• No results found

Gebruikershandleiding

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gebruikershandleiding"

Copied!
67
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gebruikershandleiding

Illustra Connect Versie 3.2

8200-1143-0107 D0

(2)

Opmerking

De informatie in deze handleiding was actueel ten tijde van publicatie. De fabrikant behoudt zich het recht voor zijn producten te herzien en te verbeteren. Alle specificaties kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.

Auteursrecht

Onder auteursrechtwetgeving mag de inhoud van deze handleiding niet gekopieerd, gefotokopieerd, gereproduceerd, vertaald of gereduceerd worden tot een elektronisch medium of machineleesbare vorm, in zijn geheel of in delen, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Sensormatic Electronics, LLC.

Voor een lijst van de, in Illustra Connect 3.2 applicatie, gebruikte open source software, zie het open source informatiedocument, te vinden op www.illustracameras.com.

Auteursrecht 2017 Sensormatic Electronics, LLC.

Beperkingen op terugwerkend ontwikkelen en afgeleid werk

U mag de Software niet aan reverse engineering onderwerpen, decompileren of disassembleren; bij iedere poging daartoe wordt deze EULA onmiddellijk beëindigd, tenzij en enkel voor zover de betrokken activiteit, ondanks deze beperking, uitdrukkelijk is toegestaan in de toepasselijke wetgeving of, in het geval van opensourcesoftware, in de toepasselijke opensourcelicentie. Het is niet toegestaan om de software of delen van de software te wijzigen of aan te passen of om aan de software afgeleide werken te maken.

Integratie van 'open source' en andere software van derden

Delen van de software kunnen onderworpen zijn aan bepaalde licentieovereenkomsten met derden waarin het gebruiken, kopiëren, aanpassen, verspreiden en de garantie van die delen van de software geregeld is, waaronder wat algemeen als "opensourcesoftware" bekend staat. Op die delen van de Software zijn uitsluitend de voorwaarden van die andere licentie van toepassing en de onderhavige Licentie biedt geen garantie voor opensourcesoftware. Als u de software gebruikt, gaat u ook akkoord gebonden te zijn aan de voorwaarden van dergelijke licenties van derden. Indien zo bepaald in de respectieve licentie van de derde partij, heeft u mogelijk het recht om reverse engineering toe te passen op die software of de broncode van die software te ontvangen voor gebruik en distributie in alle programma's die u maakt, zolang u op uw beurt akkoord gaat met de voorwaarden van deze licentie, en uw programma's onder de voorwaarden van die licentie worden gedistribueerd. In dat geval kan een kopie van dergelijke broncode kosteloos worden verkregen door contact op te nemen met uw Tyco-vertegenwoordiger.

(3)

Inhoud

Inleiding ... 1

Illustra Connect installeren ... 2

Illustra Connect gebruiken ... 4

Het Filterhulpmiddel ... 6

Alle momentopnames weergeven ... 9

De webinterface van een apparaat openen ... 11

Pagina Device Properties ... 12

De naam van een apparaat wijzigen ... 13

De Apparatenlijst vernieuwen ... 13

Bulkconfiguratie ... 15

Bulklicenties ... 20

Licentie uploaden ... 21

Conflicten met IP-adressen ... 22

De netwerkinstellingen voor een apparaat configureren ... 24

Gebruikers voor apparaten configureren ... 28

De datum en tijd van apparaten configureren ... 36

Apparaatonderhoud ... 40

De firmware van een apparaat upgraden ... 46

Selecteren welke netwerken tijdens het opstarten worden gescand ... 49

Beveiligde apparaten ... 50

Apparaatlijst opslaan... 51

Vreemde subnetten ... 53

Probleemoplossing - Vreemde subnetten ... 54

Bijlage A: Statusafbeeldingen ... 56

Bijlage B: Netwerkbeperkingen ... 58

(4)

Inleiding

1

Inleiding

1

Het Illustra Connect-programma is een toepassing waarmee gebruikers compatibele IP- netwerkvideozendapparaten kunnen ontdekken en configureren. Inbegrepen in deze lijst zijn:

• Vaste camera's en PTZ-camera's van American Dynamics en American Dynamic Encoders, met ONVIF / CGI mogelijkheid

• Illustra camera's met ONVIF / CGI mogelijkheid

• Vaste camera's, PTZ-camera’s, monitoren en encoders van Tyco Security Products met ONVIF / CGI mogelijkheid

Illustra Connect is gebaseerd op de ONVIF-standaard en ontdekt apparaten met behulp van WS- Discovery. Het ontdekt derhalve elk apparaat waarin de WS-Discovery-standaard volledig is geïmplementeerd en dat zichzelf kenbaar maakt als ONVIF-netwerkvideozender (Network Video Transmitter, NVT). Omdat de ONVIF-norm echter op verschillende manieren in deze apparaten geïmplementeerd kan zijn, kan de werking van Illustra Connect beperkt zijn voor deze specifieke apparaten.

Voor een aantal van onze oudere cameramodellen die geen ondersteuning voor ONVIF bieden – is dit gereedschap geïmplementeerd met een specifieke CGI om communicatie en beheer van deze apparaten mogelijk te maken

Illustra Connect maakt het gebruikers mogelijk om rechtstreeks te communiceren met de compatibele apparaten om de datum/tijd te configureren, IP-instellingen en -adressen toe te wijzen, firmware-upgrades uit te voeren en, indien van toepassing, de web GUI (grafische gebruikersinterface, graphical user

interface) van de apparaten te openen. De gebruiker kan instellen welke netwerken door Illustra Connect gescand worden en kan tevens beveiligingsgegevens instellen die door Illustra Connect gebruikt worden bij communicatie met beveiligde apparaten.

Detectie kan via meerdere NIC's gebeuren en IPV4 IPv6 wordt als volgt ondersteund:

 IPv4 - ONVIF, CGI, specifiek IP bereik (ONVIF)

 IPv6 - ONVIF

(5)

2

2 T

Illustra Connect installeren

Illustra Connect kan worden geïnstalleerd vanaf de website van American Dynamics, vanaf de website van Illustra Camera of vanaf een cd met daarop de software. Het programma dient uitsluitend geïnstalleerd te worden op de besturingssystemen Windows XP, Windows Vista of Windows 7. De installatie moet gebeuren op basis van volledige beheersrechten.

Er is ook een virtuele versie van Illustra Connect beschikbaar. Deze kan gedownload worden vanaf de website van American Dynamics. Dit is een zelfstandige versie van Illustra Connect die kan worden uitgevoerd zonder noodzakelijke voorwaarden. De versie kan ook op een USB-stick worden opgeslagen en indien nodig gebruikt worden door de stick in de USB-poort van het systeem te plaatsen. Omdat dit een virtuele versie is, zal het echter geen gebruikerspecifieke gegevens, zoals beveiligingsinstellingen en netwerkvoorkeuren, opslaan voor toekomstig gebruik.

Procedure 2-1

Illustra Connect installeren vanaf de website van American Dynamics of Illustra Camera

Voorwaarden:

• Microsoft NET Framework 4.0 Full.

• Microsoft Visual Basic Power Packs 10.0

Wanneer deze software niet aanwezig is, zal het uitvoeringsbestand de gebruiker vragen om deze bestanden te verkrijgen.

Stap Actie

1 Download het downloadbestand van Illustra Connect op uw systeem.

2 Lokaliseer het gedownloade bestand en pak de inhoud uit of decomprimeer het bestand in een map op uw computer. Eenmaal uitgepakt, ziet u de Illustra Connect setup.exe en ook de map met de vereisten.

3 Dubbelklik op het Setup.exe-pictogram van Illustra Connect. Het installatieprogramma wordt geopend. Indien nodig wordt u gevraagd Microsoft NET Framework 4.0 Full en Microsoft Visual Basic Power Packs 10.0 te downloaden alvorens u verder gaat. Het installatieprogramma wordt dan gesloten. Zodra u deze vereiste programma’s heeft geïnstalleerd, herhaal alles vanaf stap 2.

4 Zie Procedure 2.3.

- Einde -

Procedure 2-2

Illustra Connect vanaf de cd installeren

Hiermee installeert u alle onderdelen die nodig zijn om Illustra Connect te kunnen uitvoeren.

