• No results found

Herboren kabinet -Oe Quay voelt zich sterk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Herboren kabinet -Oe Quay voelt zich sterk "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

en

Zaterdag 14 januari 1961 - No. 617

Mr. VanRieloverde politieke situatie

(Zie pag. 3)

Onze taal{ en plaats in de psychologische oorlogvoering

De l(abinetten-Drees strompelden van het ene incident naar het andere ...

Velen hebben het blijkbaar n à g niet door, maar de methode, door de socialisten in de bestrijding van het Kabinet-De Quay toegepast, is die van de psychologische oorlog- voering.

Dat het tegenwoordige Kabinet in tegen- stelling tot de "sterke" Kabinetten-Drees een ui termaté ·"zwak" Kabinet is; dat er allerlei

"vreemde" dingen gebeuren die onder vorige Kabinetten nooit voorkwamen; dat het "fout

· op fout" stapelt, kortom: dat het een volkomen mislukking is, wordt de goegemeente - zij het zonder redelijk bewijs, maar dat mag niet deren - op zo hardnekkige en stelselmatige wijze aangepraat, dat het wel van belang wordt, dat van de andere zijde eens krachtig - en zonodig even permanent - tegenstoom wordt gegeven.

Het ongelukkige is, dat ook een aantal niet- socialistische dag- en weekbladen en commen- tatoren zich door de met veel talent maar weinig waarheidsliefde gevoerde campagne meer op sleeptouw laten nemen of in de war laten brengen dan wel wenselijk is.

Wij hebben een zeker genoegen beleefd, toen een kennis van ons, die van een bepaald minis- ter al zo dikwijls had gelezen, dat hij zo "zwak"

zou Zlin, zelf eens een Kamervergadering kwam bijwonen, waar deze bewindsman in een vrij moeilijke en gecompliceerde zaak moest optreden.

Onze kennis wilde dat "gestuntel" nu wel eens zelf meemaken. Zijn verbazing (maar ook zijn verontwaardiging tegenover de hem mis- leid hebbende voorlichters) was groot, toen hij een bewindsman zag en hoorde, die een vlot spreker bleek te zijn, op interrupties uit de rode hoek snedig en terzake wist te antwoor- den en zijn onderwerp en alles wat daar direct of indirect mee samenhing terdege bleek te beheersen.

Voor de eerste maal in het na-oorlogse Nederland is een .Kabinet opgetreden, rlat, overeenkomstig zijn in mei 1959 afgelegde eerste regeringsverklaring, doelbewust wil streven naar een doorbreking van de voordien overwegend door socialistische doelstellingen beheerste regeringspolitiek.

Dat het niet gemakkelijk is, een jarenlang gevolgde lijn om te buigen, kan· ieder begrijpen en voor zover dat nog onvold.oende mocht ge- schieden, is het onze plicht onze- opbouwen- de-- kritiek dáárop te richten. Vanzelf zal die kritiek dan echter een principieel geheel an- dere en g~heel anders gerichte zijn dan die van de socialisten.

Hoezeer die socialistische kritiek (het woord: "smaad" is eigenlijk beter op zijn plaats) als een soort psychologische oorlog- voering moet worden beschouwd, toonde het hoofdartikel, dat "Het Parool" schreef op de dag, dat de ministers en staatssecretarissen als resultaat van het werk van informateur De Gaay Fortman hun ontslag-aanvrage had- den ingetrokken.

Het "ondenkbare", aldus "Het Parool", was

geschied. Nederland zit weer opgescheept met een regering, "waarvan enkele leden van een waarlijk beschamende onbekwaamheid zijn en waarin het aantal middelmatige bewindslieden al te talrijk is".

Minister-president De Quay werd geschetst als een man, die "alszodanig beurtelings alom het medelijden en de lachlust opwekt". En toch zou "deze wankele ploeg nu voorlopig weer verder strompelen".

De laatdunkendheid ligt er hier wel heel dik bovenop en niet minder in de verder niet gemotiveerde vaststelling door . het ge- noemde blad, dat het natuurlijk wel moeilijk was, "de ministers Beerman, Van Aartsen, Van Rooy en Visser overboord te zetten en prof. De Quay op zijn post te handhaven".

Wanneer van deze (en andere) ministers concrete daden - of het uitblijven van bepaal- de daden - van socialistische zijde wordt be- kritiseerd, zijn wij bereid en in staat, daarop te antwoorden en o n z e mening daarover te geven. Dan zijn wij het daar misschien niet mee eens, maar in een ander geval geheel of ten dele ook wel eens we 1 mee eens. Geen en- kele minister is namelijk onfeilbaar; dat wa- ren in het verleden óók de socialistü~che minis- ters bepaald niet! ·

Minister Van Aartsen heeft nu in zo'n con- creet ·geval juist in het middelpunt van de belangstelling gestaan. Men heeft gelezen, dat ook prof. Oud hem in het jongste conflict zijn kritiek niet heeft gespaard, voor zover het, staatsrechtelijk gezien, diens houding in dat conflict tegenover de hem geestverwante Ka- merfractie betreft.

Maar geen objectieve beoordelaar zal van mr. Van Aartsen kunnen beweren, dat hij een onbekwaam minister is. Dat is botweg: gelo- gen. Wij verwijzen hiervoor ook naar het oor- deel van onze geestverwant mr. Van Riel, in diens jongste radio-causerie, opgenomen op pagina 3 van ditzelfde nummer van ons blad.

