• No results found

Onderzoek Afval Gemeente Zwolle, 2016

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Onderzoek Afval Gemeente Zwolle, 2016"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Informatie

Onderzoek Afval

Gemeente Zwolle, 2016

(2)

Inhoud

Inleiding 3

1 Gedrag, mening en wensen 5

1.1 Gedragsverandering 5

1.2 Beperken van afval 5

1.3 Regeling afvalstoffenheffing 6

1.4 Hoeveelheid afval 7

1.5 Gescheiden aanbieden van afval 8

1.6 Behoefte aan informatie of beloning 8

2 Circulaire economie 10

2.1 Aanschaf van producten 10

2.2 Wegdoen van nog werkende producten 10

2.3 Repareren van producten 11

2.4 Motieven voor wel, geen of meer gebruik tweedehands producten 13

2.5 Lenen en uitlenen van producten 14

Bijlage 17

(3)

Inleiding

Het huidige grondstoffenplan 2012-2016 van de gemeente Zwolle loopt af. Een nieuw plan voor 2016-2020 wordt opgesteld. Om dit plan af te stemmen op de behoefte en het gedrag van Zwolse inwoners, heeft de afdeling Onderzoek & Informatie onderzoek uitgevoerd om meer inzicht te verkrijgen in de omgang met afval door Zwolse inwoners.

Het onderzoek heeft als doel:

het in beeld brengen van de mening en het gedrag van de Zwolse inwoners over afval(scheiding).

Het onderzoek sluit inhoudelijk aan bij vier geformuleerde ontwikkelingsrichtingen voor het grondstoffenplan: inzetten op gedragsverandering, inzetten op financiële prikkel, benutten techniek en kansen circulaire economie.

De doelgroep van het onderzoek bestaat uit de inwoners van Zwolle van 18 jaar en ouder.

Het veldwerk (de periode waarin men de vragenlijst kan invullen) heeft plaatsgevonden in de periode van begin tot eind april 2016.

Het onderzoek is online uitgevoerd, waarbij inwoners op drie manieren aan het onderzoek konden meewerken:

A. Zwols burgerpanel: uitnodigen via e-mail

B. steekproef uit de Basisregistratie Personen: uitnodigen via een brief C. open vragenlijst op internet: werven via (social) media, website e.d.

A. Zwols burgerpanel

Uit het burgerpanel is een steekproef getrokken van 4000 personen, die via e-mail zijn uitgenodigd een online vragenlijst in te vullen. Van deze 4000 personen hebben er 1838 aan het onderzoek meegewerkt.

B. Steekproef BRP

Uit het BRP is een aselecte steekproef van 5000 inwoners getrokken, waarbij per huishouden niet meer dan één persoon in de steekproef voorkwam. De steekproef is per brief uitgenodigd om een online vragenlijst in te vullen. Na ongeveer anderhalve week hebben inwoners die nog niet hadden meegewerkt een herinneringsbrief ontvangen. Onder deze groep hebben er 801 personen de online vragenlijst ingevuld.

C. Open vragenlijst op internet

Iedere Zwollenaar die aan het onderzoek wilde meewerken, is hiertoe in de gelegenheid gesteld. Dus ook inwoners die geen deel uitmaakten van het burgerpanel of van de steekproef uit het BRP, konden meedoen. Via diverse (media)kanalen zijn inwoners geïnformeerd over het onderzoek en over de mogelijkheid de vragenlijst in te vullen. Op

(4)

Tabel 1: Overzicht respons

steekproef respons in aantal respons in %

Online panel 4000 1838 46%

Steekproef GBA 5000 801 16%

Open link n.v.t. 73 n.v.t.

Totaal 2712

De verdeling van de responsgroep naar leeftijd, geslacht en wijk is vergeleken met de werkelijke populatie. Vanwege een verschil tussen de verdelingen, is een weging toegepast om de steekproef naar de betreffende kenmerken evenredig te maken aan de werkelijke populatie. Hierdoor kunnen op basis van onderzoeksresultaten

representatieve uitspraken worden gedaan over de Zwolse burgers.

.

