weg te nemen?

Het systeem is bekend bij alle medewerkers.

Het systeem is gemakkelijk toegankelijk voor alle medewerkers.

Het systeem bevat ingebouwde periodieke voorlichting om medewerkers bekend te maken/houden met het klachtensysteem en de rechten, normen en waarden die het moet borgen.

Het systeem beschermt de melder (klokkenluider).

Het systeem bevat een centrale registratie van alle ontvangen meldingen en hoe deze zijn afgehandeld.

Anders

0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 50

Heeft u binnen de interne klachtenregeling de volgende zaken geborgd?

Aantal keer benoemd Figuur 21  Zaken geborgd binnen de interne klachtenregeling

(16)

Communicatie

Figuur 22 laat zien dat het merendeel van de bedrijven actief rapporteert over de voortgang op IMVO. Veel bedrijven geven ook aan dat ze de informatie tot hun beschikking hebben en hier over communiceren op verzoek van klanten. 20 bedrijven geven ook aan dat er behoefte is aan hulpmiddelen om te communiceren op IMVO.

Op de vraag of bedrijven transparant rapporteren over de knelpunten en uitdagingen betreft IMVO, geven 26 bedrijven aan hier volledig transparant over te zijn.

6 bedrijven zijn hier deels transparant over en slechts 1 bedrijf doet dit niet. Daarnaast geeft 1 bedrijf aan hier geen informatie over te hebben.

In figuur 23 is een analyse van de onderwerpen die de MKB-bedrijven met hun belangrijkste stakeholders hebben besproken. Deze vraag is door 38 respondenten ingevuld. Het is interessant om te zien dat deze

gesprekken plaatsvinden over zeer verschillende IMVO-gerelateerde onderwerpen. Voedselveiligheid en voedselkwaliteit wordt door de meeste respondenten genoemd, gevolgd door de CO2-footprint en een leefbaar inkomen en leefbaar loon. Maar ook duurzaam verpakken staat op de agenda.

16

Figuur 22  Communicatie over voortgang IMVO Ja, wij communiceren hier actief over met klanten.

Ja, wij communiceren hier actief over met leveranciers.

Ja, wij publiceren de voortgang online.

Ja, dit is onderdeel van ons MVO verslag.

Ja, dit is onderdeel van ons reguliere jaarverslag.

Ja, wij delen dit met maatschappelijke organisaties wanneer zij hierom vragen.

Ja, wij geven deze inzage aan klanten wanneer zij hierom vragen.

Ja, wij delen de voortgang intern via ons personeelsblad en/of via ons intranet.

Ja, wij delen dit alleen met het bevoegd gezag.

Nee, dit doen wij nog niet maar dit willen wij in het komend jaar gaan doen.

Nee, dit hebben wij nog niet gedaan omdat we eerst willen bekijken hoe we dit het beste kunnen doen en daar kunnen wij wel wat hulpmiddelen voor gebruiken.

Nee, wij zijn dit ook niet van plan in het komend jaar.

0 5 10 15 20 25 30

Communiceert u over uw IMVO-doelen en de voortgang op het behalen hiervan?

Aantal keer benoemd

Voedselveiligheid en voedselkwaliteit CO2 footprint Leefbaar loon en leefbaar inkomen Duurzaam verpakken Preventie van kinderarbeid en kinderrechten Veiligheid en gezondheid van medewerkers Duurzaam transport Voedselzekerheid Verminderen uitval (ter preventie verspilling) Rechten tegen discriminatie en voor gendergelijkheid Preventie van gedwongen arbeid Preventie van watervervuiling en gebruik chemicaliën, water en energieverbruik

Dierenwelzijn Waarborgen van het recht op vakvereniging Recht op collectieve onderhandelingen door onafhankelijke vakbonden Aandeel lokale grondstoffen

Landrechten en toegang tot natuurlijke hulpbronnen

0 5 10 15 20 25 30 35 40

Over welke duurzaamheidsonderwerpen heeft uw onderneming met belanghebbenden overleg gevoerd?

