Vraag nr. 3
van 24 september 2004
van de heer CARL DECALUWE VITO – PBV-studie
VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) voerde onlangs een studie uit over de Vlaamse binnenvaart, meer bepaald voor PBV (Promotie Binnenvaart Vlaanderen).
Deze studie kan door een groot aantal particuliere studiebureaus worden uitgevoerd.
Steeds meer ontwikkelt VITO blijkbaar activitei-ten die geen verband houden met de doelstelling waarvoor zij is opgericht, met name het verrichten van technologisch onderzoek.
1. In welke mate is de minister hiervan op de hoog-te?
2. Is het geoorloofd dat VITO studies uitvoert die ook kunnen worden uitgevoerd door particulie-re ondernemingen en die geen verband houden met technologisch onderzoek?
3. Waarom schakelt PBV de VITO in voor stu-dies, terwijl dit niet tot de corebusiness van de VITO behoort?
Antwoord
1. VITO kan, net zoals de Vlaamse universi-teiten of andere onderzoeksinstellingen, stu-dieopdrachten uitvoeren voor alle geledingen van de Vlaamse overheid. Promotie Binnen-vaart Vlaanderen (PBV) behoort niet tot mijn bevoegdheidsdomein.
2. De aangehaalde studie betreft wel degelijk acti-viteiten die aansluiten bij de missie en bij de expertise van VITO, met name de studie van broeikasmetingen en -reducties. Gezien de spe-cificiteit van de opdracht en de vereiste exper-tise en onafhankelijkheid voor het uitvoeren van de betrokken opdracht is hier nauwelijks sprake van concurrentiële aspecten.
Het is niet uitgesloten dat VITO zich op een con-currentiële markt begeeft. VITO doet echter al het mogelijke om oneerlijke concurrentie te
ver-mijden, in het bijzonder door, conform de huidi-ge beheersovereenkomst, voor alle opdrachten niet bedoeld voor de Vlaamse Gemeenschap de volledige kostprijs aan te rekenen.