‘MAKE OR BUY’ HR
BELANGRIJKE FACTOREN IN DE BESLISSING OVER UITBESTEDING VAN HR
Groningen, januari 2007
MIRIAM BEL Studentnummer 1479105
Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Bedrijfskunde
MSC Human Resource Management
Dwarsstraat 36 9718 BN Groningen
06-48405187
m.m.bel@student.rug.nl
Interne begeleider:
J. van Polen
Externe begeleider:
R.J. Holscher, directeur
Stage-instelling:
Amulet B.V.
Schweitzerlaan 2 9728 NP Groningen
050-5494349
VOORWOORD
Deze scriptie is het resultaat van mijn onderzoek naar de belangrijkste factoren die een rol spelen bij de beslissing over uitbesteding van HR. Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van de afronding van de Master Human Resource Management aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht en onder begeleiding van Amulet BV, waar ik een half jaar lang stage heb gelopen. Ik kijk met veel plezier op deze leerzame periode terug en wil nu graag van de gelegenheid gebruik maken om een aantal mensen te bedanken.
Allereerst wil ik graag Robbert Holscher bedanken voor de kans die ik heb gekregen om dit onderzoek uit te voeren bij Amulet en voor de begeleiding en ondersteuning die hij me heeft geboden in de uitvoering van mijn onderzoek. Ook mijn collega’s bij Amulet wil ik graag bedanken voor de ondersteuning en de prettige samenwerking.
Voor dit onderzoek zijn negen interviews gehouden. Ook alle mensen die hebben meegewerkt aan deze interviews wil ik bij deze hartelijk bedanken voor hun medewerking en de tijd die zij voor mij hebben vrijgemaakt.
Voor de begeleiding vanuit de Rijksuniversiteit Groningen wil ik graag Dhr. van Polen bedanken voor zijn tijd en nuttige feedback op mijn stukken.
Tenslotte wil ik ook graag alle familie en vrienden bedanken die mij mentaal gesteund hebben tijdens de totstandkoming van deze scriptie.
Groningen, januari 2007
Miriam Bel
SAMENVATTING
Steeds vaker besluiten organisaties om (delen van) de HR-functie uit te besteden aan organisaties die gespecialiseerd zijn op dit gebied. Wanneer organisaties overwegen om HR- activiteiten uit te besteden zullen zij zorgvuldig de voordelen, nadelen en de gevolgen van de uitbesteding moeten afwegen.
In dit onderzoek is, zowel aan de hand van literatuur als praktijk, gekeken naar de factoren die een rol spelen in de beslissing over uitbesteding van (bepaalde delen van) de HR-functie. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat niet alle HR-activiteiten geschikt zijn voor uitbesteding. Salarisadministratie is heel geschikt, advies op het gebied van HR is geschikt mits het plaatsvindt op afroep en uitbesteding van de personeelsadministratie wordt aan de hand van zowel literatuur als praktijk als niet mogelijk of niet wenselijk beschouwd, tenzij er automatisering mee gepaard gaat. Verder lopen de redenen voor uitbesteding van HR uiteen, maar een eenduidige conclusie die wel getrokken kan worden is, dat het binnenhalen van gespecialiseerde kennis en expertise de belangrijkste is. Tevens wordt vanuit de literatuur gedacht dat kostenbesparing een belangrijk motief is, terwijl uit de interviews blijkt dat veel respondenten denken, dat uitbesteding duurder is dan intern uitvoeren.
Tot slot komt uit de literatuur komt voren, dat de sector en de organisatiegrootte een rol
spelen in het al dan niet uitbesteden van HR. Ook het beleid dat de organisatie voert en de
mening van de persoon die je tegenover je hebt beïnvloeden de visie op uitbesteding. Als
essentieel bij de uitbesteding wordt de vertrouwensrelatie tussen de eigen organisatie en de
externe provider genoemd.
