Onderzoek Warmte Gemeente Zwolle 2019

(1)

Opdrachtgever Opdrachtnemer Versie

ECR

Onderzoek & Informatie 1.0

Onderzoek Warmte

Gemeente Zwolle 2019

(2)

Inhoud

1 Inleiding 3

1.1 Aanleiding onderzoek 3

1.2 Doel en doelgroep 3

1.3 Methode 3

1.4 Rapportage 3

2 Uitkomsten Zwolle 4

2.1 Kennis en houding 4

2.2 Huidige situatie 8

2.3 Verduurzaming woning 10

2.4 Stoppen met aardgas 13

2.5 Alternatieven voor aardgas 16

3 Aa-landen 19

4 Berkum 26

5 Binnenstad 34

6 Diezerpoort 42

7 Holtenbroek 50

8 Hanzeland (Spoorzone) 57

Bijlagen 65

Bijlage 1: Wijkindeling Zwolle 65

Bijlage 2: Responsverdeling naar leeftijd en wijk 66

(3)

1 Inleiding

1.1 Aanleiding onderzoek

Zwolle heeft de ambitie om in 2050 een aardgasvrije en energieneutrale stad te zijn. Het grootste gedeelte van de warmte in woningen wordt momenteel nog verkregen door het gebruik van aardgas. Tot aan 2050 zullen nog veel inspanningen moeten worden verricht om te komen tot aardgasloos wonen in Zwolle. Om te achterhalen hoe inwoners hier tegenaan kijken, is over dit onderwerp een onderzoek uitgevoerd onder

Zwollenaren.

1.2 Doel en doelgroep

Het onderzoek heeft als doel om inzicht te verkrijgen in kennis, houding en (toekomstig) gedrag van de Zwollenaren wat betreft aardgasloos wonen. De inwoners van Zwolle van 18 jaar en ouder vormen de doelgroep van het onderzoek.

1.3 Methode

Het onderzoek is online uitgevoerd via een vragenlijst op internet. Hierbij is

gebruikgemaakt van het Zwols Burgerpanel, bestaande uit inwoners van Zwolle die bereid zijn meerdere keren per jaar hun mening of ervaringen te delen door een online vragenlijst in te vullen. Zij hebben via e-mail een uitnodiging ontvangen om aan het onderzoek mee te werken. Daarnaast zijn bezoekers aangeschreven (via e-mail) van een informatie-avond over geothermie voor bewoners van Aa-landen en Holtenbroek.

Verder had een ieder de mogelijkheid zich via www.zwolle.nl aan te melden om aan het onderzoek mee te doen en een uitnodiging te ontvangen. In totaal zijn 11.643 inwoners van Zwolle via een e-mail uitgenodigd voor deelname aan het onderzoek. Van hen hebben er 3955 meegewerkt, een respons van 34%. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode van 9 mei tot en met 2 juni 2019.

Ten behoeve van representativiteit van het onderzoek zijn de uitkomsten gewogen op leeftijd en wijk. Zie de bijlage voor de procentuele verdeling naar deze kenmerken voor en na weging.

1.4 Rapportage

In dit rapport worden de uitkomsten van Zwolle als geheel in hoofdstuk 2 weergegeven in grafieken en tabellen, met een korte beschrijving. Waar zich opvallende verschillen voordoen in uitkomsten naar woning- of achtergrondkenmerken, wordt dit tekstueel benoemd. Verder worden de uitkomsten van een zestal gebieden apart getoond in de hoofstukken 3 tot en met 8. Deze zijn niet voorzien van een toelichting. Bijlage 1 laat de gehanteerde wijkindeling van Zwolle zien.

(4)

2 Uitkomsten Zwolle

2.1 Kennis en houding

Als eerste gaan we in op de kennis van inwoners omtrent het stoppen met het gebruik van aardgas, en de houding rondom dit onderwerp.