Minister Van Aartsen is een bekwaam be- windsman, die zijn zaken helder en met virtuo- siteit weet te verdedigen. En wiens enige

"fout" is, dat hij, overeenkomstig de algemene doelstelling van dit Kabinet, zijn streven ge- richt houdt op bevordering, waar mogelijk, van het particulier initiatief en uiteindelijk herstel van zo normaal mogelijke toestanden, ook op het gebied van de bouwnijverheid en de huren.

Velen vergeten snel. Daarop speculeren de tegenstanders van dit Kabinet zon- der socialisten. Ieder mogelijk incident, elk in de Kamers gerezen geschil, wordt in het tien- voudige opgeblazen en voorgesteld als iets, dat zich onder geen enkel ander Kabinet ooit heeft voorgedaan.

Wanneer een minister het "gemeen overleg"

met de Kamer tot levende werkelijkheid maakt en voor zover hem mogelijk is aan een bepaald sterk verlangen tegemoet komt, is hij "door de knieën" gegaan en heet hij een "zwak mi- nister" of een die er een gewoonte van maakt,

de Kamer nu en dan "een k!uifje" toe te wer- pen.

Het is allemaal niet zo erg, wanneer de op- positie dat beweert; wij zijn- als men het niet al te gek maakt - bereid te zeggen : daarvoor is zij nu eenmaal oppositie.

Maar wie principieel aan de andere zijde staat en de doelstellingen van dit Kabinet heet te onderschrijven, mag zich hierdoor niet van de wijs laten brengen.

Gemakshalve wordt dan óók y_,ergeten, dat niemand op onderdelen van zijn beleid zo dik- wijls heeft toegegeven aan bepaalde verlangens of bezwaren van de Kamer, uitgedrukt in amendementen of moties, als de toenmalige"

minister Lieftinck.

Velen verdachten hem er zelfs van, bij het indienen van zijn voorstellen meermalen te

"overvragen", om dan later aan de Kamer wat te kunnen toegeven!

Men vergeet inderdaad snel en daarom is het nuttig, nu en dan eens in herinne- ring te brengen hoe het onder de Kabinetten- Drees is gegaan.

Met name is dat nuttig, wanneer men het thans voorstelt alsof zich nog nooit zoveel conflicten tussen Regering en Kamers heb- ben voorgedaan als in het afgelopen jaar.

"Het Parool" wijdde op oudejaarsavond een gehele pagina aan "het jaar van botsingen en incidenten".

Wij willen nu niet eens het laatste - onge- lukkige - Kabinet-Drees als voorbeeld nemen, dat in December 1958 ten val kwam, waarna het nimmer vertoonde feit zich voordeed, dat een minister (Hofstra) weigerde, in de Kamer te verschijnen om overeenkomstig het verlan- gen van de Kamer een bepaald wetsontwerp zakelijk af te handelen.

Wij nemen als voorbeeld daarom opzettelijk het Kabinet-Drees, dat van 1952 tot 1956 zijn tijd volledig uitzat en dat dan tegenover het huidige Kabinet zou moeten gelden als een voorbeeld van een "krachtig Kabinet", dat op zo voortreffelijke wijze met de Kamermeerder- heid wist samen te werken en zo algemene te- vredenheid opwekte.

<Zie vervolg pag. 4)

ATTENTIE! ATTENTIE!

Luistert op vrijdag 20 januari a.s., over de zender Hilversum 11 ( 298 m l, van

19.30-19.40 uur, naar

,.DE STEM VAN DE V.V.D."

Spreker: Mr. H. f. van leeuwen·

lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Onderwerp:

,. Belastingheffing gehuwde vrouw".

(2)

VRIJHEID EN DEI\'IOCRATIE 14 JANUARI 1961 - :PAGINA 2

Herboren kabinet -Oe Quay voelt zich sterk

Binnen afzienbare tiid geen nieuwe crisis - Ook niet O'lfer kinder- biislagverzekering en mammeetwet - A~ders was het kabinet i1Ïet, teruggekeerd- AR en CHU slechte verliezers· Prof. mr. P.J. Oud stelt lee9~eid van hun argumenten aan de kaak.

bouwkwestie was gecompliceerd door de verhouding tussen minister Van Aartsen en zijn eigen geestverwanten, hoewel hij de indruk had, dat de AR-fractie meer op de minister van Financiën (Zijlstra) dan op de minister van Volkshuisvesting

(Van Aartsen) had gemikt.

H et kabinet-De Quay is terugge- keerd. Het heeft vorige week zijn ontslag-aanvrage ingetrokken. Die terug- keer na alle kritiek gedurende ander- half' jaar, is op zichzelf ee?- bewij~, dat een kabinet-De Quay past m de meuwe tijd van opgang naar grotere welvaart.

De kabinetscrisis, die niet werd ver- oorzaakt door de macht van de socia- listische oppositie, is geen teken, ~~t het kabinet-De Quay zwakker zou ZIJn dan zijn voorgangers, want geen enk~~e van de na-oorlogse kabinetten heeft ZIJn

normale zittingsperiode kunnen uitdienen zonder een tussentijdse crisis.

Van socialistische zijde is echter her- haaldelijk beweerd, dat het kabinet-De Quay zwak zou zijn, omdat het tevoren ueen bindende afspraken heeft gemaakt ciet bepaalde partijen. Dat is een praat- je voor de vaak.

Vorige kabinetten hadden wel afspraken geinaakt op basis van een regeringspro- gram en dan ontstond er toch ook een kabinetscrisis.

Bovendien stelde prof.· Oud vorige week in de Tweede Kamer tijdens het debat over de regeringsverklaring de nuchtere vraag: zou iemand menen, dat men in 1959, toen het kabinet werd geformeerd, bindende afspraken zou hebben kunnen maken over het pre- cieze aantal woningen, dat zou worden gebouwd, niet alleen in 1960 en 1961, maar ook in 1962 en 1963? Het is vol- komen duidelijk, dat dit de reinste dwaas- heid is.