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD 2
SAMENVATTING 3
1 INLEIDING 6
1.1 Aanleiding van het Onderzoek 6
1.2 Probleemstelling 6
2 LITERATUURONDERZOEK 8
2.1 De HR-functie binnen Organisaties 8
2.2 HR-uitbesteding 10
2.3 Welke Organisaties Besteden (delen van) de HR-functie uit 11
2.4 Het Beslissingsproces over HR-uitbesteding 14
2.4.1 HR-activiteiten die door organisaties worden uitbesteed 16
2.4.2 Redenen voor uitbesteding van HR 22
2.4.3 Risico’s verbonden aan het uitbesteden van HR 24
2.4.4 Effect op de interne HR-functie 26
2.4.5 Wettelijke bepalingen 28
2.5 Het HR-uitbestedingsproces 30
3 ONDERZOEKSMETHODE 32
3.1 Gegevensverzameling 32
3.2 Respondenten 33
3.3 Analyse 34
3.4 Resultaat 34
4 RESULTATEN 35
4.1 De Overweging om uit te Besteden 35
4.1.1 Organisaties die niet uitbesteden 35
4.1.2 Organisaties die wel uitbesteden 35
4.2 HR-activiteiten die door Organisaties (kunnen) worden Uitbesteed 36
4.2.1 Organisaties die niet uitbesteden 36
4.2.2 Organisaties die wel uitbesteden 37 4.3 De beslissing over Uitbesteding van HR-activiteiten 37
4.3.1 Organisaties die niet uitbesteden 37
4.3.2 Organisaties die wel uitbesteden 38
4.4 Voordelen van c.q. Redenen voor Uitbesteding van HR 38
4.4.1 Organisaties die niet uitbesteden 38
4.4.2 Organisaties die wel uitbesteden 38
4.5 Nadelen c.q. Risico’s van Uitbesteding van HR 39
4.5.1 Organisaties die niet uitbesteden 39
4.5.2 Organisaties die wel uitbesteden 39
4.6 Effect op de interne HR-functie 40
5 DISCUSSIE 41
5.1 Welke Organisaties Besteden (delen van) de HR-functie uit 41
5.2 Het Beslissingsproces over HR-uitbesteding 42
5.2.1 HR-activiteiten die door organisaties worden uitbesteed 42 5.2.2 De beslissing over uitbesteding van HR-activiteiten 43 5.2.3 Voordelen van c.q. redenen voor uitbesteding van HR 43 5.2.4 Nadelen c.q. risico’s van uitbesteding van HR 44
5.2.5 Effect op de interne HR-functie 45
5.3 Belangrijke Factoren in het Beslissingsproces 45
5.4 Kritische Reflectie 47
REFERENTIES 48
BIJLAGE I VRAGENLIJSTEN INTERVIEWS 52
1.1 Organisaties die niet uitbesteden 52
1.2 Organisaties die wel uitbesteden 53
BIJLAGE II RESULTATEN INTERVIEWS 55
1 INLEIDING
Een trend in Human Resource Management (HRM) is dat steeds meer organisaties (delen van) de HR-functie uitbesteden aan organisaties die gespecialiseerd zijn op dit gebied (Adler, 2003; Cooke, Shen & McBride, 2005; Klaas, McClendon & Gainey, 2001; Lever, 1997). Er zijn verschillende redenen voor HR-uitbesteding, waarvan verwachte hogere kwaliteit doordat de provider gespecialiseerd is in het werk dat hij aanneemt (Cooke e.a., 2005; Greer e.a., 1999; Klaas e.a., 2001; Lever, 1997; Tjallema, 2005) en kostenbesparing (Cooke e.a., 2005;
Gilley, Greer & Rasheed, 2004; Greer, Youngblood & Grey, 1999; Klaas e.a., 2001; Lever, 1997) de meest genoemde zijn. Wanneer organisaties overwegen om HR-activiteiten uit te besteden zullen zij zorgvuldig de voordelen, nadelen en de gevolgen van de uitbesteding moeten afwegen. Het uitbesteden van HR-activiteiten heeft namelijk belangrijke consequenties voor onder andere de kwaliteit en kosten van HR, maar ook zeker voor de HR- functie binnen de organisatie (Klaas e.a., 2001). Voor providers van HR-diensten is het heel interessant om te weten welke afwegingen door een organisatie worden gemaakt wanneer zij een beslissing nemen over uitbesteding van HR.
1.1 Aanleiding van het Onderzoek
Amulet is zo’n organisatie waarbij andere organisaties bepaalde HR-activiteiten kunnen uitbesteden. Hierbij gaat het om de salarisadministratie, personeelsadministratie en beleidsmatig advies, begeleiding en interim-management op het gebied van HR. Om goed in te kunnen spelen op de behoeften van andere organisaties, wil Amulet weten welke afwegingen in het beslissingsproces zwaarwegend zijn voor de beslisser om wel of niet te komen tot het uitbesteden van bepaalde HR-activiteiten. Daarom heeft Amulet opdracht gegeven tot dit onderzoek. In de volgende paragraaf zal de probleemstelling van het onderzoek besproken worden.
1.2 Probleemstelling
De probleemstelling zal worden opgesplitst in een doelstelling, vraagstelling en een aantal deelvragen, gevolgd door een aantal randvoorwaarden waaraan het onderzoek moet voldoen.
Doelstelling
Het doel van het onderzoek is om vast te stellen welke factoren de belangrijkste rol spelen in
het beslissingsproces dat vooraf gaat aan de beslissing over uitbesteding van HR-activiteiten.
Vraagstelling
De vraagstelling die bij dit onderzoek geformuleerd is luidt:
Welke factoren spelen een belangrijke rol in het beslissingsproces, dat vooraf gaat aan de beslissing over uitbesteding van HR-activiteiten?
Deelvragen
Aan de hand van de vraagstelling zijn enkele deelvragen opgesteld. De beantwoording van deze deelvragen zal bijdragen aan de beantwoording van de vraagstelling.