Stap Actie

1 Sluit alle openstaande programma's.

2 Plaats de Illustra Connect-cd in het cd-station. De cd zal automatisch opstarten. Hebt u autorun uitgeschakeld, dan dient u via Windows naar de cd te bladeren om het bestand Setup.exe op te zoeken en via dubbelklikken te starten. Indien nodig wordt Microsoft NET

(6)

Illustra Connect installeren

3

2 T

Framework 4.0 Full e Microsoft Visual Basic Power Packs 10.0 (ook inbegrepen op cd) geïnstalleerd. In dat geval moet uw computer opnieuw opstarten. Na het opnieuw opstarten zal het installatiebestand automatisch voortgezet worden.

3 Zie Procedure 2.3

- Einde -

Procedure 2-3

Illustra Connect installeren

De InstallShield Wizard voor Illustra Connect wordt nu weergegeven.

Stap Actie

1 Selecteer Volgende. De Licentieovereenkomst voor de eindgebruiker (EULA) wordt weergegeven. Lees de licentieovereenkomst zorgvuldig en selecteer I accept of I do not accept zoals van toepassing is.

2 Selecteer Volgende. Het venster Destination folder (Bestemmingsmap) wordt weergegeven. De standaard directory wordt weergegeven. Dit kan indien nodig worden gewijzigd.

3 Selecteer Volgende. Het venster Ready to Install the Program wordt weergegeven.

4 Selecteer Installeren. Tijdens de installatie van Illustra Connect wordt de installatie-statusbalk weergegeven.

Na het voltooien wordt het venster Beëindigen weergegeven. Selecteer Launch Illustra Connect indien u het programma direct wilt openen.

5 Selecteer Voltooien.

- Einde -

(7)

4

3

Illustra Connect gebruiken

Illustra Connect moet worden uitgevoerd met volledige beheersrechten.

Gebruikers van Windows 7 en Windows Vista:

• Wanneer de instellingen voor Gebruikersaccountbeheer zijn ingeschakeld, wordt u verzocht om illustra Connect met volledige beheerdersrechten uit te voeren, indien beschikbaar. Als u niet over volledige beheerdersrechten beschikt, zal illustra Connect niet worden uitgevoerd. Indien de gebruiker niet over beheersrechten kan beschikken, zal Illustra Connect worden uitgevoerd maar wordt rechtsonder in het scherm een waarschuwing weergegeven.

• Wanneer de instellingen voor Gebruikersaccountbeheer zijn uitgeschakeld, zal Illustra Connect worden uitgevoerd maar wordt rechtsonder in het scherm een waarschuwing weergegeven indien de uitvoering plaatsvindt zonder volledige beheersrechten.

• De contextmenu-opdracht "NIC alias voor subnet XXX.YYY.ZZZ.0 toevoegen" is

niet beschikbaar als u geen beheerder bent. Dit is omdat er beheersrechten nodig zijn om de NIC-configuratie te wijzigen.

Gebruikers van Windows XP:

• Illustra Connect zal worden uitgevoerd, maar er wordt een waarschuwingspictogram weergegeven indien de uitvoering plaatsvindt zonder volledige beheersrechten.

Zonder volledige beheersrechten zal de werking van sommige functies beperkt zijn.

• De oplossing van conflicten zal niet goed werken.

• De informatie voor conflicterende apparaten wordt wellicht niet goed weergegeven.

• Wijzigingen die op de instellingenpagina van Illustra Connect worden gemaakt, worden niet op de schijf opgeslagen.

• De contextmenu-opdracht "NIC alias voor subnet XXX.YYY.ZZZ.0 toevoegen" is niet beschikbaar als u geen beheerder bent. Dit is omdat er beheersrechten nodig zijn om de NIC configuratie te wijzigen.

Op de instellingenpagina van Illustra Connect wordt opgegeven welke netwerken gescand zullen worden.

Afbeelding 3-1

Instellingen Illustra Connect

(8)

Illustra Connect gebruiken

5

Opmerking: De geselecteerde opties worden onthouden voor alle aanvullende sessies.

Deze kunnen worden gewijzigd in het menu Hulpmiddelen / Instellingen.

• Wanneer wordt gekozen voor “IPv4+IPv6", worden alle netwerken getoond.

• IPv4- en IPv6-camera's worden gevonden.

• Wanneer een camera zowel IPv4 als IPv6 gebruikt, bepaalt het selectievakje welk adres door Illustra Connect gebruikt wordt.

• Wanneer "IPv4" wordt gekozen, worden alleen IPv4-netwerken weergegeven.

• Alleen IPv4-camera's worden ontdekt.

• Wanneer "IPv6" wordt gekozen, worden alleen IPv6-netwerken weergegeven.

• Alleen IPv6-camera's worden ontdekt.

Selecteer het protocol dat moet worden gebruikt bij het zoeken:

• Alle protocollen

• ONVIF

• CGI

• Gebruik specifieke IP-adressen

Opmerking: Als de Gebruik Specifieke IP-adressen instelling wordt gebruikt, moeten de specifieke IP-adressen zijn opgenomen in een tekst- of CSV-bestand. Elk IP-adres moet op een nieuwe regel in het bestand staan. De lijst met IP-adressen zal op volgorde worden doorzocht met behulp van de protocollen ONVIF en CGI.

De standaardinstellingen selecteren IPv4+IPv6-netwerken en ONVIF-protocol.

Wanneer Illustra Connect is uitgevoerd, worden alle netwerksubnetten gelijktijdig doorzocht op overeenkomende video-apparaten.

Afbeelding 3-2

Initiële scan naar overeenkomende apparaten

Illustra Connect zal het netwerk eerst zoeken en vervolgens ondervragen.

(9)

6

Apparaatinformatie Omschrijving

Status Zie bijlage

Apparaatnaam Cameravriendelijke naam. Elk apparaat beschikt over een standaardnaam die kan worden gewijzigd

Hostname Door het apparaat gedefinieerd

IP-adres Het adres waarop door het apparaat wordt uitgezonden (wanneer dit niet via DHCP wordt ingesteld, kan het apparaat conflicteren met andere apparaten in uw netwerk. U kunt Illustra Connect gebruiken om dit probleem op te lossen)

Model Uniek voor elk model apparaat

Productcode Een unieke subset voor elk model

Fabrikant Specifiek voor elke fabrikant

Firmwareversie Huidige versie van op het apparaat geïnstalleerde firmware. Voor deze firmware kan een upgrade worden uitgevoerd

MAC Uniek voor elk apparaat

Afbeelding 3-3

Overeenkomende apparaten ondervragen

Wanneer de scan is voltooid, wordt in het hoofdvenster een lijst met alle in het netwerk beschikbare apparaten getoond. Waar beschikbaar wordt voor elk apparaat de volgende informatie getoond

Tabel 3-1

Apparaatinformatie

3

Het Filterhulpmiddel

Met Illustra Connect kunt u de in het hoofdvenster getoonde lijst met apparaten filteren. Dit is nuttig wanneer u verschillende apparaten wilt zoeken en selecteren om ze massaal te configureren. U kunt de volgende filtercriteria toepassen:

(10)

Illustra Connect gebruiken

7 Tabel 3-2

Filtercriteria

Filtercriteria Omschrijving

Apparaatnaam Filter op (een deel van) de apparaatnaam Hostname Filter op (een deel van) de hostnaam IP-adres Filter op (een deel van) het IP-adres

Model Filter op (een deel van) het model

Productcode Filter op (een deel van) de productcode Fabrikant Filter op (een deel van) de naam van de

fabrikant

Firmwareversie Filter op (een deel van) de firmwareversie

Standaard is het apparaatfilter ingeschakeld. Dit wordt aangeduid door een vinkje naast 'Show filter' in het keuzemenu View. U kunt deze functie naar wens in- of uitschakelen. Uw voorkeur wordt door Illustra Connect onthouden.

Procedure 3-1

Het Apparaatfilter uitschakelen

Stap Actie

1 Selecteer View in de menubalk. Het keuzemenu View wordt getoond.

2 Selecteer Show filter in het keuzemenu. Wanneer het filter is uitgeschakeld, wordt er geen vinkje naast Show filter weergegeven.

- Einde -

3

Procedure 3-2

Het Apparaatfilter inschakelen

Stap Actie

1 Selecteer View in de menubalk. Het keuzemenu View wordt getoond.

2 Selecteer Show Filter in het keuzemenu. Wanneer het filter is ingeschakeld, wordt er een vinkje naast Show filter weergegeven.

