• No results found

Dansen op een slap koord

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Dansen op een slap koord"

Copied!
62
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Dansen op een slap koord

Russisch buitenlands beleid ten aanzien van het Iraanse

kernprogramma onder Jeltsin, Poetin en Medvedev

Elianne Eijkelenboom, S1606646 Masterscriptie Geschiedenis

Begeleider J.S.A.M. van Koningsbrugge Rijksuniversiteit Groningen

(2)

2

Inhoudsopgave

Inleiding……….3

Hoofdstuk 1: Postsovjet-tijdperk: elke rial was welkom……….………….6

1.1. Binnenlandse problemen………...6

1.2. Buitenlandse politiek………….………8

1.3. De relatie met het Westen………11

1.4. De invloed van Ruslands “zachte onderbuik”………..12

1.5. Rusland en Iran………14

1.6. Conclusie………..…17

Hoofdstuk 2: De sterke en zachte hand van Poetin………..18

2.1. Binnenlandse problemen………..…18

2.2. Buitenlandse politiek……….………...21

2.3. De relatie met het Westen………23

2.4. Rusland en Iran………26

2.5. Conclusie………..30

Hoofdstuk 3: Tandemocratie en Iran………32

3.1. Binnenlandse problemen………..32

3.2. Buitenlandse politiek: economische belangen voorop……….35

3.3. De relatie met het Westen………40

3.4. Rusland en Iran………42

3.5. Laatste ontwikkelingen………45

3.6. Conclusie………..48

Conclusie………..51

(3)

3

Inleiding

De relatie tussen Rusland en Iran verliep de laatste eeuwen niet probleemloos. Spanningen waren er al in de vroege 19e eeuw, toen Perzië gebied aan het Russische Rijk moest afstaan. Van 1905-1911 intervenieerde de Russische Tsaar bij de Constitutionele Revolutie in Perzië. Constitutionele hervormers en de sjah stonden lijnrecht tegenover elkaar over de verdeling van de macht. Vanaf 1907 gingen Groot-Brittannië en Rusland zich actief bemoeien met het land door het op te delen in drie verschillende zones: een Russische, Britse en neutrale invloedzone. Bij een coup van de sjah in 1908 werden zijn troepen gesteund door Russische hulptroepen. Desondanks was het verzet te sterk. De sjah werd afgezet en vluchtte in

ballingschap naar Rusland. Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog steunde de Sovjet-Unie de communisten in het Noorden van Iran bij een staatsgreep. Tijdens de Tweede

Wereldoorlog bezetten Russische en Britse troepen grote delen van Iran. De weigering van Joseph Stalin om na de oorlog zijn troepen terug te trekken, leidde tot de eerste crisis in de Koude Oorlog. Russische steun voor de Iraanse Communistische Partij Tudeh, zette kwaad bloed bij zowel de Iraanse monarchie als theocratie. Tot slot bevoorraadde de Sovjet-Unie Irak in de oorlog tegen Iran van 1980-1988. Vandaag de dag vermeldt de Iraanse pers regelmatig deze gebeurtenissen als redenen voor Teheran om Moskou niet te vertrouwen.1

Sinds 1989 is de samenwerking tussen beide landen echter toegenomen. In 1995 sloten ze een contract van een miljard dollar om de bouw van de kerncentrale bij het Zuid-Iraanse plaatsje Bushehr te voltooien. Deze reactor lag sinds de Iraanse Revolutie in 1979 stil, omdat Siemens zich moest terugtrekken door aanhoudende druk van de Verenigde Staten. Rusland begon ook wapens (inclusief raketten) te verkopen aan Iran. In de zomer van 2003 werd onthuld dat Iran zich bezighield met het verrijken van uranium. Dit zorgde niet alleen voor grote opschudding in het Westen, maar ook bij de buurstaten van Iran. De vrees ontstond dat het land aan atoomwapens werkte, ondanks de ontkenning van zowel Iran als Rusland. Samen met China was Rusland een tegenstander van de strenge sancties van de Verenigde Naties tegen het Iraanse nucleaire programma.

Ondanks de samenwerking zijn er meerdere problemen die de relatie tussen Rusland en Iran hebben bemoeilijkt gedurende de laatste twee decennia. Zo ligt de voltooiing van de kerncentrale in Bushehr jaren achter op schema en leverde Rusland niet de beloofde S-300 lanceersystemen. Beide landen maken daarnaast aanspraak op delen van Kaspische Zee waar

1

(4)

4

olie, gas en kaviaar te vinden is.2

In 2010 was de relatie tussen beide landen zo bekoeld, dat Rusland instemde met gematigde VN-sancties tegen Iran. Maar het afgelopen jaar kwam weer een terughoudende opstelling vanuit het Kremlin.

Rusland speelt hiermee een gevaarlijk spel. Door samenwerken met Iran helpt Rusland indirect mee aan het ontwikkelen van kernwapens in Iran. Het lijkt echter niet in Ruslands voordeel als Iran nucleaire wapens ontwikkelt. Mocht Iran zijn nucleaire programma voltooien, door bijvoorbeeld hulp van criminele netwerken, dan kunnen de Russen in het eigen zwaard vallen.3Wapenwedlopen, instabiliteit en potentiële nucleaire catastrofes zijn ook voor de Russen gevaarlijk. Deze Russische paradox is uitermate interessant. Het roept de vraag op waarom Rusland meewerkt aan een nucleair programma in de islamitische republiek Iran. Dit zou namelijk het machtsevenwicht in het Midden-Oosten verstoren en kan leiden tot een nucleaire catastrofe ten zuiden van het eigen grondgebied.

Deze vraag wordt beantwoord door middel van een analyse van drie verschillende periodes in de Russisch-Iraanse samenwerking. De eerste periode symboliseert het

vriendelijkste decennium in de Russisch-Iraanse relaties. Hoofdstuk 1 gaat over de periode 1991-1999, waarin president Boris Jeltsin toenadering zocht tot Teheran. Het Kremlin begon met het verkopen van wapens aan Iran en beloofde de reactor te voltooien. Teheran besloot op zijn beurt om geen groot punt te maken van de Eerste Tsjetsjeense Oorlog. In dit hoofdstuk wordt geanalyseerd waarom Rusland besloot te gaan samenwerken met de oude vijand. De tweede periode bestrijkt de 21e eeuw met Vladimir Poetin als Russische president. Onder zijn ambtstermijn wisselden antagonisme en vriendschap elkaar af. Aanvankelijk leek de

Russisch-Iraanse relatie zich onverstoorbaar voort te zetten toen Poetin nieuwe

wapenverkopen aan Iran bekend maakte. Ook kondigde hij aan de reactor te zullen voltooien. De relatie verslechterde echter door een dispuut over de Kaspische Zee. De komst van de nieuwe Iraanse president Mahmoud Ahmadinejad in 2005 leidde zowel tot frictie als partnerschap met Rusland. In dit hoofdstuk zal geanalyseerd worden waarom Poetin een zigzaggend beleid voerde ten opzichte van Iran. De derde periode bestrijkt het presidentschap van Dmitri Medvedev. Zijn ambtstermijn wordt gekenmerkt door hetzelfde zigzaggende beleid als van president Poetin. Aanvankelijk leek er een breuk plaats te vinden met Iran door verbeterde relaties met het Westen. Er vond het afgelopen jaar echter een omslag plaats. Deze omslag zal bestudeerd worden in de paragraaf 3.5. onder de titel ‘Laatste ontwikkelingen’.

2 M.N. Katz, ‘Iran and Russia’, United States Institute of Peace: The Iran Primer,

http://iranprimer.usip.org/resource/iran-and-russia, geraadpleegd op: 01-05-2011.

3

(5)

5

Gezien deze gebeurtenissen recentelijk hebben plaatsgevonden zal voornamelijk gekeken worden naar meningen van experts. Het is nog te vroeg om er zelf over te speculeren. In dit hoofdstuk zal het zigzag-beleid van president Medvedev onderzocht worden en wordt antwoord gegeven op de vraag waarom uiteindelijk gekozen werd voor samenwerking met Iran.

De hoofdstukken zullen alle drie de volgende deelonderwerpen van Rusland

behandelen: de binnenlandse problemen, een inleiding op de buitenlandse politiek, de relatie met het Westen, de verhouding met Iran en tot slot een korte conclusie. Een veelgebruikt boek in het eerste hoofdstuk is A Country Study: Russia van Glenn Eldon Curtis. Dit boek geeft een overzichtelijk beeld van de Russische geschiedenis. Een andere belangrijke bron is de

Internationale Spectator met analisten als Sico van der Meer, Ivan vanden Berghe, Peter Volten en Marcel de Haas. Andere experts die aan het woord komen, zijn Adam Tarock van Third World Quarterly, Vladimir Orlov en Alexander Vinnikov vanThe Washington

Quarterly, Gawdat Bahgat van Iranian Studies en Robert Owen Freedman van Meria Journal. In het tweede hoofdstuk komen de bronnen onder meer uit het Atlantisch Perspectief,

(6)

6

H1. Postsovjet-tijdperk: elke rial was welkom

Onder het leiderschap van de revolutionair Ayatollah Ruhollah Musavi Khomeini tussen 1979 en 1989 was de Russisch-Iraanse relatie behoorlijk vijandig. Khomeini noemde de Verenigde Staten “the Great Satan” en Sovjet-Unie “the Lesser Satan”.4

De Russische staatsideologie was een belangrijke reden voor de afkeer van de islamitische revolutionairen. De Ayatollah wenste geen alliantie met West of Oost. Moskou echter was bang dat de islamitische ideologie van Iran zich zou verspreiden naar de eigen moslim republieken. De Sovjet-Unie had een grote moslimpopulatie.5 De spanningen verminderden tussen de landen na vier keerpunten in de late jaren tachtig en begin jaren negentig. De Irak-Iranoorlog eindigde in 1988, Khomeini overleed in 1989, de Sovjet-Unie trok zich terug uit Afghanistan en tot slot de instorting van de Sovjet-Unie. De jaren negentig worden gezien als het vriendelijkste decennium tussen Teheran en Moskou.6 In dit hoofdstuk wordt het beleid van president Jeltsin tegenover Iran bestudeerd. Het is ingedeeld in de volgende paragrafen: binnenlandse problemen,

buitenlandse politiek, relatie met het Westen en de nabije omgeving en buitenlandse politiek ten aanzien van Iran. In de conclusie wordt antwoord gegeven op de vraag waarom Jeltsin besloot samen te werken met Iran bij de voltooiing van de kerncentrale te Bushehr en met wapencontracten.

