• No results found

Het college is van oordeel dat tariefdifferentiatie voor off net-verkeer in beginsel een goede zaak is

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het college is van oordeel dat tariefdifferentiatie voor off net-verkeer in beginsel een goede zaak is"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Standpunt van OPTA over differentiatie van tarieven voor bellen vanaf het vaste net van KPN naar het vaste net van andere aanbieders (zgn. off net-verkeer)

Nummer: OPTA/EGM/2000/200463 Datum: 3 februari 2000

Bij brief van 13 januari 2000 heeft KPN een aantal operators geïnformeerd over haar voornemen om per 1 april a.s. gedifferentieerde tarieven te gaan invoeren voor telefoongesprekken vanaf het vaste net van KPN die eindigen op het vaste net van andere aanbieders (hierna: off net-verkeer). Daarbij heeft KPN aangegeven dat de eindgebruikerstarieven van off net-verkeer gebaseerd zullen worden op de

eindgebruikerstarieven van on net-verkeer, rekening houdend met het verschil in terminating tarieven van KPN en die van de betreffende operator. Middels een afschrift van bovengenoemde brief heeft KPN het college van OPTA hierover geïnformeerd.

Het college is van oordeel dat tariefdifferentiatie voor off net-verkeer in beginsel een goede zaak is.

Wanneer tarieven en diensten transparant worden aangeboden, prikkelt tariefdifferentiatie gebruikers en producenten om efficiënte keuzes te maken voor het gebruik en het aanbieden van diensten.

Tariefdifferentiatie voorkomt tevens dat sommige abonnees meebetalen aan het gebruik dat andere abonnees maken van het net van KPN. Het beginsel van kostenoriëntatie brengt immers met zich dat abonnees betalen voor wat zij gebruiken, niet meer en niet minder.

Op grond van artikel 35 van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: BOHT) is KPN verplicht kostengeoriënteerde tarieven vast te stellen voor de vaste telefoondienst. Wijzigingen van de tarieven dient KPN krachtens artikel 36 BOHT aan het college voor te leggen. Indien het college van oordeel is dat de gewijzigde tarieven niet in overeenstemming zijn met het vereiste van kostenoriëntatie stelt het college KPN hiervan binnen drie weken op de hoogte. Aansluitend geeft het college binnen een maand een aanwijzing die KPN gehouden is op te volgen.

Op dit moment heeft het college nog geen tariefvoorstel van KPN ontvangen voor wijziging van de eindgebruikerstarieven voor off net-verkeer. Teneinde de kostenoriëntatie van dergelijke voorgestelde tariefwijzigingen te kunnen beoordelen is een aantal zaken van belang.

Een off net-gesprek maakt gebruik van het vaste net van KPN en wordt op enig moment overgedragen aan een andere operator die voor de verdere afwikkeling van het gesprek zorgt. Bij het vaststellen van een kostengeoriënteerd tarief moet dus in ieder geval duidelijk zijn wat een kostengeoriënteerde vergoeding voor het gebruik van het vaste net van KPN is en wat de terminating vergoeding is die de andere operator KPN in rekening brengt. Teneinde de vergoeding voor gebruik van het KPN-net te kunnen vaststellen, moet bepaald worden wat het relevante netwerkbeslag is. Naar het oordeel van het college is dat het feitelijke gebruik -mits efficiënt- van het net zoals dat tot uitdrukking komt in de routing factors. Uit het jaarlijkse overzicht van kosten en opbrengsten die aan de vaste telefoondienst van KPN zijn toegerekend, kan echter niet rechtstreeks worden herleid wat een kostengeoriënteerde vergoeding voor het gebruik van (onderdelen van) het vaste net van KPN is. Daartoe is een bewerking van de cijfers nodig. In dit verband verwijst het college ook naar de door hem voorgestelde methodiek om het relevante netwerkbeslag te bepalen voor gesprekken van het vaste KPN-net naar een mobiel toestel (zie in de bijlagen de brief van 19 oktober 1999 met kenmerk OPTA/EGM/99/7818 en later herhaald in de brief van 22 december 1999 met kenmerk OPTA/EGM/99/8525). In aansluiting hierop merkt het college op dat het voor aanbieders volstrekt duidelijk moet zijn hoe de gedifferentieerde eindgebruikerstarieven tot stand komen en hoe zij die kunnen beïnvloeden.

(2)

Aangezien de keuze voor de te volgen berekeningsmethodiek verstrekkende gevolgen kan hebben voor de concurrentiepositie van dienstenaanbieders met een eigen net is het college voornemens belang- hebbenden hierover te consulteren. Hierbij zal ook ingegaan worden op de wijze waarop invulling zou moeten worden gegeven aan een aantal andere aspecten zoals vermeld in bovengenoemde brieven (onder meer kenbaarheid van de eindgebruikerstarieven en procedure voor tariefwijzigingen). Het college is voornemens hiervoor op korte termijn een ronde tafelgesprek te organiseren.

Reeds in het genoemde besluit van 22 september 1999 heeft het college KPN uitgenodigd om bij het indienen van voorstellen voor gedifferentieerde eindgebruikerstarieven tevens met voorstellen te komen hoe KPN de transparantie van tarieven zal waarborgen (zie overweging 61). Hierbij staat het belang van KPN’s eindgebruikers voorop. Immers, zij zijn het die de bewuste keuze voor het al dan niet bellen naar de anders getarifeerde nummers moeten maken. KPN heeft zich reeds in het genoemde geschil terecht op het standpunt gesteld dat tariefdifferentiatie nietsvermoedende eindgebruikers ‘bestraft’ als de gebelde zich op een ander, duur netwerk bevindt. Mutatis mutandis geldt dat een nietsvermoedende eindgebruiker niet kan profiteren van door concurrenten gekozen lage call terminating tarieven. Dit frustreert de marktwerking doordat eindgebruikers niet de juiste prijssignalen krijgen. Het college wacht voorstellen dienaangaande af en zal deze beoordelen conform artikel 24 en 34 van het BOHT.