(5)

1 Gedrag, mening en wensen

1.1 Gedragsverandering

De inwoners hebben een drietal stellingen beantwoord waaruit kan worden afgeleid wat ertoe zou bijdragen dat inwoners hun beter gaan scheiden. De uitkomsten geven aan dat verminderde rompslomp in huis en zekerheid dat afvalscheiding bijdraagt aan een schoner milieu vooral invloed hebben op scheidingsgedrag van inwoners, meer dan een financiele prikkel. Daarbij moet worden opgemerkt dat voor alle drie de prikkels geldt dat deze voor meer dan de helft van de inwoners aanleiding kunnen zijn afval beter te scheiden.

 In Kamperpoort/Veerallee geeft men meer aan dat men beter afval zou

scheiden als dat een besparing of beloning oplevert dan in de rest van Zwolle.

In de Wipstrik is dat juist minder het geval.

1.2 Beperken van afval

Op welk moment denkt men na over het eventueel beperken van afval? De inwoners is gevraagd of zij bereid zijn daar in de winkel al over na te denken, door te kiezen voor herbruikbaar of minder verpakkingsmateriaal. Meer dan de helft van de inwoners (56%) geeft aan dat (soms) al te doen. De rest doet dat nog niet, maar van hen is het

merendeel daar wel toe bereid. Uiteindelijk zegt ruim een tiende van de inwoners zich daar niet mee bezig te willen houden tijdens het boodschappen doen.

24%

39%

36%

33%

43%

39%

21%

12%

15%

12%

4%

6%

9%

2%

3%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

… ik daarmee geld kan besparen of word beloond

... ik zeker weet dat ik daarmee een bijdrage lever aan een duurzame

wereld / schoner milieu ... dat in huis eenvoudiger te organiseren is (minder rompslomp)

Grafiek 1. Ik zou mijn afval beter scheiden als...

Helemaal eens Eens Neutraal Oneens Helemaal oneens Geen mening

(6)

 Naarmate men ouder is, denkt men meer al bij de aankoop van producten na hoe men kan zorgen voor minder afval.

Redenen waardoor inwoners niet of niet altijd in de winkel rekening houden met het beperken van afval, zijn vooral dat men dat teveel gedoe vindt en niet goed weet waarop men dan moet letten. Voor 8% van de inwoners zijn beide redenen van toepassing. Daarnaast spelen ook hogere kosten een rol. Onder ‘anders, namelijk’

wordt het meest genoemd dat men er in de winkel niet aan denkt en dat er vaak geen alternatieven zijn.

 Voor inwoners met een wetenschappelijke opleiding lijken de kosten minder een rol te spelen waarom men (soms) niet kiest voor producten die minder afval veroorzaken, dan voor andere inwoners.

1.3 Regeling afvalstoffenheffing

In Nederland worden er door gemeenten twee manieren gehanteerd voor

afvalstoffenheffing. Bij sommige gemeenten is de hoogte van het te betalen bedrag afhankelijk van de hoeveelheid restafval die je aanbiedt. Bij andere gemeenten, waaronder Zwolle, betaal je een vast bedrag per jaar aan afvalstoffenheffing. De

inwoners is gevraagd hoe zij tegenover de huidige regeling staan. Bijna de helft van hen 56%

33%

11%

0% 20% 40% 60% 80%

Ja, dat doe ik (soms) ook al Ja, ik ben er wel toe bereid maar doe het

nog niet

Nee, daar ben ik niet toe bereid

Grafiek 2. Bent u bereid al in de winkel na te denken hoe u kunt zorgen voor minder afval, bijvoorbeeld door te kiezen voor

herbruikbaar of minder verpakkingsmateriaal?

30%

25%

39%

12%

17%

0% 20% 40% 60%

Ik weet niet goed waar ik dan op moet letten (ik heb daar informatie of tips voor nodig)

Ik vind het te duur; producten met herbruikbare verpakkingen zijn duurder dan

‘gewone’ verpakkingen

Ik vind dat veel gedoe, het kost teveel tijd om dat in de winkel uit te zoeken Niet van toepassing, ik kies altijd voor producten die zorgen voor minder afval

Anders, namelijk ...

Grafiek 3. Wat is de reden dat u in de winkel (soms) niet kiest voor producten die zorgen voor minder afval?

(7)

staat positief tegenover de huidige regeling in Zwolle. Ongeveer een vijfde heeft een negatieve houding.