De meeste inwoners (66%) zijn ervan op de hoogte dat in 2050 geen gebruik meer mag worden gemaakt van het aardgasnetwerk (figuur 1). Ruim een derde (34%) weet dat echter nog niet. Tussen bewoners van huur- en koopwoningen is hierin geen

noemenswaardig verschil te zien.

Figuur 1 Was u op de hoogte van het feit dat u in 2050 geen gebruik meer mag maken van het aardgasnetwerk?

Tussen de wijken zijn duidelijke verschillen te zien in de mate waarin inwoners weten dat in 2050 geen gebruik meer mag worden gemaakt van het aardgasnetwerk (figuur 2).

Figuur 2 Was u op de hoogte van het feit dat u in 2050 geen gebruik meer mag maken van het aardgasnetwerk? – Per wijk

(5)

Aardgasloos wonen is voor 81% van de inwoners een belangrijk thema (figuur 3), De belangrijkste reden daarvan is dat het beter is voor het milieu. Daarnaast denkt men hierbij aan het belang ervan voor het eigen nageslacht en voor ‘de Groningers’.

Ongeveer een vijfde vindt aardgasloos wonen geen belangrijk thema. Onder lager opgeleiden vindt een groter deel aardgasloos wonen niet belangrijk dan onder hoger opgeleiden.

Figuur 3 Vindt u het aardgasloos wonen een belangrijk thema? (Meerdere antwoorden mogelijk.)

Ongeveer de helft van de inwoners denkt dat hij/zij zelf een oplossing, en eventuele financiering, moet zoeken voor het aardgasloos wonen (tabel 4). Bijna een derde denkt dat er een subsidiepot zal zijn waarvan maatregelen kunnen worden betaald. Een kwart verwacht geen financiële gevolgen, bijvoorbeeld vanwege de eigen hoge leeftijd, of omdat men denkt dat de verhuurder of de overheid voor een oplossing zorgt.

Onder ‘anders, namelijk’ vallen voornamelijk antwoorden dat men al aardgasloos woont, dat de kosten hoger zullen worden en dat men niet weet wat de gevolgen zullen zijn.

Tabel 4 Wat zijn volgens u de financiële gevolgen voor het aardgasloos wonen?

(Meerdere antwoorden mogelijk.)

% Ik moet zelf actief een oplossing en eventuele financiering gaan zoeken 46%

Er komt een grote subsidiepot waarmee ik de maatregelen kan betalen 30%

Geen gevolgen, gezien mijn (hoge) leeftijd 12%

Geen gevolgen, mijn verhuurder lost het op 11%

Geen gevolgen, de overheid zorgt wel voor een oplossing 9%

Geen gevolgen, het zal niet met zo’n vaart lopen 8%

Geen gevolgen, ik heb verhuisplannen 3%

Anders, namelijk ... 19%

(6)

De inwoners hebben een cijfer tussen 1 en 10 gegeven om aan te geven hoe belangrijk zijn het verduurzamen van hun woning vinden (figuur 5). Een grote meerderheid van de inwoners vindt het verduurzamen van hun woning enigszins tot ontzettend belangrijk.

Het gemiddelde cijfer is een 7,7. Tussen de verschillende wijken zijn geen zeer grote verschillen zichtbaar; in Assendorp vindt men met een score van 7,9 verduurzamen het belangrijkst, in Stadshagen is de score met een 7,5 het laagst.

Figuur 5 Hoe belangrijk (op een schaal van 1 tot 10) vindt u het verduurzamen van uw woning? (1 = geheel onbelangrijk, 10 = heel erg belangrijk)

De inwoners is ook gevraagd via een cijfer tussen 1 en 10 aan te geven hoeveel vertrouwen zij hebben dat Zwolle in 2050 energieneutraal zal zijn (figuur 6). Hierbij is het deel van de inwoners dat hier enigszins vertrouwen in heeft, net iets groter dan het deel dat dat in mindere mate heeft. Het gemiddelde cijfer is een 5,8.

