• No results found

Vraag nr.222van 19 juni 1997van de heer GILBERT VANLEENHOVE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.222van 19 juni 1997van de heer GILBERT VANLEENHOVE"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 222 van 19 juni 1997

van de heer GILBERT VANLEENHOVE

L e e r k r a chten met opdrachten in meerdere instellin-gen – Prioriteiten

Ieder school-, respectievelijk academiejaar, w o r d e n lesgevers die opdrachten vervullen aan meerdere onderwijsinstellingen vooral tijdens de examenpe-riodes geconfronteerd met het feit dat zij op een-zelfde datum en hierbij ook vaak op elkaar olappende uren aanwezig dienen te zijn in hun ver-schillende scholen. Niet zelden wordt hun tegen-woordigheid bijvoorbeeld simultaan geëist op tus-sen de instellingen parallel lopende examens, d e l i-beraties en normale lesuren. B e g r i j p e l i j k e r w i j z e leidt de keuze van de leerkracht soms tot proble-men tussen betrokken lesgever en directie en/of tot wrevel tussen de respectieve directies onderling. Bestaat er een regeling waarop de betrokken leer-krachten zich kunnen baseren voor het maken van die keuze ? Bestaat er, met andere woorden, e e n vastgelegde prioriteit tussen :

a) secundair en hoger onderwijs ;

b) e x a m e n s, deliberaties en normale lesuren (plus eventuele andere schoolverplichtingen) ?

Antwoord

Vanuit het onderwijsdepartement zijn noch priori-teiten vastgelegd, noch aanbevelingen geformu-leerd ten aanzien van de taakverdeling van leraars die opdrachten vervullen in verschillende instellin-g e n , al dan niet van hetzelfde onderwijsniveau, en/of in verschillende studierichtingen.

Deze aangelegenheid valt volledig binnen de peda-gogische autonomie van de onderwijsverstrekkers. De bevoegdheid om terzake afspraken te maken en schikkingen te treffen, berust met andere woor-den bij de betrokken inrichtende machten, dan wel directies.

In de rand van deze problematiek verwijs ik, w a t het secundair onderwijs betreft, naar het besluit van de Vlaamse regering van 13 maart 1991 op de onderwijsorganisatie.

Met betrekking tot de begeleidende, r e s p e c t i e v e l i j k de delibererende klasseraad bepaalt artikel 4, respectievelijk 5 dat bij de klasseraadsvergaderin-gen alle leden van het onderwijzend personeel

aan-wezig dienen te zijn, behoudens in geval van gewet-tigde afwezigheid of bewezen overmacht.

Deze bepaling komt tegemoet aan de praktische onmogelijkheid in hoofde van dezelfde persoon om vergaderingen die gelijktijdig plaatsvinden bij te wonen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de regeling van extra prestaties die niet onder de rechtspositie van het onderwijzend personeel vallen, heeft het departement Onder- wijs geen initiatieven genomen

In 1996 lanceerde "Levenslijn" (Fonds voor Weten- schappelijk Onderzoek) een diabetes-actie, die onder meer opvallend werd gesteund door de media?. Werden de via deze

TOPradio is een samenwerkingsverband van een dertigtal particuliere radio's, waarvan de in het samenwerkingsverband gerealiseerde pro- gramma's ook gedeeltelijk rechtstreeks

Er mag namelijk onmiddellijk een tijdelijke leerkracht worden aangesteld in elke vestigingsplaats (wijkschool) van elke school, als deze vestigingsplaats slechts één of twee

van de heer GILBERT VANLEENHOVE Parkbosproject Bredene – Stand van zaken Het regeerakkoord bepaalt dat in verstedelijkte gebieden ruimte moet worden gereserveerd voor

2. Hoeveel procent landingen van over zee zal het nieuwe ILS-systeem gemiddeld mogelijk maken in vergelijking met landingen van over land, r e- kening houdende met de

Het niet onder begeleiding uitoefenen van stageac- tiviteiten heeft geen invloed op de eindverant- woordelijkheid inzake schade en/of ongevallen.. D e stagiair is geen

De door de gemeenten en OCMW's gebouwde en gesubsidieerde sociale woningen worden aan de- zelfde toewijzingscriteria onderworpen als de wo- ningen van de