Nederlandse Mededingingsautoriteit
Aan
[xxx]
Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n)
6336/2.B1097
Onderwerp
6336
Postbus 16326 Wijnhaven 24 Muzenstraat 81 T: [070] 330 33 30 E-mail: info@nmanet.nl 2500 BH Den Haag 2511 GA Den Haag 2511 WB Den Haag F: [070] 330 33 70 Website: www.nmanet.nl
Dit is een geanonimiseerde versie van de op 28 maart 2008 in zaak 6336 uitgebrachte informele zienswijze
Geachte [xxx],
Naar aanleiding van uw verzoek om een informele zienswijze d.d. 17 maart 2008 waarin u de NMa vraagt te beoordelen of onder de huidige omzetdrempels
1voor ondernemingen die zorg verlenen een meldingsplicht bestaat voor de voorgenomen juridische fusie van [A] en [B], bericht ik u als volgt.
In uw brief geeft u aan dat [A] en [B] op 21 december 2006 bestuurlijk zijn gefuseerd en
gezamenlijk [C] hebben opgericht. Voorts geeft u in uw brief aan dat u voornemens bent om op 1 januari 2009 juridisch te fuseren.
Wanneer juridisch geen fusie plaatsvindt, maar de activiteiten van voorheen onafhankelijke ondernemingen zodanig gecombineerd worden dat er één economische eenheid ontstaat, is ook sprake van een fusie in de zin van artikel 27, eerste lid, onder a, Mededingingswet. Hiervan kan met name sprake zijn indien twee of meer ondernemingen weliswaar als afzonderlijke
rechtspersonen blijven voortbestaan, doch bij overeenkomst een gemeenschappelijk
ondernemingsbestuur in het leven roepen. De operatie wordt als een concentratie beschouwd indien dit in feite leidt tot het samengaan van de betrokken ondernemingen in een werkelijke gemeenschappelijke economische eenheid. Voorwaarde voor het bestaan van een
1
Besluit van 6 december 2007, houdende tijdelijke verruiming van het toepassingsbereik van het concentratietoezicht op
ondernemingen die zorg verlenen per 1 januari 2008, Staatsblad jaargang 2007 nr. 518.
2
gemeenschappelijke economische eenheid is het bestaan van één permanent ondernemingsbestuur.
2Op basis van de door u verstrekte informatie kan worden geconcludeerd dat het gemeenschappelijke bestuur van [C] het bestuur over de activiteiten van de oprichtende stichtingen op een permanente basis op zich heeft genomen en dat de oprichtende stichtingen geen vetorechten hebben verkregen ten aanzien van belangrijke strategische commerciële beslissingen. Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd dat op 21 december 2006 een bestuurlijke fusie tot stand is gebracht in de zin van artikel 27, eerste lid, onder a,
Mededingingswet.
3Gelet op het bovenstaande ben ik van mening dat geen meldingsplicht bestaat voor de
voorgenomen juridische fusie van [A] en [B] nu partijen al op 21 december 2006 bestuurlijk zijn gefuseerd.
Indien u naar aanleiding van deze brief nog vragen of opmerkingen mocht hebben kunt u contact opnemen met [xxx].
Ik wijs u erop dat de hier geschetste zienswijze een informeel karakter heeft. De zienswijze bindt de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit niet en het staat hem te allen tijde vrij anders te oordelen. Daarnaast laat deze zienswijze onverlet dat andere nationale dan wel Europese wetgeving op de onderhavige transactie van toepassing kan zijn en derhalve mogelijk één of meerdere andere instanties (eveneens) bevoegd kunnen zijn. Deze andere instanties zijn evenmin aan deze zienswijze gebonden en kunnen anders oordelen.
Hoogachtend,
w.g. Drs. A.J.M. Kleijweg
Wnd. directeur Concentratiecontrole
2
Zie de Commission Consolidated Jurisdictional Notice under Council Regulation (EC) No 139/2004 on the control of concentrations between undertakings, randnummer 10.
3