• No results found

1 Effect van switches en routers

In document Gebruikershandleiding (pagina 61-64)

Voor de beste resultaten wordt aanbevolen dat Illustra Connect rechtstreeks wordt aangesloten op dezelfde switch waarop ook de camera's zijn aangesloten of binnen hetzelfde ongefilterde LAN. Het aansluiten van Illustra Connect van een ander VLAN met routers tussen de VLAN's kan onbetrouwbare ontdekking opleveren.

De door Illustra Connect gebruikte ontdekkingsmechanismen zijn gebaseerd op UDP-multicasting naar poort 3072 voor ONVIF WS-discovery (zoals geregistreerd bij IANA) en naar poort 8992 voor het ontdekkingsprotocol voor vaste IP-camera's van American Dynamics. Het is onmogelijk om camera's te ontdekken wanneer het netwerk tussen de computer waarop Illustra Connect actief is en de camera's multicastgegevens naar deze poorten uitfilteren. Het gebeurt veel dat een zakelijk LAN alleen een zeer kleine subnet van multicast- en uitzendgegevens toestaat - raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de exacte configuratie.

Configuratie via Illustra Connect maakt gebruik van HTTP-overdracht via TCP. Afhankelijk van het apparaat kunnen de HTTP-verbindingen poort 80 of een andere poort (bijv. 8080, 8081, 8082, 8083) gebruiken. Het netwerk dient zo geconfigureerd te zijn dat het HTTP/TCP-verbindingen tussen de computer waarop Illustra Connect actief is en de doelcamera toestaat.

N.B.: intelligente netwerkbeheerapparaten, zoals firewalls, laag 2-, laag 3-switches, etc., kunnen IP-verkeer zo aanpassen of beperken dat Illustra Connect niet vrij ONVIF-camera's of vaste camera's van AD kan ontdekken en/of configureren. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer IGMP Snooping is ingeschakeld. IGMP snooping is een functie die laag 2-switches in staat stelt om de IGMP-conversatie tussen hosts en routers af te luisteren. Door deze conversaties af te luisteren, handhaaft de switch een overzicht van welke koppelingen welke IP-multicaststreams nodig hebben. Vervolgens kunnen multicasts dan alleen naar die koppelingen worden gestuurd die ze nodig hebben. Gebruikers dienen de bedieningshandleiding voor de switch te controleren voor de juiste configuratie.

Aangezien er geen garantie is dat UDP op de bestemming aankomt, is het mogelijk dat Illustra Connect en de camera de ontdekkingspakketten niet ontvangen. Om het ontdekkingsbereik te verbeteren, verstuurt Illustra Connect elk bericht tweemaal. Camera's versturen

normaalgesproken elke reactie tweemaal. Niettemin kan netwerkcongestie ertoe leiden dat een ontdekkingspakket op beide uiteinden wordt verwijderd of dat een switch/router een bericht in het midden verwijderd.

Illustra Connect gebruikt met opzet een kleine "Time To Live" (TTL) voor zijn berichten om de kans te verkleinen dat een router het bericht via het fysieke LAN naar een breder netwerk doorgeeft. Een HUB of SWITCH houdt het LAN met linklaag in stand, terwijl een ROUTER verbinding kan maken als onderdeel van het LAN, of verbinding kan maken via het zakelijke WAN of zelfs het Internet.

Bijlage B: Netwerkbeperkingen

59

B

2 Ontdekking

Illustra Connect biedt twee ontdekkingsmethodes:

1-WS-Discovery http://www.oasis-open.org/specs/index.php#ws-discovery 2-Een eigen uitzendprotocol voor vaste IP-camera's van American Dynamics.

Beide methodes zijn gebaseerd op gegevensoverdracht tussen Illustra Connect en de doelcamera via UDP voor de initiële ontdekkingsinformatie en via HTTP voor aanvullende informatie en configuratie. Deze methodes worden hieronder gedetailleerder beschreven.

Wanneer ze via Gereedschap > Instellingen worden geopend, worden ze ONVIF en CGI genoemd.