- Einde -

(11)

8 Procedure 3-3

Het Apparaatfilter gebruiken

Stap Actie

1 Selecteer het tekstvak Filter.

2 Voer (een deel van) de tekst in waarop u wilt filteren.

3 Selecteer in de menubalk het pijltje naast de keuzelijst Filter. De keuzelijst Filter wordt getoond.

4 Selecteer in de keuzelijst de kolom die u wilt filteren.

5 Selecteer Apply Filter. Uw apparaten worden nu gefilterd op basis van uw criteria.

Opmerking

Selecteer de knop Clear om uw filtercriteria te wissen.

- Einde -

(12)

Illustra Connect gebruiken

9

3

Alle momentopnames weergeven

Illustra Connect kan een stilstaand beeld, of momentopname, van alle beschikbare,

ondersteunde apparaten weergeven. Dit is nuttig wanneer u de locatie van elk apparaat wilt instellen en het apparaat een gepaste naam wilt geven. De manier waarop u de naam kunt wijzigen wordt beschreven in Procedure 3-10. De weergave van de lijst met apparaten maakt nu plaats voor een weergave van de momentopname van elk apparaat. Indien nodig kunt u de momentopname vernieuwen voor een individuele camera of voor meerdere camera's.

Opmerking

1 Het is in de momentopnameweergave nog steeds mogelijk om de eigenschappen van de apparaten te bekijken door met uw muis over de momentopname te gaan. Nu worden de meest voorkomende eigenschappen voor dat apparaat in een afzonderlijke tooltip

weergegeven. Gebruik Procedure 3-9 om een volledige lijst met eigenschappen te zien en een momentopname weer te geven voor alleen het geselecteerde apparaat.

2 Voor bepaalde apparaten wordt geen momentopname weergegeven wanneer ze niet in MJPEG-modus zijn. Indien er voor de camera unieke beveiliging is ingesteld en de gegevens niet door Illustra Connect gebruikt kunnen worden (Procedure 3-9), kan er geen momentopname verkregen worden.

Procedure 3-4

Momentopnameweergave weergeven

Stap Actie

1 Selecteer View in de menubalk. Het keuzemenu View wordt getoond.

2 Selecteer Display Snapshots in de keuzelijst. Er wordt een momentopname van elk beschikbare, ondersteunde apparaat getoond.

Afbeelding 3-4

Momentopnameweergave

- Einde -

(13)

10 Procedure 3-5

Een Momentopnameweergave vernieuwen

Stap Actie

1 Klik met de rechter muisknop op de momentopname die u wilt vernieuwen.

2 Selecteer in de lijst Refresh Snapshot. De momentopname wordt vernieuwd.

- Einde -

3

Procedure 3-6

Meerdere Momentopnameweergaves vernieuwen

Stap Actie

1 Selecteer de momentopnames die u wilt vernieuwen.

U kunt de momentopnames op de volgende manieren selecteren: Om een serie opeenvolgende momentopnames te selecteren:

a Selecteer de eerste momentopname die u wilt vernieuwen en houd de Shift-toets ingedrukt. Selecteer nu de laatste momentopname in de serie opeenvolgende momentopnames en laat de Shift-toets los. De momentopnames tussen de eerst en laatst geselecteerde opnames worden gemarkeerd.

Een bepaalde groep momentopnames selecteren.

b Selecteer de eerste momentopname die u wilt vernieuwen en houd de Ctrl-toets ingedrukt. Selecteer nu alle andere momentopnames die u wilt vernieuwen. Laat de Ctrl-toets los als u alle momentopnames hebt geselecteerd. Alle door u gekozen momentopnames worden gemarkeerd.

2 Selecteer View in de menubalk. Het keuzemenu View wordt getoond.

3 Selecteer Refresh Snapshot in de keuzelijst. De geselecteerde momentopnames worden vernieuwd.

- Einde -

Procedure 3-7

Lijstweergave weergeven

Stap Actie

1 Selecteer View in de menubalk. Het keuzemenu View wordt getoond.

2 Selecteer Display List in de keuzelijst. De standaard lijstweergave wordt getoond.

- Einde -

(14)

Illustra Connect gebruiken

11

De webinterface van een apparaat openen

Hoewel Illustra Connect u in staat stelt om bepaalde instellingen voor uw apparaten in het netwerk te openen en configureren, kunt u de apparaten ook op afstand openen via hun webinterfaces. Hiermee hebt u meer controle over uw apparaten en kunt u ze op afstand beheren, waardoor de noodzaak om ze rechtstreeks op locatie te benaderen openen verkleind wordt.

Procedure 3-8

De webinterface van het geselecteerde apparaat openen

Stap Actie

3

1 Selecteer het apparaat in de hoofdweergave.

2 Selecteer View in de menubalk. Het keuzemenu View wordt getoond.

3 Selecteer Launch Web GUI Configuration in het keuzemenu. De webinterface van het apparaat wordt getoond in een nieuw browservenster.

Afbeelding 3-5

Voorbeeld van de Web GUI van een apparaat

- Einde -

(15)

12

3

Pagina Device Properties

Illustra Connect kan de eigenschappen voor elk afzonderlijk apparaat in de lijst tonen. Deze pagina met eigenschappen bevat belangrijke informatie over de configuratie en connectiviteit van het apparaat en toont tevens een momentopname van het apparaat wanneer deze beschikbaar is.

Procedure 3-9

De eigenschappen van een apparaat bekijken

Stap Actie

1 Selecteer het apparaat.

2 Selecteer Device Properties in de menubalk. Het venster Device Properties wordt getoond.

Afbeelding 3-6

Voorbeeld van het venster Device Properties

3 Selecteer in het keuzelijst een Transform-optie om de richting van de weergegeven momentopname te wijzigen:

Opmerking

De Transform-functie is alleen beschikbaar in geavanceerde modus.

• Verticaal

• Horizontaal

• Draai 180

Selecteer Refresh Snapshot.

4 Klik op OK om het venster Device Properties te sluiten.

(16)

Illustra Connect gebruiken

13

Andere manieren om de eigenschappen van een apparaat weer te geven:

• Klik met de rechter muisknop op het apparaat en selecteer Device Properties.

• Selecteer View in de werkbalk en kies vervolgens in het menu Properties.

• Selecteer Device Properties in de menubalk wanneer het apparaat al geselecteerd is (de beschikbaarheid van deze optie vervalt wanneer er geen apparaat is geselecteerd of wanneer er meerdere apparaten geselecteerd zijn).

De naam van een apparaat wijzigen

- Einde -

3

U kunt de naam van een apparaat met Illustra Connect wijzigen vanuit het venster Apparaateigenschappen. Door uw apparaten een gepaste naam te geven, kunt u het betreffende apparaat snel vinden wanneer dat nodig is. U kunt het venster Apparaat Eigenschappen openen via één van de in Procedure 3-9 beschreven methoden.

Procedure 3-10

De naam van een apparaat wijzigen

Stap Actie

1 Klik met de rechter muisknop op het apparaat dat u wilt hernoemen.

2 Selecteer Eigenschappen in de lijst.

3 Klik op het tekstvak Device Name.

4 Verwijder de huidige invoer.

5 Voer de nieuwe naam van uw apparaat in.

6 Klik op de knop Apply.

7 Selecteer de knop OK. De naam van het apparaat is nu gewijzigd.

- Einde -

De Apparatenlijst vernieuwen

Met Illustra Connect kunt u de lijst met apparaten vernieuwen zonder dat u de software daarvoor hoeft af te sluiten en opnieuw op te starten. Dit is handig wanneer u apparaten aan uw netwerk hebt toegevoegd, wanneer u ze hebt gewijzigd of wanneer u de configuratie van uw camera's heeft gewijzigd en wil controleren of de wijzigingen zijn toegepast.

Opmerking

ONVIF-apparaten zenden het bericht "Hallo" uit wanneer ze online komen en "Tot Ziens"

wanneer ze offline gaan. Illustra Connect toont deze uitzendingen automatisch in de lijst met apparaten.

(17)

14

3

Procedure 3-11

De apparaatlijst vernieuwen

Stap Actie

1 Selecteer Refresh List. De statusbalk Zoeken... wordt weergegeven en zowel het zoek- als ondervraagdialoogvenster worden weergegeven.

Wanneer de vernieuwing is uitgevoerd, worden alle apparaten die niet opnieuw ontdekt werden grijs gemarkeerd.

- Einde -

Procedure 3-12

Afzonderlijk apparaat vernieuwen

Stap Actie

1 Klik met de rechter muisknop op een apparaat.

2 Selecteer Refresh Properties.

Wanneer de vernieuwing is voltooid, wordt de informatie weergegeven. Alle gewijzigde waardes worden gemarkeerd.

