Vraag nr. 115 van 5 februari 2002
van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE Slibstortingen Roosdaal – Milieu-inspectie
Het antwoord op mijn vraag om uitleg van 24 janu-ari laatstleden betreffende de mogelijke bodem-en/of grondwaterverontreiniging in de gemeente Roosdaal was onvolledig, omdat het handelde over een storting van rioolkolkslib (Handelingen Com-missievergadering nr. 95 van 24 januari 2002, b l z . 3 e.v.). Het betreft hier een ander dossier.
Het is wel degelijk zo dat er in de gemeente Roos-daal meermaals grachten en beken geruimd wer-d e n . Het slib van wer-deze grachten en beken werwer-d op verschillende plaatsen in de gemeente gestort, zoals op een braakliggend terrein aan de Lostraat in Roosdaal. Op deze plaats werd door een door de Openbare Afvalstoffemnaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVAM) erkend labo, met name de firma MAVA , een slibanalyse gemaakt, w a a r u i t blijkt dat de maximumconcentraties voor minerale oliën en polyaromatische koolwaterstoffen ( PAK's) werden overschreden. Het labo besluit dat het slib niet mag worden gebruikt als bodem. Zowel de politie van Roosdaal, als OVAM en de M i l i e u-inspectie werden op de hoogte gebracht van de illegale storting en de mogelijke verontreiniging als gevolg daarvan.
1. Zijn de diensten van de minister op de hoogte van deze illegale storting met mogelijke bodem-verontreiniging als gevolg ?
2. De gemeente Roosdaal heeft meermaals slib uit beken en grachten geruimd, maar heeft geen at-test verkregen van OVAM om het slib te stor-ten.
Werd dit slib afgevoerd naar een vergund reini-gingsbedrijf of een vergunde stortplaats ? 3. Waarom heeft de Milieu-inspectie nog geen
contact opgenomen met de aanklager, t e r w i j l deze illegale storting werd gesignaleerd per aan-getekend schrijven op 16 oktober 2001 ?
4. Op welke manier wordt er opgetreden tegen deze illegale lozing met mogelijke bodem- e n / o f grondwaterverontreiniging tot gevolg ?
Antwoord
1. De buitendienst V l a a m s-Brabant van de afde-ling Milieu-inspectie werd op 22 oktober op de hoogte gebracht van een klacht door een ge-meenteraadslid inzake het achterlaten van af-valstoffen.
Het betrof hier meer bepaald slib, a f k o m s t i g van het ruimen van beken, dat werd achtergela-ten aan het gemeentelijk kerkhof aan de Lo-straat in Strijtem.
2. Door de gemeente Roosdaal werd aan de afde-ling Milieu-inspectie gemeld dat de afvalstoffen werden afgevoerd naar een daartoe vergunde inrichting in Diksmuide.
3. Na ontvangst van de brief werd de klacht door de afdeling Milieu-inspectie onderzocht. H e t dossier handelde over het achterlaten van afval-stoffen.
De klager had de feiten reeds gemeld aan de bevoegde overheid, in dit geval de gemeente. Naar aanleiding van de klacht is de politie van Roosdaal opgetreden en heeft ze hierover een proces-verbaal opgemaakt.
Vanwege bovenvermelde elementen en vanwe-ge het feit dat de verontreiniging zich niet voordeed in een ingedeelde inrichting van klas-se 1, werd niet ingegaan op de suggestie van de klager "of het niet aan te raden is om een in-specteur ter plaatse te sturen om een onderzoek op te starten".
4. Illegale lozingen met mogelijke bodem- e n / o f grondwaterverontreiniging worden door de af-deling Milieu-i n s p e c t i e, net zoals andere inbreu-ken op de milieuwetgeving, conform de bepalin-gen van het milieuvergunninbepalin-gendecreet en zijn uitvoeringsbesluiten geverbaliseerd en gerap-porteerd aan het parket van de procureur des k o n i n g s, voorzover de feiten zich voordoen bin-nen een klasse l-inrichting.