1.1. Binnenlandse problemen

De Russisch-Iraanse relatie werd in de jaren negentig sterk bepaald door binnenlandse problemen, zoals de economie en de oorlog in Tsjetsjenië. De Russische economie belandde na 1991 in een diepe recessie en militante moslims uit Tsjetsjenië kwamen in opstand tegen de Russische overheersing. Rusland kon in deze periode een “verre” vriend goed gebruiken. Enerzijds betaalde Iran in harde valuta en anderzijds keek het de andere kant op wat betreft Ruslands harde optreden tegen moslims. In deze paragraaf worden de binnenlandse

problemen van Rusland, die betrekking hebben op het buitenlandse beleid jegens Iran bestudeerd. Als eerste zal de economische neergang in de jaren negentig beschreven worden en vervolgens de problemen in Tsjetsjenië.

In januari 1992 veranderde het economische systeem in Rusland voor de tweede keer radicaal. Het Kremlin lanceerde een economisch programma dat gebaseerd was op het

4 M.N. Katz, ‘Iran and Russia’, United States Institute of Peace: The Iran Primer,

http://iranprimer.usip.org/resource/iran-and-russia, geraadpleegd op: 01-05-2011.

5

Ibidem.

(7)

7

voorbeeld van het Westen.7

De overgang naar een vrije markteconomie en de verregaande liberalisering leidde tot een hyperinflatie. De eerste stappen die Boris Jeltsin zette waren het loslaten van valutarestricties, het afschaffen van overheidssubsidies en zoveel mogelijk staatseigendommen verkopen.Deze vorm van schoktherapie leidde tot immense inflatie en een groot gat tussen rijk en arm. Door de vermindering van staatsbemoeienis met de

buitenlandse handel grepen veel mensen hun kans. Ze kochten grondstoffen voor roebels op de goedkope binnenlandse markt en verkochten deze op de buitenlandse markt voor de werkelijke prijs. Met de opbrengst hiervan werden grote staatsbedrijven opgekocht voor een fractie van de werkelijke waarde. Jeltsin beloofde dat de moeilijkheden ongeveer zes maanden zou aanhouden, maar dat Rusland daarna een grote economische macht zou worden. ‘De vierde grootste in de wereld’, aldus Jeltsin.8

Maar halverwege 1993 leefde 39 tot 49 procent van de bevolking in armoede.9

Pas in 1997 zou de Russische economie marginaal gaan groeien. Deze groei was van korte duur, want dalende olieprijzen, stijgende staatsleningen en de Aziatische financiële crisis leidden tot de Roebelcrisis.10

Door onder meer deze financiële problemen kon het Russische leger niet goed optreden tegen de Tsjetsjenen. Toen Gorbatsjov aan de macht was, zagen de Tsjetsjeense nationalisten kans om zelfbestuur te bereiken. Op 27 november 1990 werden de eerste claims ingediend voor een autonome Tsjetsjeens-Inghusjetische Republiek.11

De declaratie voor volledige onafhankelijkheid in 1993 leiddetot een burgeroorlog. Russische pogingen om de leider Dzjochar Doedajev ten val te brengen mislukten. Jeltsin besloot zwaardere maatregelen te treffen: op 11 december 1994 trokken Russische grondtroepen Tsjetsjenië binnen om de Russische soevereiniteit te herstellen. Ondanks de overmacht van troepen en wapens, waren de Tsjetsjeense strijders anderhalf jaar later nog steeds niet verslagen.12

Het Russische optreden was zwak. Het leger was niet goed voorbereid. Volgens elf Russische generaals voerden de meeste troepen sinds 1992 geen goede trainingen meer uit. De meeste soldaten leerden elkaar pas kennen op het slagveld en wisten vaak niet goed tegen wie ze vochten. Verder faalden de Russen te anticiperen op de Tsjetsjeense manier van oorlog voeren. De

7

L.D. Nelson, I.Y. Kuzes, Radical reform in Yeltsin's Russia: political, economic, and social dimemsions (New York 1995) 3.

8 G.W. Breslauer, Gorbachev and Yeltsin as Leaders (Cambridge 2002) 142. 9 Gorbachev and Yeltsin as Leaders, 142.

10 A. Koliandre, ‘Yeltsin's economic legacy’, BBC News (24-04-2007). 11

G.W. Lapidus, ‘The war in Chechnya: opportunities missed, lessons to be learned’ in B.W. Jentelson, Opportunities Missed, opportunities seized. Preventive Diplomacy in the Post-

Cold World (New York 2000) 41.

12

Auteur onbekend, ‘First Chechnya War - 1994-1996’, Global Security,

(8)

8

Russische planners wisten van te voren niet dat de Tsjetsjenen uitgerust waren met tanks, raketwerpers en luchtafweer. Deze wapens waren voor het grootste deel nog afkomstig uit de Sovjettijdperk en waren achtergelaten door het Rode Leger. Het Russische debacle kwam voort uit bezuinigingen en een gebrek aan steun onder de bevolking. Experts op Global Security zeiden hierover: ‘In comparison with the successful coup that Soviet forces carried out against Kabul (the capital of Afghanistan) in December 1979, the storming of Chechnya proved an embarrassment for the Russian government.’13

Op 24 april 1996 overleed Doedajev, maar de gevechten gingen door. Beide partijen waren niet van plan om op te geven. Op 6 augustus 1996 vond een grote vernedering voor Rusland plaats. Een goed voorbereidde actie van de Tsjetsjenen leidde ertoe dat Grozny terug onder Tsjetjeens gezag kwam te staan. Totale ontreddering bij het Russische leger versnelde het vredesproces. Op 31 augustus tekenden beide partijen een vredesakkoord. De Russische interventie in Tjsetsjenië werd door politici en media in Iran bekritiseerd, maar officieel riep het land alleen op tot respect voor de Tsjetsjenen.14

Teheran stelde zich opvallend mild op richting Moskou. Het Russische geweld in Tsjetsjenië is door de Iraanse leiders nooit zwaar bekritiseerd. Laat staan dat het actief ging bemoeien met deze gebieden. Of dit volledig is toe te schrijven aan de vriendschappelijke banden met Rusland is overigens wel de vraag. In Iran besefte men dat de revoluties in deze gebieden minder van religieuze aard zijn als wel van nationalistische aard.15

1.2. Buitenlandse politiek

Eind 1991 stond Boris Jeltsin voor de taak om een Rusland te regeren dat kleiner was dan het in eeuwen was geweest. Met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie was de geopolitieke

omgeving van Rusland sterk veranderd. Het Kremlin kreeg te maken met instabiliteit langs zijn grenzen. De landen in Midden- en Oost-Europa werden onafhankelijk en gingen zich oriënteren op het Westen. De hoofdlijnen van het buitenlands beleid van Rusland verschilden maar weinig met die ten tijde van de Sovjet-Unie. Het beleid was gericht op behoud van territoriale integriteit en het creëren van een stabiele en veilige ‘nabije omgeving’. Daarnaast wilde Rusland de status van grootmacht bewaren en goede relaties met het Westen en China

13 M.A.J. Gregory, J. Celestan, ‘Wounded Bear: The Ongoing Russian Military Operation in Chechnya’, Global

Security, http://www.globalsecurity.org/military/library/report/1996/wounded.htm, geraadpleegd op:

04-05-2011.

14 F. Halliday, ‘The Empires Strike Back? Russia, Iran and the New Republics’, The World Today (01-11-1995)

220-222.

15

(9)

9

ontwikkelen. Tot slot was het buitenlands beleid gericht op behoud van invloed over Midden- en Oost-Europa.16

Het buitenlandse beleid onder Jeltsin kan verdeeld worden in twee periodes. Tussen 1991-1995 werd een pro-westerse koers gevaren onder minister van Buitenlandse Zaken Andrej Kozyrev. Vanaf 1996 trad er een koerswijziging op onder de nieuwe minister van Buitenlandse Zaken Jevgeni Primakov. Hij ging meer samenwerken met het Oosten en zette zich af tegen het Westen.