Welke HR-activiteiten kunnen door organisaties worden uitbesteed?
Hoe en door wie worden in organisaties de beslissingen omtrent uitbesteding van HR- activiteiten genomen?
Welke afwegingen worden er gemaakt in dit beslissingsproces?
Verschillen de redenen voor uitbesteding van verschillende HR-activiteiten van elkaar?
Wat is het effect van de uitbesteding van HR-activiteiten op de interne HR-functie?
Welke wettelijke bepalingen zijn er voor interne HR-medewerkers van uitbestedende organisaties?
Randvoorwaarden
Het onderzoek moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
Het onderzoek moet 30 november 2006 afgerond zijn
Er zullen ongeveer 10 interviews gehouden worden
In dit onderzoek worden de HR-activiteiten beperkt tot de personeelsadministratie, de salarisadministratie en advies op het gebied van HR.
Het eerste deel van het onderzoek, bestaat uit een literatuuronderzoek. Hierin wordt aan de
hand van relevante literatuur dieper ingegaan op alle aspecten van het beslissingsproces dat
vooraf gaat aan de beslissing over HR-uitbesteding. Deze zal nu eerst aan bod komen. Daarna
zal de opzet van het praktijkonderzoek besproken worden, gevolgd door een uiteenzetting van
de resultaten uit het praktijkonderzoek. De scriptie wordt afgesloten met een discussie, waarin
literatuur en praktijk met elkaar worden vergeleken en andere relevante zaken aan bod komen.
2 LITERATUURONDERZOEK
In dit hoofdstuk zal relevante literatuur met betrekking tot het beslissingsproces dat vooraf gaat aan de beslissing over uitbesteding van HR-activiteiten uitvoerig behandeld worden.
Voordat de relevante aspecten van het beslissingsproces besproken worden, zal eerst een beeld geschetst worden van de huidige HR-functie in organisaties en zal uiteengezet worden wat HR-uitbesteding nu eigenlijk is en welke organisaties deze overweging maken.
2.1 De HR-functie binnen Organisaties
Goed HR-management wordt steeds meer gezien als een bron van competitief voordeel. De routines, processen en culturele normen kunnen erg waardevol zijn om het gedrag en de houding van werknemers te beïnvloeden. Het ontwikkelen van een effectief HR-systeem is echter een moeilijke taak. (Klaas, 2003) Daarbij komt dat eisen voor een hogere productiviteit, winst en groei organisaties steeds meer dwingen om hun interne HR-functie onder de loep te nemen (Cooke e.a., 2005). De HR-functie is altijd een administratieve functie geweest, die geleid werd door personen die zich vooral op kostenbeheersing en administratieve zaken richtten (Lawler III & Mohrman, 2003). Echter, om te kunnen concurreren in de huidige dynamische omgeving wordt er van de HR-functie meer verwacht naast haar administratieve taken (Lawler III, 2005). HR moet meer waarde toevoegen aan organisaties door strategisch, flexibel, efficiënt en klantgericht te zijn (Delmotte & Sels, 2005). De rollen die HR moet vervullen om op deze manier waarde toe te voegen aan organisaties worden door Ashton, Haffenden en Lambert (2004), Lawler III (2005) en Ulrich (1998) omschreven als de rol van HR als strategisch partner, veranderspecialist, administratieve expert (kostenbeheerser) en behartiger van personeelsbelangen.
Strategisch HR. Hoewel HR managers van oudsher geen strategisch partners zijn, zou
de grootste gelegenheid die HR heeft om waarde toe te voegen volgens Lawler III en
Mohrman (2003) wel eens de rol kunnen zijn, die HR kan spelen bij het ontwikkelen en
uitvoeren van de bedrijfsstrategie. Deze potentiële strategische rol van HRM in organisaties is
nog maar recentelijk ontdekt (Noe e.a., 2003). Op strategisch vlak kan HR belangrijke waarde
toevoegen indien ze strategieën, plannen en ideeën kan leveren die bijdragen aan de
ontwikkeling en uitvoering van zakelijke strategie (Lawler III & Mohrman, 2003). Hoewel
veel HR managers hun voornaamste rol tegenwoordig omschrijven als strategisch partner,
wordt dit niet ondersteund door cijfers uit een onderzoek van Lawler III en Mohrman (2003).
Uit dit onderzoek blijkt dat de tijdbesteding aan strategische taken niet beduidend toeneemt en in de VS blijft steken op 20%. In Nederland besteden HR-managers ongeveer 50% van hun tijd aan strategische taken (Lawler III & Mohrman, 2004). Ook Cooke e.a. (2005), Jamrog &
Overholt (2004) en Lepak & Snell (1998) stellen dat HR nog veelvuldig afwezig is op het strategische niveau van organisaties, waardoor HR-activiteiten soms zelfs als niet productief worden beschouwd.