OF

1 Klik met de rechter muisknop op een apparaat.

2 Selecteer Properties. Het venster Device Properties wordt getoond.

3 Selecteer Refresh Properties.

Wanneer de vernieuwing is voltooid, wordt de informatie weergegeven. Alle gewijzigde waardes worden gemarkeerd.

- Einde -

(18)

Illustra Connect gebruiken

15

Bulkconfiguratie

Met Illustra Connect kunt u meerdere parameters op meerdere camera's configureren met behulp van de functies Bulkconfiguratie.

Bulkconfiguratie kan worden gebruikt voor de ontdekte apparaten die compatibel zijn met de AD Illustra iAPI2 & AD Illustra iAPI3. Het hulpprogramma sorteert automatisch de ondersteunde en niet ondersteunde apparaten.

Het dialoogvenster van Bulkconfiguratie wordt weergegeven zodra dit hulpprogramma wordt geselecteerd in de Home-werkbalk.

Met Bulkconfiguratie kunnen vooraf gedefinieerde sjablonen worden gebruikt, een bestaande cameraconfiguratie of een aangepaste sjabloon voor het configureren van meerdere camera's.

Opmerking

Alle camera's ondersteunen bulkconfiguratie van FPS, resolutie en Codec met uitzondering van het volgende:

 Pro 12MP FishEye

 Flex PTZ

 Pro Compact-serie, Pro Micro-serie, Compact Bullet-serie en Pro LT Bullet

Als bulkconfiguratie mislukt voor deze camera's, dan kunt u de camera's configureren via de web GUI van de camera.

Procedure 3-13

Een sjabloonconfiguratiebestand selecteren

Stap Actie

1 Selecteer Bulkconfiguratie in de Home-werkbalk.

2 Selecteer in de vervolgkeuzelijst van het Sjabloonbestand in het deelvenster rechts, het te gebruiken sjabloonbestand of selecteer Bladeren en navigeer naar de plaats waarde sjabloonbestanden worden opgeslagen. De standaardlocatie voor de sjabloonbestanden

(19)

16

is C:\ProgramData\Tyco\IllustraConnect\Templates

3 De lijst met parameters die de sjabloon bevat, wordt weergegeven.

Opmerking

Als een sjabloonbestand is geladen, kan het worden aangepast door instellingen toe te voegen of te verwijderen.

- Einde -

Procedure 3-14

Instellingen op camera's toepassen

Als eenmaal de gewenste instellingen zijn gekozen en geconfigureerd, kunnen ze worden toegepast op alle camera's die zijn vermeld in het gedeelte Ondersteunde camera's.

Stap Actie

1 Selecteer Bulkconfiguratie in de Home-werkbalk.

2 Selecteer het sjabloonbestand, de camera of configureer de gewenste instelling.

3 Selecteer Instellingen toepassen onder in het dialoogvenster.

Er wordt een dialoogvenster weergegeven die de voortgang van de Bulkconfiguraties identificeert.

Als de configuraties naar de camera's zijn verzonden, wordt een overzichtsvenster weergegeven waarin wordt weergegeven of de configuraties zijn gelukt.

4 Om het overzicht te bekijken of op te slaan als .txt- of .csv-bestand selecteert u Weergeven of Opslaan als in het dialoogvenster Overzichtsformulier.

- Einde -

Procedure 3-15

De verbeterde beveiligingsinstellingen configureren

Stap Actie

1 Selecteer Bulkconfiguratie in de Home-werkbalk.

2 Selecteer de instelling Verbeterde beveiligingsmodus en selecteer vervolgens ‘

+

’.

3 Selecteer Ingeschakeld voor de verbeterde beveiligingsmodus.

4 Voer de Gebruikersnaam beheerder en Wachtwoord in dat u geconfigureerd wilt hebben op de camera.

5 Selecteer Instellingen toepassen.

Opmerking

Een dialoogvenster wordt weergegeven die de voortgang van de configuraties van de uitgebreide beveiligingsmodus identificeert. Als de configuraties naar de camera's zijn verzonden, wordt een overzichtsvenster weergegeven waarin wordt weergegeven of de configuraties zijn gelukt.

6 U kunt het overzicht bekijken of het overzicht opslaan als .txt-bestand of .csv.

(20)

Illustra Connect gebruiken

17

a) Om het overzicht te bekijken, selecteert u Weergeven in het dialoogvenster

Overzichtsformulier.

b) Om het overzicht op te slaan, selecteert u Opslaan als in het dialoogvenster Overzichtsformulier.

c) Klik met de rechtermuisknop op een specifieke camera en selecteer Camerarapport.

Wanneer u een camera configureert voor uitgebreide beveiliging, kan het niet meer communiceren of worden gedetecteerd door Illustra Connect omdat het ONVIF-protocol is uitgeschakeld.

Opmerking

Illustra Connect 3.2 volgt onze meest recente regels betreffende cyberbeveiliging voor zowel gebruikersnaam als wachtwoord:

Complexiteit van gebruikersnaam voor verbeterde beveiligingsmodus:

 Minimaal aantal tekens: 5

Complexiteit van wachtwoord voor verbeterde beveiligingsmodus:

 Minimaal aantal tekens: 8

 Neem tenminste één teken op uit een minimum van drie geïdentificeerd in de onderstaande lijst:

i. Hoofdletters (ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUV).

ii. Kleine letters (abcdefghijklmnopqrstuv).

iii. Numerieke tekens (0123456789).

iv.

Speciale tekens (@ % + \ / ’ ! # $

^

? : , ( ) { } [ ] ~ - _

`)

 Mag niet identiek zijn aan de gebruikersnaam.

Compatibiliteit verbeterde beveiliging Illustra Connect Bulk Pro Minidome Ondersteund op FW 1.3.1 of hoger Pro i625 PTZ Ondersteund op FW 2.1.6 of hoger Pro i825 5MP FE Ondersteund op FW 2.0.1 of hoger Flex 3MP (Gen2) Ondersteund op FW 1.1 of hoger Flex i600/i800 Ondersteund op FW 3.1.5 of hoger

Pro 12MP FE Momenteel niet ondersteund

Flex PTZ Momenteel niet ondersteund

Essentials N.V.T.

Pro Compact, Bullet, Micro N.V.T.

- Einde -

(21)

18 Procedure 3-16

De TrickleStor-instellingen configureren

Als eenmaal de gewenste instellingen zijn gekozen en geconfigureerd, kunnen ze vervolgens worden toegepast op alle camera's die zijn vermeld in het gedeelte Ondersteunde camera's dat deze functie ondersteunt.

Stap Actie

1 Selecteer Bulkconfiguratie in de Home-werkbalk.

2 Selecteer de instelling TrickleStor en selecteer vervolgens ‘

+

’.

3 Selecteer Record Stream Source en selecteer vervolgens Enabled voor de Gebeurtenisopname.

4 Voer het Video Edge IP-adres in dat u wilt hebben geconfigureerd op de camera.

5 Selecteer Instellingen toepassen.

Opmerking

Een dialoogvenster wordt weergegeven die de voortgang van de configuraties van TrickeStor Bulk identificeert. Als de configuraties naar de camera's zijn verzonden, wordt een overzichtsvenster weergegeven waarin wordt weergegeven of de configuraties zijn gelukt.

6 U kunt het overzicht bekijken of het overzicht opslaan als .txt-bestand of .csv.

a) Om het overzicht te bekijken, selecteert u Weergeven in het dialoogvenster Overzichtsformulier.

b) Om het overzicht op te slaan, selecteert u Opslaan als in het dialoogvenster Overzichtsformulier.

Opmerking

Illustra Connect 3.2 kan detecteren of een SD-kaart aanwezig is in de camera zodat de TrickleStor kan functioneren.

Illustra TrickeStor-camera FW-ondersteuning Pro Minidome Ondersteund op FW 1.3.1 of hoger Flex 3MP (Gen2) Ondersteund op FW 1.1 of hoger

- Einde -

Procedure 3-17

De instellingen van bewegingsdetectie configureren

Wanneer de instelling Bewegingsdetectie wordt geselecteerd, wordt een nieuw dialoogvenster geopend waarin de instellingen van Bewegingsdetectie kunnen worden geconfigureerd.

Stap Actie

1 Selecteer Bulkconfiguratie in de Home-werkbalk.

2 Selecteer het sjabloonbestand als een sjabloon wordt gebruikt.

(22)

Illustra Connect gebruiken

19

3 Selecteer Bewegingsdetectie in de keuzelijst Instellingen selecteren als deze niet al

geselecteerd is. Als Bewegingsdetectie al aanwezig is in de weergegeven lijst, dubbelklikt u op de instellingnaam van de Bewegingsdetectie.