Andrej Kozyrev kreeg begin 1992 de opdracht om de basisprincipes van het Russische buitenlandse beleid naar de ideeën van Jeltsin te formuleren.17 Kozyrev zorgde voor sterke internationale betrekkingen en ontwierp een buitenlands beleid dat gericht was op bevordering van mensenrechten, milieu en nucleaire veiligheid. Het Kremlin hoopte hiermee op minder frictie met het Westen.18 Kozyrev beweerde dat geen ontwikkelde, democratische, beschaafde maatschappij Rusland kon bedreigen.19

Niet alleen Kozyrev hield zich hier mee bezig. Premier Egor Gaidar, verantwoordelijk voor de economische hervormingen, verwoordde voortdurend de waarde van “liberale verwesterlijking”.20

Het Russisch buitenlandse beleid was de eerste jaren behoedzaam en gericht op verbetering met het Westen. Er werd ingestemd met de Westerse visie bij mondiale conflicten.21

Zo nam Moskou een onpartijdige positie in wat betreft de zaken in Bosnië en het mislukte Vance-Owen vredesplan. Het Kremlin werkte actief mee in de Verenigde Naties (VN) en de Contactgroep van de Verenigde Staten,

Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk. Maar het meest aansprekende voorbeeld van de Russische concessies was de instemming met VN-sancties tegen Servië. Het leek erop dat de Russen hun eeuwenoude rol als beschermer van het Slavische volk naast zich neer legde. 22

In 1993 zat Rusland in een constitutionele crisis, waarin president en parlement lijnrecht tegenover elkaar stonden. Hierna werd een nieuwe grondwet opgesteld. Het nieuwe buitenlandse beleid had meerdere prioriteiten:

● De bescherming van de soevereiniteit en eenheid van de staat met nadruk op nieuwe grensgebieden.

● Het beschermen van de rechten van Russen in het buitenland.

16

J. de Jong, ‘De grenzen bereikt: het buitenlands beleid van Rusland’, Atlantisch Perspectief (1997).

17 R.H. Donaldson, ‘Boris Yeltsin’s Foreign Policy legacy’,

http://www.personal.utulsa.edu/~robert-donaldson/yeltsin.htm, geraadpleegd op: 25-03-2011.

18 R.H. Donaldson, ‘Boris Yeltsin’s Foreign Policy legacy’,

http://www.personal.utulsa.edu/~robert-donaldson/yeltsin.htm, geraadpleegd op: 25-03-2011.

19

G.E. Curtis, Russia: A Country Study (Washington 1996) op: http://countrystudies.us/russia/.

20 Russia: A Country Study. 21 Ibidem.

22

(10)

10

● Het mobiliseren van internationale steun voor het ontwikkelen van een markteconomie.

● Het uitbreiden van de Russische invloed in Centraal-Azië via onder meer de oprichting van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS).

● Wederom de rol vervullen van wereldmacht.23

In het buitenlandse beleid moesten volgens Jeltsin de eigen prioriteiten voorop worden gesteld. Zoals het voorkomen van een wereldoorlog door het tegengaan van de ontwikkeling van nucleaire wapens. In 1994 kwam aan het licht dat Jeltsin nog wel achter het wereldbeeld van het Russische leger en andere conservatieve stromingen stond. Hij zag de Verenigde Staten en het Westen nog steeds als een bedreiging.24

Ondanks de verbetering van de relaties in de jaren ervoor.25

Op 26 december 1995 stelde Jeltsin een nieuw orgaan in: de Raad voor Buitenlands Beleid. Volgens Jeltsins persdienst was de raad bedoeld om ‘de effectiviteit van Ruslands buitenlands beleid te vergroten en de bevoegdheden van de president bij het vaststellen van de richtlijnen van het buitenlands beleid gestalte te geven’.26

Volgens het nieuwe beleid zouden minder concessies worden gedaan richting het Westen. Hiermee onderstreepte Jeltsin zijn geringe vertrouwen in de Russische diplomatie en de zwakke positie van minister Andrej Kozyrev. Door zijn vermeende pro-westerse houding stond Kozyrev bij de communisten en nationalisten te boek als volksvijand nummer één.27

Op 5 januari 1996 moest hij aftreden. Officieel zou hij het ministerschap niet mogen combineren met zijn pas verworven

parlementszetel. Jeltsins woordvoerder wees erop dat de president ontevreden was over de minister wegens ‘fouten die hij maakte in de internationale arena’.28

Feitelijk kwam dit erop neer dat hij onvoldoende Ruslands belangen zou behartigen.29

De benoeming van de nieuwe minister, spionagechef Jevgeni Primakov, werd goed ontvangen in Rusland. Jetsins keus werd geprezen door zowel de conservatieven, de reactionairen als de democraten. De Russische analist Aleksandr Konovalov van het

Moskouse Instituut voor Strategische Evaluatie zei over de benoeming: ‘it will be a different articulation of Russia's interests. This is not a reaction to the parliamentary elections. It is in anticipation of the presidential elections to come. There will be a more coherent, firmer policy

23 Russia: A Country Study. 24 Ibidem.

25

Y. vanden Berghe, ‘Rusland van anti-imperialisme tot anti-terrorisme’, Internationale Spectator (01-12-2001).

26 Auteur onbekend, ‘Controle over buitenlands beleid bij Jeltsin’, NRC Handelsblad (27-12-1995). 27 Auteur onbekend, ‘Jeltsin neemt buitenlandse politiek over’, De Stem (28-12-1995).

28

Auteur onbekend, ‘Jeltsin sust het Westen na vertrek Kozyrev’, Het Parool (06-01-1996).

(11)

11

of defending Russia's interests.’30

Primakov was een sterke verdediger van Ruslands nationale belangen en hij had pro-Arabische sympathieën. Zoals verwacht richtte hij de buitenlandse politiek op bemiddeling en vergroting van de Russische invloed in het Midden-Oosten. Het “Primakov Doctrine” richtte zich op de verbetering van de relaties tussen Rusland, China en India. Deze strategische driehoek moest tegengewicht bieden aande Amerikaanse

hegemonie.31 Ondanks de toenadering begin jaren negentig naar het Westen, werd Amerika nog steeds gezien als de meest waarschijnlijke tegenstander. In dit licht kan ook de omgang met Iran tijdens het ministerschap van Primakov worden gezien: het tegengaan van de Amerikaanse hegemonie in de wereldpolitiek.

1.3. De relatie met het Westen

In het Kremlin leeft al lange tijd de angst omaangevallen te worden door omringende landen. Aanvallen kwamen eerder van het Mongoolse Rijk, Napoleon Bonaparte en Adolf Hitler. In Rusland zette deze angst zich om in een continue expansiedrift. De Russen probeerden steeds meer gebied toe te voegen dat kon dienen als bufferzone. Tijdens het opheffen van het

Warschaupact in 1991 en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie raakte Rusland een aantal bufferzones kwijt. Het was moeilijk te verteren dat Oost-Europese staten als Polen, Bulgarije, Oost-Duitsland, Roemenië, de Baltische Staten, Oekraïne en Wit-Rusland wegvielen.

Aanvankelijk was het Russische buitenlandse beleid de eerste helft van de jaren negentig gericht op een verbetering van de relaties met het Westen.32

De afkeer tegen het Westen groeide echter door uitbreidingen van de EU en NAVO in de voormalige Sovjetstaten.

Vanaf 1995 keerden de Russen zich steeds sterker tegenover het beleid van de NAVO. Vooral het ingrijpen in voormalig Joegoslavië zonder toestemming van Moskou was een doorn in het oog. Het eerste voorval deed zich voor in augustus 1995. De NAVO had een akkoord gesloten om luchtaanvallen uit te voeren in Bosnië en Herzegovina. De drie permanente leden van het VN Veiligheidsraad (Amerika, Groot-Brittannië en Frankrijk) hadden dit besloten zonder toestemming van Rusland en China. Een tweede voorval was het uitvoeren van luchtaanvallen in Kosovo in 1999. Rusland stuurde vervolgens op eigen initiatief een aantal troepen naar Kosovo om mee te doen met de vredesmissie.33 Het derde

30

M. Bivens, J. MacKenzie, ‘Spy Chief Named as New Foreign Minister’, The Moscow Times (10-01-1996).

31 S.P. Huntington, ‘The Lonely Superpower’, Foreign Affairs, vol. 78 (1999) 35-49. 32 Russia: A Country Study.

33

(12)

12

conflictpunt waren de NAVO-plannen voor oostwaartse uitbreiding. Het Kremlin zag dit als een bedreiging van de veiligheid.34

In deze grillige sfeer gaven steeds meer gematigde politici Amerika de schuld van Russische tegenslagen. Volgens Alexander Konovalov was de groei van dit antiamerikanisme geen stunt om stemmen te winnen door politici, maar een gevaarlijke trend. Het was een teken aan het buitenland dat Rusland nog steeds een supermacht was. Deze nieuwe insteek kwam tevens naar voren in een gelekt document van een Russische militaire denktank uit 1995. Daarin werd de mogelijke toevoeging van de Baltische Staten aan de NAVO veroordeeld. Het Kremlin zou dit net zo ervaren als Amerika de plaatsing van Russische raketten op Cuba. Als de NAVO door zou gaan met deze plannen zou het Kremlin, Amerika en haar bondgenoten beschouwen als “voornaamste potentiële tegenstanders”.35

Moskou zou in deze

omstandigheden wraak nemen op het Westen door nucleaire technologie te verkopen aan Iran, Irak en Algerije. Het Westen was volgens het document alleen maar bang voor Rusland door zijn nucleaire potentie. Moskou moest hiervan gebruik van maken.36

‘The selling of the water reactor to Iran was a way of expressing independence and obtaining leverage over the West’, aldus Leszek Buszynski (professor in Internationale Relaties aan de Internationale

Universiteit van Japan). Rusland was in de tweede helft van de jaren negentig vastberaden om zich te verzetten tegen de Amerikaanse hegemonie. Achteraf is gebleken dat er ook

samenwerking was met Amerika ten opzichte van Iran. Geheime akkoorden waren getekend tussen de VS en Rusland over wapenleveranties. Rusland moest geleidelijk een einde maken aan de wapenhandel met Iran. Het akkoord stelde dat Rusland bestaande contracten over levering van onder meer onderzeeboten, torpedo’s, zeemijnen en tanks tot eind 1999 mocht vervullen, zonder de vrees voor repercussies van Amerika.37

De toenmalige vicepresident Albert Arnold Gore en premier Viktor Stepanovitsj Tsjernomyrdin tekenden het verdrag in 1995.