Flexibel HR. Volgens Delmotte en Sels (2005) moet HRM naast strategisch georiënteerd ook flexibel zijn, omdat markten niet stabiel zijn en strategieën evenmin. Zij spreken zelfs van strategisch HRM als synoniem van ‘change management’, omdat afstemming op de strategie zelden een stabiele afstemming is. HRM moet constant veranderingen ondersteunen, maar ook permanent het hele HR-systeem aanpassen, bijsturen en reactiveren. Volgens Wright & Snell (1998) moet hierbij voldoende flexibiliteit gegarandeerd worden op het niveau van HR-beleid, op het niveau van procedures en praktijken die uitgebouwd worden en op het niveau van dagelijkse operationele dienstverlening ten aanzien van interne klanten.
Efficiënt HR. De HR-manager moet volgens Ulrich (1998) een expert zijn in het efficiënt uitvoeren van haar administratieve taken om te zorgen dat kosten verminderd worden maar de kwaliteit wel behouden blijft. Volgens Delmotte en Sels (2005) zullen HR-managers bewuste keuzes moeten maken tussen verschillende HR-bijdragen, waarbij ze prioriteiten moeten stellen. Vele processen binnen de HR-functie kunnen beter, sneller en goedkoper uitgevoerd worden (Ulrich, 1998). Het behoort tot de taak van HR om deze op te sporen. Zij moeten hun tijd, talenten en bronnen optimaal gebruiken en daarbij proberen kosten te besparen.
Klantgericht HR. Ondanks het feit dat HR meer strategisch, flexibel en efficiënt te
werk moet gaan, moet ze haar rol als service leverancier aan managers en werknemers niet uit
het oog verliezen. De wortels van HR liggen in de verantwoordelijkheid voor werkrelaties en
het is waarschijnlijk dat dit het fundament van HR blijft (Lepak & Snell, 1998). HR moet de
belangen van werknemers behartigen en werknemers tevreden stellen en motiveren, zodat
werknemers zich gewaardeerd voelen en zich volledig inzetten voor de organisatie (Ulrich,
1998).
Kort gezegd moet HR dus strategisch, flexibel, efficiënt en klantgericht zijn om effectief te zijn. Om aan al deze verwachtingen te voldoen moet HR beschikken over veel diverse competenties. Volgens Delmotte en Sels (2005) staat HR er niet alleen voor. Zij stellen dat ook het top- en lijnmanagement een belangrijke rol spelen. De top bij de strategische afstemming en opbouw van voldoende legitimiteit voor HR, de lijn omdat zij in direct contact staat met de werknemers. Verder worden externe specialisten ook steeds belangrijkere partners voor HR, omwille van hun expertise. Daarbij komt het feit dat het uitbesteden van sommige transactionele en operationele HR-activiteiten de interne HR-functie de kans geeft om zich meer op het strategische vlak te begeven (Delmotte en Sels, 2005). Volgens Adler (2003), Cooke e.a. (2005), Greer, e.a. (1999) en Marinaccio (1994) kiezen veel organisaties ervoor hun administratieve HR-activiteiten uit te besteden, zodat het interne personeel zich meer kan richten op de rol van strategisch partner. Volgens Jamrog en Overholt (2004) vinden steeds meer directies de HR-functie zelfs overbodig en vinden zij dat deze in zijn geheel ondergebracht moet worden bij lijnmanagers of de financiële afdeling, of moet worden uitbesteed. Veel organisaties zien het dus als een optie om (delen van) de HR-functie uit te besteden. In de volgende paragraaf zal het uitbesteden van HR-activiteiten besproken worden.
2.2 HR-uitbesteding
De mate waarin organisaties een HR-beleid voeren verschilt erg per organisatie en de manier waarop zij dit doen eveneens. Hoewel volgens Klaas e.a. (2001) het belang van effectief HRM voor de prestaties van organisaties is aangetoond, bestaat er geen eenduidige mening over wie de HR-activiteiten uit zou moeten voeren. Zo kan er enerzijds binnen een organisatie gekozen worden voor een stafafdeling waarin HR ondergebracht wordt. Anderzijds kiezen ook steeds meer organisaties voor het onderbrengen van HRM bij de lijnmanagers.
Afhankelijk van de manier waarop het HR-beleid in een organisatie is vormgegeven, kan het
uitbesteden van (delen van) de HR-functie een goede optie zijn (Adler, 2003; Cooke e.a.,
2005; Greer e.a., 1999 en Marinaccio, 1994). Voordat ingegaan wordt op de het uitbesteden
van HR wordt er nu eerst gekeken naar wat HR-uitbesteding eigenlijk is. In de literatuur
worden verscheidene definities van HR-uitbesteding genoemd. Lankford en Parsa (1999)
definiëren HR-uitbesteding bijvoorbeeld als: “het door een externe organisatie geheel of
gedeeltelijk laten uitvoeren van één of meer bedrijfsactiviteiten”. Deze definitie is erg breed
en suggereert volgens Delmotte en Sels (2005) dat uitbesteding niets anders is dan de aankoop
van een goed bij een externe organisatie. De definitie van bijvoorbeeld Greer e.a. (1999) bevat
nog een belangrijke toevoeging. Zij definiëren HR-uitbesteding als: “het op terugkerende
basis door een externe partij laten uitvoeren van bepaalde HR-diensten, die je anders intern zou uitvoeren”. In deze definitie wordt uitbesteding tegenover intern uitvoeren gezet.
