• No results found

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 25935/

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer 25935/"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nederlandse Omroep Stichting T.a.v. het bestuur

Postbus 26600 1202 JT HILVERSUM

Datum Onderwerp

18 oktober 2011 Nevenactiviteit – toestemming cluster 4

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer

25935/2011014251

Geacht bestuur,

Bij brief van 7 september 2011 verzocht u ons om goedkeuring voor de nevenactiviteit

“licentieverlening fragmenten NOS ten behoeve van dvd Sport in de Tweede Wereldoorlog”.

Op grond van het hiernavolgende wordt u toestemming verleend voor de nevenactiviteit “het verkopen of in licentie geven van programma’s, programmaformats en

programmafragmenten” (cluster 4).

Zoals volgt uit onze brief van 15 september 2009 (kenmerk 18571/2009013905) vormt cluster 4 een uitzondering op de systematiek van de cluster vervolgmeldingen en vindt er voor iedere nevenactiviteit in dit cluster separate toetsing plaats.

A. De activiteit

1. De nevenactiviteit van de NOS bestaat uit “licentieverlening fragmenten NOS ten behoeve van dvd Sport in de Tweede Wereldoorlog”. De fragmenten betreffen onder meer een interview met bokser Ben Bril, een schaatsenrijder die deelnam aan de

Elfstedentocht van 1942 en met een historicus die vertelt over het belang dat de nationaal socialisten aan sport hechtten. De dvd zal door uitgever Tijdsbeeld Media worden

uitgebracht en zal worden verkocht tezamen met een speciale uitgave van het tijdschrift Quest dat ook aan sport tijdens de Tweede Wereldoorlog zal worden gewijd.

2. Conform de clusterindeling zoals vermeld in onze brief van 23 december 2008 valt deze nevenactiviteit in cluster 4.

B. Relevante bepalingen

3. Artikel 2.132 Mediawet 2008

1. De publieke media-instellingen mogen alleen na voorafgaande toestemming van het Commissariaat nevenactiviteiten verrichten.

(2)

2. Nevenactiviteiten zijn activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van

verenigingsactiviteiten.

3. Toestemming kan alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de publieke omroep, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is.

4. Voorts verwijzen wij naar de Regeling van het Commissariaat voor de Media van 10 april 2009 houdende beleidsregels omtrent nevenactiviteiten publieke media- instellingen (hierna: Beleidsregels nevenactiviteiten 2009).

C. Status

5. Volgens artikel 2, onderdeel c, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 is een nevenactiviteit een activiteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.

6. Op grond van artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008, worden alle activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten, aangemerkt als

nevenactiviteiten.

7. Het verlenen van een licentie op gebruik van fragmenten ten behoeve van een dvd Sport in de Tweede Wereldoorlog houdt niet rechtstreeks verband met en staat niet

rechtstreeks ten dienste van de uitvoering van de publieke media-opdracht van uw publieke media-instelling en is evenmin een verenigingsactiviteit.

8. De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.

D. Toetsing

9. Op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008 kan toestemming alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het media- aanbod van de publieke media-instelling, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is.

Relatietoets

10. Op grond van artikel 3, eerste lid, sub c, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, houdt een nevenactiviteit verband met of staat deze ten dienste van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht indien de betrokkenheid van gebruikers bij het media-

(3)

aanbod of de publieke media-instelling met de nevenactiviteit wordt vergroot. In deze gevallen dient de activiteit op grond van artikel 3, tweede lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, tevens aantoonbaar inhoudelijk aan te sluiten bij het media- aanbod of de publieke media-instelling.

11. De onderhavige nevenactiviteit betreft het verkopen of in licentie geven van programma’s, programmaformats of programmafragmenten aan (media)bedrijven. Daarmee wordt de betrokkenheid van gebruikers bij het media-aanbod of de publieke media-instelling van de NOS vergroot nu het aannemelijk is dat de nevenactiviteit ertoe kan leiden dat de

gebruiker gebruik gaat of blijft maken van het media-aanbod, dan wel zich meer dan daarvoor betrokken voelt of gaat voelen bij de NOS omdat het om fragmenten gaat die in het NOS Sportjournaal en bij NOS Studio Sport zijn uitgezonden. Bovendien zal op de dvd het NOS beeldmerk worden afgebeeld.

12. De nevenactiviteit sluit bovendien aantoonbaar inhoudelijk aan bij het media-aanbod van de NOS omdat deze bestaat uit het leveren van algemene, sport- en nieuwsberichten.