Figuur 6 Hoe veel vertrouwen (op een schaal van 1 tot 10) heeft u dat Zwolle energieneutraal is in 2050? (1 = geen vertrouwen, 10 = heel veel vertrouwen)

Op wijkniveau kijkend (figuur 7) is te zien dat het vertrouwen dat Zwolle in 2050 energieneutraal is daarin niet gelijk is. In Berkum / Vechtlanden en in Mars-

/Soestweteringlanden is het vertrouwen het laagst (scores 5,3 respectievelijk 5,0). In Diezerpoort (6,1) en Schelle (6,0) hebben de inwoners meer vertrouwen dan in de rest Zwolle.

(7)

Figuur 7 Hoe veel vertrouwen (op een schaal van 1 tot 10) heeft u dat Zwolle energieneutraal is in 2050? – Gemiddelde score, per wijk

De middelen die men gebruikt om informatie te zoeken over

verduurzamingsmogelijkheden lopen uiteen (tabel 8). Inwoners zoeken relatief het meest online. Daarnaast zoekt men bij bekenden, of men vraagt men advies; dan wel onafhankelijk, dan wel bij gespecialiseerde bedrijven, dan wel persoonlijk. De

Rijksoverheid is voor inwoners ook een bron om informatie te verkrijgen.

Tabel 8 Hoe of waar heeft u informatie gezocht of zou u informatie zoeken over mogelijkheden om te verduurzamen? (Meerdere antwoorden mogelijk.)

%

Online, bijvoorbeeld bij Milieu Centraal 34%

Bij bekenden 30%

Via persoonlijk advies door gespecialiseerde (commerciële) bedrijven 21%

Ik zoek onafhankelijk advies 21%

Bij de Rijksoverheid 16%

Via persoonlijk advies door gemeente 7%

Via persoonlijk advies door een woningcorporatie 7%

Bij het energieloket Verbeter & Bespaar 6%

Bij Blauw Vinger Energie 2%

Bij Buurkracht 2%

Ik zoek niet 17%

Ik weet het (nog) niet 14%

(8)

2.2 Huidige situatie

Om een beeld te krijgen van de huidige situatie in Zwolle wat betreft het hebben van een aardgasaansluiting (figuur 9) en het verwarmen van de woning, is de inwoners hiernaar gevraagd.

De grote meerderheid (91%) bewoont een woning met een aardgasaansluiting; 6%

heeft een woning zonder aardgasaansluiting en 3% weet het niet. Van bewoners van woningen die tussen 2001 en 2006 zijn gebouwd, zegt 9% dat hun woning geen aardgasaansluiting heeft; onder bewoners van woningen die vanaf 2007 zijn gebouwd, is dat 26%.

Figuur 9 Beschikt uw woning over een aardgasaansluiting?

Het zijn de wijken Stadshagen en Holtenbroek waar het deel van de inwoners dat aangeeft geen aardgasaansluiting te hebben met 16% het hoogst is.

Figuur 10 Beschikt uw woning over een aardgasaansluiting? - Per wijk

(9)

De inwoners met een aardgasaansluiting hebben aangegeven hoe zij hun woning voornamelijk verwarmen (figuur 11). Dat is vooral met een centrale verwarming met ketel op aardgas (91%). Andere manieren van verwarmen komen relatief weinig voor.

Figuur 11 Hoe verwarmt u momenteel uw woning voornamelijk?

Respectievelijk 7% en 12% moet hun verwarmingsketel die op aardgas draait binnen 2 jaar dan wel over 2 tot 5 jaar vervangen (figuur 12). Het moment van vervangen is redelijk gelijk verdeeld over de in de grafiek getoonde periodes van vijf jaren.

Figuur 12 Wanneer is uw verwarmingsketel die op aardgas draait aan vervanging toe?