1.4. De invloed van Ruslands “zachte onderbuik”

Na het instorten van de Sovjet-Unie verzwakte Rusland sterk in haar geopolitieke positie aan de zuidelijke grenzen. Boris Jeltsin maakte zich ernstig zorgen over de “zachte onderbruik” van Rusland in Transkaukasië en Centraal-Azië. Deze regio’s werden bedreigd door

34

M. de Haas, ‘Is Rusland nog steeds een supermacht?’, http://www.hotel-dewereld.nl/lezingen/HaasRuslandsupermacht.pdf, geraadpleegd op: 10-05-2011.

35 Auteur onbekend, ‘Yeltsin foreing policy surprise’, The Economist (28-10-1995). 36

Ibidem.

(13)

13

nationalistische opstandelingen. Moskou richtte zich tot Turkije en Iran, omdat beide landen grote invloed hadden op de twee gebieden.38

De relatie met Turkije was een afwisseling van confrontatie en samenwerking. Verder bouwde het Kremlin relaties op met Irak, Israël en andere landen in Centraal-Azië. Voor Irak belemmerde het Kremlin sancties van de VN. Dit pakte gunstig uit voor de Russische economie. Met Israël ontwikkelde Rusland een sterke culturele en economische relatie, maar deze had de nodige ups and downs.39 Met de Centraal-Aziatische republieken werd in 1991 het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS) opgericht. Rusland versterkte zijn invloed in de regio door middel van economische en militaire dwang.40

Door de val van de Sovjet-Unie kreeg het Kremlin te maken met nieuwe staten. Er kwamen veertien staten aan de zuidelijke grenzen bij. In zes van deze landen (Azerbeidzjaan, Turkmenistan, Oezbekistan Tajikistan, Kazachstan en Kirgizië) maakte de islam in het openbare leven een comeback. Ongerustheid over radicale islam kwam op de Russische politieke agenda te staan. Andere problemen met de nieuwe staten waren grensbewaking, drugs-, en wapensmokkel en het GOS functioneerde niet goed.41

Het Russische buitenlandse beleid in deze regio’s was daarom bilateraal. Enerzijds voerde Rusland handel met het Midden-Oosten voor economisch gewin. Anderzijds bouwde Rusland bondgenootschappen op met sommige landen in het Midden-Oosten, om steun te krijgen bij de zorgelijke toestand in Centraal-Azië en in Transkaukasië. In dit verband waren Turkije en Iran de eerste prioriteit voor Rusland.

Een andere prioriteit voor Rusland was de machtspolitiek met betrekking tot de energievoorraden rondom de Kaspische Zee.42 Ten tijde van de Koude Oorlog waren er maar twee landen die het voor het zeggen hadden in het Kaspische Zeegebied: de Sovjet-Unie en Iran. Sinds het instorten van de Sovjet-Unie zijn nieuwe spelers op het toneel verschenen: Azerbeidzjan, Turkmenistan en Kazachstan. Het politieke machtsspel ging erom wie

grondstoffen mocht exploiteren en langs welke route de energiebronnen vervoerd zou worden naar de wereldmarkt. Het Kremlin wilde niet aan invloed verliezen in de regio en een

strategische rol spelen in de oliewereld. Volgens hoogleraar geschiedenis en theorie van de internationale betrekkingen Peter Volten waren de revenuen voor Rusland van ondergeschikt

38 R.O. Freedman, ‘Russian policy toward the Middle East under Yeltsin and Putin’, Middle East Journal

(02-09-2001).

39 Ibidem. 40

M. de Haas, ‘Tien jaar Gemenebest van Onafhankelijke Staten: samenwerking tegen wil en dank’, Atlantisch

Perspectief 2001-2006 (2002).

41 R.O. Freedman, ‘Russian policy toward the Middle East under Yeltsin and Putin’, Middle East Journal

(02-09-2001).

(14)

14

belang, gezien de grote voorraden waarover het land zelf beschikte. De vermoedelijke waarheid over de reserves in de Kaspische Zee kwam aan het licht dankzij de publicatie van International Energy Agency (IEA) in de Caspian Review. Zij verklaarden dat er tussen de 70 en 150 miljard vaten olie aanwezig waren in de Kaspische Zee. De oliereserves

vertegenwoordigen tussen 1,5 en 4 procent van de wereld oliereserves en 6 procent van werelds gasreserves. Moskou probeerde vast te houden aan de oude afspraak dat de Kaspische Zee door alle aangrenzende staten gezamenlijk moest worden beheerd. Op die manier wilde het Kremlin meedelen in de olievoorraden die voor de kust van Azerbeidzjan waren ontdekt of op zijn minste Azerbeidzjan dwingen de olie via Rusland naar het Westen te transporteren. Kazachstan en Azerbeidzjan trokken zich echter niets aan van de Russische bezwaren. In de jaren negentig ondertekenden ze contracten met meer dan een dozijn internationale

energiebedrijven voor de ontwikkeling van olie- en gasvelden.43

Van de oeverstaten was Iran

de enige die de Russische opvatting van het gemeenschappelijk beheer van de Kaspische Zee steunde. Het was voor het Kremlin in de jaren negentig erg belangrijk om Iran te vriend te houden voor steun bij het onopgeloste conflict om het beheer over de Kaspische Zee.

1.5. Rusland en Iran

Het Midden-Oosten was voor de Sovjet-Unie één van de belangrijkste regio’s voor het buitenlandse beleid en de nationale veiligheid.44

De federatie deelde zijn zuidgrens met Turkije en Iran en er leefden islamitische groepen binnen de Sovjetregio.45

De goede relatie met Iran dateert vanaf de eindfase van de Sovjet-Unie. Toen Iran eind jaren tachtig

verwikkeld was in de Eerste Perzische Golfoorlog en tegelijkertijd te lijden had onder een wapenboycot van voornamelijk de Verenigde Staten, schoot Moskou te hulp. De Sovjet-Unie leverde Iran geavanceerde gevechtsvliegtuigen om de verouderde luchtmacht in Iran een boost te geven.46

Met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie was Iran niet langer een buurland van

Rusland. Deze geografische scheiding zorgde ervoor dat Teheran met meer vertrouwen durfde te handelen met Rusland. In deze omgangssfeer hebben Iran en Rusland een sterke relatie opgebouwd, gebaseerd op pragmatische en strategische afwegingen. Rusland is gebaat bij goede relaties met een islamitisch land, terwijl Iran gebaat is bij wapenleveranties van

43

B. Lanting, ‘Rusland wil banden met Iran versterken’, Volkskrant (12-04-1997).

44 Russia: A Country Study. 45 Russia: A Country Study. 46

(15)

15

Rusland en nog belangrijker: diplomatieke steun op internationaal en regionaal niveau.47

De Iraanse afhankelijkheid van Russische militaire technologie zou in deze jaren alleen maar verder toenemen. Terwijl de Westerse wereld een wapenembargo in stand hield tegen het regime in Teheran, leverde Rusland de modernste militaire producten. Tussen 1995 en 2005 kwam 70 procent van de Iraanse wapenimport uit Rusland.48

Naast de verkoop van conventionele wapens, werd ook grootschalig bijgedragen aan het nucleaire programma in Iran. Dit begon in augustus 1992 toen Rusland en Iran

onderhandelingen starten over de kerncentrale in Bushehr. Iraanse pogingen om nucleaire energie op te wekken dateren al van 1957. De Amerikaanse president Dwight David Eisenhower sloot een akkoord met Iran om onderzoek te doen naar vreedzaam gebruik van atoomenergie. De VS leverde vervolgens de materialen om het onderzoek op gang te helpen. Op 1 juli, 1968 tekende Iran het Non-proliferatieverdrag en zes jaar later werd het Iran Safeguards Agreement met het International Atomic Energy Agency (IAEA) afgerond. Vanaf 1974 werden Frankrijk en Duitsland betrokken bij het Iraanse nucleaire programma. Het Franse bedrijf Framatome en het Duitse Siemens werden gecontracteerd voor de bouw van de kerncentrale en voor de levering van kernbrandstof.49

De bouw werd stopgezet na

beschadigingen door de Iran-Irak oorlog en door aanhoudende druk van de VS op Frankrijk en Duitsland.50

In 1995 werd definitief besloten dat Rusland de centrale zou voltooien. De Russische minister van Kernenergie, Viktor Mikhailov, en het hoofd van het Iraanse

Atoomprogramma, Reza Amrollahi, tekenden het contract op 8 januari. De kerncentrale zou alleen gericht zijn op vreedzaam gebruik en het Russische staatsbedrijf

Zaroebezjatomenergostroj zou de opdracht uitvoeren.

Voor de hand ligt dat de Russische nucleaire hulp aan Iran een middel was om meer invloed te krijgen in de regio. Dat is echter te simpel, omdat het Russische buitenlandse beleid onder Jeltsin vaak veranderde. Mikhailov zei achteraf over de kwestie: ‘What could Russia have brought onto world markets? We only had one strength: our scientific and technical potential. Our only chance was broad cooperation in the sphere of peaceful nuclear energy, as Minatom (hetFederaal Agentschap voor Kernenergie) was, and continues to be, a leader in

47 A. Tarock, ‘Iran and Russia in 'strategic alliance'’, Third World Quarterly, vol. 18 (1997) 207-223.

48 A. Kassianova, ‘Russian Weapons sales to Iran: why they are unlikely to stop’, Ponars Policy Memo

(01-12-2006).