13. Op grond van artikel 6, eerste lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten houdt een nevenactiviteit geen verband met of staat deze niet ten dienste van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht indien zij deze publieke media-opdracht op andere wijze schaadt of kan schaden. In de toelichting op dit artikel is opgenomen dat in die gevallen waarin de Raad van Bestuur van de Nederlandse Publieke Omroep op grond van artikel 2.133 van de Mediawet 2008 een oordeel geeft of kan geven over de vraag of de nevenactiviteit in strijd is met het gemeenschappelijk belang van de landelijke publieke mediadienst – hetgeen in casu het geval is –, het Commissariaat niet beoordeelt of de nevenactiviteit op andere wijze schade toebrengt aan de verwezenlijking van de publieke mediaopdracht. Wij wijzen u op de te volgen procedure zoals door de NPO bekend gemaakt in zijn Beleidslijn nevenactiviteiten NPO 2011.

14. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008.

Marktconformiteit

15. Overeenkomstig artikel 7 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 wordt bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit marktconform is de hoogte van de licentievergoeding als uitgangspunt genomen. Een publieke media-instelling dient voor haar nevenactiviteiten een marktconforme licentievergoeding te hanteren. De publieke media-instelling heeft derhalve een zorgplicht om deze eis van marktconformiteit mee te nemen in de onderhandelingen voorafgaand aan de totstandkoming van de

nevenactiviteit. Op grond van artikel 7, tweede lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 kan het Commissariaat bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit marktconform is, ook het imago van de publieke media-instelling betrekken. Onder imago wordt in ieder geval verstaan beeldmerk of logo.

16. Het Commissariaat is vooralsnog van oordeel dat de nevenactiviteit, op basis van de nu bekende feiten en omstandigheden, aan deze voorwaarde voldoet. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen.

(4)

17. In het onderhavige geval gaat het om het in licentie geven van fragmenten van de NOS ten behoeve van de dvd Sport in de Tweede Wereldoorlog aan (media)bedrijven. De NOS heeft aangegeven dat de licentievergoeding tot stand is gekomen door onderhandelingen.

Het resultaat daarvan valt naar het oordeel van het Commissariaat binnen de range van vergoedingen die gebruikelijk zijn. Het Commissariaat ziet voorshands geen reden om aan te nemen dat deze licentievergoeding niet marktconform zou zijn.

18. Het Commissariaat is vooralsnog dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit

marktconform wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008.

Kostendekkendheid

19. Overeenkomstig artikel 11 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 is er geen sprake van kostendekkendheid indien de nevenactiviteit direct of indirect wordt bekostigd uit of anderszins ten laste komt van de publieke omroepmiddelen.

20. Het Commissariaat is van oordeel dat de nevenactiviteit voldoet aan de voorwaarde van kostendekkendheid. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen.

21. Door de NOS is ter toelichting aangegeven dat de nevenactiviteit tot stand komt voor eigen rekening en risico van de licentienemer. De NOS loopt derhalve geen enkel financieel risico.

22. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit kostendekkend wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008.

23. Wij zullen de kostendekkendheid jaarlijks controleren aan de hand van de jaarrekening.

E. Besluit

24. Op grond van bovenstaande toetsen is de nevenactiviteit “licentieverlening fragmenten NOS ten behoeve van dvd Sport in de Tweede Wereldoorlog” toegestaan op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008.

(5)

F. Register

25. De nevenactiviteit is als het “het verkopen of in licentie geven van programma’s, programmaformats en programmafragmenten” met daaronder vermelding van

“licentieverlening fragmenten NOS ten behoeve van dvd Sport in de Tweede

Wereldoorlog” opgenomen in het openbare Register nevenactiviteiten, te vinden op de website van het Commissariaat (www.cvdm.nl).

Een afschrift van dit besluit zenden wij aan de NPO.

Hilversum, 18 oktober 2011

COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,

prof. dr. Tineke Bahlmann prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning

voorzitter commissaris

Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Oftewel het onderscheid tussen de verschillende ombouw scenario’s van de industrie wordt kleiner naarmate de totale marktvraag daalt en/of als het aanbod van pseudo G-gas stijgt

Op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008 kan toestemming alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de

Op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008 kan toestemming alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de

Op grond van artikel 4, vierde lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2016, houdt een nevenactiviteit verband met of staat deze ten dienste van de verwezenlijking van de

De voorbereidingen voor de m.e.r.-procedure, benodigde besluiten en eventuele vergunningen vinden binnen project Meanderende Maas plaats. De realisatie van Ossekamp en De Waarden

gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar neen Is de beslissing aangevallen bij de Raad van

284 mensen zijn volledig uitgestroomd omdat ze betaald werk hebben gevonden, waarvan 57 jongeren onder de 27 jaar en 80 50-plussers.. De uitstroom naar werk is net zoals in 2016

Een wetgevingsmaatregel als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel c en e, en derde lid, AVG, moet duidelijk en nauwkeurig zijn, en de toepassing daarvan moet voorspelbaar