(10)

2.3 Verduurzaming woning

Bijna twee derde van de inwoners (64%) heeft zelf al maatregelen getroffen om hun woning te verduurzamen (figuur 13). Bewoners van een koopwoning hebben meer al wat gedaan aan verduurzaming van hun woning dan bewoners van een huurwoning (72% respectievelijk 39%).

Figuur 13 Heeft u al wat gedaan aan het verduurzamen van uw woning?

In de wijken waar het aandeel huurders (in de respons) het grootst is, heeft het kleinste deel iets aan verduurzaming gedaan: Binnenstad en Diezerpoort (zie figuur 14). In Mars- / Soestweteringlanden en Berkum / Vechtlanden hebben relatief de meeste inwoners iets gedaan aan het verduurzamen van hun woning.

Figuur 14 Heeft u al wat gedaan aan het verduurzamen van uw woning? – % Ja, per wijk

Voor ruim twee vijfde van de inwoners (42%) die al iets hebben gedaan aan

verduurzaming, is kostenbesparing de aanleiding geweest om te verduurzamen (figuur 15). Renovatie, verhuizing en een kapotte cv-ketel zijn in mindere mate reden tot

(11)

verduurzamen geweest. Onder ‘anders, namelijk’ heeft men behalve motieven ook vooral de toegepaste verduurzaming zelf genoemd: zonnepanelen, beter voor het milieu, isolatie, nieuwbouw, comfort en dubbel glas.

Figuur 15 U heeft u al wat gedaan aan het verduurzamen van uw woning. Wat was de aanleiding of de reden daartoe? (Meerdere antwoorden mogelijk.)

Inwoners die niets aan verduurzaming aan hun woning hebben gedaan, is gevraagd wat daarvan de reden is (figuur 16). Betaalbaarheid is vooral de reden waarom deze inwoners niets aan verduurzaming hebben gedaan. Meer dan de helft heeft echter een ander antwoord gegeven dan waaruit standaard kon worden gekozen. Deze inwoners geven vooral aan dat zij in een huurwoning wonen, dat hun woning al goed geïsoleerd is of dat zij in een appartement wonen (met VVE).

Figuur 16 Waarom heeft u niets gedaan aan het verduurzamen van uw woning?

De inwoners is gevraagd welke maatregelen zij (of hun verhuurder) al hebben getroffen om hun woning beter te isoleren en/of energie te besparen (figuur 17). Reeds

toegepaste maatregelen betreffen vooral volledig dubbel glas (57%), maar ook

(12)

verschillende soorten van isolatie (dak, muur en vloer) en zonnepanelen heeft tussen een kwart en twee vijfde van de betreffende inwoners al toegepast in hun woning.

Figuur 17 Welke maatregelen heeft u zelf / uw verhuurder al getroffen om uw woning beter te isoleren en/of energie te besparen? (Meerdere antwoorden mogelijk.)

Inwoners die van plan zijn de komende vijf jaar maatregelen te treffen ter verbetering van de isolatie of om energie te besparen, denken daarbij van de verschillende opties het meest aan het plaatsen van zonnepanelen (figuur 18). Drie op de vijf inwoners weet niet wat het de komende jaren aan energiebesparing of isolatie gaat doen of denkt niets te gaan doen. Inwoners die het niet weten, zijn vooral inwoners die in een huurwoning wonen.

Figuur 18 Welke maatregelen bent u (of is uw verhuurder) van plan de komende vijf jaar te treffen om uw woning beter te isoleren en/of energie te besparen?

(13)

2.4 Stoppen met aardgas

Om te voldoen aan de eis om in 2050 geen aardgas meer te gebruiken, zullen de inwoners met een woning met aardgasaansluiting ergens in de komende 30 jaar

moeten stoppen met aardgas (figuur 19). Op de vraag wanneer men denkt met aardgas te zullen stoppen, weet ruim een derde het antwoord niet. Bovendien zegt 16% niet te willen stoppen met aardgas. Het verwachte moment van stoppen ligt bij de rest enigszins verspreid over de komende 30 jaren, maar vooral tussen de jaren 2025 en 2040.