Volgens Delmotte en Sels (2005) mag je iets pas uitbesteding noemen als de organisatie de keuze heeft tussen intern produceren of extern aankopen en er dus sprake is van een ‘make or buy’ beslissing. Deze beslissing wordt steeds vaker door organisaties genomen en resulteert in het feit dat steeds meer organisaties ook daadwerkelijk (delen van) de HR-functie uitbesteden (Adler, 2003; Cooke e.a., 2005; Klaas e.a., 2001; Lever, 1997). Volgens Cooke e.a. (2005) is het op dit gebied een trend om een deel van de HR-functie uit te besteden en de controle over de betreffende afdeling zelf in handen te houden. Cooke e.a. (2005) beweren namelijk dat HR-afdelingen bij extreme uitbesteding hun eigen identiteit en de controle verliezen. Daarom lijkt een mix tussen uitbesteden en interne HR-activiteiten optimaal te zijn onder veel omstandigheden. De behoefte aan discretie en een gepaste hoeveelheid controle zijn hierin belangrijke afwegingen. Verder zeggen Cooke e.a. (2005) dat uitbesteding gebruikt moet worden in combinatie met een intern HR-team dat zich richt op core competenties en in samenwerking met de externe service provider oplossingen produceert. De beslissing om (delen van) HR wel of niet uit te besteden is een moeilijke beslissing. Voordat er dieper op dit beslissingsproces wordt ingegaan, zal nu besproken worden welke organisaties het meest vaak (delen van) HR uitbesteden en dus deze beslissing moeten nemen. Daarbij wordt zowel naar de grootte van de organisatie als naar de sector gekeken.
2.3 Welke organisaties besteden (delen van) de HR-functie uit
Volgens Weatherly (2005) besteden organisaties van alle grootten en uit alle sectoren delen van hun HR-activiteiten uit om verbeteringen op het gebied van efficiency, service en kosten te bewerkstelligen. In deze paragraaf zal gekeken worden of de omvang en de sector van de organisatie invloed hebben op de mate van uitbesteding van HR-activiteiten.
Organisatieomvang. Volgens Klaas (2003) wordt het managen van HR steeds meer gezien als een bron van competitief voordeel. Effectieve HR services en programma’s kunnen organisaties helpen een competitief voordeel te behalen. Het ontwikkelen van een effectief HR-systeem is een moeilijke taak, waarbij in grote organisaties de interne HR-afdeling vaak een belangrijke rol speelt. Kleine en middelgrote organisaties hebben hier echter vaak niet genoeg interne bronnen voor. Het resultaat hiervan is volgens Klaas (2003) dat steeds meer kleine en middelgrote organisaties HR-diensten uitbesteden aan professionele organisaties.
Ook andere HR-activiteiten die specifieke kennis vereisen of niet constant benodigd zijn, zijn
voor kleine organisaties behoorlijk duur om volledig zelf uit te voeren (Klaas e.a., 2001). In kleine organisaties zijn de kosten per unit in dit geval namelijk erg hoog. Voor grote organisaties zijn de kosten per unit daarentegen veel lager en is de drempel dus waarschijnlijk lager om HR-activiteiten zelf uit te voeren. Echter, Klaas e.a. (2001) hebben geen bewijs gevonden in hun onderzoek dat kleine en middelgrote organisaties eerder bepaalde HR- activiteiten uitbesteden. Dit zou kunnen komen doordat het uitbesteden van HR-activiteiten een redelijk recente trend is, waarmee grote organisaties als eerste geëxperimenteerd hebben.
Ook is het maar de vraag in hoeverre kleine organisaties überhaupt een HR-beleid voeren. Het is goed mogelijk dat kleine(re) organisaties niet echt een HR-beleid voeren behalve de noodzakelijke administratieve taken die er door iemand “bij worden gedaan”. In dit geval valt er weinig uit te besteden, behalve een paar kleine administratieve taken. Uit de ‘National Employee Benefits Trends Survey’ van Aon Consulting (The Controller’s Report, 2006) komt wel naar voren dat middelgrote en kleine organisaties hun uitbestedingsactiviteiten op het gebied van HR uitbreiden. De reden hiervoor is dat deze organisaties net als grote organisaties te maken krijgen met kleinere HR-budgetten en dure en inflexibele technologie. Ook zou het zo kunnen zijn, dat uitbesteding het voor kleine en middelgrote organisaties mogelijk maakt om bepaalde HR-activiteiten toch uit te voeren, die ze intern nooit uit zouden kunnen voeren, omdat ze daar te klein voor zijn.