Het dialoogvenster Bewegingsdetectie wordt weergegeven.

4 Selecteer het selectievakje Bewegingsdetectie inschakelen om bewegingsdetectie in te schakelen.

5 Selecteer in het keuzemenu Streamnummer de stream die moet worden bewaakt voor Bewegingsdetectie.

6 Selecteer de vereiste gevoeligheidsinstelling in het keuzemenu Gevoeligheid.

7 Selecteer de gewenste actie in de keuzelijst Actie wanneer Bewegingsdetectie wordt gedetecteerd. Deze acties worden geconfigureerd op de camera.

8 Selecteer de Gebeurtenissen (Opnemen, E-mailen, FTP en CIFS) die moeten worden geconfigureerd wanneer Bewegingsdetectie wordt gedetecteerd.

Opmerking

Wanneer Opnemen, E-mailen, FTP of CIFS worden geselecteerd, worden aanvullende instellingen die moeten worden geconfigureerd weergegeven in de vervolggebieden in het rechtergedeelte van het dialoogvenster.

9 Selecteer het te bewaken gebied(en) dat moet worden bewaakt voor Bewegingsdetectie.

10. Selecteer OK om de instellingen op te slaan.

- Einde -

(23)

20

Bulklicenties

U kunt met de bulklicentie functie licenties voor meerdere camera's tegelijk genereren.

Bulklicenties kunnen worden toegepast op gedetecteerde apparaten die compatibel zijn met de AD Illustra iAPI3 die een specifieke firmware ter ondersteuning van de licentie-functie draait. Het gereedschap identificeert automatisch de ondersteunde en niet-ondersteunde apparaten uit de lijst met gevonden apparaten.

Zodra u de camera's waar u licenties voor wilt genereren heeft geselecteerd, en Bulklicenties has is geselecteerd, verschijnt het dialoogvenster Een licentie-aanvraag genereren dat de ondersteunde en niet-ondersteunde apparaten weergeeft.

Voer de onderstaande stappen uit om een licentie naar een camera te uploaden.

Procedure 3-18 Genereer bulklicentie

Stap Actie

1 Markeer de camera's waar u licenties voor wilt genereren.

Selecteer Tools en selecteer vervolgens Bulklicenties in de keuzelijst.

OF

Klik met de rechtermuisknop op de geselecteerde camera's, en selecteer Bulklicenties.

Het venster Een licentie-aanvraag genereren wordt weergegeven.

2 Het venster Een licentie-aanvraag genereren toont de camera's in volgorde van of ze wel of niet worden ondersteund. Controleer of alle relevante camera's worden

ondersteund. Als niet alle relevante camera's worden ondersteund, verlaat dan het menu en vernieuw de detectielijst.

3 Klik op Genereer een Licentie-aanvraagbestand.

Het gereedschap selecteert automatisch alle ondersteunde camera's.

4 Voer een naam in voor uw bulklicentie, blader naar de locatie waar u het xml-bestand van uw licentieaanvraag wilt opslaan, en klik vervolgens op OK.

Een venster Generatie van een Samenvatting van een Licentieaanvraag geeft voor

(24)

Illustra Connect gebruiken

21

iedere aanvraag aan of de licentieaanvraaggeneratie is mislukt of gelukt.

5 Selecteer Sluiten Opmerking

De Genereer Bulklicenties functie, is op dit moment alleen compatibel met de Pro Fixed Mini Dome-camera met firmware 1.2 of hoger.

De Genereer Bulklicenties functie, maakt het mogelijk om toegevoegde licenties te uploaden met functies om meer Illustra Video Intelligentie analytics te ontgrendelen.

- Einde -

Licentie uploaden

Gebruik de Upload Licentie functie van Illustra Connect om een licentie naar een camera te uploaden.

Licenties kunnen worden toegepast op gedetecteerde apparaten die compatibel zijn met de AD Illustra iAPI3 die een specifieke firmware draait ter ondersteuning van de licentie-functie. Het gereedschap identificeert automatisch de ondersteunde en niet-ondersteunde apparaten uit de lijst met gevonden apparaten.

Voer de onderstaande stappen uit om een licentie naar een camera te uploaden.

Procedure 3-19 Een licentie uploaden

Stap Actie

1 Let erop dat vóór het uploaden van de licentie, Illustra Connect alle camera's heeft gedetecteerd die u wilt detecteren. Als het problemen ondervindt met het detecteren van de camera's, gebruikt dan de “Specifieke IP” detectie-methode door een lijst te verschaffen van alle camera's waarvoor u een licentie wilt aanvragen.

2 Selecteer Tools en selecteer vervolgens Licentie uploaden in de keuzelijst.

Het Licentie Uploaden venster wordt weergegeven.

3 Klik op Bladeren, navigeer naar het licentiebestand dat u wilt uploaden, en klik vervolgens op OK.

4 Nadat het bericht Uploaden licentie wordt weergegeven, klikt u op OK.

Een venster Licentiesamenvatting uploaden geeft informatie over het slagen of mislukken van het uploaden van de licentie naar iedere camera.

(25)

22

3

5 Klik op OK.

De procedure is voltooid.

OF

Om informatie te ontvangen over de reden waarom het uploaden van een licentie naar een camera is mislukt, selecteert u de camera en klik vervolgens op Details.

Informatie over de reden waarom het uploaden is mislukt wordt weergegeven.

- Einde -

Conflicten met IP-adressen

Apparaten van Tyco Security Products en ONVIF-apparaten proberen via DHCP een IP-adres te verkrijgen.

Als er geen DHCP-server wordt gevonden, verkrijgen ze standaard een IP-adres dat overeenkomt met hun specifieke model. Illustra Connect ontdekt automatisch alle overeenkomende video-apparaten die in conflict zijn op het netwerk, en geeft dit aan op de statuskolom. Het is belangrijk te weten dat de getoonde

conflicterende apparaten een conflict kunnen hebben met andere niet overeenkomende apparaten in uw netwerk die niet door Illustra Connect getoond worden. Voorbeelden hiervan zijn printers, computers, enz.

Illustra Connect helpt u bij het oplossen van IP-problemen.

Opmerking

1 Wanneer een gebruiker Illustra Connect gebruikt voor het oplossen van conflicten, dient deze gebruiker volledige beheersrechten op zijn computer te hebben om wijzigingen door te kunnen voeren. Wanneer de gebruiker geen volledige beheersrechten heeft, kan de

oplossing falen of de apparaatinformatie niet nauwkeurig gerapporteerd worden.

2 De automatische configuratie van IP-adressen van ONVIF-apparaten van derden tijdens het oplossen van conflicten zal waarschijnlijk mislukken. Dit is echter niet van invloed op het verkrijgen van IP-adressen door apparaten van Tyco Security Products.

3 Wanneer een apparaat een IP-conflict kent, zal Illustra Connect alles in het werk stellen om het verkeer naar het juiste apparaat te sturen. Er is echter geen garantie dat de opdrachten correct door het netwerk gerouteerd worden. Het wordt sterk aanbevolen dat u IP-conflicten oplost voordat u iets anders met een apparaat probeert te doen. Zelfs het oplossen van het conflict biedt geen volledige garantie en dient wellicht herhaald te worden tot de oplossing succesvol is. Het dialoogvenster voor conflictoplossing mag niet worden verward met het dialoogvenster Network Configuration, dat wordt gebruikt om een netwerkadres toe te wijzen aan apparaten maar niet om conflicten op te lossen. Alle IP-conflicten moeten worden opgelost met behulp van de knop voor conflictoplossing op de taakbalk.

Procedure 3-20

Apparaatconflicten oplossen met DHCP

Stap Actie

1 Selecteer Resolve All Conflicts.

Opmerking

De knop Resolve All Conflicts wordt alleen ingeschakeld wanneer er conflicterende apparaten zijn.

2 Selecteer het keuzerondje Set all conflicting devices to DHCP.

3 Selecteer de knop OK. Er wordt een statusbalk Resolving Conflicts weergegeven.

4 Wanneer alle conflicten zijn opgelost, wordt het venster Conflicts Resolution Results

(26)

Illustra Connect gebruiken

23

weergegeven. Dit venster bevestigt de wijzigingen en toont welk IP-adres aan welk

apparaat is toegekend.

