• No results found

Vraag nr.218van 5 juni 1998van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.218van 5 juni 1998van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 218 van 5 juni 1998

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Stagiairs-verpleegkundigen – Aansprakelijkheid De opleiding tot verzorgende, verpleegkundige, laborant, diëtist, kinesist, ... bestaat voor een groot pakket uit stages. Deze werkzaamheden, recht-streeks in aanraking met patiënten, hebben als doel het beroep in de praktijk te ervaren. Voor de stage-opdrachten geldt dat ze op een zorgvuldige manier moeten worden uitgevoerd. Instructies van de begeleiding en van het personeel moeten daarom worden gevolgd.

Toch gebeuren fouten door gebrek aan ervaring. Deze fouten kunnen schade veroorzaken, zowel aan de student zelf als aan de patiënten en andere zorgverstrekkers.

Via een verzekering kunnen sommige gevolgen worden ingedekt. Voor de patiënt, de begeleiding, het ander personeel, ... kan schade worden verze-kerd. Directe schade aan de student wordt ook ver-zekerd. Toch kan er blijvende schade zijn, bijvoor-beeld door een besmetting, met levenslange gevol-gen.

1. Is de rechtspositie van de stagiairs-verpleegkun-digen in deze voldoende geregeld ?

2. Hoe worden de schadelijke gevolgen voor stu-denten, veroorzaakt door beroepsfouten te wij-ten aan onervarenheid, door onderwijsinstellin-gen opgevanonderwijsinstellin-gen ? Bestaat er een schaderege-ling voor de student die bijvoorbeeld het beroep later nooit zal kunnen uitoefenen ? Voor stu-denten (bv. verzorging) die besmetting met hepatitis B oplopen en daardoor jarenlang pro-blemen zullen ondervinden ?

3. Hoe wordt de aansprakelijkheid van studenten ten opzichte van patiënten, ten opzichte van ander personeel, ten opzichte van een inrichten-de macht, ... opgevangen ? Is daarop controle ? 4. Werd de minister de laatste jaren

geconfron-teerd met problemen van schade bij stagiairs, bij patiënten, ... die niet door de bestaande regels worden opgevangen ? Wat werd hierbij onder-nomen ?

Antwoord

De stagiair-verpleegkundige wordt door de zieken-huizen gelijkgesteld met een tijdelijke werknemer.

De rechtspositieregeling van de stagiairs-verpleeg-kundigen ressorteert daarom onder de wetgeving op de werking van de ziekenhuizen. De ziekenhui-zen zelf dekken zich in op twee manieren :

– via de ziekenhuisverzekening voor beroepsfou-ten door de personeelsleden ;

– via de arbeidsgeneeskundige dienst van de zie-kenhuizen. Deze dienst houdt toezicht op de bescherming van het personeel tegen bijvoor-beeld besmettelijke ziekten of straling.

Scholen sluiten een verzekeringspolis af voor alle gevallen die niet onder het bovenvermelde ressor-teren. De polis "burgerlijke aansprakelijkheid" dekt de beroepsfouten door onervarenheid, die een ziekenhuis verhaalt op de school. De polis "onge-vallen" dekt de schade aan een student ten gevolge van ongeval, bijvoorbeeld besmetting met hepatitis B door toevallige zelfverwonding. Bovendien slui-ten de scholen zelf aan bij een arbeidsgeneeskundi-ge dienst, die preventief maatrearbeidsgeneeskundi-gelen ter bescher-ming van de student neemt, zoals bijvoorbeeld pre-ventieve vaccinatie tegen hepatitis B. Door het feit dat de stagiair in de stageplaats wordt beschouwd als een tijdelijke werknemer, kunnen sommige gevallen ook worden geregeld via het Fonds voor Beroepsziekten.

De schadeverzekering tegenover derden is opgeno-men in de polis "burgerlijke aansprakelijkheid" die de scholen afsluiten. Specifiek voor het secundair onderwijs in de verpleegkunde (vierde graad van het voltijds beroepssecundair onderwijs) vermeldt de omzendbrief SOZ (91) van 3 mei 1991 uitdruk-kelijk onder rubriek 14 dat het klinisch onderwijs, waaronder de stages vallen, onder de verantwoor-delijkheid van de onderwijsinstellingen verloopt, die dan ook dienen in te staan voor de verzekering inzake burgerlijke aansprakelijkheid en de begelei-ding van de stages.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN VDAB Werkinformatiesysteem – EU-vacatures Enkele weken geleden was er in de pers heel wat te doen om vacatures bij het Europees Parlement :

In 1996 hebben 2 POI's (particuliere opvangin- stellingen) gemeld, waarvan 2 POG's geen attest van toezicht wensten te verkrijgen.. In 1997 hebben 9 POI's en 6 POG's gemeld, waarvan

Dit systeem, dat voor 91 % correcte resultaten geeft, en dat bij voorkeur enkel voor statistische doelein- den wordt gebruikt (cf. de wet op de privacy), zou als indicator

Kinderopvang in grensregio's – Ouderbijdrage Kinderdagverblijven, onthaalgezinnen en projecten van buitenschoolse opvang in grensregio's worden geconfronteerd met de vraag van

Uit de jaarverslagen van 1996 en van 1997 van de provinciale vormingsinstanties blijkt dat tijdens deze werkjaren telkens twee van hen een specifie- ke cursus hebben georganiseerd

In verschillende gemeenten worden personeelsle- den – al dan niet gesco's (gesubsidieerde contrac- tuelen) – die officieel in dienst zijn van de gemeente, in de

De begrenzing van de ver- vanging tot 70 % van de kosten van het afwezi- ge personeel betekent niet dat niet iedereen zou kunnen worden vervangen : het is immers mogelijk om in

Alleen de examens van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap voor de gemeenschapsin- stellingen voor bijzondere jeugdbijstand zijn vol- gens mijn informatie niet toegankelijk