H et kabinet-De Quay is herboren.

Men moet aannemen, dat het ka- binet zich over zijn levenskansen in de toekomst enigszins zal hebben georiën- teerd alvorens aan een tweede regerings- periode te beginnen. Het zou onverant- woordelijk zijn geweest als het dat na alle kritiek niet had gedaan. De leider van de socialistische oppositie, mr. Burger, heeft vorige week betoogd, dat er in het kabinet over zeer belangrijke aangele- genheden geen overeenstemming zou be- staan. Als voorbeelden noemde hij de kinderbijslagverzekering en de Mam- moetwet.

Daarop antwoordde de minister-presi- dent, prof. dr. J. E. de Quay: indien het kabinet van oordeel was geweest, dat op een van deze saillante punten door meningsverschil in eigen kring of om een soortgelijke reden als zich heeft voorgedaan bij het woningbouwbeleid, binnen afzienbare tijd een herhaling van een crisis mogelijk zou zijn, zouden wij bepaald niet hebben kunnen voldoen aan het verzoek van de Koningin om de verantwoordelijkheid voor het beleid weer op ons te nemen.

Men mag concluderen, dat het herbo- ren kabinet-De Quay zich sterker voelt dan tevoren. AR en CHU zullen het wel uit hun hoofd laten opnieuw lichtvaardig moeilijkheden op te werpen. Zij hebben in het hele land een slechte indruk ge- maakt en die is niet beter geworden door hun halsstarrig volhouden, dat zij met de motie-Van Eibergen toch gelijk hebben gehad.

A an de wensen van AR en CHU is het kabinet in de regeringsverkla- ring niet in 't minst tegemoetgekomen. De fractievoorzitter van de CHU, dr. Tila- nus, wilde de indruk wekken, dat de regering zich nu toch bereid verklaard heeft de vrije sector scherper in het oog te houden, maar prof. De Quay zei on- omwonden, dat zulks een misverstand was van dr. Tilanus.

Van de door AR en CHU ingediende motie-Van Eibergen, waarin 5000 wonin- gen extra werden gevraagd, wordt niets verwezenlijkt. Wel wordt volledig uit- voering gegeven aan de door KVP en VVD ingediende motie-Andriessen.

Het bouwprogramma voor 1961 wordt aldus vastgesteld op minimaal 82.500 woningen (in plaats van 80.000), waar- van 33.750 premiewoningen (particulie- re exploitatie) en 33.750 woningwetwo- ningen (overheidsexploitaite). Het aan- tal woningwetwoningen, waarv.oor een extra toeslag wordt gegeven waardoor de huren nogeens twe,e gulden per week lager kunnen zijn, wordt binnen het con- tingent van 33.750 bepaald op 10.000 (in plaats van 5000), daarbij inbegre- pen het restant van deze woningen van 1960.

Uiterlijk 1 juni zal de regering bij de Kamer een nota indienen over de vraag of het aantal van 82.500 woningen alsnog kan worden verhoogd met 1250 woningwetwoningen en 1250 premiewo- ningen.

De socialistische fractieleider, mr. Bur- ger, vroeg of in juni belastingverlaging

of uitbreiding van de woningbouw prio- riteit krijgt. Hij bedoelde natuurlijk voor de kiezers te suggereren, dat het kabinet- De Quay meer bezorgd is voor de rijke belastingbetalers dan voor de mensen met smalle beurzen, die in de woning- nood zitten.

Prof. De Quay maakte duidelijk, dat het een met het ander niets te maken heeft. De omvang van de woningbouw is uitsluitend afhankelijk van het aantal beschikbare bouwvakarbeiders.

H et debat over de regeringsverkla- ring, die moest motiveren, waar- om het kabinet op zijn ontslagaanvrage is teruggekomen, droeg een onwezenlijk karakter, omdat de diepere oorzaak van de kabinetscrisis niet werd onthuld. Men praatte eenvoudig langs elkaar heen. De woordvoerders van AR en CHU zeiden de motie-Van Eibergen nog steeds juist te vinden.

Prof. Oud was de enige, die tot de kern van de kabinetscrisis trachtte door te dringen en openlijk zei, dat de woning-

TILANUS . . . . blij ....

Deze Burger

Staatkundig was er geen reden ge- weest voor minister Van Aartsen te drei- gen met aftreden, zette prof. Oud uiteen.

Er is een te nauw verband gelegd tus- sen een minister en een fractie. Slechts een conflict met de meerderheid van de Kamer kan een minister verplichten heen

Flitsen van het Binnenhof

te gaan. De minister had de motie-Van Eibergen rustig naast zich neer kunnen leggen, omdat AR en CHU t~ch niet te- gen zijn begroting zouden hebben ge- stemd.

V oor een afwachtende houding op 22 december en intrekking van de motie-Van Eibergen, was temeer reden geweest, omdat de minister had gezegd 2500 woningen meer in 19Gl wel voor zijn verantwoording te kunnen nemen, maar over nog eens 2500 woningen erbij pas te kunnen beslissen tegen het eind van het eerste halfjaar van 1961..

Toen de verklari g kwam, dat de AR bewindslieden en daarmee het gehele kabinet zouden aftreden als de AR-frac- tie in belangrijke meerderheid voor de motie-Van Eibergen zou stemmen, was de verantwoordelijkheid voor de AR- fractie gesteld, al mocht zij honderdmaal menen, dat de minister onverstandig handelde. Wanneer er van de zijde van

d~ regering onverstandig wordt gehan- deld, ontslaat dat de leden van de Ka- mer niet van hun verantwoordelijkheid.

