Vraag nr. 41
van 16 december 2004
van de heer CARL DECALUWE
Klein beschrijf – Woonvoorwaarde en laattijdige bouwvergunning
Onder bepaalde voorwaarden is een vermindering van registratierechten mogelijk tot 5 %. Zo moet men uiterlijk drie jaar na aankoop de woning betrekken.
Door een laattijdige aflevering van de bouwver-gunning kunnen mensen vaak niet aan deze voor-waarde voldoen.
1. Hoeveel gevallen zijn de minister bekend waar-bij door een laattijdige verlening van de bouwvergunning mensen bedreigd worden met deurwaardersexploot om de som van de regi-stratierechten te vorderen ?
Kan hij dit opsplitsen volgens provincie ? 2. Welke afspraken bestaan er tussen de
verschil-lende betrokken diensten ?
En welke nieuwe afspraken kunnen er tussen deze verschillende diensten eventueel worden gemaakt ?
3. Over welke mogelijkheden beschikt de koper om aan te tonen dat zijn bouwvergunning laat-tijdig werd uitgereikt ?
Antwoord
Bij mijn administratie (Arohm) zijn geen gevallen bekend van personen die door een laattijdige afgifte van een bouwvergunning bedreigd worden met een deurwaardersexploot om de som van de registratierechten te vorderen. Dit impliceert uiteraard niet noodzakelijk dat deze gevallen niet zouden bestaan.
Feit is evenwel dat de vigerende decreetgeving vol-doende mogelijkheden biedt om dergelijke peni-bele situaties te vermijden. Het decreet betref-fende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996 (meermaals gewijzigd), bepaalt immers dat de aanvrager actie kan ondernemen indien de overheid zou nalaten om over zijn of haar vergunningsaanvraag te beslissen. Zo kan
men in beroep gaan bij de bestendige deputatie indien de gemeente binnen 75 dagen terzake geen beslissing neemt. Vervolgens kan men in hoger beroep gaan indien de bestendige deputatie bin-nen de 60 dagen (75 dagen in geval van hoorzit-ting) zou nalaten een beslissing te treffen. Tot slot kan men op de decretaal voorschreven wijze een rappelbrief versturen zodra de termijn van 60 dagen (75 dagen in geval van hoorzitting) wordt overschreden, wat impliceert dat in casu een ver-valtermijn van 30 dagen aanvangt. Kortom, de-cretaal werd de mogelijkheid geboden om binnen een termijn van ten hoogste 255 dagen (75 + 75 + 75 + 30 dagen) een beslissing van de overheid af te dwingen.