5 Klik op de knop Sluiten. Wanneer een apparaat opnieuw opgestart dient te worden, geeft Illustra Connect een venster weer waarin staat dat ten minste één apparaat opnieuw is opgestart en gedurende een aantal minuten wellicht niet online weergegeven wordt.

6 Selecteer de knop OK. De apparaten starten opnieuw op en verschijnen online.

Opmerking

Sommige apparaten beschikken over een lokale instelling die het gebruik van DHCP kan toestaan of weigeren. Niet alle apparaten worden zo ingesteld dat ze DHCP toestaan. In dit geval zullen pogingen om het adres te verkrijgen via DHCP niet slagen. U dient het IP-adres in dit geval handmatig in te stellen.

- Einde -

(27)

24

3

Procedure 3-21

Apparaatconflicten oplossen via een statisch IP-adresbereik

Stap Actie

1 Selecteer Resolve All Conflicts.

Opmerking

De knop Resolve All Conflicts wordt alleen ingeschakeld wanneer er conflicterende apparaten zijn.

2 Selecteer het keuzerondje Assign a static IP address within the following range: . 3 Geef uw IP-adresbereik op. Zorg dat dit bereik groot genoeg is voor al uw conflicterende

apparaten. Zorg daarnaast ook dat het bereik geen andere apparaten, zoals printers, bevat.

4 Selecteer de knop OK. Er wordt een statusbalk Resolving Conflicts weergegeven.

5 Wanneer alle conflicten zijn opgelost, wordt het venster Conflicts Resolution Results weergegeven. Dit venster bevestigt de wijzigingen en toont welk IP-adres aan welk apparaat is toegekend.

6 Klik op de knop Sluiten. Wanneer een apparaat opnieuw opgestart dient te worden, geeft Illustra Connect een venster weer waarin staat dat ten minste één apparaat opnieuw is opgestart en gedurende een aantal minuten wellicht niet online weergegeven wordt.

7 Selecteer de knop OK. De apparaten starten opnieuw op en verschijnen online.

- Einde -

De netwerkinstellingen voor een apparaat configureren

Illustra Connect stelt u in staat de netwerkinstellingen van ondersteunde apparaten van Tyco Security Products aan te passen. U kunt een statisch IP-adres opgeven of het apparaat opdracht geven om DHCP te gebruiken om een IP-adres te verkrijgen.

Procedure 3-22

Het netwerk configureren met DHCP

Stap Actie

1 Klik met de rechter muisknop op een apparaat.

2 Selecteer Netwerk configureren. Het venster Network Configuration wordt weergegeven.

De hostnaam, het modeltype en MAC-adres van het apparaat verschijnen in het bovenste deel van het venster.

3 Selecteer Gebruik DHCP.

4 Selecteer de knop OK.

Opmerking

Sommige apparaten beschikken over een lokale instelling die het gebruik van DHCP kan toestaan of weigeren. Niet alle apparaten worden zo ingesteld dat ze DHCP toestaan. In dit geval is de

(28)

Illustra Connect gebruiken

25

3

optie Use DHCP niet beschikbaar. U dient het IP-adres in dit geval handmatig in te stellen.

- Einde -

Procedure 3-23

Het netwerk configureren door een IPv4-adres te specificeren

Stap Actie

1 Klik met de rechter muisknop op een apparaat.

2 Selecteer Netwerk configureren. Het venster Network Configuration wordt weergegeven.

3 Selecteer Specify an IP address.

4 Voer het IP Address in dat u aan het apparaat wilt toewijzen. Gebruik de vorm xxx.xxx.xxx.xxx 5 Voer het Subnet Mask voor de apparaten in. Gebruik de vorm xxx.xxx.xxx.xxx

6 Voer het Gateway Address voor de apparaten in. Gebruik de vorm xxx.xxx.xxx.xxx 7 Voer de DNS server voor het apparaat in. Gebruik de vorm xxx.xxx.xxx.xxx

8 Selecteer de knop OK.

- Einde -

Procedure 3-24

Het netwerk configureren door een IPv6-adres te specificeren

Stap Actie

1 Klik met de rechter muisknop op een apparaat.

2 Selecteer Netwerk configureren. Het venster Network Configuration wordt weergegeven.

3 Selecteer Specify an IP address.

4 Voer het IP Address in dat u wilt toewijzen. Gebruik daarbij de vorm xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx

5 Voer het Subnet Mask in. Gebruik daarbij de vorm xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx 6 Voer het Gateway Address in. Gebruik daarbij de

vorm xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx 7 Voer de DNS server in. Gebruik daarbij de vorm

xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx 8 Selecteer de knop OK.

- Einde -

(29)

26 Procedure 3-25

IPv4-adressen toewijzen aan meerdere apparaten in een groep

Stap Actie

1 Selecteer de apparaten waarvan u het IP-adres wilt instellen.

U kunt de apparaten op de volgende manieren selecteren:

Om een serie opeenvolgende apparaten te selecteren:

a Selecteer het eerste apparaat waarvan u de IPv4 wilt instellen en houd de Shift- toets ingedrukt. Selecteer nu het laatste apparaat in de serie opeenvolgende apparaten en laat de Shift-toets los. De apparaten tussen de eerst en laatst geselecteerde apparaten worden gemarkeerd.

Om een bepaald apparaat of een serie niet opeenvolgende apparaten te selecteren:

b Selecteer het eerste apparaat waarvan u de IPv4 wilt instellen en houd de Ctrl-toets ingedrukt. Selecteer nu alle andere apparaten die u wilt instellen. Laat de Ctrl-toets los als u alle apparaten hebt geselecteerd. Alle door u gekozen apparaten worden gemarkeerd.

2 Klik met de rechter muisknop op een apparaat in uw lijst.

3 Selecteer Netwerk configureren. Het venster Network Configuration wordt weergegeven.

- Einde -

Procedure 3-26

IPv4-adressen toewijzen aan meerdere apparaten in een groep

Stap Actie

1 Selecteer de apparaten waarvan u het IP-adres wilt instellen.

U kunt de apparaten op de volgende manieren selecteren:

Om een serie opeenvolgende apparaten te selecteren:

a Selecteer het eerste apparaat waarvan u de IPv4 wilt instellen en houd de Shift- toets ingedrukt. Selecteer nu het laatste apparaat in de serie opeenvolgende apparaten en laat de Shift-toets los. De apparaten tussen de eerst en laatst geselecteerde apparaten worden gemarkeerd.

Om een bepaald apparaat of een serie niet opeenvolgende apparaten te selecteren:

b Selecteer het eerste apparaat waarvan u de IPv4 wilt instellen en houd de Ctrl-toets ingedrukt. Selecteer nu alle andere apparaten die u wilt instellen. Laat de Ctrl-toets los als u alle apparaten hebt geselecteerd. Alle door u gekozen apparaten worden gemarkeerd.

2 Klik met de rechter muisknop op een apparaat in uw lijst.

3 Selecteer Netwerk configureren. Het venster Network Configuration wordt weergegeven.

(30)

Illustra Connect gebruiken

27 Afbeelding 3-7

Venster Network Configuration

4 Selecteer Specify a Static IP Address Range.

6 Voer het bereik van IP Address in dat u aan de apparaten wilt toewijzen. Gebruik de vorm xxx.xxx.xxx.xxx

6 Voer het Subnet Mask voor de apparaten in. Gebruik de vorm xxx.xxx.xxx.xxx 7 Voer het Gateway Address voor de apparaten in. Gebruik de vorm xxx.xxx.xxx.xxx 8 Voer de DNS server voor het apparaat in. Gebruik de vorm xxx.xxx.xxx.xxx

9 Selecteer de knop OK.

- Einde -

Procedure 3-27

IPv6-adressen toewijzen aan meerdere apparaten in een groep

Stap Actie

1 Selecteer de apparaten waarvan u het IP-adres wilt instellen.

U kunt de apparaten op de volgende manieren selecteren:

Om een serie opeenvolgende apparaten te selecteren:

a Selecteer het eerste apparaat waarvan u de IPv6 wilt instellen en houd de Shift- toets ingedrukt. Selecteer nu het laatste apparaat in de serie opeenvolgende apparaten en laat de Shift-toets los. De apparaten tussen de eerst en laatst geselecteerde apparaten worden gemarkeerd.

Om een bepaald apparaat of een serie niet opeenvolgende apparaten te selecteren:

b Selecteer het eerste apparaat waarvan u de IPv6 wilt instellen en houd de Ctrl-toets ingedrukt. Selecteer nu alle andere apparaten die u wilt instellen Laat de Ctrl-toets los als u alle apparaten hebt geselecteerd. Alle door u gekozen apparaten worden gemarkeerd.