Figuur 19 Binnen hoeveel jaar wilt u stoppen met het gebruik van aardgas?

De inwoners is ook gevraagd wat zij zouden willen investeren in stoppen met aardgas (figuur 20), wanneer zij dat geld ook weer kunnen terugverdienen. De hoogte van het bedrag dat men bereid is te investeren in stoppen met aardgas, loopt redelijk uiteen

(14)

tussen ‘niets’ en ‘meer dan 10.000 euro’. De bereidheid om meer te betalen is hoger naarmate het inkomen van het huishouden hoger is.

Figuur 20 Hoeveel geld wilt u investeren om met aardgas te stoppen als u dit (in de loop van de tijd) terugverdient via bijvoorbeeld uw energierekening?

Lokale initiatieven in een wijk om te kunnen stoppen met aardgas, kunnen

ondersteunend zijn voor inwoners om daartoe over te gaan. De meeste inwoners (58%) weten niet of dit soort lokale initiatieven er zijn in hun wijk (figuur 21). Van de inwoners bevestigt 9% dat er lokale initiatieven zijn in hun wijk. Binnen Berkum (46%) wordt dit het meest bevestigd. Ook in de Aa-landen beamen bovengemiddeld veel inwoners (22%) dat er in hun wijk lokale initiatieven zijn.

Figuur 21 Zijn er in uw wijk lokale initiatieven om te kunnen stoppen met aardgas? – Per wijk

(15)

De inwoners hebben aangegeven wat zij van de gemeente verwachten als bijdrage om te kunnen stoppen met aardgas (figuur 22). Nagenoeg iedereen verwacht hierin inbreng van de gemeente. Het verstrekken van subsidies en het geven van informatie zijn zaken die het merendeel van de inwoners van de gemeente verwacht. Iets minder dan deze helft vindt dat de gemeente ook mogelijkheden moet bieden voor inwoners om mee te praten over alternatieven voor een wijkenergiesysteem. Ruim een derde verwacht daarnaast dat de gemeente energiebesparende arrangementen zal aanbieden die zijn afgestemd op de eigen situatie.

Figuur 22 Wat verwacht u dat de gemeente voor inwoners doet om te kunnen stoppen met aardgas? (Meerdere antwoorden mogelijk.)

(16)

2.5 Alternatieven voor aardgas

De inwoners is een aantal alternatieven voor aardgas voorgelegd, met daarbij de volgende beschrijvingen (en in de vragenlijst een bijbehorende foto).

Warmtepomp

Elektrisch verwarmen: een volledige warmtepomp werkt op stroom. Hij haalt warmte uit de lucht, bodem of grondwater en maakt daar een bruikbare temperatuur van. Een warmtepomp is een apparaat ter grootte van een koelkast, vaak in combinatie met een opslagboiler

Warmtenet

Wordt ook wel stadsverwarming genoemd. Het is een netwerk van leidingen onder de grond waar warm water doorheen stroomt. Dat warme water wordt gebruikt voor het verwarmen van je woonruimte en het maken van warm kraanwater. In de woning wordt een afleverset geplaatst. Deze past meestal in de meterkast.

Infraroodpanelen

Infraroodpanelen geven stralingswarmte af naar een bepaalde plek in de kamer. Een paneel plaats je bv. aan het plafond boven de plekken waar je veel zit.

Biogas

Biogas wordt gemaakt uit mest, rioolslib, gft. Door dit te vergisten komt natuurlijk gas (methaan)vrij en kan als alternatief voor aardgas worden ingeze. in de woning.

