Vraag nr. 286 van 24 juni 1998
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN
Kinderopvang in grensregio's – Ouderbijdrage Kinderdagverblijven, onthaalgezinnen en projecten van buitenschoolse opvang in grensregio's worden geconfronteerd met de vraag van ouders uit Neder-land, DuitsNeder-land, Frankrijk en Wallonië om hun kind op te vangen.
Dit roept geregeld vragen op, vooral betreffende de ouderbijdrage die, althans wat opvanggezinnen en de buitenschoolse opvang betreft, gekoppeld is aan het netto belastbaar gezinsinkomen.
1. Hoe moet de ouderbijdrage worden berekend, voor elk van bovenvermelde grensregio's, voor kinderen woonachtig buiten Vlaanderen ? 2. Bestaan over de kinderopvang wederkerige
afspraken, eventueel in het kader van een cultu-reel akkoord, met de genoemde regio's ?
Antwoord
De gestelde vraag is relevant voor de opvang van kinderen in door Kind en Gezin erkende kinder-dagverblijven en diensten voor opvanggezinnen. In deze sectoren betalen de ouders een ouderbijdrage die gekoppeld is aan hun inkomen. Een ministe-rieel besluit legt de modaliteiten vast voor het bepalen van een correcte ouderbijdrage.
Wanneer een kind wordt opgevangen in een parti-culier opvanggezin of een partiparti-culiere opvangin-stelling geldt de eenvoudige regel dat, ongeacht het inkomen van de ouders, de opvangvoorziening zelf de ouderbijdrage vastlegt. In initiatieven voor bui-tenschoolse opvang, de zogenaamde IBO's, gelden, los van het inkomen van de ouders, vaste bedragen die in een besluit van de Vlaamse regering zijn opgenomen. Het is wel mogelijk een sociaal tarief aan te rekenen.
1. In door Kind en Gezin erkende en gesubsidieer-de voorzieningen wordt dus gewerkt met loon-schalen. De algemene regel is dat het inkomen dat in aanmerking wordt genomen het geza-menlijk belastbaar inkomen is voor aftrek van giften, pensioensparen, interesten en andere. Wanneer het gezin dat een kind plaatst, meer-dere kinmeer-deren plaatst of meermeer-dere kinmeer-deren heeft, geldt een vermindering van de ouderbij-drage op basis van de kinderlast of de gelijktij-dige plaatsing.
Als de opvangvraag komt van ouders die én niet-verblijfhouder én niet belastingplichtig zijn in België, dan geldt het maximumtarief. Ik beklemtoon dat de beide voorwaarden tegelij-kertijd aanwezig moeten zijn om tot het maxi-mumtarief te komen. De verminderingsmoge-lijkheden blijven daarbij wel verrekenbaar. Het omgaan met de documenten van in het bui-tenland verworven inkomsten is niet altijd gemakkelijk. De documenten zijn moeilijk interpreteerbaar. Op basis van een jarenlange ervaring en een evaluatieronde van haar inspec-teur-boekhouders, heeft Kind en Gezin de vol-gende stelregel vastgelegd : bij een Nederlands en Duits loonbriefje wordt het nettoloon in aan-merking genomen. Een Frans loonbriefje biedt de mogelijkheid analoog met de Belgische situ-atie te werken. Een kind uit Wallonië wordt behandeld alsof het om een Vlaams kind zou gaan.
Het is in elk geval altijd zo dat de voorzienin-gen, wanneer zij moeilijkheden hebben met het bepalen van de ouderbijdrage, terechtkunnen bij de inspecteur-boekhouders van Kind en Gezin.