Als de minister onverstandig handelt, is dat geen vrijbrief voor de AR-fractie ook onverstandig te handelen .

las zo maar een willekeurig báichtje in de krant, dat hem toch e1;en aan het denken zette; nu, en als deze burger eens een keer denken gaat . . . boer, pas op je kippen, dan komt er stulclcie-sc)}rijven van.

Dat Ierantenberichtje vertelde dat de tien dochters van de Vietnamese diplomatieke vertegenwoordiger in Londen, de heer Ngo Dinj-Loeijen fraaie namen dragen. In het N ederiands vertaald zouden zij luiden:

Kersenbloesem, Welluidende Muziek, Schone Wolk, Reine Diamant, Orchidee van Jade, Stralende Ke?"S, Kersentak, Zwaluw uit de Hemel, Lichtende Dageraad en Gouden 01·chidee.

Ziet ge, medeburgers, dat gaf mij even te denken. Zou het niet mooi zijn, als ze bij ons de Vietnamme1·s nà gingen doen. Een beetje meer

poëzie . . . .

Als~onze Oud nu eens niet zo sobe1· Piet heette, rnaa1·, bUvoorbeeld

"Fluistering van de Avondwind" En vindt u voor een premier ,,Jan"

een mooie naam? Liever 1wemde ik hem "Zilveren altaarschel".

Dat doodgewone ,.Joseph" voo1· onze grote Luns, ergert mij iedeTe keer als ik hem hoor of zie. Liever noemde ik hem ,,Opalen Bark" of ,,Stralende Vuurtoren".

Gek, ik weet niet eens hoe Van Leeuwen met zijn voornaam heet, maar het zal ook wel weer iets nuchteTs zijn en niet ,,GoudgeTande Lentewolk" of ,,Kristallen Luchter", of "HaTt van Jade", die namen die ik hem, zonder bezwaa1·, zou willen geven als hij m ij n baby was geweest.

Voor Couzy had ik gedacht "Blinkend zwaard" of ,,Zilv'ren zijdge- weer". Voor Van Riel ,,Geurige den in de lente" en voor Van Someren- Downer ,,Ranke Riet" of - toevallig net als de éne dochte1· van N go Dinj-Loeijen ,.Zwaluw uit de Hemel".

Bruins Slot: ,,Bliksemschicht uit dim Hoge". Tilanus: ,,Waardige Rietstengel". Cornelissen: ,,Goudgele Boterbloem" en voor ons aller Sidney de zelfde voornaam.

Als ik mijn namendTomen laat voortdTijven op het lichte water der fantasie: voo1· Visse1·: ,,Ochtendgloren in de Verte"; voor Toxopeus:

,,Bronzen toekomst"; voor Korthals: ,,Tedere Waterlelie".

Wij mochten, dacht ik, niets van Vietnam oventem,en, want East is East and West is West en vult u het verder zelf maar aan- maar die oosterse naamgeverij is suggestief en mooi en in dit opzicht kunnen wij van Vietnam best wat leren.

Wat dacht u van ,,Bemoste Eik" of ,,ZilveTen Zanger" voor

Dr. BRUINS SLOT . ... intern

V óór de stemming· over de motie- Van Eibergen op 22 december had de voorzitter van de AR-fractie ver- klaard in geweten voor de motie te moe- ten stemmen, omdat men wilde staan voor datgerie, wat men in de verkie- zingstijd had bel0ofd. Om te bec;':men is het volkomen duidelijk, aldus prof.

Oud, dat ook het AR verkiezingspro- gram in het geheel niet sprak van een bepaald aantal woningen, dat gebouwd zou .·weten worden in 1961. In dat ver- kiezingsprogram staat o.a., dat het es- sentieel is, dat voor woningbouw, huur- vorming en huisvesting zo spoedig moge- lijk de vrijheid w 'rdt hersteld.

"Alleen rp die wijze is het mogelijk, dat op de kortst mogelijke termijn bete- re oplossingen worden gevonden, ook voor enkele van de dringendste vraag- stukken, welke op het gebied van de huisvesting om een beslissing vragen, te weten het bouwen van woningen, be- taalbaar voor de laagste inkomensgroe- pen".

Het AR-verkiezingsprogram vermeldt tenslotte: "De particuliere bóuw moet meer gelegenheid tot ontplooiing hebben.

Vooral in dit verband is een verminde- ring van administratieve belemmeringen noodzakelijk; een dergelijke verminde- ring kan - met andere middelen - lei- den tot de zo noodzakelijke verlaging van de stichtingskosten".

D at is het AR-programma geweest.

Op 22 december erkende dr. Bruins Slot de betrekkelijkheid van de priori- teit van de woningbouw door te zeggen,

dat conjunctuurpolitieke elementen een rol kunnen spelen. Men moest oppassen voor overbesteding. In de argumentatie van mini:;ter Van Aartsen bij de afwij- zing van de motie-Van Eibergen heeft dat element echter helemaal geen rol gespeeld.

Het tweede argument van dr. Bruins Slot - en dat was bok het argument, dat de minister heeft gebruikt - was het argument van de overspanning van de bouwmarkt. Dat is het argument waar- om het is gegaan. Toen heeft dr. Bruins Slot gezegd: als er geremd moet worden, moet er ook geremd worden in de vrije sector.

Maar over die vrije sector stond niets in de motie-Van Eibergen!

Die vrije sector is in 1950 ingesteld door de socialistische minister In 't Veld. Minister Van Aartsen heeft in de memorie van antwoord verzekerd, dat het aantal dure woningen in deze sector . zo klein is. dat een beperking, die een uitgebreide. administratieve bemoeiing met zich brengt, weinig effect zal sor- teren De minister wilde dus gaan in de richtiilg van meer vrijheid. Het beleid van de minister was dus overeenkomstig het AR verkiezingsprogram.