Aantal keer benoemd Figuur 23  Thematische inventarisatie IMVO-risico's

(17)

Figuur 24  Stappenplan IMVO-risicomanagement

D

e FNLI heeft het afgelopen jaar ingezet op het zo goed mogelijk ondersteunen en faciliteren van bedrijven om IMVO-risicomanagement te implementeren. De activiteiten beschreven in deze rapportage laten dat goed zien. IMVO-risicomanagement in de voedingsmiddelenketen kent vele gezichten en vele uitdagingen. Deze sectie illustreert wat IMVO- risicomanagement in de praktijk betekent voor bedrijven en sectoren met voorbeelden uit een aantal sectoren:

cacao, soja, rijst, palmolie, cashewnoten en koffie.

Een korte inleiding in IMVO-risicomanagement

IMVO-risicomanagement is een stapsgewijs en continu proces waarin bedrijven risico’s in hun toeleveringsketens identificeren, om deze vervolgens op een adequate, gerichte manier aan te pakken en tenslotte transparant te communiceren over de genomen stappen en impact. Het achterliggende idee is dat bedrijven medeverantwoordelijk zijn voor negatieve effecten in hun eigen ketens. Voor Nederlandse bedrijven is het werken aan verduurzaming in de keten niet nieuw.

Verschillende bedrijven en sectoren werken al decennia aan verduurzaming in hun productieketen. Wat IMVO- risicomanagement toevoegt, is het duidelijke stappenplan dat alle bedrijven continu moeten doorlopen om goed grip te houden op hun handelsketens. Dat is niet alleen verstandig om problemen uit te sluiten, maar ook om leveringszekerheid te bewerkstelligen.

Op basis van de OECD-Guidance heeft de FNLI een helder stappenplan van het IMVO-risicomanagement proces gemaakt (figuur 24). In stap 1 creëren bedrijven

IMVO-risicomanagement in de praktijk

IMVO-risicomanagement in 8 stappen 1. Creëer intern draagvlak

4. Stel prioriteiten

2. Breng de toeleveringsketen(s) in kaart

5. Stel een actieplan op en voer acties uit

7. Monitor voortgang en evalueer

3. Breng de IMVO-risico’s van je grondstoffen in kaart

6. Veranker de aanpak in beleid & bedrijfsprocessen

8. Communiceer en rapporteer

17

(18)

intern draagvlak voor het implementeren van IMVO- risicomanagement. Deze stap is van cruciaal belang omdat de medewerkers die een rol spelen binnen het IMVO-risicomanagement proces daar een helder mandaat voor nodig hebben. Stap 2 en 3 brengen de verschillende handelsketens, grondstoffen en oorspronglanden en de mogelijke IMVO-risico’s in kaart. Hierdoor wordt de initiële scope van duurzaamheidsinspanningen misschien wel verbreed, als nieuwe gewassen, oorspronglanden of duurzaamheidsproblemen aan het licht komen. Stap 4 en 5 gaan over het bepalen van de prioriteiten en het inzetten van acties om de risico’s te voorkomen of op te lossen. Dankzij deze stappen kunnen bedrijven hun inzet goed richten op de echte problemen. In de meeste gevallen zal het voor individuele bedrijven ingewikkeld zijn om de problemen in hun eentje aan te pakken.

Daarom is het belangrijk om zicht te krijgen op en aan te sluiten bij bestaande initiatieven of partnerschappen. Stap 6 gaat over het verankeren van de gekozen aanpak en ingezette acties in het beleid en in de bedrijfsprocessen.

Stap 7 en 8 gaan over de monitoring, het zo nodig bijsturen en over communicatie over de voortgang op de risicothema’s.

Mensenrechten en milieurisico’s

Het inventariseren van risico’s in een toeleveringsketen gebeurt vanuit een brede scope waarbij alle schakels en stappen in de productieketen worden meegenomen.

Dat betekent dat zowel de primaire productie als ook de verdere verwerking en het transport meegenomen moeten worden. Ook het soort risico’s dat wordt geïnventariseerd is breed en betreft de impact op mens en milieu.

Beschermen van mensenrechten

Veel kleine boeren kunnen geen leefbaar inkomen2 verdienen, lokale gemeenschappen en inheemse volkeren worden op verschillende plekken ter wereld bedreigd, en arbeiders in de landbouw of de visserij werken vaak onder slechte omstandigheden.