49 G. Bruno, ‘Iran’s nuclear program’, Council on Foreign Relations,

http://www.cfr.org/iran/irans-nuclear-program/p16811, geraadpleegd op: 14-04-2011.

50

V.A. Orlovab, A. Vinnikov, ‘The great guessing game: Russia and the Iranian nuclear issue’, The Washington

(16)

16

this field.’51

Hij geloofde erin dat een succesvolle voltooiing van de kerncentrale Rusland goede publiciteit zou geven in het Midden-Oosten en zou leiden tot nieuwe overeenkomsten in de regio.52

Volgens schattingen zou de samenwerking Rusland jaarlijks een half miljard dollar opleveren.53 Aan de bouwwerkzaamheden in Bushehr werkten rond de duizend Russische ingenieurs. Verder werden Iraanse atoomdeskundigen opgeleid in Russische onderwijsinstellingen. De samenwerking met Iran heeft verschillende Russische

onderzoeksinstituten en bedrijven binnen de nucleaire industrie van de ondergang gered. De Russische inspanningen in Iran hielpen zo een hele economische sector overeind te houden in zowel Iran als Rusland. 54

Rusland zag daarnaast Iran als strategische partner in de Perzische Golf en in Centraal Azië. Deze partner kon een tegengewicht bieden tegen de toenemende Amerikaanse

aanwezigheid en invloed in de regio. Daarnaast zijn er gezamenlijke belangen die Rusland en Iran hebben met betrekking tot de olie- en gasproductie. Beide landen moeten namelijk op één lijn zitten wat betreft de pijpleidingroute rondom de Kaspische Zee. Een ander motief voor de Russen om samen te werken met Iran was de comeback van Islam in het openbare leven van Rusland. Het Kremlin zag Iran na 1991 als het centrum van islamitische dreiging. De

geestelijke leiders van Iran hoopten in deze periode op de vestiging van islamitische regeringen in de Kaukasus en Centraal-Azië.55

Een onderdeel van de Iraanse staatsideologie was het verspreiden van de islamitische revolutie. Hierbij stapte Iran soms ook over het verschil in islamitische stromingen heen, zoals bij de steun aan Hamas.56

De Iraanse

staatsideologie is sjiitisch, terwijl Hamas een soennitische organisatie is. Moskou zag goede banden met Teheran als een zekerheid dat Iran geen invloed zou gaan uitoefenen op de opstandige moslimgemeenschappen in Rusland. De Oekraïense krant Segodnya zei hierover in 1995: ‘Iran as an enemy can provide Muslim insurgents in Northern Caucasus and

Tajikistan with arms, money and food; and Iran as our friend, can be an important strategic partner for us.’57

In de Jeltsin-periode ontstonden ook problemen tussen Rusland en Iran. Iran had in de tweede helft van de jaren negentig te maken met economische problemen, waardoor zij niet altijd de wapens en industriële materialen van Rusland kon betalen. Ondanks de

51 V. Mikhailov, ‘Russian-Iranian Nuclear Cooperation and Export Controls’, National Press Institute

(25-11-1998).

52 G. Bahgat, ‘Nuclear proliferation: The Islamic Republic of Iran’, Iranian Studies, vol. 39 (2006) 307-327. 53

M. Bader, ‘Iran, Rusland en het Westen: uiteenlopende waarden en belangen’, Atlantisch Perspectief (2007).

54 Ibidem.

55 E. Koolaee, ‘Iran and Russia’, Conference on Russia and Islam, Edinburgh (19-20 2008). 56

Antwoord van Sico van der Meer via e-mail op 26-07-2011.

(17)

17

voorspellingen van miljarden die omgingen in Russisch-Iraanse handel, daalde het bedrag naar 400 miljoen dollar in 1997.58

Dit is minder dan de handel tussen Rusland en Israël. Verder heeft Iran tussen 1996 en 1998 gezocht naar alternatieve routes voor olie en gas uit Centraal Azië. Dit vond geen positieve weerklank bij de Russische regering die controle wilde uitoefenen over olie- en gasexporten vanuit Azerbeidzjan, Oezbekistan, Turkmenistan en Kazachstan. 59 Strategische en commerciële afwegingen waren voor Rusland doorslaggevend in de keuze om in zee te gaan met Iran. Dit leverde Rusland zowel mogelijkheden en

uitdagingen als frustraties op binnen de relatie met Iran.

1.6. Conclusie

Waarom ging Jeltsin in zee met Iran bij het aanleggen van een kerncentrale en het leveren van wapens? De eenvoudigste en meest waarschijnlijke verklaring is dat Rusland aanzienlijk economisch dividend haalde uit deze samenwerking. Rusland stond er in deze periode economisch bijzonder slecht voor. Alle extra inkomsten waren daarom van harte welkom. Volgens schattingen leverde de samenwerking Rusland jaarlijks een half miljard dollar op. De samenwerking met Iran hield de Russische nucleaire sector op de been. Een tweede reden voor Rusland was dat het Iran goed konden gebruiken als strategische partner bij diverse regionale- en internationale problemen. Iran was belangrijk als bondgenoot tegen de toenemende invloed van Amerika in de regio. Daarnaast kon Rusland met het

bondgenootschap druk uitoefenen op de EU en NAVO. Het Kremlin wilde oostwaartse uitbreidingen van de EU in de weg staan. De Russische bufferzones zouden door de toelating van ex-Warschaupactlanden en ex-Sovjetrepublieken tot de NAVO en EU verdwijnen. De pro-westerse politiek van Kozyrev werd halverwege de jaren negentig vervangen. Interne Russische belangen werden belangrijker. De nieuwe minister Primakov haalde banden aan met het Midden-Oosten. De druk op het Westen werd opgevoerd door verkoop van nucleaire technologie aan Iran. Verder kon Rusland het bondgenootschap met Iran goed gebruiken rondom het conflict over de Kaspische Zee. Tot slot waren er problemen met de groeiende invloed van de islam in de Kaukasus. De Russische angst dat Iran de strijd in Tsjetsjenië zou kunnen aanwakkeren was niet ongegrond. Onderdeel van de Iraanse staatsideologie was het verspreiden van de islamitische revolutie.Moskou zag goede banden met Teheran als een zekerheid dat Iran geen pogingen zou ondernemen om deze stromingen te ondersteunen.

58

R.O. Freedman, ‘Russia and the Middle East: the Primakov Era’, Meria Journal, vol. 2 (1998).

(18)

18

H2. Sterke en zachte hand van Poetin

Boris Jeltsin kondigde op 31 december 1999 aan dat hij zijn functie neerlegde. Dat markeert het einde van het eerste decennium in de post-Sovjetgeschiedenis. De meeste Russen waren het erover eens dat het Jelstin-tijdperk gekenmerkt werd door hevige teleurstelling over democratie, kapitalisme en het Westen.60

Voor deze Russen stond een nieuwe leider klaar met een sterke hand. Onder Vladimir Poetin werd een beleid ingezet van centralisatie en

buitenlandse politiek gericht op economisch gewin. Ten aanzien van het nucleaire programma in Iran zorgde de nieuwe leider voor een steeds wisselende koers van veroordeling, toegeven, concessies maken, loven en sparen. In dit hoofdstuk wordt de relatie tussen Rusland en Iran onder het bewind van president Poetin bestudeerd. Het is verdeeld in vier deelonderwerpen: binnenlandse problemen, buitenlandse politiek, de relatie met het Westen en Rusland en Iran. In de conclusie zal antwoord gegeven worden op de vraag waarom Poetin een zigzag-beleid voerde ten opzichte van Iran.

2.1. Binnenlandse problemen

Vladimir Poetin kreeg onder zijn presidentschap te maken me twee grote problemen: het inhalen van de economische achterstand en terroristische activiteiten. Deze kwesties hadden direct en indirect effect op de relatie met Iran. Het inhalen van de economische achterstand betekende dat Poetin de meeste economische deals met Iran sloot. De sociale problematiek behelsde onder meer een daling van het aantal etnische Russen in de bevolking en een stijging van het aantal islamieten binnen de Russische grenzen. Goede betrekkingen met Iran waren daarin niet onbelangrijk. Dit gold ook voor de oorlog in Tsjetsjenië, waarbij tegenstanders door Rusland werden afgeschilderd als terroristen. Het feit dat Tsjetsjenen bij een andere islamitische stroming behoorden dan de Iraniërs ontging Poetin. In 2000 zei hij tegen CNN ‘mainly Shi’ites lived in the North Caucasus and that caused a certain revolt on the part of the population there’.61

Maar er leven in Tsjetsjenië voornamelijk soennieten, soefisten en wahabisten. Achtereenvolgens komen in deze paragraaf Tsjetsjenië, sociale problematiek en economische ontwikkeling aan bod.