 In de wijk Dieze-West is men minder positief (-11%) en meer negatief (+11%) over de huidige regeling dan gemiddeld in Zwolle geldt.

 Van inwoners die negatief tegenover de huidige regeling staan, zegt 68% afval beter te scheiden als zij daarvoor worden beloond of geld kunnen besparen (t.o.v. 57% gemiddeld).

1.4 Hoeveelheid afval

Vroeger had (bijna) ieder huishouden een eigen grijze container voor het restafval.

Inwoners van het buitengebied hebben die grijze container voor restafval nog steeds.

Om een indruk te krijgen hoeveel restafval men gewoonlijk heeft, is de inwoners gevraagd of die grijze container groot genoeg was of is voor het restafval dat men had of heeft. Voor de meerderheid (70%) is dat het geval; voor 6% is/was de container te klein. De rest geeft aan nooit een grijze container te hebben gehad.

46%

31%

19%

4%

0% 20% 40% 60% 80%

Positief Neutraal Negatief Ik heb hier geen mening over

Grafiek 4. Hoe staat u tegenover de huidige regeling in Zwolle, waarbij u een vast tarief betaalt voor afvalheffing?

70%

6%

23%

0% 20% 40% 60% 80%

Ja, de container was meestal groot genoeg om mijn restafval in kwijt te kunnen Nee, de container was meestal te klein voor

het restafval dat ik had

Niet van toepassing (ik heb nooit een eigen grijze container voor restafval gehad)

Grafiek 5. Had/Hebt u aan die grijze container meestal voldoende om al uw restafval aan te bieden?

(8)

1.5 Gescheiden aanbieden van afval

Van vijf soorten afval is nagegaan in welke mate men deze gescheiden houdt van het restafval. Papier en karton en glas zijn de afvalsoorten die de inwoners het meest scheiden, gevolgd door plastic en textiel. GFT is de afvalsoort die, ten opzichte van de andere soorten, de inwoners het minst apart houden van het restafval. Voor alle afvalsoorten geldt dat minimaal de helft van de inwoners aangeeft deze (bijna) altijd apart te houden.

 In de Binnenstad, Dieze en Assendorp houdt men papier, GFT en plastic minder gescheiden van het restafval dan in andere wijken. In Berkum en Zwolle-Zuid scheidt men plastic en GFT juist meer dan elders. In

Kamperpoort/Veerallee houdt men textiel duidelijk minder dan gemiddeld apart van het restafval.

 Plastic, papier en GFT worden beter apart gehouden van het restafval door inwoners van 40 jaar of ouder dan door jongere inwoners.

 Meerpersoonshuishoudens scheiden plastic, papier en GFT meer dan eenpersoonshuishoudens.

1.6 Behoefte aan informatie of beloning

Van vier punten hebben de inwoners beantwoord of zij hieraan behoefte hebben. Waar men vooral om verlegen zit, is informatie over wat er met het afval gebeurt. Dergelijke informatie bleek eerder ook al een prikkel te kunnen zijn om beter afval te scheiden.

Informatie over welk soort afval waarbij hoort en een beloning voor het gescheiden aanbieden van afval, is door bijna de helft van de inwoners gewenst. Aan inzicht in de hoeveelheid restafval die men heeft, heeft bijna twee vijfde behoefte. Het zijn met name inwoners die negatief tegenover de huidige regeling met een vast tarief staan, die deze behoefte aan inzicht hebben (61%). Van de inwoners met behoefte aan een beloning, staat 27% negatief tegenover de huidige regeling en zegt 81% afval beter te scheiden wanneer zij een beloning ontvangen (of geld kunnen besparen).

86%

82%

68%

59%

50%

7%

9%

10%

18%

12%

2%

4%

5%

11%

8%

2%

2%

5%

6%

8%

3%

4%

12%

7%

22%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Papier en karton Glas Plastic, blik en drank- en sappakken Textiel Groente-, fruit- en tuinafval (GFT)

Grafiek 6. Geef van de volgende soorten afval aan in welke mate u deze apart houdt van het restafval.

(Bijna) altijd Meestal wel Soms wel, soms niet Meestal niet Nooit

(9)

 In Kamperpoort/Veerallee heeft men ten opzichte van andere wijken meer behoefte aan een beloning en aan informatie over welk afval waarbij hoort.