Dr. Tilanus meent, dat het beleid nu toch maar veranderd is, omdat in de re- geringsverklaring zou staan, dat die vrije sector zal worden geremd. Maar in de memorie van antwoord stond al, dat in- dien in de loop van 1961 mocht blijken, dat het voor de vrije sector geraamde aantal van 15.000 woningen belangrijk dreigt te worden overschreden, de minis·

ter zich nader zal beraden over even- tueel in dit verband te nemen maatrege- len. Dat ·is precies hetzelfde standpunt waarop de minister vandaag de dag nog staat.

Als de heer Tilanus zo blij is met af- remming van de vrije sector, dan is het helemaal onbegrijpelijk, dat hij op 22 december zijn stemmen voor de motie- Van Eibergen motiveerde met een beroep op de klacht, dat er in decambtelijke ad- ministratie remmende factoren zijn, die hinderlijk vertragend werken, remmen- de factoren door ambtelijk ingrijpen in de bouwerij.

Inderdaad heeft dr. Tilanus op 22 de- cember dat motief aangevoerd en dan snapt men er niets meer van als hij zegt: men gaat de vijand van de wo- ningnood niet krachtig genoeg te lijf ten- gevolge van ambtelijke papieren en be- rekening, terwijl er juist in de vrije

(Vervolg óp pagina 3)

(3)

VRIJHEID EN DE~IOCRATIE

Mr. H. van Riel over de politieke situatie

Onderling wantrouwen .

ln Anti-Rev. kring

Onze fractievoorzitter in de Eerste Kamer, Mr. H. van Riel, hield in onze eerste tien-minuten-uitzending van dit jaar (dat was op vrijdag 6 januari) voor de radio de volgende korte causerie over: "De politieke situatie".

Laat ik beginnen met U uit naam van de v.V.D. het allerbeste voor Uw gezin en Uzelf voor het komende jaar 1961 toe te wensen. Wij zijn in dat nieuwe jaar al een paar dagen op weg, maar de V.V.D. mag tè zelden in de ether komen om met haar felicitatie precies op tijd te zijn.

Ik spreek tot U over politiek en behoor mij daarom te bedenken wat politiek aan het begin van dit nieuwe jaar voor ons Nederlanders het allerbelangrijkste is.

Mij lijkt zo: rust en een verstandige regering.

Het is over die twee punten: rust en verstand, dat ik het thans even met U wil hebben.

Onze kabinetscrisis hebben wij sinds een paar dagen weer achter de rug. Theore- tisch i[ rust in het bewind voorlopig dus verzekerd.

Maar dan moet het verstand ook wel goed worden gebruikt. Beter bijvoorbeeld dan de heren van Aartsen en Bruins Slot dat op 22 december van het . vorige jaar deden.

Ik heb mij dadelijk na het aftreden van het kabinet nauwelijks positief wil- len uitlaten over de vraag, of de heer antirevolutionaire minister van Aartsen en de heer anti-revolutionaire fractie- voorzitter Bruins Slot goed hadden ge- handeld of niet. Mij leek het allemaal wel vreerüd, maar mijn redenering was daarbij dan toch, dat deze ervaren po- litieke figuren zeer aannemelijke, zij het voor mij niet geheel doorzichtige motie-

ven konden hebben. ·

Luisteraars, ik was zelfs geneigd te ver- onderstellen: moesten hebben. De anti- revolutionaire partij immers is historisch gesproken door tientallen jaren heen een- steunpilaar van de Nederlandse politie- ke samenleving geweest. Bij anti-revo- lutionaire topfiguren denkt men aan ie- mand als Colijn. Hij had zijn fouten, net als wij allen, maar was zeker geen onbesuisde · heethoofd, verre vandien.

De portefeuille-kwestie

In deze lijn doorredenerende nam ik ' dus aan, dat de heer van Aartsen wat onverwacht de portefeuille-kwestie stel- de, omdat hij met aan zekerheid gren- zende stelligheid wist, dat de anti-revo- lutionaire Tweede Kamerfractie of een eind aan het kabinet wilde maken of in elk geval niet meer met hem wilde samenwerken.

Ware de heer van Aartsen onbekwaam, dan zou ik mijn verhaal vóór mij heb- ben gehouden. Een fractie immers kan de zedelijke plicht hebben een onbekwame minister, ook van het eigen beginsel, heen te doen gaan. Deze quasi-kabinets- formatie, die toch al lastig genoeg was, . bood daarvoor overigens nauwelijks kan-

sen. Ik zeg dit speciaal, omdat in enkele bladen op mogelijke personeelsverande- ring binnen het ministerie is gezinspeeld.

Maar de heer van Aartsen heeft zich een zeer goed minister getoond, die met kracht en voortvarendheid heeft gewerkt aan de vooral door de liberalen aange- geven oplossing van het afschuwelijke vraagstuk van de woningnood: voor zo- veel mogelijk terugbrengen in de sfeer van het particuliere initiatief en niet meer subsidie verlenen dan sociaal is ge- boden. Door aldus te handelen had de

STALEN MEUBELEN

GISPEN

CULEMBORG

heer van Aartsen zch verdiensten ver- worven, die ik gaarne beter beloond had gezien.

Gelukkig dacht de anti-revolutionaire partij blijkbaar beter over hem dan de Tweede-Kamerfractie. Dat geeft ons moed, dat minister van Aartsen op de ingeslagen verstandige weg voort zal gaan.