Cijfers uit onderzoek van Delmotte en Sels (2005) onder Belgische organisaties wijzen erop,
dat er door grote organisaties meer HR-activiteiten worden uitbesteed dan door middelgrote
en kleine organisaties. De reden hiervoor zou kunnen zijn dat grote organisaties veel meer
HR-activiteiten uitvoeren. Hier valt dus veel meer uit te besteden dan door kleine organisaties,
die praktisch geen HR-activiteiten uitvoeren. In tabel 1 zijn de cijfers uit dit onderzoek
weergegeven. Aangezien dit onderzoek wordt toegespitst op de HR-activiteiten
salarisadministratie, personeelsadministratie en advisering op het gebied van HR zullen deze
cijfers uit tabel 1 nu besproken worden.
Tabel 1
Uitbesteedde HR-activiteiten ingedeeld naar organisatieomvang (in %)
Aantal werknemers 10-49 50-99 100-199 200+ Totaal
HR-activiteit
Loonadministratie 69,6 65,8 67,9 65,6 68,9
Adviesverlening HRM 17,1 19,2 19,9 29,3 18,2
Opleiding 54,2 71 82,2 90,5 59,8
Uitzendarbeid 46,8 48,1 56,8 64,1 48,4
Werving en selectie
van uitvoerend en 16,3 26,8 31,9 30,9 19,3
ondersteunend personeel Werving en selectie
van leidinggevend 8,5 24,1 31,1 54,2 14,3
personeel
Functie- en loonclassificatie 5,5 10,1 12,7 15,9 7
Outplacement 2,3 6,8 9,4 21,1 4,3
Beoordeling 4,8 5,2 7,2 4,1 4,9
Loopbaanbegeleiding 1,9 2,7 1,9 6,1 2,3
(N=1457)
Uit: Delmotte en Sels (2005)
Uit deze cijfers blijkt dat loonadministratie de HR-activiteit is die het meest vaak wordt uitbesteed door de onderzochte organisaties. Opvallend hierbij is dat loonadministratie volgens dit onderzoek (Delmotte en Sels, 2005) de enige HR-activiteit is die door kleine(re) organisaties meer wordt uitbesteed dan door grote(re) organisaties. Alle andere HR- activiteiten worden meer door grote organisaties uitbesteed. De cijfers van de HR-activiteit
´advies m.b.t. personeelsbeleid´ laten zien dat grote organisaties beduidend vaker extern HR- advies met betrekking tot hun personeelsbeleid vragen dan kleine(re) organisaties.
Sector. Weatherly (2005) zegt dat HR-uitbesteding veel vaker voorkomt in de private sector dan in de publieke sector. Klaas e.a. (2001) en Delmotte en Sels (2005) zeggen beide dat de graad van uitbesteding sterk verschilt tussen de verschillende sectoren. Delmotte en Sels (2005) hebben in hun onderzoek onder organisaties met meer dan vijftig werknemers in België een onderscheid gemaakt tussen de mate van uitbesteding in de verschillende sectoren.
De uitkomsten van dit onderzoek zijn weergegeven in tabel 2.
Tabel 2
Mate van uitbesteding van verschillende HR-activiteiten ingedeeld naar sector (in%)
Chemie Metaal, Bouw Handel, Financiële Open- Gezond- Onder Totaal
Voe- Elect- distri- en zake- baar heids wijs
ding ronica butie, lijke bes- zorg
horeca diensten tuur
Loonadministratie 78,8 78,6 77 68,1 72,5 51,9 80,5 47,5 66,2 Adviesverlening HRM 31,5 25,3 18,2 23,3 29,9 18,3 16,7 8,3 21,7
Opleiding 94 89,3 87,4 75,8 80,3 76,3 83,8 57 78,5
Uitzendarbeid 90,4 91,3 47,2 76,6 73 22 25,9 13,8 53,9
Werving en selectie
van uitvoerend en 41,2 36,3 18,6 33,3 38,2 29,7 12,2 12,6 29
ondersteunend personeel
Werving en selectie
van leidinggevend 48 39,9 38 38 39 32,4 29,1 7,9 33,5
personeel
Functie- en loonclassificatie 19,6 21,4 8,6 15,5 16,3 7,6 5,2 6,1 12,2
Outplacement 18,9 22,1 1,6 12,4 29,8 1,6 2,1 1,6 10,7
Beoordeling 3,2 2,9 2 6 11,1 3,4 4,2 5,9 5,4
Loopbaanbegeleiding 7,3 6 0 2,7 3,6 1,3 0 5,8 3,3
Organisaties met 50 werknemers of meer (N=851)
Uit: Delmotte en Sels (2005)
In tabel 2 is te zien dat de mate van uitbesteding van HR-activiteiten inderdaad erg verschilt per sector. Uit deze cijfers blijkt dat loonadministratie in alle sectoren redelijk veel wordt uitbesteed. Dit komt het meeste voor in de sectoren gezondheidszorg, chemie en voeding, metaal en elektronica, de bouw en de financiële en zakelijke dienstverlening. Ook in de andere sectoren is loonadministratie een HR-activiteit die relatief veel uitbesteed wordt.