Ook verderop in de keten zijn lonen laag, is de arbeid zwaar of eentonig, lopen werknemers gezondheidsrisico’s en komt er zelfs kinderarbeid en gedwongen arbeid voor.

De problemen kennen vaak een complexe economische, politieke, sociale en culturele context en zijn moeilijk oplosbaar, zeker door individuele bedrijven. Gelukkig werken Nederlandse bedrijven vaak op nationaal, Europees of internationaal niveau samen met betrokken actoren, om verbetering te bewerkstelligen.

Bescherming van natuur & milieu

Naast mensenrechten, komen ook milieurisico’s van agrarische productie aan bod in de IMVO-risicoanalyse.

Met name het uitbreiden van landbouwareaal gaat op verschillende plekken ter wereld ten koste van bossen, moerassen, graslanden en andere ecosystemen. Niet alleen houden deze natuurgebieden vaak veel CO2 vast, ze zijn belangrijk voor biodiversiteit en watermanagement.

Daarnaast is de vruchtbaarheid van de bodem en de kwaliteit en beschikbaarheid van water op steeds meer plekken ter wereld een probleem. Milieuproblemen zijn vaak het gevolg van een complex samenspel van factoren. Steeds vaker worden in kwetsbare of waardevolle landschappen initiatieven opgezet, om met de verschillende betrokken partijen samen te werken aan verduurzaming van agrarische productie, bescherming van ecosystemen en inclusie van kleinschalige boeren en gemeenschappen.

IMVO-risicomanagement borgen in de organisatie

In de OESO-Guidance op het gebied van IMVO- risicomanagement (due diligence) staat het stevig verankeren en borgen van IMVO-risicomanagement in de organisatie centraal. Alle lagen in de organisatie en alle betrokken functies moeten goed weten wat er van hen verwacht wordt op het gebied van IMVO- risicomanagement. Medewerkers moeten zich gesteund voelen door hun leidinggevenden, ook als er moeilijke keuzes gemaakt moeten worden,

18

“IMVO staat al jaren hoog op de agenda van de VBZ achterban, zowel bij het groot- als kleinbedrijf en in alle verschillende productcategorieën. Dat zie je ook aan de breedte van de casussen die in dit rapport worden gepresenteerd. Zo zijn er binnen de cacao, koek, maar ook binnen de noten- en rijst ketens diverse ambitieuze initiatieven ondernomen om de omstandigheden voor mens en milieu te verbeteren.

Internationale ketens zijn echter complex en voor een individueel bedrijf is het maken van daadwerkelijke impact en verschil lastig.

De gezamenlijkheid van het IMVO-convenant zorgt voor kennisuitwisseling en geeft de VBZ achterban praktische handvatten op weg naar de verdere verduurzaming van toeleveringsketens.”

Robin Schwidder Beleidsadviseur Duurzaamheid & Public Affairs bij VBZ - Branchevereniging voor koek, snoep, chocolade, zoutjes en noten

(19)

“De ondersteuning vanuit het convenant helpt Nederlandse industriële bakkers IMVO-

risicomanagement in de praktijk toe te passen, stapje voor stapje. Er is steeds meer aandacht voor sectorspecifieke vraagstukken. Zo worden er bijvoorbeeld factsheets ontwikkeld over rozijnen en krenten, grondstoffen die in de bakkerij veel worden gebruikt. Dit helpt meer bedrijven een gestructureerd begin te maken.”

Edith van Peij Kennisspecialist Voeding en

Levensmiddelenwetgeving bij NVB – Nederlandse Vereniging voor de Bakkerij

19

zoals het afscheid nemen van een leverancier.

Verder zijn heldere afspraken en duidelijke communicatie met leveranciers over dit thema erg belangrijk. IMVO- risicomanagement kan daarmee ook een kans zijn om de relatie met leveranciers te versterken, en te bouwen aan toekomstbestendige ketens.