Twee anti-revolutionaire mannen heb- ben een grote rol gespeeld bij het met beleid tot oplossing brengen van de cri- sis. Prof. de Gaay Fortman, de informa- teur en de voorzitter van de anti-revo- lutionaire partij, dr. Berghuis. Ik ver- heug mij er bijzonder over dat beide heren lid van de Eerste Kamer zijn en in wijsheid wisten te handelen.

Het half miljoen van het

N.V.V.

Eén moment kon men denken, dat de gehele Nederlandse politiek bezig was in beweging te komen. In de Christelijk- Historische Nederlander, contactblad Yoor de Christelijk-Historische Unie, van 31 december 1960, komt op pagina 2 in een ongetekend, derhalve blijkbaar redactio- neel artikel een pleidooi voor voor eEcn kabinet met socialisten.

Een partij-standpunt schijnt men hier niet in te mogen zien, als ik kennis neem van wat het Christelijk-Historisch Week-

(Vervolg van pagina 2)

sector van al die administratieve romp- slomp geen sprake is en de minister daarom zo bang is die papierwinkel weer binnen te halen.

De voosheid van de argumenten van de AR- en CRU-fractie heeft prof. Oud duidelijk aan de kaak gesteld.

p rof. Oud sprak ook over het be- lang van de bouw van goedkope woningen, waarover mr. Burger had ge- zegd, dat die hele zaak van de bou,w van goedkope woningen de VVD niet in- teresseert. Onze fractievoorzitter maak- te er op attent dat zijn geestverwant mr.

Schuitemaker zeer nadrukkelijk de aan- dacht had gevestigd op de noodzakelijk- heid van de bouw van die goedkope wo- ningen. (De PvdA probeert nog altijd een ouderwetse caricatuur te schetsen van de opvattingen, die in de VVD le- ven, maar de kiezers worden wijzer).

Het belang, aldus prof. Oud, dat wij Omgekeerd leek het mij zeer waar-

schijnlijk, dat de heer Bruins Slot al- leen aan de motie-van Eibergen vast- hield omdat hij, om welke reden dan ook, van het aanblijven van de anti-re- volutionaire ministers van Aartsen en eventueel ook Zijlstra geen verder heil meer verwachtte.

Essentieel is er intussen door de be moeiingen van de heer de Gaay Fort- man niets veranderd en toch kwam het kabinet ongewijzigd terug. Ik wil en mag niet aannemen, dat de hoofdtaak van de heer De Gaay Fortman is geweest kijvende partij-genoten met elkaar te verzoenen. Dat ministers en fractie-voor- zitters elkaar om persoonlijke motieven in de haren zouden vliegen is immers haast ondenkbaar.

N.V.V. STEUNT BELGISCHE STAI(ERS

Het gebeurde blijft daarom onder de rubriek "onopgeloste raadsels" thuisho- ren.

Luisteraars, dat vind ik vervelend. De meer aanvoelbare dan bewijsbare span- ningen in de anti-revolutionaire groep kunnen, zoals wij nu weten, tot onno- dige complicaties leiden.

Als één van de motieven voor het be- staan van confessionele partijen wordt wel aangevoerd, dat het overleg binnen die partijen, anders dan bijvoorbeeld bij ons liberalen, op christelijke basis en in een christelijke geest plaats vindt.

Nu hoort naar mijn begrip tot overleg in christelijke geest, dat mensen die op elkaar zijn aangewezen, zoals ministers en fractie-voorzitters van eenzelfde par- tij, met niet teveel wantrouwen tegen- over elkaar behoren te staan. ·

En wat ik nu niet kan vatten, luiste- raars, is waarom de heren van Aartsen en Bruins Slot handelden zoals zij deden, als zij niet bijster wantrouwend tegen- over elkaar stonden. Voor mijn gevoe- len is een overmaat aan wantrouwen tenslotte toch nog de meest aanneme- lijke verklaring.

Bekwaam minister

Of de anti-revolutionaire Tweede-Ka- merfractie op een bepaald concreet punt gelijk had of ongelijk, speelt nauwelijks.

Wat dat betreft had men immers de mi- nister van de eigen christelijke partij wel tot andere gedachten kunnen pro- beren te brengen, zonder alles op haren en snaren te zetten. In ieder geval is aan de Nederlandse kiezers en de Ne- derlandse gekozenen weer eens goed dui- delijk gemaakt hoe weinig het speci- fiek christelijk overleg in de politieke

strijd betekent, helaas. MERKWAARDIGE OFFERRANDE

H JANUARI 1961- PAGINA 3

IN MEMORIAM DRS.C.P.HAZENBOSCH

Met groot leedwezen is ook in onze kring het bericht ontvangen van het zo plotselinge en tragische overlijden van het lid der Tweede Kamer, drs. C. P. Hazenbosch.

Met deze Anti-Rev. afgevaardigde verschilden wij menigmaal van in- zicht, maar er was geen enkel ver- schil van mening over zijn be- kwaamheid en over zijn toewijding voor de vele belangrijke zaken, die hem ter harte gingen.

Zijn nagedachtenis zal ook bij die leden van de V.V.D., die hem gekend hebben, in eerbiedige her- innering blijven voortleven.

blad voor Nederland in haar nummer van 6 januari 1961 schrijft.

Toch moet deze op dit ogenblik geuite voorkeur voor samengaan onder meer met socialisten velen die zich op zichzelf tot de Christelijk-Historische Unie en haar beginselen aangetrokken voelen wel tot critisch nadenken stemmen.