Waterstof

Waterstof is een gas dat kan worden geproduceerd met behulp van stroom en water. In principe kan waterstof getransporteerd worden door het huidige gasnet. In de woning wordt warmte gemaakt met een waterstofketel en die lijkt op de huidige CV-ketels.

De inwoners hebben niet een algemene gezamenlijk voorkeur voor één alternatief voor aardgas, om hun woning te verwarmen; waterstof (37%), een warmtepomp (35%) en een warmtenet (29%) zijn drie alternatieven waar bijna een even groot deel van de inwoners voor zou willen kiezen. Biogas en infraroodpanelen genieten een geringere voorkeur als alternatief voor aardgas ter verwarming van hun woning (figuur 23).

(17)

Figuur 23 Als u uw woning niet (meer) kunt verwarmen met aardgas (dat wordt gebruikt om uw huis nu te verwarmen zoals de centrale verwarming, warm water en gasfornuis), waarmee zou u het dan willen verwarmen? (Meerdere antwoorden mogelijk.)

De voorkeur voor verwamingsmethode is op wijkniveau als volgt.

Tabel 24 Als u uw woning niet (meer) kunt verwarmen met aardgas, waarmee zou u het dan willen verwarmen? (Meerdere antwoorden mogelijk.) – per wijk

Water- stof

Warmte- pomp

Warmte- net

Biogas Infrarood- panelen

Binnenstad 40% 38% 35% 17% 14%

Diezerpoort 36% 36% 30% 18% 16%

Wipstrik 44% 35% 30% 14% 9%

Assendorp 36% 32% 29% 16% 11%

Kamperpoort-Veerallee 45% 36% 29% 12% 13%

Westenholte / Poort v. Zwolle 39% 34% 22% 9% 6%

Stadshagen 35% 40% 25% 12% 12%

Holtenbroek 27% 29% 42% 15% 14%

Aa-landen 34% 30% 38% 10% 9%

Berkum / Vechtlanden 40% 29% 19% 13% 7%

Schelle 42% 39% 26% 11% 13%

Ittersum 36% 36% 23% 12% 11%

Mars- / Soestweteringlanden 36% 36% 23% 12% 11%

Totaal 37% 35% 29% 13% 12%

Meer algemeen bezien, dus niet alleen voor de eigen woning, zien de meeste inwoners (66%) zonneparken als goede mogelijkheid om aardgas te vervangen (figuur 25). Ook ruim de helft (53%) vindt windmolens respectievelijk waterstof een goed alternatief. Een warmtenet vindt 44% een geschikt alternatief.

(18)

Figuur 25 Welke alternatieven ziet u in het algemeen als goede mogelijkheid in plaats van aardgas? (Meerdere antwoorden mogelijk.)

In 2017 heeft een onderzoek plaatsgevonden onder het Zwols burgerpanel met

betrekking tot grootschalige opwekking van duurzame energie. Uit dat onderzoek bleek dat 52% het acceptabel zou vinden wanneer er een zonnepark in de buurt zou komen.

Daarnaast zou 46% het alleen acceptabel vinden in bepaalde opstandigheden, vooral als er groen omheen staat of als er geen hinderlijke schittering is.

De komst van windmolens zou 36% niet acceptabel vinden; 23% vond dat wel en 41%

alleen onder bepaalde voorwaarden, waarvan de belangrijkste waren dat men de windmolens niet wil horen en geen last wil hebben van schaduwen.

De volgende tabel toont de uitkomsten op wijkniveau wat betreft de vier alternatieven die op stadsniveau het hoogst scoren als alternatief voor aardgas.