 Inwoners tot 40 jaar hebben meer behoefte aan een beloning en aan inzicht in de hoeveelheid afval dan oudere inwoners.

 Lager opgeleiden hebben minder behoefte aan inzicht in de hoeveelheid afval die men heeft dan hoger opgeleiden.

38%

58%

46%

48%

54%

37%

43%

49%

9%

6%

11%

3%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Inzicht in hoeveel restafval u nu hebt (bijvoorbeeld t.o.v. een gemiddeld

huishouden in Zwolle) Informatie over wat er met uw afval

gebeurt, hoe het wordt hergebruikt Een beloning voor het aanbieden van grondstoffen, zoals papier en plastic

verpakkingen

Informatie over welk afval waarbij hoort (wat hoort bij plastic, wat hoort bij GFT etc.)

Grafiek 7. Behoefte aan...

Ja Nee Weet ik niet

(10)

2 Circulaire economie

De inwoners hebben een aantal vragen beantwoord over het aanschaffen, wegdoen en repareren van diverse productgroepen. Aan de hand van de uitkomsten wordt inzicht verschaft over de mate waarin deze productgroepen een rol kunnen spelen in de circulaire economie. Ten behoeve van de visuele weergave zijn sommige

antwoordcategorieën samengevoegd. Inwoners die hebben geantwoord bepaalde producten niet te hebben, zijn niet meegenomen in de uitkomsten van die productgroep.

In de bijlage zijn de betreffende uitkomsten volledig opgenomen in tabelvorm, dus zonder samenvoeging van antwoordcategorieën en met het antwoord ‘heb ik niet’.

2.1 Aanschaf van producten

Kijkend naar de aanschaf van producten, verschilt het per productgroep in welke mate deze meestal tweedehands worden aangeschaft. Voor alle groepen geldt dat men deze voornamelijk nieuw krijgt of aanschaft (mits men een dergelijk product heeft). Een fiets, meubels en speelgoed schaft men ten opzichte van de andere groepen het meest tweedehands aan. Lenen van producten komt voornamelijk voor bij medische hulpmiddelen en (tuin)gereedschap.

 Meubels en fietsen (en accessoires) verkrijgt men in de Binnenstad, Dieze en Assendorp meer tweedehands dan in andere wijken.

 Inwoners tot 40 jaar en alleenstaanden schaffen producten vaker tweedehands aan dan oudere inwoners c.q. meerpersoonshuishoudens.

2.2 Wegdoen van nog werkende producten

Wanneer het gaat om wegdoen van producten omdat men die niet meer nodig heeft, valt op dat bij bijna alle productgroepen rond de 10% het product weggooit. De rest (als men een soort product wel eens heeft) geeft het product een tweede leven door het te verkopen of weg te geven aan de kringloop, een goed doel of rechtstreeks aan iemand anders. Uitzondering hierop zijn speelgoed en medische hulpmiddelen; deze worden nauwelijks weggegooid.

91%

94%

80%

94%

77%

92%

66%

73%

58%

8%

6%

12%

6%

23%

8%

34%

26%

14%

8%

28%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Grote huishoudelijke apparaten Keukenapparaten (Tuin)gereedschap Elektronica Meubels en huisraad Kleding en textiel Fiets en –accessoires

Speelgoed Medische hulpmiddelen

Grafiek 8. Op welke manier schaft u de volgende producten meestal aan?

nieuw tweedehands lenen/huren

(11)

 Jongere eenpersoonshuishoudens of samenwonenden zonder kinderen geven hun afgedankte spullen meer weg aan een goed doel of aan iemand anders dan andere inwoners, en ze verkopen minder.

2.3 Repareren van producten

Als een product kapot is, kan men ervoor kiezen het product te laten maken. In hoeverre doet men dat? Fietsen, huishoudelijke apparaten, elektronica, medische hulpmiddelen en meubels worden duidelijk door het merendeel van de inwoners meestal of altijd gerepareerd als deze kapot zijn. Bij kleding/textiel, (tuin)gereedschap, speelgoed en keukenapparaten geldt dat voor ongeveer de helft van de inwoners.

