• No results found

Vraag nr. 129 van 25 maart 1996 van mevrouw SONJA BECQ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 129 van 25 maart 1996 van mevrouw SONJA BECQ"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 129 van 25 maart 1996

van mevrouw SONJA BECQ

Consultatiebureaus Kind en Gezin – Taalgebruik De consultatiebureaus-nieuwe stijl van Kind en Gezin zijn thans operationeel. Zoals gepland worden vrijwilli-gers ingeschakeld voor onthaal en omkadering. In faci-liteitengemeenten en in een aantal gemeenten rond Brussel bestaat deze vrijwilligersgroep voor een deel uit personen die de Belgische nationaliteit niet hebben en/of het Nederlands niet machtig zijn. Vandaar vol-gende vragen.

Zijn er algemene richtlijnen omtrent het taalgebruik in de consultatiebureaus, voor arts, verpleegkundige en vrijwilligers ? Zijn er specifieke regels voor de facilitei-tengemeenten ?

Zo ja, wat houden die regels in ?

Zo neen, wordt er vanuit Kind en Gezin gewerkt aan een reglementering en wat zijn daarbij de krachtlijnen ? Antwoord

Het decreet houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin van 29 mei 1984 bepaalt dat de wetten op het taalgebruik van toepassing zijn op alle lokaal of regio-naal door de instelling opgerichte, erkende of gesubsi-dieerde voorzieningen (art. 21). De consultatiebureaus vallen hier vanzelfsprekend ook onder. Van alle perso-nen die in dienst zijn van de instelling of die in het kader van haar taak een opdracht vervullen en in con-tact komen met het publiek in bovenvermelde voorzie-ningen, wordt een grondige kennis van het Nederlands vereist (art. 22). Ook het ontwerpbesluit tot erkenning en subsidiëring van de consultatiebureaus dat binnen-kort zal verschijnen, garandeert de kennis van het Nederlands van artsen en vrijwilligers. Enkel artsen die op de kandidatenlijst van Kind en Gezin staan kunnen in een consultatiebureau worden aangesteld. Eén van de voorwaarden voor opname op die lijst is het bezit van een artsendiploma afgeleverd door een Neder-landstalige universiteit. Zoniet moeten zij hun kennis van het Nederlands bewijzen door het slagen voor een taalexamen georganiseerd door het Vast Wervingsse-cretariaat. De vrijwilligers moeten een voldoende ken-nis van het Nederlands bezitten. Inzake nationaliteit worden er geen vereisten gesteld.

Deze bepalingen worden door Kind en Gezin toegepast op het ganse Vlaamse grondgebied en ook in de facili-teitengemeenten. Hier is er weliswaar een constitutio-neel probleem. Er bestaat immers betwisting in welke mate de regelgeving van de gemeenschappen inzake taalgebruik ook van toepassing kan zijn in de facilitei-tengemeenten, gelet op wat bepaald is in artikel 129 § 1 en § 2 van de gecoördineerde Grondwet.

Kind en Gezin heeft deze problematiek voor advies voorgelegd aan de Vaste Commissie voor Taaltoezicht.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het ontwerp van nieuw decreet betreffende de openbaarheid van bestuur – dat door de Vlaamse regering op 19 december 1997 princi- pieel werd goedgekeurd

In november antwoordde de minister dat het pro- ject zich nog in een embryonaal stadium bevond en dat werd onderhandeld over de modaliteiten van een eerste studieopdracht omtrent

Hoeveel wordt door de Vlaamse overheid voor 1998 uitgetrokken voor het plaatsen van geluidsschermen langs gewestwegen?. Hoeveel van deze middelen hebben reeds een

Op het vlak van het vormingswerk werden ver- dienstelijke inspanningen geleverd door de lande- lijke erkende jeugddienst BDJ – Jeugd & V r e d e, die met een ruime

Er kan niet worden vastgesteld dat deze manier van werken een extra dimensie inhoudt voor de werknemers1. De reden waarom zij tijdelijk buiten de werk- plaats worden

De scholen kunnen inschrij- ven voor deze projecten of zelf projecten voor- stellen die door het departement Onderwijs kunnen worden gefinancierd.. Zo

De volledige financiële impact van deze uitbreidin- gen manifesteert zich slechts ten volle in het jaar volgend op het jaar waarin de personeelsleden worden toegekend

De nodige middelen komen uit de globale ondersteuning van de algemene werking van de VAD en haar projecten (in 1996 +/- 40 miljoen in totaal) en de