De Eerste Tsjetsjeense Oorlog werd afgesloten in augustus 1996 met de ondertekening van het Verdrag van Chasavjoert door de Russische generaal Aleksandr Lebed en zijn

60 A.E. Stent, ‘Restoration and revolution in Putin’s foreign policy’, Europe-Asia Studies, vol. 60 (01-08-2008). 61

(19)

19

Tsjetsjeense collega Aslan Maschadov.62

Tussen 1997 en 1999 werd de Tweede Tsjetsjeense republiek geleid door president Aslan Alijevitsj Maschadov. Er heerste in deze periode relatieve vrede. In Tsjetsjenië ontstond echter een beweging van radicale moslims die een islamitische staat wilden stichten. Ook verzetsstrijder Sjamil Basajev raakte steeds meer beïnvloed door het wahabisme. Hij ontving geld van Osama Bin Laden om oorlog te voeren tegen de Russen. Toen Basajev met een groep rebellen in 1999 de naburige republiek

Dagestan binnenvielen om een islamitische revolutie te ontketenen, was het snel gedaan met de vrede. Drie dorpen riepen zich uit tot ‘onafhankelijk islamitisch gebied’. Slechts een klein deel van de Dagestanen kon zich in dit religieuze extremisme vinden. Het Russische leger wist snel de Tsjetsjeense troepen onder leiding van Sjamil Basajev in Dagestan te verslaan. In augustus en september werd het Russische volk opgeschrikt door bomaanslagen. De

aanslagen werden in de schoenen geschoven van de Tsjetsjenen, hoewel daar nooit sluitend bewijs voor is geleverd.63

Vervolgens stuurde Poetin een grote troepenmacht naar de

deelrepubliek. Dit was het begin van de Tweede Tsjetsjeense Oorlog. Poetin maakte gebruik van het conflict om zijn populariteit onder de Russische bevolking te vergroten.64

De tweede oorlog werd aan beide zijden hard en gewelddadig gevoerd. Het Russische leger maakte zich schuldig aan corruptie, plunderingen, martelingen en diverse

mensenrechtenschendingen in Tsjetsjenië. Maar de militaire campagne verliep beter dan de eerste keer. De publieke steun voor de oorlog was veel groter, omdat de inval in Dagestan werd gezien als een schending van de Russische veiligheid. Ook de bomaanslagen in Moskou zorgden voor een toenemende steun voor de oorlog. Het leger maakte meer gebruik van luchtaanvallen, zodat er minder Russische slachtoffers vielen. Daarnaast was er veel meer controle op de verslaggeving van de oorlog. Het gruwelijke beeld van de oorlog werd vervangen door anti-Tsjetsjeense propaganda.65

Internationaal wist Poetin ook steun te verkrijgen voor de oorlog. Hij gooide de terroristen van 9/11 en de rebellen in Tsjetsjenië op één hoop. Poetin benadrukte dat de ‘antiterroristische operatie’ bijdroeg aan de wereldwijde strijd tegen het terrorisme. Hij gebruikte het Amerikaanse argument dat de strijd tegen “bandieten en terroristen” zonder buitenlandse inmenging moest worden gevoerd.66 Na 9/11 verstomde de Westerse kritiek op het Russische optreden in Tsjetsjenië. Voor Iran was het lastiger om akkoord te gaan met de

62 R. Does, ‘Strijders voor allah en vaderland’, Prospekt (01-10-2001). 63

M. van den Heuvel, ‘Rusland en Tsjetsjenië. Een drama zonder einde?’, Internationale Spectator (01-11-2000) 569 -575.

64 M. Mcfaul, ‘Putin in Power’, Current History (01-10-2000) 307-314. 65

Current History, 307-314.

(20)

20

operatie. Als toenmalig leider van de Organisatie van de Islamitische Conferentie (OIC) kon Teheran moeilijk toekijken hoe moslimbroeders vermoord werden. Diplomatieke spanningen tussen Iran en Rusland liepen aanvankelijk hoog op, maar staatsbelangen stegen uit boven de islamitische ideologie van Iran. Zowel Ayatollah Ali Khamenei als de toenmalige president Mohammad Khatami deden de Tweede Tsjetsjeense Oorlog af als een “intern probleem van Rusland”. Ze besloten zich er niet mee te bemoeien, omdat ze wapenleveringen en

diplomatieke steun nodig hadden. In 2004 bedankt de voorzitter van de Russische

Federatieraad, Sergei Mironov, het Iraanse parlement over hun houding ten opzichte van het Tsjetsjeense conflict. ‘Russia greatly appreciated Iran’s “principle position” on the situation in Chechnya. Iran’s support for “the sovereignty and territorial integrity of the Russian

Federation” would have positive effects on the present and future bilateral relations’, aldus Mironov.67

Dan is er nog de Russische economie. Toen Poetin aan de macht kwam stond Rusland er slecht voor. Sinds 1991 was de industriële productie met 60 procent gedaald, miljoenen Russen waren werkloos, de overheid keerde geen pensioenen meer uit en bedrijven betaalden lonen laat of niet.68

De regering had weinig macht. Belasting werd zelfs door de meest vermogende bedrijven en personen nauwelijks betaald. In 2000 was de situatie in Rusland desolaat. Onder Poetin werden bedrijven gedwongen om belasting te betalen en een aantal oligarchen werd aangepakt. De economische hervormingen legden een stevige basis voor stabiele economische groei.69

Bedrijven hervatten de productie, geldverkeer nam de plaats in van ruilhandel, de inflatie werd beteugeld en de staat kreeg grip op de handel en grondstoffen. Grotendeels door stijgende wereldmarktprijzen voor gas en olie kreeg de overheid de

begroting weer op orde. Internationale schulden konden snel worden afbetaald. Sinds 2000 bedraagt de gemiddelde economische groei ongeveer zes procent per jaar (zie afbeelding 2).

Tijdens de ambtstermijn van Poetin vormden economische motieven een belangrijke basis voor de relatie met Iran, maar deze moet ook niet worden overdreven. Zo ging ongeveer twee derde van Ruslands wapenexport naar China en India.De bilaterale handel tussen China en Rusland steeg tot 56,83 miljard dollar in 2008.70 Terwijl het handelsverkeer tussen Iran en

67 M. Malek, ‘Russia, Iran, and the conflict in Chechnya’, Caucasian review of international affairs

(01-12-2008).

68 H. Crooijmans, ‘De turn around van Rusland door Poetin’, Management Scope,

http://managementscope.nl/scopist/5-macro-economie/de-turn-around-van-poetin#vervolg, geraadpleegd op: 20-06-2011.

69 J. Limbeek, ‘Poetins economie’, Prospekt (01-02-2008).

70 Auteur onbekend, ‘China en Rusland ondertekenen miljardendeals’, Trends,

(21)

21

Rusland volgens schattingen zo’n 3 miljard euro was.71

Wade Boese, onderzoeksdirecteur van de Arms Control Association in Washington zei: ‘although Russia may see Iran as an

attractive arms customer, I don’t think we should inflate how important this market is to Russia’.72

Manager van de Federatie van Amerikaanse Wetenschappers Wapen Verkoop Monitoring Project, Matthew Schroeder, zei over de handelspartners: ‘China and India remain Russia’s most important customers … If they lose them, they’re in trouble’. Maar hij voegt toe dat Ruslands ‘deals with Iran are pretty significant. We’re talking hundreds of millions of dollars’.73

In Poetins buitenlandse beleid ten aanzien van Iran lijkt een significante tendens te zitten. Naar mate de Russische economie floreerde, ging het Kremlin minder samenwerken met Iran.

Afbeelding 274

2.2. Buitenlandse politiek

Vladimir Poetin was populair onder de bevolking vanwege zijn harde aanpak van de

problemen in Tsjetsjenië. De presidentsverkiezingen in 2000 won hij met grote meerderheid

71 S. van der Meer, ‘Nucleaire Roulette’, De Groene Amsterdammer (22-01-2008) 5-6. 72

L. Beehner, ‘Russia-Iran Arms Trade’, Council on foreign relations, http://www.cfr.org/iran/russia-iran-arms-trade/p11869, geraadpleegd op: 21-06-2011.

73 Ibidem. 74

(22)

22

van de stemmen. Tijdens zijn achtjarige presidentschap keerde Rusland na een decennium van zwakte en opschudding weer terug op het wereldpodium.75

Het Kremlin herwon aan invloed in buurlanden en in oude Sovjetgebieden. Bovendien herzag Poetin vele overeenkomsten die gemaakt waren met het Westen in de jaren negentig. In het nieuwe buitenlandse beleid van Poetin moest Rusland de status van een grootmacht uitstralen. Voorbeelden hiervan zijn de organisatie van de G8 bijeenkomst in Sint-Petersburg in 2006 en de organisatie van de Olympische Winterspelen in Sotsji in 2014.76

Relaties met het Westen waren verslechterd na de Kosovo-oorlog, de banden met buurlanden waren verzwakt en de nasleep van de Roebelcrisis leidden tot een beperkt vermogen om internationaal te handelen.77

Tijdens het presidentschap van Poetin moest hier verandering in komen. Volgens René Does, hoofdredacteur van Prospekt, had Poetin in 2000 de volgende doelen voor ogen:

● ‘Behoud en versterking van Ruslands geopolitieke invloed in ‘het nabije buitenland’ (de voormalige Sovjetrepublieken), de traditionele geopolitieke achtertuin van het land.

● Verspreiding van het concept van de multipolaire wereld als tegenwicht tegen de nieuwe monopolaire wereldvisie van Amerika.

● Een leidende rol van de Verenigde Naties in de oplossing van internationale conflicten.

● Zo goed mogelijke betrekkingen met het Westen, maar geen onderwerping.

● Versterking van de samenwerking met China en India.

● Non-proliferatie van nucleaire wapens.