36%

21%

22%

31%

26%

4%

42%

17%

22%

56%

68%

69%

58%

65%

84%

51%

80%

74%

7%

11%

10%

11%

8%

12%

8%

3%

4%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Grote huishoudelijke apparaten Keukenapparaten (Tuin)gereedschap Elektronica Meubels en huisraad Kleding en textiel Fiets en –accessoires

Speelgoed Medische hulpmiddelen

Grafiek 9. Wat doet u met de volgende producten als u ze afdankt omdat u ze niet meer nodig hebt?

verkopen weggeven weggooien

40%

19%

21%

30%

21%

16%

49%

16%

27%

39%

32%

37%

44%

42%

36%

43%

39%

39%

8%

27%

23%

14%

22%

29%

5%

28%

16%

13%

22%

18%

12%

15%

20%

4%

17%

18%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Grote huishoudelijke apparaten Keukenapparaten (Tuin)gereedschap Elektronica Meubels en huisraad Kleding en textiel Fiets en –accessoires

Speelgoed Medische hulpmiddelen

Grafiek 10. Hoe vaak repareert u de volgende producten als ze kapot zijn?

(Vrijwel) altijd Meestal wel Meestal niet (Vrijwel) nooit

(12)

Wat zijn redenen van inwoners producten niet te (laten) repareren en wanneer zou men dat juist wel (laten) doen? Het antwoord op beide vragen heeft met geld te maken. Men laat producten vooral niet repareren om dat het te duur is of nieuw kopen goedkoper;

daarop aansluitend zou men het product wel laten repareren als dat goedkoper zou zijn.

 Naarmate men jonger is, antwoordt men meer dat het repareren van producten te duur is of nieuw kopen goedkoper is en dat men producten wel zou laten repareren wanneer de kosten hiervan lager zijn.

56%

53%

33%

15%

15%

14%

10%

9%

6%

6%

0% 20% 40% 60% 80%

Het is te duur Het is goedkoper om het nieuw te kopen Ik kan het niet zelf en moet het iemand

anders laten doen

Onzekerheid over de kwaliteit van de reparatie

Er zijn voor mij geen redenen Brengen en halen van het product

van/naar reparateur Er zijn geen mogelijkheden in de buurt

Er zit geen garantie op gerepareerde spullen

Ik denk er niet aan Anders, namelijk …

Grafiek 14. Wat zijn voor u redenen om producten niet te (laten) repareren?

64%

25%

24%

22%

22%

21%

13%

9%

0% 20% 40% 60% 80%

Als het goedkoper is

Als ik makkelijk kan vinden waar ik dingen kan laten repareren

Als ik (langere) garantie zou krijgen Ik zou meer zelf repareren als

handleidingen en/of speciaal gereedschap beschikbaar waren Als het thuis opgehaald/bezorgd zou

worden

Ik zou meer zelf repareren als ik daarbij geholpen zou worden

Als het dichterbij zou kunnen

Anders, namelijk …

Grafiek 15. Wanneer zou u producten (laten) repareren?

(13)

2.4 Motieven voor wel, geen of meer gebruik tweedehands producten

De belangrijkste reden voor inwoners om producten tweedehands te kopen, betreft de kosten: het is goedkoper. Dat het beter is voor het milieu en dat het voldoening geeft, zijn bijkomende vaker genoemde redenen.

Redenen om juist geen tweedehands producten te kopen, lopen meer uiteen. Gebrek aan hygiëne, kwaliteit en vertrouwen (je weet niet wat er met spullen is gebeurd) en het ontbreken van garantie zijn hiervan de meeste genoemde redenen.

81%

46%

40%

16%

7%

4%

7%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Het is goedkoper / om financiële redenen

Het is beter voor het milieu Het is leuker/geeft me voldoening Dan kan ik voor hetzelfde bedrag een product van hogere kwaliteit kopen Het creëert sociale werkgelegenheid

De kwaliteit van nieuwe spullen is slechter

Anders, namelijk ...

Grafiek 11. Wat zijn voor u de belangrijkste redenen om bepaalde producten tweedehands te kopen, te lenen of te

laten repareren?