Risicoanalyse

Voor het inventariseren van de risico’s in toevoerketens kan gebruik worden gemaakt van veel bestaand materiaal. Onder het Convenant Voedingsmiddelen zijn voor 12 als risicovol aangewezen grondstoffen factsheets gemaakt3. Daarin staat beknopte informatie over landen van herkomst, milieurisico’s, sociale risico’s, relevante keurmerken, relevante sectorinitiatieven, aandachtspunten, bronnen voor nadere informatie en contactgegevens van inhoudelijke experts. Daarnaast biedt MVO-Nederland al vele jaren de MVO-risicochecker4 aan, waaruit veel nuttige informatie gehaald kan worden.

Ook hebben sectorinitiatieven zoals Dutch Initiative on Sustainable Cocoa (DISCO), Dutch Soy Platform (DSP), Dutch Alliance for Sustainable Palm Oil (DASPO) of The Sustainable Nut Initiative (SNI) vaak goede en gedegen risicoanalyses beschikbaar. Vaak zijn dit soort eerste analyses een fundament waarop bedrijven zelf verder kunnen bouwen. Uiteindelijk is de risicoanalyse altijd maatwerk en leidt juist het verder onderzoeken van de keten door het bedrijf zelf, tot waardevolle kennis over de kracht en zwaktes van de eigen toeleveringsketens.

Risico’s aanpakken

Bedrijven kunnen de risico’s in hun keten op verschillende manieren aanpakken. Zoals hierboven gezegd zijn de problemen vaak dermate complex dat individuele bedrijven niet altijd veel kunnen doen. Gelukkig zijn er steeds meer pre-competitieve samenwerkingsverbanden die structureel verandering proberen te bewerkstelligen.

Ook noemenswaardig is de rol die sommige Europese

overheden pakken om bedrijven te ondersteunen bij het aanpakken van problemen in hun ketens. Het Amsterdam Declaration Partnership is een mooi voorbeeld van een aantal Europese overheden die de private sector ondersteunen in haar inspanning om ontbossing in de soja-, palm- en cacaoketen te stoppen. Hieronder volgt een aantal belangrijke oplossingsrichtingen.

Certificering

De opkomst van IMVO-risicomanagement betekent ook meer nadruk op het feit dat certificering een bedrijf niet ontslaat van haar verplichting om zorg te dragen voor goede praktijken in de keten. Dit is best een lastig punt omdat certificering het belangrijkste instrument is dat bedrijven inzetten om duidelijk vastgestelde duurzaamheidsprestaties te garanderen, en daarover op een simpele manier naar de consument te communiceren. Certificering is bovendien één van de weinige instrumenten die de boer voor diens ‘duurzaamheidsinspanningen’ beloont.

Zeker voor kleinere bedrijven die niet de mankracht of het budget hebben om in specifieke projecten of landschapsinitiatieven te investeren, zal certificering een belangrijk instrument blijven.

Omdat er veel verschillende certificeringssystemen bestaan, zijn in veel sectoren benchmarks uitgevoerd om het kaf van het koren te scheiden. De beste standaarden zijn bovendien te herkennen aan hun ISEAL-lidmaatschap.

Daarnaast speelt in veel sectoren de discussie over de ketenmodellen achter de certificering. In palmolie verloopt de overgang van RSPO massa balans naar RSPO segregatie in een rap tempo. In soja gaat de transitie naar RTRS of FEFAC compliant soja in de fysieke keten lastiger en langzamer. In andere sectoren, zoals cashewnoten, speelt certificering bijna geen rol. Veel certificeringssystemen zitten niet stil, en oriënteren zich op hun rol binnen het IMVO-risicomanagement.

(20)

20

Langetermijnsamenwerking met leveranciers

Veel voedingsmiddelenbedrijven kopen hun grondstoffen in via leveranciers die soms ook een aantal schakels verwijderd zijn van de producent. Daardoor hebben de bedrijven alleen indirect invloed op wat er in de productie en (primaire) verwerking gebeurt. Een goede relatie met deze leveranciers is van groot belang om problemen in de keten echt te adresseren. Het continu en op vertrouwelijke basis samenwerken met leveranciers om problemen aan te pakken, kan de risico’s sterk verminderen en de handelsrelatie en dus de leveringszekerheid verbeteren. Wanneer de eindverwerkers van bijvoorbeeld cacao of koffie zich niet verantwoordelijk voelen voor de grote risico’s van klimaatverandering in deze ketens, is het maar de vraag of ze in de toekomst nog toegang hebben tot deze producten.

