Vraag nr. 240 van 10 juli 1996
van mevrouw SONJA BECQ
Gezins- en bejaardenhulp privé-diensten – Middelenge-bruik
In de toelichting bij de begrotingswijziging 1996 omtrent gezinsaangelegenheden (programma 41.4) blijkt dat niet alle middelen die ter beschikking staan voor gezins- en bejaardenhulp werden opgenomen. Dit wordt voor de private diensten verklaard door de late beslissing tot uitbreiding. De praktijk toont aan dat ter zake verschillen bestaan tussen diensten : sommige diensten zitten boven hun contingent (en passen zelf bij), terwijl andere diensten hun contingent niet opge-bruiken. Wellicht spelen ter zake ook regionale ver-schillen mee.
1. Over hoeveel uren beschikten/beschikken de dien-sten in 1993, 1994, 1995, 1996 en hoeveel uren wer-den/worden effectief ingevuld (met – indien moge-lijk – een uitsplitsing per regio) ?
2. Worden de niet-gebruikte middelen op een andere wijze aangewend en zo ja, hoe ?
Antwoord
1. Als bijlage vindt de Vlaamse volksvertegenwoordi-ger de in vraag 1 gevraagde gegevens.
Uit die gegevens kan worden afgeleid dat zowel in 1993 als in 1994 in totaal iets meer dan 200.000 uren (2 % van het beschikbare contingent) niet werden gebruikt. Als reden kan het laattijdig kenbaar ma-ken van uitbreidingen worden aangehaald.
Voor 1995 wordt een veel beter gebruik van de con-tingenten in het vooruitzicht gesteld. Het saldo van het tweede moet nog worden berekend, maar alles wijst op een bijna optimaal gebruik van de beschik-bare contingenten.
2. De niet-gebruikte middelen werden in 1993 voor een klein deel aangewend om boven contingent gepresteerde uren te subsidiëren. Voor 1995 wordt verwacht dat de begroting hiertoe niet toereikend zal zijn.
(Bovenvermelde bijlage ligt ter inzage bij het secretariaat van het Vlaams Parlement – red.)