42%

34%

32%

30%

24%

19%

5%

5%

6%

Het is niet hygiënisch Er zit geen garantie op tweedehands

spullen

De kwaliteit is niet goed genoeg Ik vertrouw tweedehands spullen/aanbieders niet Geen specifieke redenen Het gaat minder lang mee Er zijn geen mogelijkheden in de buurt Het kan niet thuisbezorgd worden Anders, namelijk ...

Grafiek 12. Wat zijn voor u redenen om geen tweedehands producten te kopen / gebruiken?

(14)

 Voor inwoners tot 40 jaar spelen aanbod, garantie en hygiëne een grotere rol bij de keuze om wel of geen tweedehands producten te gebruiken dan voor

oudere inwoners.

2.5 Lenen en uitlenen van producten

Van de productgroepen die eerder al aan de orde kwamen, hebben de inwoners ook aangegeven of zij bereid zijn dergelijke producten te lenen. Bij boeken,

(tuin)gereedschap, hobby-artikelen, speelgoed en baby- en kinderspullen is die bereidheid het grootst.

40%

35%

34%

18%

15%

15%

9%

0% 20% 40% 60%

Als het aanbod beter is Als ik er garantie op krijg Als ik weet dat het schoon is Als het dichterbij te koop is Als ik makkelijk kan vinden waar ik iets

tweedehands kan kopen / krijgen Nooit, ik koop geen tweedehands

producten

Anders, namelijk …

Grafiek 13. Wanneer zou u meer tweedehands producten gebruiken?

8%

21%

5%

12%

30%

18%

12%

14%

25%

8%

34%

56%

12%

20%

50%

52%

39%

53%

41%

38%

58%

22%

83%

68%

20%

30%

49%

33%

34%

54%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Keukenapparaten (Tuin)gereedschap

Kleding en textiel Auto Boeken/cd’s/dvd’s Hobby- en vrijetijdsartikelen

Fiets en –accessoires Speelgoed Baby- en kinderspullen Medische hulpmiddelen

Grafiek 18. In hoeverre bent u bereid de volgende producten uit te lenen?

Leen ik al uit Bereid uit te lenen Leen ik liever niet uit

(15)

Voor de bereidheid om zelf producten te lenen of te kopen, geldt ongeveer hetzelfde als bij het uitlenen. De bereidheid is het meest aanwezig bij boeken e.d, (tuin)gereedschap en hobby-artikelen. Van de inwoners die speelgoed, baby/kinderspullen of medische hulpmiddelen hebben, is ook meer dan de helft bereid deze te lenen.

 De bereidheid om uit te lenen of te lenen is bij inwoners van 65 jaar een ouder geringer dan bij jongere inwoners.

Door inwoners zijn twee redenen het meest genoemd als het gaat om redenen waarom men producten niet wil lenen of uitlenen. Het belangrijkst is dat men liever niet van anderen afhankelijk is (men heeft het product liever zelf in bezit). Daarnaast vreest men uitgeleende spullen kapot terug te krijgen.

4%

13%

2%

5%

23%

10%

3%

10%

13%

7%

29%

59%

8%

32%

54%

55%

45%

49%

41%

49%

68%

27%

90%

62%

23%

35%

51%

41%

47%

44%

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Keukenapparaten (Tuin)gereedschap Kleding en textiel

Auto Boeken/cd’s/dvd’s Hobby- en vrijetijdsartikelen

Fiets en –accessoires Speelgoed Baby- en kinderspullen Medische hulpmiddelen

Grafiek 19. In hoeverre bent u bereid de volgende producten te lenen i.p.v. te kopen?

Leen ik al Bereid te lenen Leen ik liever niet

53%

43%

24%

21%

20%

20%

20%

9%

Ik vind het niet prettig om van een ander

‘afhankelijk’ te zijn

Ik ben bang dat ik na het uitlenen mijn spullen kapot terug krijg Ik denk er niet aan om spullen uit te

lenen

Er zijn voor mij geen redenen om niet uit te lenen

Ik weet niet waar ik kan lenen Er zijn voor mij geen redenen om niet te

lenen

Ik ben bang dat ik de geleende spullen stuk maak en moet betalen Ik weet niet goed hoe ik spullen meer te

Grafiek 16. Wat zijn voor u redenen om producten/spullen niet te lenen/uit te lenen?