● Een militaire doctrine waarin Rusland zich het recht voorbehoudt om in uiterste nood als eerste kernwapens in te zetten.’78

Poetin streefde een pragmatieke buitenlandse politiek na met duidelijke prioriteiten en gestructureerde doelen. Het Kremlin hield er nu rekening mee dathet niet meer de middelen had om zich overal mee te bemoeien. De droom om weer een supermacht te worden werd tijdelijk opgegeven. De aandacht kwam te liggen op het nabije buitenland met de rol van regionale supermacht. Rusland probeerde invloed te winnen in de ex-Sovjetinvloedsferen met behulp van economische, politieke en militaire middelen. Poetins eerste ambtstermijn richtte

75 A.E. Stent, ‘Restoration and revolution in Putin’s foreign policy’, Europe-Asia Studies, vol. 60 (01-08-2008). 76 Ibidem.

77

Ibidem.

(23)

23

zich op conflictvrije relaties en hechte interactie met het Westen en de Aziatische partners van het GOS. In het Kremlin werd aangenomen dat wanneer deze strategie succesvol werd

uitgevoerd, Rusland haar machtpositie in de regio op de lange termijn kon terugwinnen.79

Het Russische buitenlandse beleid was daarnaast in sterke mate gekoppeld aan bevordering van economische relaties. Poetin nam vaak bij zijn buitenlandse reizen een handelsdelegatie mee. In vele gevallen keerde hij terug met nieuwe handelscontacten. Bij het bevorderen van de economische relaties liet hij zich niet tegenhouden door ideële

overwegingen. Zo deed Poetin net zo gewillig zaken met de Verenigde Staten als met

Venezuela, Noord-Korea of Iran.80 Aan het begin van zijn eerste ambtstermijn voegde Poetin alle staatsbedrijven die te maken hadden met wapenexport samen tot één monopolie,

Rosoboronexport. Dit monopolie staat onder controle van het ministerie van Defensie. Met deze pragmatische instelling boorde Moskou een enorm marktpotentieel aan. Landen die om politieke redenen geen wapens in het Westen mochten kopen, werden door de Russen met open armen ontvangen. Het Westen keek met argusogen toe naar dit assertieve optreden. Minister van Buitenlandse Zaken Colin Luther Powell vergeleek het Russische wapenbeleid onder Poetin met dat uit de tijd van het communisme. Hij zag hier een belangrijk punt over het hoofd. Er werd nu harde valuta betaald voor de wapens, terwijl de Sovjets die voor een vriendenprijs of zelfs gratis leverden. Dit hielp Rusland terug op het wereldtoneel.81

Toch zal het land voorlopig niet meer de status van mondiale supermacht bereiken: de grote militaire avonturen en ideologische gevechten behoren tot het verleden. Rusland zal het moeten doen als energiegrootmacht en regionale supermacht. Het Kremlin vaart nu een pragmatische en zakelijke koers, waarin de belangen van Rusland voorop staan.

2.3. De relatie met het Westen

Ondanks de goede start tussen het Westen en Vladimir Poetin na 9/11, werd de relatie tussen de twee toch minder sterk. Tussen de eerste en tweede ambtstermijn van Poetin is een duidelijk verschil te zien in het buitenlands beleid jegens het Westen. Aanvankelijk kon men spreken van toenadering vanaf Russische zijde, maar halverwege Poetins tweede

ambtstermijn woei een “koude wind” vanuit Moskou.82 Sommige specialisten spraken zelfs

79

S. Secrieru, ‘Russia’s foreign policy under Putin: “CIS Project” renewed’, UNISCI Discussion Papers (01-01-2006) 289-308.

80 M. Bader, ‘Iran, Rusland en het Westen: uiteenlopende waarden en belangen’, Atlantisch Perspectief (2007). 81

K. Onwijn, ‘Moskou ziet weer brood in wapenexport’, Het Financieele Dagblad (16-03-2001).

(24)

24

over een nieuwe Koude Oorlog. In deze paragraaf wordt deze omslag geanalyseerd en welk effect dit had op de Russisch-Iraanse relatie.

Ondanks dat Poetin bij zijn aantreden direct contact zocht met president George Walker Bush, voerde hij een Russisch-nationalistische koers.83 De pro-westerse politiek van Andrej Kozyrev zag hij als een mislukking en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie was in zijn ogen ‘de grootste geopolitieke catastrofe van de 20e

eeuw’.84 Poetin was van mening dat het Westen, Rusland had vernederd door de voormalige Warschaupactlanden bij de NAVO te vragen. De situatie veranderde echter met de terroristische aanslagen van 11 september 2001. Poetin was de eerste buitenlandse leider die president Bush zijn condoleances aanbood. Door middel van behendig manoeuvreren maakte hij duidelijk dat Rusland een onmisbare

bondgenoot was binnen het anti-terrorismebeleid. Moskou opende niet alleen het Russische luchtruim voor de Amerikaanse luchtmacht, maar oefende tevens druk uit op de voormalige Sovjetrepublieken in Centraal-Azië om hetzelfde te doen. Bovendien was er sprake van uitwisseling van militaire inlichtingen tussen de VS en Rusland over Al-Qaida.85

Deze nieuwe koers was een slimme politieke zet van Poetin, die symbool stond voor zijn streven naar een verbeterde relatie met het Westen. De kansen die de aanslagen Rusland boden om zich mondiaal te profileren heeft hij als geen ander benut. De Russische president realiseerde zich hoezeer de aanslagen de wereld hadden veranderd en speelde hierop in door de VS direct steun te bieden in de oorlog tegen het terrorisme.86

Poetin wilde wel wat terug voor zijn inzet. Allereerst wilde hij met vrije hand de opstand in Tsjetsjenië kunnen

aanpakken en ten tweede hoopte hij dat Rusland als een partner gezien zou gaan worden door Bush. Hij verwachtte, aldus onderzoeker bij de Atlantische Commissie, Hiske Helsloot, dat er tussen Rusland en de Verenigde Staten een nieuwe samenwerking zou ontstaan op basis van respect en gelijkheid.87

In de jaren die volgden trad een verslechtering op in de Westers-Russische relaties. In februari 2003 kwam dit voor het eerst tot uitdrukking toen het Kremlin zich definitief

schaarde bij de tegenstanders van de Irakoorlog. Niemand hoefde zich te verbazen over de breuk, want Rusland heeft in deze periode veel moeten incasseren.88 De uitbreiding van de NAVO met staten die tot de Russische invloedssfeer behoorden; stationering van

83 H. Helsloot, ‘De Poetindoctrine: begin van een nieuw tijdperk?’, Atlantisch Perspectief (2007). 84 Ibidem.

85

P. van Ham, ‘NAVO moet Rusland aan zich zien te binden’, NRC Handelsblad (10-12-2001).

86 H. Helsloot, ‘De Poetindoctrine: begin van een nieuw tijdperk?’, Atlantisch Perspectief (2007). 87

Ibidem.

(25)

25

Amerikaanse militairen in Centraal-Aziatische landen en Georgië;het opzeggen van het Anti-Ballistic Missile verdrag door president Bush; de uitbreiding van de EU en daarmee de omsingeling van de Russische exclave Kaliningrad. Verdere grieven in Poetins tweede ambtstermijn waren de luchtruimbeveiliging van de Baltische Staten aan de Russische grens; de plannen voor stationering van Amerikaanse troepen in Bulgarije en Roemenië; en de plannen voor plaatsing van een raketverdedigingssysteem in Polen en Tsjechië. Poetin zag dit allemaal als een bedreiging van de nationale veiligheid.89

In een geruchtmakende toespraak op de veiligheidsconferentie in München februari 2007, liet Poetin zich hard uit over het Westen. Hij zei dat Amerika op allerlei terreinen zijn grenzen had overschreden. De VS werd beschuldigd van ‘onbeheerst hypergebruik van geweld, waardoor andere landen zich gedwongen voelden hun bewapening op te voeren of zelfs te streven naar kernwapens’.90

Verder pleitte de president voor versterking van de “multipolariteit” in internationale vraagstukken.91

Een multipolaire wereld zou de verschillende machtscentra in een gezonde balans houden. De speech benadrukte dat de innige relatie tussen Rusland en de VS voorbij was. Aan de manier waarop Poetin zich gedroeg was te zien dat hij teleurgesteld was in het Westen en dat hij terugkeerde naar zijn oorspronkelijke, Russisch-nationalistische standpunt.

De verslechterde betrekkingen met het Westen leidden ertoe dat Poetin meer neigde banden met ‘foute’ regimes als Iran aan te halen. Terwijl Westerse staten en internationale organisaties zich zorgen maakten over de verspreiding van massavernietigingswapens in Iran, bagatelliseerde het Kremlin dit.92Generaal Joeri Baloejevski, hoofd van de Generale Staf van

het Russische leger, beweerde in 2006: “Wat Iran doet, stelt hen niet in staat kernwapens te produceren, nu niet, maar ook niet op langere termijn”93

De Russische onwil om sancties aan Teheran op te leggen, liet zien dat nationale (economische en politieke) belangen zwaarder wogen dan het streven naar non-proliferatie. Poetin balanceerde hiermee tussen internationaal recht en Ruslands nationale belangen. Het Kremlin wilde als gelijkwaardige partner gezien worden, maar legde tegelijkertijd Teheran geen strobrood in de weg om uranium te verrijken. Het zocht alleen samenwerking met de Europese Unie en de Verenigde Staten als dat

noodzakelijk was.

89 M. de Haas, ‘Geen nieuwe Koude Oorlog te verwachten’, Reformatorisch Dagblad

(15-06-2007).

