• No results found

Vraag nr. 17 van 8 oktober 1999 van de heer CARL DECALUWE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 17 van 8 oktober 1999 van de heer CARL DECALUWE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 17 van 8 oktober 1999

van de heer CARL DECALUWE

GSM-masten – Plaatsingscriteria en opbrengsten Door de telecomoperatoren worden GSM-m a s t e n geplaatst langs hoofdwegen en primaire wegen, teneinde tot een maximale dekkingsgraad te komen.

1. Kan de minister mij meedelen welke criteria worden gehanteerd om masten al dan niet toe te laten ?

2. Welke opbrengsten waren vooropgesteld voor de jaren 1997, 1998 en 1999 ?

3. Hoeveel GSM-masten zijn er nu reeds geplaatst en wat is de opbrengst voor het Vlaams Gewest ? N.B. Een vraag over hetzelfde onderwerp werd ge-steld aan de heer Dirk Van Mechelen, V l a a m s minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media.

Antwoord

1. Hierbij verwijs ik naar de bepalingen van de Te-l e c o m c o d e, in het bijzonder naar punt 2.4. o v e r het gebruik van locaties op terreinen voor ver-k e e r s i n f r a s t r u c t u u r, waarin het volgende wordt bepaald :

" 2 . 4 . Gebruik van locaties op terreinen voor verkeersinfrastructuur

In heel wat gevallen is het opportuun om op ter-reinen voor verkeersinfrastructuur basisstations te plaatsen. Vanuit technisch oogpunt als vanuit de ruimtelijke ordening zijn een aantal argu-menten aan te halen.

1. Aangezien de grootste capaciteit van tele-foonverkeer op de wegeninfrastructuur wordt gerealiseerd, zijn de cellen voor draad-loze communicatie daar klein. Er moeten dus veel antennes geplaatst worden langs de w e g e n i n f r a s t r u c t u u r. Het volledig grondge-bied zou kunnen bedekt worden vanuit pylo-nen of masten langs de wegeninfrastructuur. 2. Nu worden de operatoren verplicht de

pylo-nen op privé-gronden op een bepaalde af-stand van de wegeninfrastructuur te plaat-s e n . Wegenplaat-s voorkomende beperkingen alplaat-s

gevolg van onwil van privé-eigenaars of als gevolg van de bestemming van omliggende landschappen (in extreem geval natuurge-bied) is het soms moeilijk een volledige be-dekking (van het radiosignaal) op de auto-wegen te realiseren. Ook geeft dit vanuit het oogpunt van de ruimtelijke ordening een rommelig en niet-uniform beeld. Voor elk basisstation dient een ad hoc oplossing uitge-dokterd.

3. Dikwijls worden aanplantingen langs de au-tostrades aangebracht. Deze verzwakken het radiosignaal en verslechteren dus de signaal-kwaliteit op de autostrade.

4. Lichtpalen zijn verticale structuren die horen bij verkeersinfrastructuren. Ze zijn visueel compatibel met pylonen voor draadloze c o m m u n i c a t i e. Plaatsing van basisstations langsheen de verkeersinfrastructuren past in het principe van bundeling, naar voor ge-bracht in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen.

5. Aangezien de overheid eigenaar is van de wegeninfrastructuur zou ze op deze plaatsen zeker site sharing kunnen eisen. Dit komt opnieuw ten goede van de ruimtelijke orde-ning.

Indien het opportuun blijkt om tot plaatsing van een basisstation langsheen een autosnelweg over te gaan, dan moet met de volgende princi-pes en bepalingen rekening worden gehouden. Deze bepalingen gelden voor het domein van de autosnelwegen ; ten behoeve van oplossingen langs gewestwegen kan een analoge beweging gemaakt worden.

2.4.1. Locatieprincipes

Om redenen van verkeersveiligheid wordt de plaatsing van basisstations en signaalapparatuur op de middenbermen en de zijbermen van auto-snelwegen uitgesloten. De vasthechting van sig-naalapparatuur aan bestaande brugconstructies en aan bestaande verticale structuren (bv. l i c h t-masten) kan evenmin toegestaan worden. In dit verband wordt gewezen op de beperkin-gen gesteld in de wet van 12 juli 1956 en daar-uitvolgende uitvoeringsbesluiten waarin gefor-muleerd wordt :

(2)

§ 2. Bij uitzondering mag de minister tot wiens bevoegdheid de Openbare Werken behoren van dat verbod afwijken, hetzij ten bate van een openbare dienst, hetzij voor het oprichten van installaties of gebouwen in verband met de dienst van de autosnelweg.

