Vraag nr. 154 van 21 januari 1999
van de heer GILBERT VANLEENHOVE Nieuwe zeesluis Oostende – Studie – Standpunt Op 26 juni 1992 gaf de Vlaamse Havencommissie een gunstig advies voor de bouw van een nieuwe zeesluis voor schepen tot 10.000 ton in Oostende.
De commissie deed dit na kennisneming van een gunstige kosten-batenanalyse en een gunstige eco- nomische impactstudie.
Het advies van de Havencommissie werd op 28 april 1993 gevolgd door een principieel akkoord vanwege de Vlaamse regering voor de bouw van de zeesluis. Op 7 september 1994 legde de Vlaamse re- gering de afmetingen van deze zeesluis vast en be- lastte de Vlaamse minister bevoegd voor Openbare Werken met de uitvoering van het project.
Voor de bouw van de sluis onteigende het Vlaams Gewest een hele woonwijk en liet er ruim vijftig huizen slopen.
Thans, na de eerdere kosten-batenanalyse en de economische impactstudie, laat de Vlaamse rege- ring blijkbaar nog een bijkomende wetenschappe- lijke studie betreffende de nieuwe zeesluis uitvoe- ren.
1. Wat was de totale kostprijs voor de onteigening en het slopen van de genoemde huizen ?
2. Inzake de nieuwe wetenschappelijke studie Aan wie werd de opdracht voor het uitvoeren van deze studie toegewezen ?
Wat is de precieze inhoudelijke opdrachtom- schrijving die aan de onderzoekers werd gege- ven ?
Wat is de geraamde kostprijs van deze studie ? Tegen wanneer moet deze studie klaar zijn ? 3. Is er een gewijzigde visie in de Vlaamse rege-
ring ten aanzien van de bouw van een nieuwe zeesluis in Oostende in vergelijking met de hier- boven genoemde beslissingen van de Vlaamse regering op 28 april 1993 en 7 september 1994 ? Zo ja, waarin verschilt het standpunt dan van het vorige ?
Antwoord
De kostprijs voor de onteigeningen van de huizen bedroeg 51 miljoen ; de kostprijs voor het slopen van de gebouwen bedroeg 10 miljoen.
De opdracht voor het uitvoeren van de weten- schappelijke studie betreffende een verbetering van de verbinding tussen de voor- en achterhaven werd nog niet toegewezen.
Een projectgroep bestaande uit vertegenwoordi- gers van de afdeling Waterwegen Kust van de ad- ministratie Waterwegen en Zeewezen en de Haven Oostende maakt momenteel de projectomschrij- ving op. De bedoeling van de studie is onder meer een onderzoek naar de maatschappelijke impact van mogelijke verbindingen op Oostende, Bredene en de omgeving. De kostprijs van de studie wordt geraamd op 10 miljoen. De studie kan worden beëindigd begin 2000.
Sinds de beslissingen van de Vlaamse regering om de haven van Oostende te renoveren en te moder- niseren, werden jaarlijks belangrijke investerings- kredieten hiervoor uitgetrokken. Ten gevolge van commerciële overwegingen en economisch gewij- zigde situaties dienden evenwel de oorspronkelijke plannen voor de werken te worden bijgestuurd en werden nieuwe prioriteiten bepaald, waarbij vooral nadruk werd gelegd op de uitbouw van een moder- ne voorhaven.