Tabel 26 Welke alternatieven ziet u in het algemeen als goede mogelijkheid in plaats van aardgas? (Meerdere antwoorden mogelijk.) – per wijk

Zonneparken/

zonne-energie

Windmolens/

windenergie Waterstof Warmtenet

Binnenstad 73% 66% 56% 59%

Diezerpoort 67% 59% 52% 48%

Wipstrik 65% 50% 65% 46%

Assendorp 72% 57% 52% 45%

Kamperpoort-Veerallee 74% 53% 60% 39%

Westenholte / Poort v. Zwolle 63% 48% 60% 36%

Stadshagen 67% 52% 50% 42%

Holtenbroek 59% 49% 46% 58%

Aa-landen 58% 43% 47% 52%

Berkum / Vechtlanden 55% 43% 58% 31%

Schelle 69% 57% 57% 40%

Ittersum 69% 56% 48% 40%

Mars- / Soestweteringlanden 63% 41% 59% 25%

Totaal 66% 53% 53% 44%

(19)

3 Aa-landen

Dit hoofdstuk toont de onderzoeksuitkomsten van inwoners uit de wijk Aa-landen. De uitkomsten van deze wijk liggen dichtbij de gemiddelde uitkomsten van Zwolle.

Bewoners van Aa-landen bevestigen meer dan gemiddeld dat er in hun wijk lokale initiatieven zijn om te kunnen stoppen met aardgas (22% in Aa-landen, 9% gemiddeld).

(20)

Figuur 30 Hoe belangrijk (op een schaal van 1 tot 10) vindt u het verduurzamen van uw woning?

Figuur 31 Hoe veel vertrouwen (op een schaal van 1 tot 10) heeft u dat Zwolle energieneutraal is in 2050?

%

Bij bekenden 31%

Bij Buurkracht 1%

Ik zoek niet 15%

(21)

(22)

(23)

(24)

Figuur 43 Zijn er in uw wijk lokale initiatieven om te kunnen stoppen met aardgas?

(25)

(26)

4 Berkum

In dit hoofdstuk worden de uitkomsten van de inwoners van ‘Berkum’ weergegeven.

Onder Berkum verstaan we in dit geval een samenvoeging van de buurten Berkum, Veldhoek en Brinkhoek. Hiermee wordt afgeweken van de indeling zoals die in de bijlage wordt getoond.

Uitkomsten waarin Berkum vooral afwijkt van de gemiddelde uitkomsten van Zwolle, zijn:

 In Berkum heeft 77% al wat gedaan aan het verduurzamen van de woning.

Gemiddeld in Zwolle geldt dat voor 64%.

 Van de inwoners van Berkum bevestigt 53% dat er lokale initiatieven zijn in hun wijk om te kunnen stoppen met aardgas, wat gemiddeld in Zwolle door 9% wordt bevestigd.

 In Berkum ziet 52% zonneparken en 42% windmolens in het algemeen als goede mogelijkheid in plaats van aardgas; gemiddeld in Zwolle liggen die percentages op 66% respectievelijk 53%.

(27)

(28)

% Via persoonlijk advies door gespecialiseerde (commerciële) bedrijven 31%

Bij bekenden 19%

Ik zoek niet 15%

Bij Buurkracht 6%

(29)

(30)

(31)

(32)

(33)

(34)

5 Binnenstad

Dit hoofdstuk geeft inzicht in de onderzoeksuitkomsten van de wijk Binnenstad. In de Binnenstad zijn minder inwoners ervan op de hoogte dat men in 2050 geen gebruik meer mag maken van aardgas dan gemiddeld in Zwolle: 55% ten opzichte van 66% is op de hoogte. Verder wonen relatief duidelijk meer inwoners in een huurwoning dan gemiddeld in Zwolle. Hierdoor weet men minder wat er al in de woning is gebeurd wat betreft verduurzaming of wat hierin de plannen zijn of bereidheid is.