Projecten in de keten

Dankzij de risicoanalyse-fase in het IMVO-

risicomanagement, is een bedrijf veel beter in staat zich te focussen op de meest urgente problemen.

Zo kan het zijn dat het investeren in een bepaald project in een specifieke regio kan helpen bijdragen aan een veel complexer probleem. Als kinderarbeid bijvoorbeeld voorkomt omdat er in een gebied geen scholen zijn, dan kan het investeren in veilig vervoer naar verderop gelegen scholen een bijdrage leveren aan het oplossen van het probleem. Als een specifieke handeling in een fabriek gevaarlijk is, kan worden geïnvesteerd in een alternatieve machine. Als bepaalde illegale pesticiden zijn ontdekt, kan door middel van strengere controle en trainingen over legale en minder schadelijke alternatieven mogelijk veel winst behaald worden. Soms is het zo simpel.

Landschapsinitiatieven

Veel van de grootste milieuproblemen zoals ontbossing, biodiversiteitsverlies en droogte stijgen uit boven de schaal van een individuele boer of productieketen.

Conversie van de Braziliaanse Cerrado los je niet op met alleen sojaboeren. Ontbossing rondom een palmolieconcessie los je niet op met alleen het palmoliebedrijf. Bij dit soort problemen spelen verschillende actoren een rol, met verschillende belangen, en die allemaal een (al dan niet legitieme) claim leggen op een natuurlijke hulpbron. Steeds vaker werken lokaal betrokken partijen, waaronder de (lokale) overheid, samen aan een concreet actieplan voor gebiedsontwikkeling. Buitenlandse bedrijven kunnen dan aanhaken bij die regionale plannen en investeren in projecten die door lokale actoren zelf zijn geïdentificeerd als behulpzaam bij het realiseren van bepaalde

doelstellingen voor productie, conservatie of inclusie doeleinden. Het Initiatief Duurzame Handel (IDH) heeft dit concept ver uitgewerkt in onder andere Brazilië, waar in de staat Mato Grosso verschillende ‘compacts’ bestaan, dat zijn regionale plannen voor duurzame ontwikkeling, en waar nu zelfs een PCI-instituut is opgericht (PCI staat voor Productie, Conservatie en Inclusie).

Partnerschappen in de keten

Steeds vaker vinden bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden elkaar in hun wens om problemen in de keten effectief en structureel op te lossen. In deze publicatie worden veel van deze Nederlandse, en ook enkele internationale partnerschappen aangehaald zoals DASPO, DSP, DISCO en SNI. Het doel van deze partnerschappen is om kennis uit te wisselen over de verschillende oplossingen, en te verkennen waar pre-competitieve samenwerking mogelijk en gewenst is. De sectorrapportage uit 2020 over palmolie, soja, koffie en cacao laat de kracht van dit soort partnerschappen mooi zien.

“De leden van de AKSV zijn voor een groot deel MKB-bedrijven. Zij willen met hun beperkte capaciteit en middelen toch een belangrijke bijdrage leveren aan de verduurzaming van internationale toeleveringsketens.

Door zich aan te sluiten bij een sectorinitiatief of producten duurzaam gecertificeerd in te kopen investeren deze bedrijven in een toekomst- bestendige sector.”

Richard van der Kruijk Secretaris bij AKSV - Branchevereniging voor Algemene Kokswaren- en Snackproducenten

(21)

21 Monitoren en bijsturen

De ingezette acties, of het nu gaat over certificeren, investeren in concrete projecten, of betrokken zijn in een landschap, moeten regelmatig worden geëvalueerd. Dit helpt om te leren over de effectiviteit van de gekozen oplossingen, en over de leveranciers, de oorspronglanden en de zwaktes en sterktes van de toeleveringsketens. Op basis van die kennis kan een bedrijf alleen maar effectiever worden, sterkere merken creëren en positieve waarde toevoegen aan de maatschappij.