Nederlandse en Belgische verhoudin- gen zijn geenszins op ieder punt ver- gelijkbaar, maar voor een diepgaande studie of mogelijke conclusies uit het op- treden der Waalse socialisten zijn te trek- ken, is zeker meer dan normale aanlei- ding. Denkt U eens aan de lening van een half milHoen van het N.V.V aan het Algemeen Belgisch Vakverbond, in deze dagen!

stellen in de bouw van goedkope wonin- gen is in het bijzonder tot uitdrukking gekomen in de motie-Andriessen, die de heer Schuitemaker en ik gaarne mede hebben ondertekend. In die motie is de wens uitgesproken, dat er 5000 wonin- gen meer zouden worden gebouwd met een extra bijdrage.

.Dat zou "geen woning méér hebben op- geleverd, interrumpeerde de heer Van Eibergen.

Dat weet ik wel, antwoordde prof.

Oud, maar wat worden de mensen die de extra gesubsidieerde woningen behoe- ven, beter van het totale cijfer? Ze wor- den beter van het aantal woningen, dat

extra gesubsidieerd wordt. In sociale gezindheid is de AR-fractie een beetje achter de VVD en de KVP aangelopen.

D e gehele loop van zaken kan moei- lijk een andere indruk maken dan dat de zaak van beide kanten, zowel van de zijde van de AR minister als van die van de AR-fractie, tezeer in de emotione- le sfeer is getrokken; van de zijde van de ministers door de portefeuillekwes- tie te binden aan de houding van de fractie en van de zijde van de fractie.

die daard, op haar beurt geïrriteerd was, door niet wijzer te zijn. Zo heeft die incomptabilité d'humeur in het an- ti-revolutionaire kamp een crisis veroor- zaakt.

Het verheugde prof. Oud, dat de in- wendige moeilijkheden waren opgelost en dat een goede verhouding tussen de AR ministers en de fractie hersteld scheen.

Dr. Bruins Slot zei bij de replieken, dat er een meningsverschil was over een zakelijke kwestie. Wanneer het gaat om de oplossing van moeilijkheden tussen AR ministers en de AR Tweede Kamer- fractie, zei hij, is dat een interne aan- gelegenheid, waarbij wij de heer Oud

als onpartijdig arbiter bepaald niet nodig hebben. Het speet hem, dat hij op 22 december geen schorsing van de beraad- slaging had gevraagd. Misschien was het conflict dan voorkomen. Maar zelfs een verlicht politicus als de· heer Oud is niet op dat idee gekomen.

Had ik schorsing moeten voorstellen?

vroeg prof. Oud. U moet mij niet bij de anti-revolutionaire fractie inlijven.

Prof. Oud was op dreef. Tijdens zijn rede drong bijna iedereen naar het spreekgestoelte om geen woord te mis- sen. Omdat er de laatste tijd wel wat al teveel is gehamerd op het arme hoofd van dr Bruins Slot, die ten onrechte wordt voorgesteld als de hoofdschul- dige voor de overbodige kabinetscrisis, was prof Oud kennelijk van plan hem met enige mildheid te bejegenen, maar door de vele interrupties uit het anti- rev. kamp kwam daar niets van terecht en werd de hele AR-fractie nogeen;; te- kijk gezet.

Want minister van Aartsen is onwrilc- baar op zijn standpunt van 22 decem- ber blijven staan. Dat kan alleen maar betekenen dat de AR-fractie heeft moe- ten toegeven. Iedereen weet trouwens wel dat de Tweede Kamerfractie van de AR in de vergadering te Utrecht van het Centraal Comité van AR Kiesver- enigingen een verschrikkelijke neder- laag heeft geleden en dat minister Ziji- stra de grote overwinnaar is geweest.

V. v.D.

(4)

VRIJHEID EN DEThJ:OCRATIE 14 JANUARI 1961 - PAGINA 4

================================================================

Ü11ze taak en plaats In de psychologische oorlogvoering

(VERVOLG VAN PAG. 1)

De periode van medio november 1954 tot medio maart 1955 moge dan als volkomen willekeurig voorbeeld worden aangehaald.

Op 24 november 1954 ontstond wat men zou kunnen noemen een "slaande ru- zie" tussen de fractievoorzitter van de P.v.d.A.

mr. Burger en nu wijlen minister Donker. Sterk geagiteerd en met heftige armgebaren stond de heer Burger vlak voor de regeringstafel en riep de hem geestverwante minister tijdens diens begrotingsrede toe: "Uw voorstelling van de zaken is notoir onjuist''. En in het hef- tige rumoer hoorde men ook de heer Scheps soortgelijke uitdrukkingen bezigen, die echter in het lawaai (men ziet: de Kamer is niet altijd zo "saai" als sommigen wel menen!) niet ge- heel waren te verstaan.

Dat geschiedde, toen minister Donker ant- woordde op de heftige kritiek, welke de heer Burger de dag tevoren had geleverd op de toepassing van de Wet van 13 oktober 1950 betreffende toekenning van een tegemoetko- ming aan personen, die ten onrechte als politie- ke delinquenten zijn behandeld, in de schade, tengevolge van de detentie ontstaan.

Minister Donker reageerde ook later nog weer fel tegen mr. Van Rijckevorsel (K.V.P.) en :u:ideren, toen hij zei, dat hij zijn gratiebe- leid niet wenste te veranderen en dat men, zo -men wilde, daaruit "de consequenties" dan . maar moest trekken.

Mr. Burger was bij de replieken van mening, dat van al de tegen-argumenten van de minis- . ter maar heel weinig was overgebleven. Met :een aantal van zijn socialistische fractiegeno- . ten diende hij een motie in, welke met alle

socialistische stemmen vóór, werd verworpen.