(35)

(36)

%

Bij bekenden 25%

Bij Buurkracht 1%

Ik zoek niet 25%

(37)

(38)

(39)

(40)

(41)

(42)

6 Diezerpoort

Hoofdstuk 6 laat de uitkomsten zien van de wijk Diezerpoort. Wat opvalt is dat in Diezerpoort relatief minder inwoners dan gemiddeld in Zwolle iets hebben gedaan aan verduurzamen van hun woning (53% ten opzichte van 64%). Dit heeft te maken met het feit dat in Diezerpoort relatief meer inwoners een huurwoning bewonen dan gemiddeld, waardoor men minder op de hoogte is van wat er in hun woning gebeurt of is gebeurd op het gebied van verduurzaming. Of er in de wijk lokale initiatieven zijn om met aardgas te kunnen stoppen, is niet bij de inwoners bekend.

(43)

(44)

%

Bij bekenden 30%

Bij Buurkracht 1%

Ik zoek niet 18%

(45)

(46)

(47)

(48)

(49)

(50)

7 Holtenbroek

De uitkomsten van inwoners uit de wijk Holtenbroek worden in dit zevende hoofdstuk getoond. Waarin Holtenbroek vooral afwijkt van de gemiddelde uitkomsten van Zwolle, is dat 16% aangeeft geen aardgasaansluiting te hebben, wat gemiddeld op 6% ligt.

Tabel 109 Wat zijn volgens u de financiële gevolgen voor het aardgasloos wonen? (Meerdere antwoorden mogelijk.)

(51)

%

Bij bekenden 30%

Bij Buurkracht 1%

Ik zoek niet 23%

(52)

Figuur 115 Wanneer is uw verwarmingsketel die op aardgas draait aan vervanging toe?

(53)

Figuur 117 U heeft u al wat gedaan aan het verduurzamen van uw woning. Wat was de aanleiding of de reden daartoe? (Meerdere antwoorden mogelijk.)

(54)

(55)

(56)

(57)

8 Hanzeland (Spoorzone)

Dit achtste hoofdstuk toont de uitkomsten van de buurt Hanzeland, die behoort tot de Spoorzone. In deze buurt hebben 56 inwoners aan het onderzoek meegewerkt. Er is voor gekozen om, ondanks het voor analyse lage aantal respondenten, toch een beeld te geven van de uitkomsten van deze buurt. Bij de interpretatie van de uitkomsten is enige voorzichtigheid geboden, vanwege een geringere nauwkeurigheid van de uitkomsten.

(58)

Tabel 129 Wat zijn volgens u de financiële gevolgen voor het aardgasloos wonen? (Meerdere antwoorden mogelijk.)

(59)

%

Bij bekenden 42%

Ik zoek niet 14%

Bij Buurkracht 0%

(60)

Figuur 135 Wanneer is uw verwarmingsketel die op aardgas draait aan vervanging toe?

Figuur 137 U heeft u al wat gedaan aan het verduurzamen van uw woning. Wat was de aanleiding of de reden daartoe? (Meerdere antwoorden mogelijk.)

(61)

(62)

(63)

(64)

(65)

Bijlagen

Bijlage 1: Wijkindeling Zwolle

De kaart hieronder toont de wijkindeling van Zwolle volgens de indeling die het CBS hanteert.

(66)

Bijlage 2: Responsverdeling naar leeftijd en wijk

Leeftijd voor weging na weging

18 - 34 jaar 11% 31%

35 - 49 jaar 27% 26%

50 - 64 jaar 31% 23%

65 jaar en ouder 30% 20%

Wijk voor weging na weging

Binnenstad 3,4% 3,6%

Diezerpoort 7,3% 8,8%

Wipstrik 5,9% 5,2%

Assendorp 10,7% 10,6%

Kamperpoort-Veerallee 2,5% 2,8%

Westenholte / Poort van Zwolle 4,9% 4,4%

Stadshagen 14,5% 17,2%

Holtenbroek 6,0% 7,9%

Aa-landen 11,7% 10,6%

Berkum / Vechtlanden 5,5% 4,4%

Marsweteringlanden 0,8% 1,0%

Schelle 14,6% 11,4%

Ittersum 11,5% 11,5%

Soestweteringlanden 0,8% 0,7%