Communicatie

Het transparant communiceren over de voortgang van het IMVO-risicomanagement is een onmisbaar onderdeel van het stappenplan. Een bedrijf kan op verschillende manieren naar buiten treden over haar risicomanagement.

Het geïntegreerde jaarverslag of duurzaamheidsverslag is een uitstekend medium om de acties, bereikte resultaten en geleerde lessen te communiceren. Door transparant te communiceren over de geïdentificeerde risico’s, de genomen maatregelen, bereikte resultaten en opgedane ervaringen, laat het bedrijf aan klanten, leveranciers, maatschappelijke organisaties en burgers zien dat ze haar verantwoordelijkheden serieus neemt, en open staat voor dialoog en samenwerking op ingewikkelde thema’s.

IMVO-risicomanagement binnen het wettelijk kader

Volgend jaar in 2022, wordt Europese wetgeving op het gebied van IMVO-risicomanagement (due diligence) verwacht. Vooruitlopend op deze wetgeving werken

verschillende lidstaten aan wetgeving op dit gebied.

In een aantal landen zoals Duitsland, Frankrijk en – buiten de EU – het Verenigd Koninkrijk, is al een vorm van due diligence-wetgeving geïmplementeerd. Ook de Nederlandse overheid gaat de komende jaren aan de slag met een wet die Nederlandse bedrijven verantwoordelijk houdt voor misstanden in haar toeleveringsketen.

Omdat veel Nederlandse voedingsmiddelenbedrijven al volop inzetten op verduurzaming, zorgt de Europese regelgeving voor een wenselijk eerlijk speelveld. Er is al veel voorbereidend werk gedaan voor de komst van de Europese wetgeving. Zo is al bekend dat de wetgeving zowel mensenrechten als milieurisco’s zal meenemen, dat de risicomanagementcyclus, zoals voorgesteld door de OECD, gevolgd zal worden en dat er een rapportageverplichting komt.

In november 2021 verscheen er al een wetsvoorstel van de Europese Commissie om de import van grondstoffen die gelinkt kunnen worden aan ontbossing tegen te gaan.

Ook in deze wet staat IMVO-risicomanagement centraal, en wordt van bedrijven verwacht dat zij maatregelen nemen om ontbossing in specifieke ketens, namelijk soja, palmolie, koffie, vlees, hout en cacao, tegen te gaan. Het wetsvoorstel wordt in 2022 besproken door de Europese Commissie, de Europese Raad en het Europese Parlement. Op dit moment bestaan er nog veel zorgen over de praktische uitvoerbaarheid van de wet.

De FNLI zal er op blijven wijzen dat het heel belangrijk is dat het komende wetsvoorstel over due diligence en het voorstel over ontbossingsvrije grondstoffen goed op elkaar aansluiten.

(22)

R I J S T

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er wordt onderzocht of er een verband is tussen de activiteit van ondernemingen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen en de mate van belasting betalen,

In dit onderzoek wordt de invloed van audit kwaliteit en de ondernemingskarakteristieken “de omvang van een onderneming, de omvang van een accountantsorganisatie (big

De relatie tussen de mate van maatschappelijke verslaggeving en financiële prestaties is in deze studie onderzocht bij MID CAP ondernemingen uit zes verschillende

Aan de andere kant is binnen het bedrijfsleven zelf meer aan- dacht voor ‘social responsibility’, dat wil zeggen trans- parant en ethisch verantwoord handelen, mede omdat deze

Dat betekent dat we ons niet alleen richten op onze eigen uitstoot, maar ook van de CO2-uitstoot in de keten en onze hele sector. Onze eigen uitstoot reduceren we onder andere

In dit onderzoek zijn deze de belangrijkste thema’s voor ziekenhuizen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu.. •

Omdat het uiteindelijke doel van mijn onderzoek een MVO-beleidsplan voor Hunkemöller is, is het belangrijk goed inzicht te hebben in de begrippen Duurzame Ontwikkeling, Duurzaam

een onbedoelde bijwerking van consumptie of productie die door een ander dan de veroorzaker wordt ervaren....