2 Klik met de rechter muisknop op een apparaat in uw lijst.

3 Selecteer Netwerk configureren. Het venster Network Configuration wordt weergegeven.

(31)

28 Afbeelding 3-8

Venster Network Configuration

3

4 Selecteer Specify a Static IP Address Range.

5 Voer het bereik van IP Address in dat u aan de apparaten wilt toewijzen.

Gebruik daarbij de vorm xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx 6 Voer het Subnet Mask in. Gebruik daarbij de vorm

xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx

7 Voer het Gateway Address in. Gebruik daarbij de vorm xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx 8 Voer de DNS server in. Gebruik daarbij de vorm

xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx:xxxx 9 Selecteer de knop OK.

- Einde -

Gebruikers voor apparaten configureren

Met Illustra Connect kunt u gebruikersaccounts op ondersteunde apparaten configureren.

Het maakt het ook mogelijk om dezelfde gebruikersaccount voor meerdere apparaten in te stellen.

Procedure 3-28

Een gebruikersaccount op één apparaat configureren

Stap Actie

1 Klik met de rechter muisknop op een apparaat.

2 Selecteer Configure Users. Het venster Manage Users wordt weergegeven.

(32)

Illustra Connect gebruiken

29 Afbeelding 3-9

Venster Manage Users

3

Het geselecteerde apparaat wordt weergegeven in het venster Device List.

3 Voer een gebruikersnaam in het tekstvak Gebruikersnaam in.

4 Voer een wachtwoord in het tekstvak Wachtwoord in.

5 Selecteer in de keuzelijst het Access Level.

Toegangsniveaus worden bepaald aan de hand van het type van het geselecteerde apparaat.

6 Selecteer Send secure equivalent om codering van het wachtwoord in te stellen.

Wanneer het vakje niet wordt aangevinkt, wordt het wachtwoord als gewone tekst verstuurd.

7 Selecteer Add om de gebruikersaccount voor het apparaat op te slaan.

- Einde -

Procedure 3-29

Meerdere apparaten selecteren

Stap Actie

1 U kunt de apparaten op de volgende manieren selecteren:

Om een serie opeenvolgende apparaten te selecteren:

a Selecteer het eerste apparaat dat u wilt gebruiken en houd de Shift-toets ingedrukt.

Selecteer nu het laatste apparaat in de serie opeenvolgende apparaten en laat de Shift-toets los. De apparaten tussen de eerst en laatst geselecteerde apparaten worden gemarkeerd.

Of

b Gebruik de muis op meerdere apparaten te selecteren en te verslepen. Alle

(33)

30

door u gekozen apparaten worden gemarkeerd

Om een bepaald apparaat of een serie niet opeenvolgende apparaten te selecteren:

c Selecteer het eerste apparaat dat u wilt gebruiken en houd de Ctrl--toets ingedrukt. Selecteer nu alle andere apparaten die u wilt instellen. Laat de Ctrl- toets los als u alle apparaten hebt geselecteerd. Alle door u gekozen apparaten worden gemarkeerd.

- Einde -

Procedure 3-30

De Gebruikersaccount op meerdere apparaten configureren

3

Stap Actie

1 Selecteer de apparaten waarvoor u de gebruikersaccount wilt instellen.

Raadpleeg Procedure 3-26 voor informatie over het selecteren van meerdere apparaten.

Opmerking

Gebruikersaccounts kunnen alleen worden ingesteld voor meerdere apparaten van hetzelfde type.

2 Klik met de rechter muisknop op een apparaat in uw lijst.

3 Selecteer Configure Users. Het venster Manage Users wordt weergegeven.

De geselecteerde apparaten wordt weergegeven in het venster Apparatenlijst.

Afhankelijk van het geselecteerde aantal apparaten kan het een paar seconden duren voor de lijst is samengesteld.

4 Gebruik indien nodig het bedieningselement Apparatenlijst in Afbeelding 3-10 om de geselecteerde apparaten te bewerken.

Afbeelding 3-10 Apparaatlijst filteren

Selecteer alle apparaten De-selecteer alle apparaten Vernieuw

apparaten lijst

Of

Gebruik het selectievakje bij het betreffende apparaat om dit apparaat in- of uit te schakelen.

5 Voer een gebruikersnaam in het tekstvak Gebruikersnaam in.

6 Voer een wachtwoord in het tekstvak Wachtwoord in.

7 Selecteer Send secure equivalent om codering van het wachtwoord in te stellen.

Wanneer het vakje niet wordt aangevinkt, wordt het wachtwoord als gewone tekst verstuurd.

8 Selecteer in de keuzelijst het Access Level.

Opmerking

Toegangsniveaus worden bepaald aan de hand van het type van het geselecteerde apparaat.

9 Selecteer Add om de gebruikersaccounts voor de apparaten op te slaan.

(34)

Illustra Connect gebruiken

31

3

- Einde -

Procedure 3-31

Een Gebruikersaccount op één apparaat bewerken

Stap Actie

1 Klik met de rechter muisknop op een apparaat.

2 Selecteer Configure Users. Het venster Manage Users wordt weergegeven.

De huidige gebruikersaccounts worden weergegeven in het venster User List.

3 Selecteer de te bewerken gebruikersaccount in het venster User List.

4 De volgende gegevens kunnen bewerkt worden:

• Gebruikersnaam

• Wachtwoord

• Toegangsniveau

5 Selecteer Set om de wijzigingen op te slaan.

- Einde -

Procedure 3-32

Een Gebruikersaccount voor meerdere apparaten in een groep bewerken

Stap Actie

1 Selecteer de apparaten waarvan u de gebruikersaccounts wilt bewerken.

Raadpleeg Procedure 3-26 voor informatie over het selecteren van meerdere apparaten.

Opmerking

Gebruikersaccounts kunnen alleen worden bewerkt voor meerdere apparaten van hetzelfde type.

2 Klik met de rechter muisknop op een apparaat.

3 Selecteer Configure Users. Het venster Manage Users wordt weergegeven.

4 Gebruik indien nodig het bedieningselement Apparatenlijst in Afbeelding 3-10 om de geselecteerde apparaten te bewerken.

Of

Gebruik het selectievakje bij het betreffende apparaat om dit apparaat in- of uit te schakelen.

7 De huidige gebruikersaccounts voor de geselecteerde apparaten worden weergegeven in het venster User List.

Afhankelijk van het geselecteerde aantal apparaten kan het een paar seconden duren voor de lijst is samengesteld.

6 Selecteer de te bewerken gebruikersaccount in het venster User List.

(35)

32

7 De volgende gegevens kunnen bewerkt worden:

• Gebruikersnaam

• Wachtwoord

• Toegangsniveau

8 Selecteer Set om de wijzigingen op te slaan.

- Einde –

3

(36)

Illustra Connect gebruiken

33 Procedure 3-33

Een gebruikersaccount voor één apparaat verwijderen

Stap Actie

1 Klik met de rechter muisknop op een apparaat.

2 Selecteer Configure Users. Het venster Manage Users wordt weergegeven.

De huidige gebruikersaccounts worden weergegeven in het venster User List.

3 Selecteer de te verwijderen gebruikersaccount in het venster User List.

4 Selecteer Verwijderen.

De gebruikersaccount wordt uit het apparaat verwijderd.

5 Herhaal stap 4 en 5 om zo nodig meer accounts uit het apparaat te verwijderen.

- Einde -

Procedure 3-34

Een Gebruikersaccount voor meerdere apparaten in een groep verwijderen

Stap Actie

1 Selecteer de apparaten waarvan u de gebruikersaccounts wilt verwijderen.

Raadpleeg Procedure 3-26 voor informatie over het selecteren van meerdere apparaten.

2 Klik met de rechter muisknop op een apparaat.

3 Selecteer Configure Users. Het venster Manage Users wordt weergegeven.

De huidige gebruikersaccounts worden weergegeven in het venster User List.

4 Gebruik indien nodig het bedieningselement Apparatenlijst in Afbeelding 3-10 om de geselecteerde apparaten te bewerken.

Of

Gebruik het selectievakje bij het betreffende apparaat om dit apparaat in- of uit te schakelen.

5 Selecteer de te verwijderen gebruikersaccount in het venster User List.

6 Selecteer Verwijderen. De gebruikersaccount wordt uit de geselecteerde apparaten verwijderd.

7 Herhaal stap 4 en 5 om zo nodig meer accounts uit de apparaten te verwijderen.

- Einde -

(37)

34

3

Procedure 3-35

Wilt u een hoofdaccount voor alle beveiligde apparaten aanmaken?