Gelet op het voorgaande merkt het college op dat niet eerder met concrete tariefvoorstellen van KPN kan worden ingestemd dan nadat het college zich ervan heeft kunnen overtuigen dat deze voldoen aan artikel 24, 34 en 36 BOHT. In dit verband merkt het college op dat, zonder voorafgaande afspraken over de te volgen berekeningsmethodiek en de overige genoemde aspecten, de in artikel 36 gestelde drie- weken-termijn voor het beoordelen van tariefvoorstellen vrijwel zeker onvoldoende zal zijn. Voorts is bij het formuleren van het beoordelingskader voor gedifferentieerde tarieven voor bellen van vast naar mobiel gebleken dat dit veel tijd vergt, niet alleen vanwege de complexiteit van de bovengenoemde onderwerpen, maar ook omdat KPN de gevraagde informatie niet altijd volledig en tijdig oplevert. In dat licht en mede gelet op het nog te doorlopen goedkeuringstraject bij OPTA vóór invoering van

tariefwijzigingen, lijkt invoering van gedifferentieerde eindgebruikerstarieven voor bellen van vast naar vast in ieder geval voor 1 april a.s. niet haalbaar en zal tenminste met enige maanden moeten worden uitgesteld.

Verder brengt het college het volgende bij u onder de aandacht. Bij de invoering van gedifferentieerde eindgebruikerstarieven kunnen aanbieders verschillende prijsstrategieën volgen. Ze kunnen ervoor kiezen hoge call terminating tarieven in rekening te brengen met als gevolg dat de betreffende eindgebruikerstarieven hoger worden dan die van KPN on net-verkeer. Ook kan men ervoor kiezen om dezelfde eindgebruikerstarieven als KPN te hanteren. Daarnaast zouden aanbieders er desgewenst voor moeten kunnen kiezen, bijvoorbeeld ten aanzien van internet-inbelverkeer, om door lagere prijzen een hoger marktaandeel te bemachtigen. Naar het oordeel van het college zou dit niet alleen op basis van een terminating (of collecting) model moeten kunnen, maar ook op basis van een originating model dat niet gebaseerd is op de bestaande carrier selectiedienst. Gelet op de stimulans die hiervan uitgaat voor de marktwerking en gelet op de technische realiseerbaarheid en de naar verwachting relatief geringe belasting die dit voor KPN meebrengt, is het college van oordeel dat verzoeken om bijzondere toegang voor het ontvangen van internet-inbelverkeer op basis van originating access, in beginsel als redelijk dienen te worden beschouwd. In dit verband dient voor aanbieders dan ook volstrekt duidelijk te zijn op welke wijze en onder welke voorwaarden KPN internetverkeer zal uitkoppelen via 0676-nummers.

Voor zover aanbieders wensen te concurreren door middel van lage eindgebruikerstarieven, hetzij op basis van een terminating (of collecting) model, hetzij op basis van een originating model, dient wel verzekerd te zijn dat KPN over voldoende interconnectieverbindingen beschikt om het eventueel extra te

(3)

genereren volume ongehinderd naar haar concurrenten af te wikkelen. Indien dit op problemen stuit, kan de vraag gesteld worden of het doel van het toestaan van tariefdifferentiatie, prijsconcurrentie als gevolg van betere marktwerking, niet gefrustreerd wordt.

Overeenkomstig het samenwerkingsprotocol heeft het college de NMa inmiddels geïnformeerd over KPN’s voornemen om differentiatie van de eindgebruikerstarieven tot stand te brengen.

Een afschrift van deze brief is gezonden aan de door KPN benaderde aanbieders in verband met tariefdifferentiatie, aan de NMa en aan de heer Dommering naar aanleiding van zijn verzoek, namens een aantal marktpartijen, om de opvatting van het college te vernemen over KPN’s voornemen de tarieven voor bellen van vast naar vast te differentiëren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden. Downloaded

Als het zo zou zijn dat dat mensen die inbellen via een concurrent vaker contact moeten zoeken - en dus meer last hebben van schaarste - dan Internetters die zijn aangesloten bij

20. Het eerste lid van art. 5.3 Tw geeft de aanbieder die voornemens is een kabel aan te leggen in andere dan openbare grond, in de eerste plaats de opdracht om te streven

De komende jaren willen wij inzetten op groei van het aantal leden, zowel in het belang van onze huidige leden als voor het voortbestaan van ZP-NET.. Daarom is door het

• Veel Syriërs hebben – niet verrassend – moeite met Nederlandse taal.. Een derde van de Syriërs ten

Deze dame heeft de moeder veel kunnen leren over het doen van de huishouding en de voeding en opvoeding van de kinderen en haar begeleiding werpt nog altijd zijn vruchten af..

Schuldgevoelens en schaamte van mensen die seksueel geweld zijn aangedaan, plaat- sen mij als counselor steevast voor de vraag hoe ik daarop moet reageren.. Kortweg zeg- gen dat

Daarvoor zijn volgens de toezichthouder van het strand Blijburg drie redenen, die duidelijk zijn af te leiden uit de AT5-docu- mentaire over de criminele jongeren in