Vraag nr. 16 van 9 oktober 1997
van de heer ETIENNE VAN VAERENBERGH Regeerakkoord – Pact met gemeenten
In het Vlaams regeerakkoord is er sprake van een "pact" met de gemeenten.
Anderzijds heeft de Vereniging van Vlaamse Ste-den en Gemeenten (VVSG) bij de regeringsvor-ming reeds een concrete tekst van bestuursak-koord als voorstel opgesteld en aan de V l a a m s e regering bezorgd.
1. Hoe heeft de Vlaamse regering inhoud gegeven aan het "pact" dat ze met de gemeenten wenst af te sluiten ?
2. Vereist een dergelijk "pact" geen twee partners, enerzijds de Vlaamse overheid en anderzijds de gemeenten, vertegenwoordigd door hun koepel-o r g a n i s a t i e, teneinde werk te maken van een formeel bestuursakkoord tussen de V l a a m s e regering en de collectiviteit van de lokale bestu-ren ?
Antwoord
De gemeente is het bestuursniveau dat het dichtst bij de bevolking staat en is derhalve ook van essen-tieel belang bij de opbouw van een goede bestuurs-o r g a n i s a t i e. Zbestuurs-oals de Vlaamse vbestuurs-olksvertegenwbestuurs-obestuurs-or- volksvertegenwoor-diger terecht aangeeft, is de samenwerking tussen de Vlaamse overheid en de gemeenten een belang-rijk aandachtspunt uit het regeerakkoord. C o n f o r m dat akkoord wenst de Vlaamse regering de g e m e e n t e n , als basisniveau, maximaal te betrekken bij de opbouw van het Vlaamse overheidsbestuur. Het regeerakkoord bepaalt dat het pact met de gemeenten inhoudt dat met de gemeenten afspra-ken worden gemaakt over de verdeling van taafspra-ken en middelen, teneinde een beleid te voeren dat zo dicht mogelijk aansluit bij de bekommernissen van de burger. Terzake stel het regeerakkoord dat de Vlaamse regering "binnen haar beleidsdoelstellin-gen met respect voor de gemeentelijke autonomie en met toepassing van het subsidiariteitsbeginsel, haar beleid maximaal wenst te richten op het gemeentelijk niveau. Daarvoor wordt een beleids-overeenkomst gesloten, die gekoppeld wordt aan een resultaatverbintenis. Dit mag geenszins beteke-nen dat het gemeentelijk beleidsniveau zich aan zijn verantwoordelijkheid kan en mag onttrekken".
Met een aantal convenanten poogt de V l a a m s e regering aan dit partnerschap reeds concreet vorm te geven. Binnen mijn eigen bevoegdheden sluit ik samen met minister Luc Martens, bevoegd voor C u l t u u r, Gezin en We l z i j n , via het Sociaal Impuls-f o n d s, met de gemeenten en OCMW's resultaatge-richte beleidsovereenkomsten af die gericht zijn op de verbetering van de leef- en omgevingskwaliteit in de gemeenten, de bestrijding van de kansarmoe-de en kansarmoe-de bevorkansarmoe-dering van het welzijn. Die conve-nants worden afgesloten in ruim overleg met de g e m e e n t e n . Op die wijze wordt gepoogd om in samenwerking tussen het Vlaamse en lokale niveau een doelgerichte beleidsinvulling te bereiken. Uiteraard gaat een echt pact met de gemeenten veel verder. Het maken van taakafspraken in de verschillende beleidssectoren vergt een coherente aanpak op het Vlaamse niveau en een grondig inzicht in de kerntaken van de verschillende b e s t u u r s n i v e a u s. Het is tegen die achtergrond dat ik de Commissie Bestuurlijke Organisatie gevraagd heb een algemeen advies te formuleren over de organisatie van het binnenlands bestuur in V l a a n-deren.
Deze Commissie was samengesteld uit weten-schappers en uit vertegenwoordigers van gemeen-ten en provincies. Zij legde op 15 april haar rapport voor aan de Vlaamse regering en aan de Commis-sie voor Binnenlandse A a n g e l e g e n h e d e n ,S t a d s v e r-nieuwing en Huisvesting van het Vlaams Parle-m e n t . Ik heb over dit rapport vervolgens een ruiParle-m maatschappelijk debat georganiseerd, waarvan de resultaten eerstdaags worden gebundeld in een aanvulling bij het rapport.
Anderzijds heeft de Vlaamse administratie in het kader van het strategisch plan "Beter besturen" een degelijk beleidsvoorbereidend document voor-gelegd in de vorm van een advies van het college van secretarissen-generaal over de V l a a m s e bestuurlijke organisatie op basis van het subsidiari-teitsbeginsel.
Ik leg deze documenten eerstdaags voor aan de Vlaamse regering. Het is mijn overtuiging dat deze documenten een rijke bron vormen voor een diep-gaand overleg in het Vlaams Parlement en een basis zullen zijn voor verder wetgevend en decre-taal werk.
Dit grondig voorbereidend werk is immers noodza-kelijk om op een ernstige wijze vorm te geven aan het in het regeerakkoord bepaalde pact met de gemeenten.