Stap Actie

1 Klik met de rechter muisknop op een apparaat.

2 Selecteer Configure Users. Het venster Manage Users wordt weergegeven.

3 In het onderdeel Master Account:

a Voer een Master Username in het tekstvak in.

b Voer een Master Password in het tekstvak in.

c Klik op Select.

U dient te bevestigen dat u van deze account de Hoofdaccount voor alle geselecteerde beveiligde apparaten wilt maken.

d Selecteer Ja om te bevestigen of Nee om te annuleren.

4 Om de ingevoerde Master Account te verwijderen, selecteert u Clear.

U dient te bevestigen dat u de gegevens van deze Master Account voor alle geselecteerde beveiligde apparaten wilt verwijderen.

a Selecteer Ja om te bevestigen of Nee om te annuleren.

5 Selecteer Sluiten.

- Einde -

Procedure 3-36

Een Override Account voor een apparaat instellen

U kunt het dialoogvenster "Configureer Gebruikers" gebruiken om een specifieke camera in de modus

"Overschrijven" te zetten met een specifiek aantal aanmeldgegevens, in plaats van de "Hoofdaccount" te gebruiken.

Deze associatie wordt alleen onthouden voor de huidige sessie van Illustra Connect. Dit kan nuttig zijn als de meeste camera's die u heeft dezelfde "Master Account" gebruiken, maar slechts één of twee een andere account gebruiken voor beheerdersdoeleinden.

Stap Actie

1 Klik met de rechter muisknop op een apparaat.

2 Selecteer Configure Users. Het venster Manage Users wordt weergegeven.

3 Selecteer in het venster User List een account die u wilt gebruiken als Override Account.

OF

4 Een nieuwe account aanmaken:

a Voer de Gebruikersnaam in het tekstvak in.

b Voer het Wachtwoord in het tekstvak in.

c Selecteer in de keuzelijst het Access Level.

d Selecteer Toevoegen.

(38)

Illustra Connect gebruiken

35

5 Selecteer Set Override.

U dient te bevestigen dat u deze account voor de apparaten wilt gebruiken in plaats van de Default Account of Master Account.

6 Selecteer Ja om te bevestigen of Nee om te annuleren.

3

- Einde -

Procedure 3-37

Een Default Account op een apparaat instellen

Stap Actie

1 Klik met de rechter muisknop op een apparaat.

2 Selecteer Configure Users. Het venster Manage Users wordt weergegeven.

3 Selecteer Use Default.

Illustra Connect gebruikt het protocol standaard gebruikersnaam en wachtwoord van de fabriek voor het geselecteerde apparaat.

• Fabrieksinstelling voor AD CGI camera's is: gebruikersnaam “admin” en wachtwoord

“9999”.

• Fabrieksinstelling voor AD en Illustra ONVIF camera's is: gebruikersnaam “admin”

wachtwoord “admin”.

U dient te bevestigen dat u de standaard gebruikersaccount wilt gebruiken.

4 Selecteer Ja om te bevestigen Nee om te annuleren.

- Einde -

Procedure 3-38

Een Master Account voor een apparaat instellen

Stap Actie

1 Klik met de rechter muisknop op een apparaat.

2 Selecteer Configure Users. Het venster Manage Users wordt weergegeven.

3 Selecteer in het venster User List een account die u wilt gebruiken als hoofdaccount.

OF

4 Een nieuwe account aanmaken:

a Voer de Gebruikersnaam in het tekstvak in.

b Voer het Wachtwoord in het tekstvak in.

c Selecteer in de keuzelijst het Access Level.

d Selecteer Toevoegen.

5 Selecteer Use Master.

U dient te bevestigen dat u wilt instellen dat de apparaten de Hoofdaccount gebruiken.

(39)

36

3

6 Selecteer Ja om te bevestigen of Nee om te annuleren.

3

- Einde -

De datum en tijd van apparaten configureren

Illustra Connect stelt u in staat de datum en tijd van ondersteunde apparaten in te stellen. U kunt de datum en tijd handmatig instellen of het apparaat opdracht geven om een NTP-server van uw keuze te gebruiken. U kunt in één procedure de datum/tijd op één of meerdere apparaten instellen.

Procedure 3-39

Handmatig de tijd- en datuminstellingen voor één apparaat configureren

Stap Actie

1 Klik met de rechter muisknop op een apparaat.

2 Selecteer Configure Date/Time Settings. Het venster Configure Date/Time Settings wordt weergegeven.

Afbeelding 3-11

Venster Datum/Tijd Instellen

3 Selecteer de vereiste tijdzone voor het apparaat van de lijst die wordt weergegeven wanneer u het keuzemenu uitvouwt.

4 Selecteer Set the Date/Time Manually.

5 Gebruik het keuzemenu om op de weergegeven kalender de huidige datum te selecteren.

6 Selecteer de uren in het tijdvak en pas deze aan door de pijltjes omhoog en omlaag, rechts van het tijdvak, te gebruiken.

7 Herhaal stap 6 voor de minuten en secondes.

Opmerking

U kunt ook de huidige datum en tijd instellen door op de knop Nu naast de invoervakken voor de datum en tijd te klikken. Hiermee worden de tijd en datum gesynchroniseerd met de tijd van uw systeem.

(40)

Illustra Connect gebruiken

37

3

8 Klik op de knop Apply.

- Einde -

Procedure 3-40

Handmatig de tijd- en datuminstellingen voor meerdere apparaten configureren

Stap Actie

1 Selecteer de apparaten waar u de datum/tijd op wilt instellen.

U kunt de apparaten op de volgende manieren selecteren:

Om een serie opeenvolgende apparaten te selecteren:

Selecteer het eerste apparaat waarvan u de datum/tijd wilt instellen en houd de Shift- toets ingedrukt. Selecteer nu het laatste apparaat in de serie opeenvolgende apparaten en laat de Shift-toets los. De apparaten tussen de eerst en laatst geselecteerde apparaten worden gemarkeerd.

Om een bepaald apparaat of een serie niet opeenvolgende apparaten te selecteren:

Selecteer het eerste apparaat waarvan u de datum/tijd wilt instellen en houd de Ctrl- toets ingedrukt. Selecteer nu alle andere apparaten die u wilt instellen. Laat de Ctrl- toets los als u alle apparaten hebt geselecteerd. Alle door u gekozen apparaten worden gemarkeerd.

2 Klik met de rechter muisknop op een apparaat in uw lijst.

3 Selecteer Configure Date/Time Settings. Het venster Configure Date/Time Settings wordt weergegeven.

4 Selecteer de vereiste tijdzone voor het apparaat van de lijst die wordt weergegeven wanneer u het keuzemenu uitvouwt.

5 Selecteer Set the Date/Time Manually.

6 Gebruik het keuzemenu om op de weergegeven kalender de huidige datum te selecteren.

7 Selecteer de uren in het tijdvak en pas deze aan door de pijltjes omhoog en omlaag, rechts van het tijdvak, te gebruiken.

8 Herhaal stap 7 voor de minuten en secondes.

Opmerking

U kunt ook de huidige datum en tijd instellen door op de knop Nu naast de invoervakken voor de datum en tijd te klikken. Hiermee worden de tijd en datum gesynchroniseerd met de tijd van uw systeem.

9 Klik op de knop Apply.

- Einde -

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

19 Daarnaast kan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) boetes opleggen voor het niet tijdig afronden van het Participatieverklaringstraject (PVT; € 340), het niet

!--- Username and shared secret password for the router (remote) !--- (used for CHAP authentication).. !--- Shared secret password must be the same on

Voor een functie van drie variabelen geldt hetzelfde als voor twee variabelen, we moeten nu over kleine volume elementen (blokken) ∆x∆y∆z integreren, maar kunnen dit ook weer

[r]

Het wetsvoorstel Actualisering deugdelijkheidseisen funderend onderwijs (Kamerstukken II 2018-29, 35102, nr. 2) bevat een aanpassing op dit gebied en zal leiden tot een uitbreiding

Het touw mag slechts met 4 lijnen zonder onderbreking door de reddingsboeien worden getrokken. Elke ring. mag slechts een keer

Hierover is al een duidelijke afspraak gemaakt tussen gemeentesecretarissen en ondernemingsraden: alle medewerkers worden meegenomen naar de nieuwe organisatie.. Er vallen

[r]