2.1 ONVIF WS-Discovery

Illustra Connect en ONVIF-camera's van AD maken gebruik van de WS-Discovery Ad-Hoc-modus zoals hieronder beschreven. ONVIF-camera's van andere fabrikanten kunnen op een soortgelijke wijze werken. Dit wordt echter niet gegarandeerd.

Afbeelding 5-1

In deze modus stuurt een camera bij het opstarten of onder specifieke

herconfiguratiegebeurtenissen (bijv. een ONVIF-opdracht 'Omvang verandering') een multicast "Hallo"-bericht (1).

Afbeelding 5-2

Bij het afsluiten sturen de camera's een "Tot Ziens"-bericht (2).

Afbeelding 5-3

60

B

Wanneer Illustra Connect het netwerk scant, stuurt het een multicastsondebericht (3) om ONVIF-services te vinden. Elke camera moet reageren via een unicast Probe-overeenkomst (4). Omdat het Probe-overeenkomstbericht unicast is, dient het op de juiste wijze teruggestuurd te worden naar de computer waarop Illustra Connect actief is. Dit bericht kan Illustra Connect niet bereiken wanneer de routeringstabel in de camera is aangepast naar een onjuiste instelling of wanneer de netwerkrouter tussen de camera en illustra Connect niet juist is geconfigureerd. Afhankelijk van de configuratie van de camera's zal één van de volgende vier scenario's van toepassing zijn:

a) DHCP-camera's

Standaard proberen ONVIF-camera's van AD een DHCP-lease te verkrijgen. De DHCP-server dient zorg te dragen voor het correct configureren van de camera's voor het routeren. De camera dien volledig ontdekt te worden met levering van aanvullende informatie.

b) ONVIF-camera's van AD met fabrieksinstellingen die geen DHCP-server konden vinden en teruggesteld werden naar een statisch adres

Bij het opstarten van een nieuwe, niet geconfigureerde ONVIF-camera van AD zal de camera, zichzelf instellen op een statisch IP

-adres wanneer deze geen DHCP-lease kan verkrijgen. In deze modus is het standaard om geen standaard-gateway nstelling te hebben en de Probe Match reactie rechtstreeks over

de netwerkinterface te camera's zelfs ontdekt worden wanneer er meerdere switches aanwezig zijn, mits er geen sprake is van filtering.

Het gedrag van ONVIF-camera's van derden kan afwijken.

c) Camera’s met een lokaal adres koppelen.

Illustra Connect is zich bewust van lokale koppelingen (http://tools.ietf.org/html/rfc3927). Dit zijn adressen van 169.254.0.0 tot 169.254.255.255. Zij maken deel uit van de

netwerkstandaardconfiguratie 'Zero' (zeroconf). Wanneer Illustra Connect het netwerk scant, configureert het de interne routering van de hostcomputer om te communiceren met lokale koppelingsadressen. Daarbij maakt het gebruik van de huidige gescande netwerkinterface. Op deze wijze dienen lokaal gekoppelde ONVIF-camera's volledig ontdekt te worden.

d) Handmatig geconfigureerde statische IP-camera's

Camera's die handmatig geconfigureerd zijn met een statisch IP-adres, netmasker en standaard gateway dienen correct geconfigureerd te zijn teneinde ontdekt te worden.

Sommige camera's kunnen niet ontdekt worden wanneer ze foutief zijn geconfigureerd. Ze dienen dan gereset te worden naar de fabrieksinstellingen.

Illustra Connect luistert naar multicast "Hallo"-berichten die tijdens het opstarten door ONVIF-camera's verzonden worden. Door een niet ontdekte ONVIF-camera opnieuw op te starten, zal deze een "Hello"-bericht sturen dat automatisch door Illustra Connect wordt opgemerkt.

Vervolgens wordt de basisinformatie van de camera in het hoofdscherm getoond. Aanvullende informatie, zoals de naam van de camera, wordt echter niet getoond.

Bijlage B: Netwerkbeperkingen

61

In document Gebruikershandleiding (pagina 61-64)

GERELATEERDE DOCUMENTEN