(16)

Als het gaat om het uitlenen van producten, blijkt dat men daartoe vooral geneigd is wanneer het om uitlenen aan bekenden gaat. Daarnaast is het bij uitlenen, in mindere mate, van belang dat men garantie krijgt op de uitgeleende spullen en weet waar men daarvoor terecht kan. Bij zelf lenen spelen meerdere zaken enigszins een rol, namelijk dat het in de buurt kan of dat men weet waar, en als het geen probleem is als iets kapot gaat.

 Zowel bij redenen waarom men producten niet wil (uit)lenen als bij motieven om dat wel meer te doen, geldt dat inwoners zich er meer mee bezighouden dat iets kapot kan gaan naarmate ze jonger zijn. Vooral inwoners tot 40 jaar maken zich hier meer zorgen over, of het moet een voorwaarde zijn dat dat geen probleem is wanneer zij zelf iets lenen.

55%

27%

24%

22%

21%

9%

13%

0% 20% 40% 60% 80%

Ik zou meer uitlenen als het aan bekenden is, bijv. in de buurt Als ik in de buurt iets kan lenen Als het niet erg is als het stuk gaat Als ik zou weten waar ik dingen kan

lenen / te leen kan aanbieden Ik zou meer uitlenen als ik garantie krijg

op mijn spullen

Als geleende producten kunnen worden bezorgd en opgehaald

Anders, namelijk

Grafiek 17. Wanneer zou u meer producten lenen/uitlenen?

(17)

Bijlage

Volledige tabellen circulaire economie (zonder samenvoegingen)

Op welke manier schaft u de volgende producten meestal aan?

Ik koop het nieuw

Ik koop het tweedehands

Ik krijg het nieuw

Ik krijg het tweedehands

Ik schaf niet aan, maar leen/huur het

Heb ik niet /

Anders Totaal

Grote huishoudelijke apparaten (wasmachine, koelkast, etc.) 90% 7% 0% 1% 0% 1% 100%

Keukenapparaten (koffiezetapparaat, mixer, keukenmachine, etc.) 92% 4% 0% 2% 0% 1% 100%

(Tuin)gereedschap (boormachine, grasmaaier, snoeischaar, etc.) 71% 7% 1% 3% 7% 11% 100%

Elektronica (computer, televisie, etc.) 94% 4% 0% 1% 0% 0% 100%

Meubels en huisraad 76% 20% 0% 3% 0% 1% 100%

Kleding en textiel 91% 7% 0% 1% 0% 1% 100%

Fiets en –accessoires 64% 31% 0% 2% 0% 3% 100%

Speelgoed 41% 13% 2% 2% 0% 42% 100%

Medische hulpmiddelen (rollator, verstelbaar bed, etc.) 14% 3% 0% 0% 7% 75% 100%

Wat doet u of verwacht u te doen met de volgende producten (die nog wel werken/heel zijn), als u ze afdankt omdat u ze niet meer nodig hebt?

Verkopen

Aan kringloop / goed doel geven

Weggeven aan iemand

Weggooien:

gescheiden / grofvuil

Weggooien:

bij restafval

Heb ik niet /

Anders Totaal

Grote huishoudelijke apparaten (wasmachine, koelkast, etc.) 35% 36% 18% 7% 0% 3% 100%

Keukenapparaten (koffiezetapparaat, mixer, keukenmachine, etc.) 20% 45% 21% 9% 2% 3% 100%

(Tuin)gereedschap (boormachine, grasmaaier, snoeischaar, etc.) 19% 34% 25% 7% 2% 14% 100%

Elektronica (computer, televisie, etc.) 31% 34% 22% 10% 1% 2% 100%

Meubels en huisraad 26% 50% 15% 7% 1% 1% 100%

Kleding en textiel 4% 61% 22% 8% 4% 1% 100%

Fiets en –accessoires 39% 27% 21% 6% 2% 6% 100%

Speelgoed 12% 28% 26% 1% 1% 32% 100%

Medische hulpmiddelen (rollator, verstelbaar bed, etc.) 5% 10% 7% 1% 0% 76% 100%

Hoe vaak repareert u de volgende producten (zelf of door iemand anders) als ze kapot zijn?