Basisstations voor draadloze telecommunicatie kunnen daaronder begrepen worden, i n d i e n blijkt dat ze inspelen op de behoefte van de bur-ger als weggebruiker en van de overheid als wegbeheerder.

Voor de plaatsing van basisstations voor mobie-le temobie-lefonie langs autosnelwegen kan daarom voor drie locatietypes geopteerd worden : – neveninrichtingen naast een autosnelweg

( p a r k e e r t e r r e i n , b r a n d s t o f s t a t i o n s, ...) lenen zich uitstekend omdat de omgevingskwaliteit er doorgaans reeds laag is en gezien het feit dat op de bewuste terreinen meestal vertica-le structuren aanwezig zijn ;

– toegangscomplexen op een autosnelweg, b i j voorkeur in de door de aanleg van de op- en afritten ontstane "oksels", doch slechts enkel wanneer deze vanaf de aansluitende of kruis-ende gewestweg goed bereikbaar zijn ; – enkel die zijbermen van autosnelwegen die

door middel van een van de hoofdrijbaan ge-scheiden dienstweg goed bereikbaar zijn. 2 . 4 . 2 . Schaalprincipes en bouwfysische bepalin-gen

De beperkte ruimte op het domein van de auto-snelwegen kan restricties stellen aan het volume van shelters – en aan de lengte van pylonen wanneer de gemiddelde bouwhoogte van ver-lichtings- en andere infrastructuren in acht wordt genomen.

Operatoren en wegbeheerders maken bijgevolg sluitende afspraken omtrent afstands- en volu-menormen en technische kenmerken van een b a s i s s t a t i o n . Deze normen kunnen variabel zijn in functie van het locatie-type : zo kunnen zeer grote pylonen (bv. hoger dan dertig meter) enkel vergund worden op neveninrichtingen. De afspraken kunnen worden geïncorporeerd in een typologie van basisstations.

Aansluitend op de bouwfysische minimumbepa-lingen die inzake het medegebruik van pylonen door verschillende netwerkuitbaters worden

v o o r o p g e s t e l d , wordt de oprichting van een ba-sisstation op het domein van de autosnelwegen steeds gekoppeld aan de bouw van een nieuwe p y l o o n , dan wel aan de vervanging van een be-staande pyloon die niet aan de minimumbepa-lingen voldoet. Zoals gesteld is het gebruik van bestaande structuren immers uitgesloten. 2.4.3. Verplichting tot medegebruik

Omdat de plaatsing van basisstations (en zeker afzonderlijke pylonen) op het domein van de autosnelwegen meer dan elders een grondig af-sprakenkader noodzaakt, geldt de randvoor-waarde dat enkel tot plaatsing overgegaan kan worden indien operatoren zich akkoord verkla-ren tot de uitvoering van het principe van me-d e g e b r u i k . Bij het vervangen van één lichtele-ment door een aangepaste versie, is deze ver-plichting niet van kracht."

2. Er werden geen opbrengsten vooropgesteld voor 1997 en 1998.

Voor 1999 werd een concessievergoeding vast-gesteld op 100.000 frank per basisstation per jaar.

3. Momenteel zijn er 107 GSM-installaties ge-plaatst en de opbrengst voor het Vlaams Ge-west bedraagt 7.450.000 frank.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Naast deze statische projectie werd een dyna- misch model ontwikkeld waarbij de prognoses worden gemaakt op basis van de (geschatte) evolutie van de parameters inzake

In het arrondissement Roeselare heeft de ge- meente Hooglede het milieuconvenant niet af- gesloten en in het arrondissement Tielt hebben de gemeenten Dentergem, Ruiselede

Uit mijn vraag om uitleg aan de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening, blijkt dat de minister hieromtrent door eerstgenoemde werd

1. Kan de minister mij, in opvolging van mijn schriftelijke vraag nr. – red.), een overzicht geven van de herstellingskosten die door vanda- lisme veroorzaakt zijn,

Het IWT (Vlaams Instituut voor de Bevordering van het Wetenschappelijk Technologisch Onder- zoek in de Industrie) ontvangt dikwijls vanuit de textielsector dossiers in verband

Deze richtlijn werd reeds gedeeltelijk omgezet door het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 1998 inzake het gebruik van normen voor het uitzenden van

Teneinde de overgang naar de euro vlot te laten v e r l o p e n , werden er door de interdepartemen- tale stuurgroep en de ondersteunende techni- sche (sectoriële) werkgroepen tal

De Panne bijakte 9A uitbreiding openbaar vervoer Gistel bijakte 7A en 9A uitbreiding openbaar vervoer Middelkerke bijakte 7A en 9A uitbreiding openbaar vervoer Oudenburg bijakte 7A