90 C. Homan, ‘Over Poetin, diversificatie en demografie’, ARMEX (01-04-2007). 91 R. Does, ‘Rusland wil weer meedoen in de wereld’, Prospekt (01-04-2007). 92

M. Bader, ‘Iran, Rusland en het Westen: uiteenlopende waarden en belangen’, Atlantisch Perspectief (2007).

(26)

26

De Russische opstelling in het conflict is ten dele te verklaren door de verstevigde machtspositie die het land de laatste jaren heeft opgebouwd.94

Ook het Westen is zich ervan bewust geworden dat het afhankelijk is van de Russische energievoorziening. De indruk bestaat bij velen dat Rusland terug is als grootmacht. Het Kremlin put hier zelfverzekerdheid uit, dat tot uitdrukking komt in onbuigzaamheid en dwarsheid in de Iraanse kwestie. Een concessie van Russische zijde om de wapenexport naar Iran stop te zetten was moeilijk voor te stellen onder president Poetin.95

2.4. Rusland en Iran

Vladimir Poetin erfde bij zijn aantreden sterke Russisch-Iraanse relaties van zijn voorganger. Het Kremlin had aanzienlijke wapenovereenkomsten met Iran. Teheran kocht straaljagers, tanks, onderzeeërs en het betaalde Rusland voor hulp bij de kerncentrale in Bushehr. De twee landen werkten samen bij regionale kwesties, zoals Afghanistan en Tajikistan. De

samenwerking tussen Iran en Rusland leidde tot de beëindiging van de binnenlandse oorlog in Tajikistan. Boris Jeltsin had daarnaast profijt van de terughoudende opstelling van Iran ten aanzien van de eerste Tsjetsjeense Oorlog. Poetin bouwde deze relatie in de beginjaren van zijn presidentschap verder uit, maar steeds meer conflicten zorgden ervoor dat de relatie tussen beide landen bekoelde.96

De Tweede Tsjetsjeense Oorlog was voor Iran een probleem, maar dit deed geen afbreuk aan de samenwerking tussen beide landen. In november 2000 werden geheime akkoorden van Al Gore en Tsjernomyrdin om de wapenexport stop te zetten door Poetin verworpen, omdat zowel de nucleaire industrie als de wapenindustrie in Rusland vertegenwoordigd werden door een machtige lobby.97 Het Russische bedrijf Rosoboronexport, dat verantwoordelijk is voor 80 tot 90 procent van de Russische wapenexport, onderhield nauwe contacten met het Kremlin.98 Het hoofd van Rosoboronexport, Sergei Chemezov, was een hechte vriend van Poetin.99 In november 2000 werd aangekondigd dat Rusland de

werkzaamheden in Bushehr in versnelling voort zou zetten.

Het tweede probleem diende zich aan in begin 2001 toen Poetin Azerbeidzjan benaderde om de relaties te verbeteren. Hij wilde namelijk betrokken worden bij de Azerbeidzjaanse energiewinning uit de Kaspische Zee. Met Bakoe tekende hij een verdrag

94 M. Bader, ‘Iran, Rusland en het Westen: uiteenlopende waarden en belangen’, Atlantisch Perspectief (2007). 95 Ibidem.

96

R.O. Freedman, ‘Russia, Iran and the nuclear question: the Putin record’, Strategic Studies Institute

United States Army War College (01-11-2006).

97 M. Bader, ‘Iran, Rusland en het Westen: uiteenlopende waarden en belangen’, Atlantisch Perspectief (2007). 98

Auteur onbekend, ‘Russische wapengigant boekt recordomzet’, De Gelderlander (28-10-2010).

(27)

27

over de verdeling van het Kaspische Zeegebied in nationale sectoren. Hiermee schopte Poetin tegen het zere been van Iran. Teheran leefde al enige jaren op gespannen voet met

Azerbeidzjan door een juridisch geschil over de Kaspische Zee.100

Dit geschil leidde op 23 juli 2001 zelfs tot een optreden van de Iraanse marine tegen Azerbeidzjan. Een Iraanse

kanonneerboot sommeerde twee Azerbeidjaanse onderzoeksschepen om zich terug te trekken uit een betwist gedeelte van de Kaspische Zee. In dit conflict koos Poetin ondubbelzinnig de kant van Azerbeidzjan en besloot hij de wapenexport aan Iran te beperken.101 Deze

ontwikkeling en de militaire oefeningen die Poetin tegelijkertijd liet uitvoeren in de Kaspische Zee werden niet positief ontvangen in Teheran. Het Iraanse persbureau IRNA zei hierover: ‘Iran believes that there is no threat in the Caspian Sea to justify the war games and military presence, and such measures will harm the confidence-building efforts of the littoral states in the region.’102

Het probleem werd uitgesproken toen Khatami in Moskou op bezoek kwam.103

In juli 2002 kondigde Moskou aan dat het de reactor in Bushehr zou voltooien en dat er gesprekken werden gevoerd met Teheran over vijf extra reactoren. Pogingen van de VS om nucleaire hulp aan Iran stop te zetten werden door Moskou afgewezen om meerdere redenen. Met de bouw werd goed geld verdiend. Daarnaast gaf Iran aan dat ze na de bouw van deze kerncentrale nog meer wilde laten maken door Rusland. De bezigheden in Iran hielden de Russische nucleaire sector overeind. En het vormde een mooie kans voor Poetin om aan het thuispubliek laten zien dat Rusland tegenstand bood tegen Amerika. Dit bracht problemen met zich mee. Rusland vervreemde zich van de VS en moest uitkijken dat Israël of Amerika de reactor niet zouden aanvallen. Zeker toen bekend werd door middel van satellietfoto’s in december 2002 dat Iran nog twee nucleaire faciliteiten aan het bouwen was, de

uraniumverrijkingsfabriek in Natanz en zwaarwaterreactor in Arak.104

Hier zou uiteindelijk een kernbom geproduceerd kunnen worden. Op afbeelding 3 is de stand van zaken te zien anno 2009. De Russische minister van Kernenergie Alexander Rumyantsev verklaarde dat Rusland niks te maken had met de andere faciliteiten.

Een ander probleem tussen Rusland en Iran was de inauguratie van president

Mahmoud Ahmadinejad op 3 augustus 2005. Terwijl de Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Viktorovitsj Lavrov Israël bezocht, verklaarde de nieuwe Iraanse president dat

100 Auteurs onbekend, ‘Algemeen Ambtsbericht Azerbeidzjan’, Directie personenverkeer, migratie- en

vreemdelingenzaken - Afdeling asiel- en migratiezaken (01-03-2009).

101

M.N. Katz, ‘Russian - Iranian relations in the Putin era’, Demokratizatsiya (2002).

102 R.O. Freedman, ‘Putin, Iran, and the nuclear weapons issue’, Problems of post-communism (01-03-2006). 103 K. Onwijn, ‘Moskou ziet weer brood in wapenexport’, Het Financieele Dagblad (16-03-2001).

104

R.O. Freedman, ‘Russia, Iran, and the Nuclear Question: The Putin Record’, Jerusalem Center for Public

(28)

28

alle staten die Israël erkennen ‘zullen branden in het vuur van de woede van de islamitische natie’.105

Eind september brachten Poetin en Ahmadinejad een bezoek aan New York voor de jaarlijkse opening van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. De ontmoeting was geen success volgens de Russische pers: ‘Putin tried to persuade him to back away from the radical position he has now taken. The Iranian leader proved extremely intransigent and bluntly told his Russian counterpart that Tehran would not make any concessions or curtail its nuclear program… That no doubt displeased Vladimir Putin, because an Iran that possesses nuclear weapons is just as unacceptable to Moscow as it is to Washington.’106

Afbeelding 3107

Rusland bevond zich in een lastig pakket, maar ging niet akkoord met strenge sancties tegen Iran. China, Frankrijk, Groot-Brittannië, Rusland, VS en Duitsland probeerden namens de VN op één lijn te komen ten aanzien van het Iraanse nucleaire programma. Het Kremlin

accepteerde alleen een embargo ten aanzien van de “zeer gevoelige” nucleaire technologie. Sancties die de Russische contracten over de voltooiing van de kerncentrale in gevaar

brachten, werden geweigerd. Het Kremlin kwam wel met een alternatieve oplossing voor Iran.

105 N. Fathi, ‘Iran's new President says Israel 'must be wiped off the map'’, The New York Times (27-10-2005). 106

M.N. Katz, ‘Policy watch: Putin and Ahmadinejad’, Security Industry (13-08-2006).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens Delmotte en Sels (2005) wordt uitbesteding een optie als men kan veronderstellen dat bepaalde activiteiten sneller, goedkoper of beter kunnen worden

Deze veranderingen in de Russische benadering van het Westen behandelt de auteur vanuit twee vragen: hoe kunnen de geschetste veranderingen in het Russische buitenlandse beleid

normafwijkend gedrag en (zelf)regulering binnen het financiële stelsel Arnhem, Gouda Quint, 1995b, pp..

Uit het antwoord moet blijken dat Libië geen en Egypte wel een rivier heeft die irrigatiewater kan leveren. 15 maximumscore

51 Biologiese aktiwiteit van die steroiedhormone is egrer nie net 'n funksie van die beskikbare vry-fraksie nie, maar word verder bepaal deur lokale

De reactie van het Indonesische volk op Nederlands halstarrige hou- ding om de kwestie Nieuw-Guinea tot een oplossing te brengen, laat er geen twijfel aan bestaan, dat dit

Degene, die de discussie heeft samen- gevat, wees er op, dat in verschillende landen kan worden vastgesteld, dat de politieke partijen voor hun politieke

Het is met name in Europa - de bakermat van het idee zelve der mensenrechten en tegelijkertijd de plaats waar sommige van de meest grootscheepse schendingen van dit begrip