• No results found

Vraag nr. 29 van 5 november 1996 van mevrouw SONJA BECQ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 29 van 5 november 1996 van mevrouw SONJA BECQ"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 29

van 5 november 1996

van mevrouw SONJA BECQ Drugspreventie – Ouders

In het raam van de bespreking van de beleidsbrief Drugsnota (Stuk 214 (1995-1996) – Nr. 1 – red.) o p 6 juni 1996, vroeg ik de aandacht voor een vergeten groep in deze problematiek : de ouders.

Enerzijds is er een vraag naar informatie, w a a r a a n via een aantal instanties reeds tegemoet wordt g e k o m e n . Anderzijds – en hiervoor is er bijna geen aanbod – is er ook vraag naar ondersteuning gericht op een preventieve aanpak : hoe moet je je kind aanspreken als je vermoedt dat het drugs gebruikt ? Hoe leer je het neen zeggen en zich wapenen tegen deze verleiders ?

Bij deze gelegenheid antwoordde de minister dat ze de mogelijkheden zou onderzoeken en hierom-trent met de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugsproblemen (VAD) contact zou opnemen. 1. Werden er terzake reeds initiatieven genomen ? 2. Werden er reeds projecten ingediend door de

VAD ?

3. Welk budget is hiervoor beschikbaar ?

4. Wordt er ook aan gedacht om te werken via georganiseerde volwassenen- en oudervereni-gingen ?

Antwoord

1. en 2. Op dit ogenblik kent de Drugslijn als lande-lijke telefoondienst rond de drugsproblematiek een behoorlijk succes.

In 1995 werd 26 % van de gesprekken via deze lijn gevoerd met ouders van probleemgebruikers of verontruste ouders.

De Drugslijn is momenteel elke werkdag bereik-baar van 12 tot 21 uur en op zaterdag van 15 tot 21 uur.

Er wordt onderzocht of het mogelijk is de per-manentie-uren verder uit te breiden.

Naast de Drugslijn heeft de VAD eveneens het initiatief genomen om zeer spoedig een folder te v e r s p r e i d e n , waarin nuttige informatie wordt gebundeld op basis van de meest gestelde vragen van ouders aan de Drugslijn.

De VAD neemt eveneens vanuit haar algemeen preventiewerk initiatieven naar verschillende doelgroepen en sectoren. In samenwerking met de preventiewerkers die regionaal verbonden zijn aan de Centra voor Geestelijke Gezond-heidszorg worden zo de ouderverenigingen en socio-culturele verenigingen bereikt.

Ter ondersteuning van deze initiatieven werden in het verleden een aantal pakketten uitgewerkt waarbij de ouders specifiek als doelgroep wer-den beschouwd (Ouder-en-Drugspakket en alco-holpreventie).

In dit verband kan ik ook meedelen dat er in de loop van 1997 in principe een nieuw V l a a m s Instituut voor Preventie zal worden opgericht, dat onder meer de opdracht zal krijgen onder-bouwde voorstellen te doen inzake de beleids-prioriteiten op het gebied van de verscheidene aspecten van de preventie in het algemeen. In samenspraak met de VAD zal dan onderzocht kunnen worden via welke andere kanalen de ouders van probleemgebruikers kunnen worden bereikt en hoe er op dit vlak het best aansluiting zal kunnen worden tot stand gebracht met de bestaande hulpverlening aan drugsgebruikers. De VAD zal in 1997 ook starten met initiatieven naar lesgevers/trainers in de verschillende secto-r e n , zodat die daasecto-rna zelf vosecto-rmingen kunnen geven op dit terrein.

3. Er werden geen specifieke budgetten toegekend ten behoeve van de preventieve aanpak naar de ouders toe.

De nodige middelen komen uit de globale ondersteuning van de algemene werking van de VAD en haar projecten (in 1996 +/- 40 miljoen in totaal) en de provinciale preventieplatforms (+/- 8,5 miljoen in 1996), alsook via de betoela-ging van de Centra voor Geestelijke Gezond-heidszorg voor de loonkosten van de preventie-werkers (+/- 25 miljoen op jaarbasis).

Wat dit laatste betreft, kan ik eveneens melden dat er sedert 1 oktober 1996 gedurende drie jaar twaalf bijkomende projecten worden gesubsi-dieerd (jaarlijks 20 miljoen) die in het kader van punt 4.3 van de Drugsnota moeten leiden tot een offensievere drugspreventie naar de ganse bevolking toe.

Vanzelfsprekend zullen hierbij ook de ouders worden bereikt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

– (vraag 2) opgeleide personen en de werkzoekende personen met een handicap doorwezen worden naar de VDAB die in Vlaanderen bevoegd is voor de arbeidsbemiddeling ; – (vraag 3)

In het nieuwe strategische plan inzake preventieve kin- derzorg, met daarin de herstructurering van de consul- tatiebureaus van Kind en Gezin, werden een aantal specifieke

Kind en Gezin poogt aldus een hogere kwaliteit aan preventieve kinderzorg te bereiken door programmatische pre- ventie, die een goede wetenschappelijke onderbouw en

De administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cul- tuur heeft een rondvraag gedaan aan de bevoegde administraties

Uit het evalu- atierapport van het departement Coördinatie van de Vlaamse Gemeenschap van 28 augustus 1995 blijkt dat inzake welzijnsinfrastructuur in 1994 voor 886

De administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cul- tuur heeft een rondvraag gedaan bij het CGSO-tref- punt SRG, de

De 16 opgeleide bemiddelaars zijn allen tewerkgesteld in een centrum voor gezins- en relationeel ambulant welzijnswerk (nu meestal deel uitmakend van een ambulant

De praktijk toont aan dat ter zake verschillen bestaan tussen diensten : sommige diensten zitten boven hun contingent (en passen zelf bij), terwijl andere diensten hun