Uitbesteding van adviesverlening in HRM komt het meeste voor in de sectoren chemie en voeding, financiële en zakelijke dienstverlening, metaal en elektronica en handel, distributie en horeca. Verder is in deze tabel te zien dat opleiding en uitzendarbeid ook veel worden uitbesteed, vooral in bepaalde sectoren. Beoordeling en loopbaanbegeleiding worden daarentegen erg weinig uitbesteed.
2.4 Het Beslissingsproces over HR-uitbesteding
De beslissing om wel of niet uit te besteden kan volgens Klaas (2003) gezien worden als een
‘make or buy’ beslissing. Volgens Weatherly (2005) is 75% van de beslissers over uitbesteding manager level of nog hoger. Verder zeggen Cooke e.a. (2005) dat hoe centraler de organisatiestructuur is, hoe waarschijnlijker het is, dat delen van HR worden uitbesteed.
Uit een onderzoek van Vernon e.a. (in Cooke e.a., 2005) komt naar voren dat wanneer
beslissingen op een hoofdkantoor worden genomen, meer dan 40% van de organisaties gebruik maakte van externe providers voor personeels- en salarisadministratie. Daarentegen zeggen zij dat wanneer de beslissingen decentraal worden genomen, minder dan 30% van de organisaties gebruik maakt van externe providers voor deze activiteiten.
Het ‘make or buy’ beslissingsproces begint volgens Marinaccio (1994) bij de behoefte van een organisatie aan de verbetering van bedrijfsprocessen. Wanneer een organisatie deze behoefte heeft en heeft vastgesteld welke bedrijfsprocessen verbeterd moeten worden, zijn er volgens Marinaccio twee opties, namelijk herontwerp van deze processen of uitbesteding. In figuur 1 is het schema voor verbetering van bedrijfsprocessen van Marinaccio (1994) weergegeven. Uiteraard hoeft de behoefte die bovenaan in het schema van Marinaccio (1994) staat niet persé de verbetering van een bedrijfsproces te zijn. Kostenbesparing wordt bijvoorbeeld ook veel genoemd (Cooke e.a., 2005; Delmotte & Sels, 2005; Gilley e.a., 2004;
Greer e.a., 1999; Klaas e.a., 2001; Lever, 1997; Shelgren, 2004).
Figuur 1
Verbetering van bedrijfsprocessen
Uit: Marinaccio (1994)
Uit figuur 1 blijkt, dat een organisatie bij het herontwerp van een activiteit volgens
Marinaccio (1994) moet overwegen, of ze de verbeteringen kan behouden, het management er
tijd in kan stoppen en of er genoeg benodigde bronnen aangesproken kunnen worden.
Wanneer dit niet het geval is moet een organisatie volgens Marinaccio (1994) alsnog uitbesteding van betreffende activiteit overwegen. Of HR uitbesteed kan worden hangt wel af van het HR-beleid. Wanneer HR wordt uitgevoerd door één stafafdeling is uitbesteding makkelijker, dan wanneer HR door verschillende lijnmanagers wordt uitgevoerd. Indien HR in de lijn wordt uitgevoerd, zal de HR-functie eerst geherstructureerd moeten worden, voordat deze kan worden uitbesteed. Wanneer de organisatie uitbesteding overweegt, zal zij moeten bepalen of de betreffende HR-activiteit geschikt is voor uitbesteding (Siegel, 2000). In de volgende subparagraaf zal besproken worden op welke manieren een organisatie kan vaststellen welke activiteiten kandidaat zijn voor uitbesteding.
2.4.1 HR-activiteiten die door organisaties worden uitbesteed
Of HR-activiteiten geschikt zijn voor uitbesteding hangt allereerst af Volgens Lepak en Snell (1998) zijn er twee dimensies die als strategische criteria dienen om te bepalen of een HR- activiteit intern uitgevoerd of uitbesteed moet worden. De eerste dimensie is de waarde van de HR-activiteit. Zij zeggen dat de waarde van HR-activiteiten afhangt van het vermogen om bij te dragen aan het behalen van competitief voordeel, of het ontwikkelen van kerncompetenties voor de organisatie. De waarde van een HR-activiteit is laag als deze voornamelijk administratief of transactioneel is. De tweede dimensie is de uniciteit van de HR-activiteit.
Een HR-activiteit is uniek wanneer ze organisatiespecifiek of schaars in de markt is. Ook als
er sprake is van een organisatiespecifieke combinatie van verschillende HR-activiteiten zijn
deze uniek. Daarentegen is een HR-activiteit niet uniek als het een routine activiteit is. Deze
twee dimensies zijn door Lepak en Snell (1998) gecombineerd in een strategisch raamwerk,
dat is afgebeeld in figuur 2.
