• No results found

Vraag nr. 7 van 25 september 1996 van mevrouw SONJA BECQ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 7 van 25 september 1996 van mevrouw SONJA BECQ"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 7

van 25 september 1996 van mevrouw SONJA BECQ Pesten op school – Beleid

Volgens krantenberichten wordt op de lagere school één op vier kinderen gepest en in het mid-delbaar onderwijs één op zeven. Vi j f e n z e v e n t i g procent van de kinderen die gebruik maken van de Kindertelefoon melden dat zij geregeld worden gepest.

1. Is er sprake van een toename van pesterijen tus-sen kinderen op school ? Bestaan daarover cij-fergegevens ?

2. Werden er terzake in de onderwijssector pro-gramma's uitgewerkt, gestimuleerd en/of onder-steund of wordt dat voor de toekomst overwo-gen ?

3. Worden de scholen en de ouders betrokken bij het tot-stand-komen van maatregelen ?

N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn.

Antwoord

1. Er bestaan geen cijfergegevens die het mogelijk maken een uitspraak te doen over toename of afname van pesterijen tussen kinderen op school. Bovendien zijn de "resultaten" van der-gelijk prevalentie-onderzoek sterk bepaald door de definitie van "pesten" en ook onderhevig aan de tijdsgeest. Het is dan ook twijfelachtig of er zuiver evolutief onderzoek mogelijk is. Een grootschalig onderzoek onder leiding van prof. dr. P. Van Oost (Universiteit Gent) in 1994 bij 10.000 jongeren tussen 10 en 16 jaar geeft aan dat in Vlaanderen één kind op vier betrok-ken wordt bij pesten of gepest wordt. De preva-lentie ligt iets hoger in het basisonderwijs dan in het secundair onderwijs.

2. Fundamenteel is dat er preventief wordt gewerkt ten aanzien van pestgedrag, door bij-voorbeeld jongeren weerbaarheid en relationele vaardigheden bij te brengen. De door de Vlaamse overheid vastgelegde vakoverschrij-dende eindtermen "sociale vaardigheden", voor zowel het basisonderwijs als de eerste graad van het secundair onderwijs, zijn daartoe een

belangrijke aanzet. Ze besteden expliciet aan-dacht aan aspecten zoals wederzijds respect, communicatie en dialoog, rechten en plichten. Deze eindtermen moeten in de toekomst expli-ciet worden opgenomen door elke school. Alhoewel de vastgelegde vakoverschrijdende eindtermen "sociale vaardigheden" en "opvoe-den tot burgerzin" niet expliciet handelen over pesten op school, kunnen zij eventueel een aan-zet zijn tot het bespreken van deze problema-tiek.

In sociale vaardigheden bijvoorbeeld :

– de leerlingen kunnen respect en waardering voor anderen opbrengen : de eigenheid van medeleerlingen accepteren en waarderen ; – de leerlingen kunnen uit aangeboden

infor-m a t i e, leef- en oinfor-mgangsgewoonten binnen gezinnen en culturen weergeven en hun eigen gedrag daartegenover verwoorden en bespreekbaar stellen.

In opvoeden tot burgerzin bijvoorbeeld :

– de leerlingen kunnen op een verdraagzame manier omgaan met verschillen in sekse, huidskleur en etniciteit.

Voor het aanpakken en/of bespreekbaar maken van pestgedrag is er heel wat ondersteunend materiaal en achtergrondinformatie op de "markt". Het is vaak ontwikkeld vanuit de hulp-verlening of welzijnssector en al of niet in samenwerking met scholen. Ook uit het boven-vermelde onderzoek aan de Universiteit Gent is een concreet actieprogramma opgezet in samenwerking met basisscholen, s e c u n d a i r e scholen en PMS-centra. I n f o r m a t i e, l e s m a t e r i-aal, audiovisueel materii-aal, nascholingsinitiatie-v e n , a c t i e p r o g r a m m a ' s, . . . worden regelmatig gemeld via het tijdschrift Klasse. In "Dynamo 2" zijn verschillende projecten m.b.t. pesten op school opgenomen. De scholen kunnen inschrij-ven voor deze projecten of zelf projecten voor-stellen die door het departement Onderwijs kunnen worden gefinancierd.

Zo bijvoorbeeld :

– in Dynamo 2, 3de editie schooljaar 1995-1996, project 105. De VZW De Overkant uit Wuustwezel bood aan alle scholen een pro-gramma (5.000 fr./dag) over treiteren en pes-ten op school aan ;

(2)

– project nr. 108 van de VZW Perspectief – Kortenaken bood een uitvoerig programma "pesten" aan (24.000 fr./dag) ;

– de VZW BDG-Jeugd en Vrede – 1050 Brus-sel bood een tentoonstelling aan van 12 panelen in verband met "pesten bij jonge-ren" (5.000 fr./5 dagen).

3. Er zijn op dit ogenblik geen "centrale maatrege-len" en er worden er ook geen gepland voor de toekomst.

Op andere niveaus kunnen er uiteraard wel maatregelen worden genomen. De betrokken-heid van scholen en ouders, maar ook van ande-re belanghebbenden is variabel.

Scholen kunnen zelf "maatregelen" nemen ten aanzien van pesten. Heel wat actieprogramma's voorzien immers in een soort "gedragscode" die de scholen uitwerken in overleg met leerlingen, ouders, ... Wat de begeleiding betreft van indivi-duele leerlingen, slachtoffers of pesters, is de opdracht en de draagkracht van het schoolteam beperkt tot eerstelijnszorg en moet voor profes-sionele hulp worden doorverwezen.

Afhankelijk van de lokale traditie en het aan-bod kan er een samenwerkingsverband worden uitgewerkt tussen scholen, o u d e r s, P M S, h u l p-verlening, welzijn.Dit is dan veelal in de context van de ruimere thematiek van leerlingenbege-leiding en niet alleen uit oogpunt van "maatre-gelen" ten aanzien van "pesten".

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

– (vraag 2) opgeleide personen en de werkzoekende personen met een handicap doorwezen worden naar de VDAB die in Vlaanderen bevoegd is voor de arbeidsbemiddeling ; – (vraag 3)

In het nieuwe strategische plan inzake preventieve kin- derzorg, met daarin de herstructurering van de consul- tatiebureaus van Kind en Gezin, werden een aantal specifieke

Kind en Gezin poogt aldus een hogere kwaliteit aan preventieve kinderzorg te bereiken door programmatische pre- ventie, die een goede wetenschappelijke onderbouw en

De administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cul- tuur heeft een rondvraag gedaan aan de bevoegde administraties

De administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cul- tuur heeft een rondvraag gedaan bij het CGSO-tref- punt SRG, de

De praktijk toont aan dat ter zake verschillen bestaan tussen diensten : sommige diensten zitten boven hun contingent (en passen zelf bij), terwijl andere diensten hun

waaraan alle gemeenschappen en het federale niveau meewerken, onder andere ten behoeve van het Europees Drugsobservatorium in Lis- sabon.In 1992 en 1994 heeft

Dit betekent niet dat een school die wel een positieve beoordeling heeft gekregen automa- tisch opnieuw extra lestijden krijgt, maar enkel dat zij een nieuw actieplan