(Vrijwel) altijd Meestal wel Meestal niet (Vrijwel) nooit Heb ik niet Totaal

Grote huishoudelijke apparaten (wasmachine, koelkast, etc.) 40% 39% 8% 13% 1% 100%

Keukenapparaten (koffiezetapparaat, mixer, keukenmachine, etc.) 19% 31% 27% 22% 1% 100%

(Tuin)gereedschap (boormachine, grasmaaier, snoeischaar, etc.) 18% 32% 20% 16% 13% 100%

Elektronica (computer, televisie, etc.) 30% 44% 14% 11% 0% 100%

Meubels en huisraad 21% 42% 22% 15% 0% 100%

Kleding en textiel 16% 36% 28% 20% 0% 100%

Fiets en –accessoires 48% 42% 4% 4% 2% 100%

Speelgoed 10% 23% 17% 10% 40% 100%

Medische hulpmiddelen (rollator, verstelbaar bed, etc.) 4% 6% 2% 3% 84% 100%

In hoeverre bent u bereid de volgende producten uit te lenen?

Leen ik al uit

Bereid uit te lenen

Leen ik liever

niet uit Heb ik niet Totaal Keukenapparaten (pizzaoven, keukenmachine, gourmetstel, etc) 7% 31% 52% 10% 100%

(Tuin)gereedschap (boormachine, grasmaaier, snoeischaar, etc) 19% 49% 19% 13% 100%

Kleding en textiel 5% 12% 82% 1% 100%

Auto 10% 18% 59% 14% 100%

Boeken/cd’s/dvd’s 30% 49% 20% 2% 100%

Hobby- en vrijetijdsartikelen 17% 48% 28% 6% 100%

Fiets en –accessoires 12% 38% 47% 3% 100%

Speelgoed 8% 29% 18% 45% 100%

Baby- en kinderspullen 10% 16% 14% 60% 100%

Medische hulpmiddelen (rollator, verstelbaar bed, etc) 1% 5% 8% 86% 100%

In hoeverre bent u bereid de volgende producten te lenen i.p.v. te kopen?

Leen ik al

Bereid te lenen

Leen ik liever niet

Heb ik niet

nodig Totaal Keukenapparaten (pizzaoven, keukenmachine, gourmetstel, etc) 3% 24% 56% 17% 100%

(Tuin)gereedschap (boormachine, grasmaaier, snoeischaar, etc) 11% 50% 23% 15% 100%

Kleding en textiel 1% 7% 80% 11% 100%

Auto 4% 27% 52% 17% 100%

Boeken/cd’s/dvd’s 21% 49% 21% 9% 100%

Hobby- en vrijetijdsartikelen 9% 48% 30% 13% 100%

Fiets en –accessoires 3% 39% 44% 14% 100%

Speelgoed 5% 23% 19% 53% 100%

Baby- en kinderspullen 5% 15% 17% 64% 100%

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In die gevallen waarin het advies afwijkt van de toets, komen verreweg de meeste leerlingen in leerjaar 3 van het vo tenminste uit op het geadviseerde

niet alleen een kwalitatief tegenstrijdig belang valt waarbij de bestuurder tevens een persoonlijk belang heeft, maar onder omstandigheden ook een belang dat Nieuwe Weme en Van

De rekeningen waarvan we weten dat we die niet kunnen betalen, we bereiken het punt dat het je allemaal kan gaan opbreken, het signaal waar we allemaal voor vrezen, het is het

Jaarlijks reisden ze voor en- kele maanden naar een zonnige be- stemming in Europa, maar dat lukt helaas niet meer.. Twee jaar geleden kreeg Jef Nijsmans de harde diag- nose van ALS

Wie dan nog lucide momenten heeft kan om euthanasie vragen maar mensen die op de situatie hebben geanticipeerd in een wilsverklaring en bij wie de hersenfuncties plots

We hebben niet eerder vastgelegd in een verordening hoe een inwoner een aanvraag kan doen.. Dit stond eerder in

x Cupressocyparis leylandii ‘Sirebo ’ Deze Nederlandse species uit 1982 heeft wit- bont gespikkeld loof en verder vrijwel gelijke afmetingen en morfologische kenmerken als de

Mocht u hiermee een vermoeden hebben dat er iets niet pluis is, kan u met deze lijst contact opnemen en dit bespreken met uw verantwoordelijke of de huisarts.. De informatie op