Figuur 2
Strategisch Raamwerk van HR-activiteiten
Uit: Lepak en Snell (1998)
In figuur 2 is te zien dat door Lepak en Snell (1998) vier verschillende soorten HR-activiteiten onderscheiden worden op basis van hun waarde en hun uniciteit. Deze zullen nu alle vier kort besproken worden. Activiteiten die zowel waardevol als uniek zijn worden door Lepak en Snell (1998) gezien als kern HR activiteiten. Volgens hen is het vanzelfsprekend dat dit soort activiteiten intern worden uitgevoerd om een competitief voordeel te behalen. Activiteiten die wel waarde voor de organisatie hebben, maar gestandaardiseerd zijn worden aangeduid als traditionele HR activiteiten. Hoewel de waarde van deze activiteiten hoog is voor de organisaties, zijn deze activiteiten een goede kandidaat voor uitbesteding, vanwege de standaardisatie. Ook periferische HR activiteiten zijn een goede kandidaat voor uitbesteding.
Naast het feit dat deze activiteiten vaak erg routine en standaard zijn (lage uniciteit), is de waarde van deze activiteiten voor de organisatie laag. Deze activiteiten kunnen makkelijk gereproduceerd worden en het is vaak goedkoper om deze activiteiten uit te besteden dan ze intern uit te voeren. Wanneer HR-activiteiten een lage waarde hebben maar wel heel uniek zijn voor de organisatie is sprake van ongewone HR activiteiten. Deze activiteiten zijn niet als standaard beschikbaar op de markt, maar betreffen maatwerk.
In welk kwadrant een HR-activiteit thuis hoort is volgens Lepak en Snell (1998) niet eenduidig te zeggen. Volgens hen hangt dit namelijk van de strategische context van de organisatie af. Waar bijvoorbeeld selectie en recruitment bij de ene organisatie kernactiviteiten zijn, kan de waarde die hieraan wordt gehecht in een andere organisatie veel
Ongewone HR activiteiten
Kern HR activiteiten
Periferische HR activiteiten
Traditionele HR activiteiten
Laag Hoog
Hoog
Laag Uniciteit
Waarde
lager zijn, waardoor deze in dat geval als periferische activiteiten worden getypeerd. Salaris- en personeelsadministratie worden volgens Lepak en Snell (1998) vaak onder periferische activiteiten gerekend. Advies met betrekking tot HR is volgens Lepak en Snell (1998) een goed voorbeeld van een ongewone HR-activiteit. Bij traditionele HR-activiteiten gaat het volgens Lepak en Snell (1998) vaak om IT op het gebied van HR.
Ook Cooke e.a. (2005) maken in HR-activiteiten onderscheid tussen kern en niet-kern activiteiten, waarbij niet-kern activiteiten volgens hen eerder uitbesteed zullen worden. Onder kern activiteiten worden de activiteiten verstaan, die de organisatie het beste kan en/of die cruciaal zijn voor het competitieve voordeel van de organisatie, en om die reden intern gehouden moeten worden. Niet-kern activiteiten hebben daarentegen een kleinere invloed op de prestaties van de organisatie en kunnen daarom uitbesteed worden aan externe organisaties.
In het onderzoek van Cooke e.a. (2005) komt naar voren dat de helft van de grote organisaties en driekwart van de kleine organisaties die zijn ondervraagd berichtten dat ze meer dan 40%
van hun tijd kwijt zijn aan HR-administratie. Daardoor is het volgens hen vanuit strategisch
oogpunt plausibel om administratieve HR-activiteiten uit te besteden. Onder administratieve
HR-activiteiten vallen onder andere de salaris- en personeelsadministratie. Volgens Cooke
e.a. (2005) vallen deze onder de niet-kern activiteiten van organisaties en worden om die
reden vaak uitbesteed. Een andere reden voor uitbesteding van deze HR-activiteiten is het feit
dat organisaties vaak de kennis en expertise missen om deze activiteiten intern uit te kunnen
voeren. Ook volgens Gilley e.a. (2004) is de salarisadministratie een goede kandidaat voor
uitbesteding, zeker in kleinere organisaties. Delmotte en Sels (2005) hebben in hun onderzoek
onder organisaties in België ook gekeken naar welke HR-activiteiten het meeste worden
uitbesteed door organisaties. De bevindingen uit dit onderzoek zijn weergegeven in tabel 3.
Tabel 3
HR-activiteiten die door organisaties worden uitbesteed (in%)
HR-activiteit Aandeel organisaties
Loonadministratie 71,8
Adviesverlening HRM 18,4
Opleiding 60,5
Uitzendarbeid 52,6
Werving en selectie van uitvoerend/ondersteunend personeel 20,0
Werving en selectie van leidinggevend personeel 15,1
Functie- en loonclassificatie 7,6
Outplacement 4,7
Beoordeling 4,5
Loopbaanbegeleiding 2,0
Organisaties met meer dan 10 werknemers (N=1264)