• No results found

Vraag nr. 3 van 25 september 1996 van mevrouw SONJA BECQ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 3 van 25 september 1996 van mevrouw SONJA BECQ"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 3

van 25 september 1996 van mevrouw SONJA BECQ Pesten op school – Beleid Zie :

Minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Onderwijs en A m b t e n a r e n z a-ken

Vraag nr. 7

van 25 september 1996 van mevrouw Sonja Becq Blz. 150

Antwoord

De laatste jaren is er heel wat aandacht voor pes-ten en treiteren bij jongeren, zowel op school als in het jeugdwerk. Treiteren en pesten neemt immers niet alleen ernstigere vormen aan, maar komt ook meer voor dan tien of vijftien jaar geleden. Z o kreeg de Kinder- en Jongerentelefoon in 1995 335 telefoons in verband met gepest worden, t e g e n o v e r 306 in 1994.

In 1993-1994 liep het project "Pesten op school" in het kader van de acties van het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie (VIG), g e f i n a n c i e r d door de toenmalige Vlaamse minister van Te w e r k-stelling en Sociale A a n g e l e g e n h e d e n , m e v r o u w Leona Detiège, en uitgevoerd door de Onder-zoeksgroep Gedrag en Gezondheid van de Univer-siteit Gent (UG).

Uit het onderzoek bij de totale groep van 10-16-jarigen kon worden afgeleid dat zowat één op vijf leerlingen bij pesten of gepest worden is betrokken (pesten : 15,9 % in het basisonderwijs en 12,3 % in het secundair onderwijs ; gepest worden : 23 % in het basisonderwijs en 15,2 % in het secundair o n d e r w i j s ) . Andere peilingen van onder meer de K i n d e r-en Jongerentelefoon (cfr. de brochure " Word jij gepest : een handleiding voor ouders en leerkrachten") en buitenlandse studies wijzen in dezelfde richting.

Het project aan de UG resulteerde in een actiepro-gramma voor de hele school (directie, l e e r k r a c h-t e n , leerlingen en ouders) dah-t wordh-t beschreven in een handleiding. Vele scholen werkten reeds met dit materiaal.

In 1993 bracht ook het comité voor bijzondere jeugdzorg Brugge een handleiding uit "Probleem-gedrag op school". Dit boek wil een aantal

hand-vatten aanreiken aan leerkrachten en ander peda-gogisch personeel van het secundair onderwijs. D e adviezen liggen zowel op individueel curatief vlak, als preventief ten aanzien van klas- of schoolgroep. In deze handleiding werden verschillende thema's uitgewerkt door deskundigen.

Eén daarvan is het thema "Pesten".

Vooreerst wordt een omschrijving gegeven aan het begrip "pesten", met een overzicht van kenmer-k e n , oorzakenmer-ken en gevolgen. Bij de aanpakenmer-k van het pesten wordt aangeraden op twee niveaus te wer-ken :

– preventief : ervoor zorgen dat de problemen wegblijven door een goed klasklimaat te schep-pen en iedereen te sensibiliseren ;

– curatief : ervoor zorgen dat de pesterijen stop-pen door te reageren op pesterijen via individu-ele- en groepsgesprekken en het geven van bruikbare tips.

Op het vlak van het vormingswerk werden ver-dienstelijke inspanningen geleverd door de lande-lijke erkende jeugddienst BDJ – Jeugd & V r e d e, die met een ruime waaier van educatief en didac-tisch materiaal de individuele ouder, leerkracht of andere jeugdbegeleider sensibiliseert en leert omgaan met pesterijen, zodat zij ook op preventief vlak een rol van betekenis kunnen spelen.

De diverse initiatieven hebben tot gevolg dat de grote socio-culturele organisaties het thema thans beginnen op te nemen in hun vormingswerk. Ook de hulpverleners van onder andere de PMS (psycho-medisch-sociale centra) en de centra voor algemeen welzijnswerk beschikken over voldoende bekwaamheid om deskundige opvang terzake te kunnen bieden.

Het ligt in mijn bedoeling om een veralgemeende aanpak van voormelde problematiek te bevorde-ren en de samenwerking tussen de diverse betrok-ken instanties te stimuleren. Hierbij denk ik bij-voorbeeld aan de verplichte introductie van een doordacht interventieprogramma dat wordt geken-merkt door een meersporige aanpak en zich gelijk-tijdig richt op de dader, het slachtoffer en de direc-te sociale omgeving. Voor het realiseren van de doelstellingen van dit interventieprogramma (m.n. het terugdringen van de bestaande en de preventie van nieuwe pestproblemen) zijn twee algemene voorwaarden erg belangrijk :

(2)

– zowel leerkrachten als ouders moeten zich bewust worden van de omvang van de pestpro-blemen op "hun" school ;

– beide partijen moeten bereid zijn zich ernstig in te zetten om de situatie te verbeteren.

Een dergelijk programma is effectief en vermin-dert de omvang van pestproblemen op een school of in een klas (tot 50 % of meer), wat trouwens blijkt uit de resultaten van het evaluatieonderzoek dat de Zweed Dan Olweus in 42 scholen (van basis- tot secundair onderwijs) heeft uitgevoerd. Deze resultaten gelden zowel voor jongens als voor meisjes en voor leerlingen van elk klasniveau. H e t pestprobleem verplaatst zich niet naar onderweg van of naar school. Het algemeen antisociaal g e d r a g, zoals vandalisme, diefstal en spijbelen, neemt eveneens af. Tegelijkertijd is er een toename van het algemeen welbevinden van de leerlingen op school.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

– (vraag 2) opgeleide personen en de werkzoekende personen met een handicap doorwezen worden naar de VDAB die in Vlaanderen bevoegd is voor de arbeidsbemiddeling ; – (vraag 3)

In het nieuwe strategische plan inzake preventieve kin- derzorg, met daarin de herstructurering van de consul- tatiebureaus van Kind en Gezin, werden een aantal specifieke

Kind en Gezin poogt aldus een hogere kwaliteit aan preventieve kinderzorg te bereiken door programmatische pre- ventie, die een goede wetenschappelijke onderbouw en

De administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cul- tuur heeft een rondvraag gedaan aan de bevoegde administraties

De administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cul- tuur heeft een rondvraag gedaan bij het CGSO-tref- punt SRG, de

De praktijk toont aan dat ter zake verschillen bestaan tussen diensten : sommige diensten zitten boven hun contingent (en passen zelf bij), terwijl andere diensten hun

waaraan alle gemeenschappen en het federale niveau meewerken, onder andere ten behoeve van het Europees Drugsobservatorium in Lis- sabon.In 1992 en 1994 heeft

Dit betekent niet dat een school die wel een positieve beoordeling heeft gekregen automa- tisch opnieuw extra lestijden krijgt, maar enkel dat zij een nieuw actieplan