Op 2 december d.a.v. noemde ir. Posthumus bij de behandeling van de begroting vanVer- keer en Waterstaat het vervoersbeleid van minister Algera "zwak en gevaarlijk". De he- . groting werd ten slotte aanvaard, maar het

principiële verschil tussen deze minister uit het Kabinet-Drees en de socialistische fractie bleef op dit punt volledig bestaan.

Op 10 december bleek een belangrijk deel van de Tweede Kamer ·het Kabinet- Drees te verdenken van een soort "langzaam:- aan" actie in de openlegging en ontwikkeling -van Nederlands Nieuw Guinea. Mr. De Graaf (K.V.P.) drong krachtig aan op een snelle openlegging en ontwikkeling van dat gebieds- deel; de toenmalige K.N.P.-er prof. Lemaire verzette zich al evenzeer tegen wat hij noemde

·het "langzaam-aan tempo" en ook onze geest- verwant de heer Cornelissen, die de intelligen- tie van de Papoea's prees, bleek het met dat

"langzaam-aan" niet eens te zijn.

De wijze, waarop minister Toxopeus en staatssecretaris Bot thans de ontwikkeling van het land en de staatkundige opvoeding van de bevolking van Nederlands Nieuw Guinea heb-

ben aangepakt, steekt in doelbewustheid en in veelheid van initiatieven wel in heel gunstige zin af bij de sloomheid waarvan de Kabinet- ten-Drees op dit terrein blijk hebben gegeven!

Helaas kunnen de tegenwoordige bewindslie- den niet helpen, dat zij niet eerder op deze plaats zijn gekomen. We kunnen nu slechts hopen, dat hun krachtige aanpak niet te laat zal blijken te zijn gekomen!

Op 17 december moest minister Cals bij de behandeling van een schoolgeld-ontwerp een amendement van onze geestverwante mevr.

Fortantier-De Wit, dat . afschaffing van het schoolgeld voor het gehele lager, middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs wilde, "zeer ernstig ontraden". Zou het amendement wor- den aanvaard, dan zou hij het gehele ontwerp moeten terugnemen, omdat, naar de minister zei, hij niet geloofde, dat op basis van het amendement-Fortanier-De "Wit overeenstem- ming in het Kabinet zou zijn te verkrijgen en

"het bereikte compromis in het Kabinet dan in gevaar zou worden gebracht".

De heer Van Sleen, die zijn steun aan het amendement reeds had toegezegd, trok zich onder de bedreiging door de minister nu terug en stemde met de gehele socialistische fractie nu tegen.

Vier dagen later, op 21 december, legde mi- nister Staf het loodje tijdens de interpellatie van de heer Vermeer (P.v.d.A.) over het z.g.

liftverbod voor militairen, in welke kwestie deze minister van Defensie in het Kabinet- Drees de ene psychologische onhandigheid op de andere wist te stapelen, waarbij hij in deze in wezen toch vrij futiele kwestie de goodwill dreigde te verspelen, welke onze na-oorlogse krijgsmacht bij de overgrote meerderheid van ons volk heeft verkregen.

. Prof. Oud noemde het daarbij "een bijna on- vergeeflijke fout van de minister", dat hij prins Bernhard in dit debat had betrokken, aange- zien dit met onze constitutionele verhoudingen in strijd is .

In januari 1955 had het zwaar beproefde Kabinet-Drees even rust, want de Ka- mer was rn:et Kerstrecès. Nauwelijks echter was de Kamer weer begonnen, of de wrijvingen zetten zich voort. Begin februari was heel·Ne- derland in rep en roer over de wijziging van de Begrafeniswet (het z.g. crematie-ontwerp), waarbij het ,,onaanvaarbaar" moest worden uitgesproken over amendementen van de heer Oud, die zich richtten tegen de discriminatie van de lijkverbranding. En ondanks bestrijding van deze amendementen door de de officiële woordvoerders van de P.v.d.A. stemden resp~

drie en zeven leden van de P.v.d.A.- fractie vóór deze (verworpen) amendementen. "Het Parool" bracht aan prof. Oud openlijke hulde voor zijn strijd voor de geestelijke vrijheid ...

Twee weken later kreeg minister Cals het hard te verduren over zijn in de jaren daarvó.ór tegen alle waarschuwingen in getoond optimis-

me over het toen reeds dreigende onderwijzers- en lerarentekort. Aan het einde van het debat moest mevrouw Fortanier-De Wit de minister toevoegen: "Gij hebt het boetekleed aange- trokken en hebt een aantal fouten zo openhar- tig erkend, dat ik u thans voorshands een klein krediet van vertrouwen niet mag ont- houden".

Op 10 maart begon een zich over verschei- dene dagen uitstrekkend z.g. "televisiedebat'' over de tweede televisienota van minister Cals, waarbij de minister een opvallende nederlaag leed tegenover een motie uit de Kamer van zijn geestverwant de heer Peters. Minister Cals be- streed de motie en dreigde, dat wanneer zij zou worden aangenomen, "het Kabinet zich zou moeten beraden of het verantwoord is, nu eri voor de toekomst de steeds stijgende bedragen voor de televisie ter beschikking te stellen".

Nochtans werd de motie aanvaard, waarbij de

"regeringspartijen" volledig uiteenvielen. De K.V.P. stemde (met de A.R. en de C.H.) voor;

de P.v.d.A. stemde (met de V.V.D.) tegen.

Bij de staalkaart van meningen, welke over de vorm van de televisie-organisatie naar vo- ren kwam, viel de P.v.d.A.-fractie in drieën uiteen ...

Dat was de tweede nederlaag voor het Kabinet-Drees in één week, want de dag vóór- dat het televisiedebat begon, had minister Suurhoff na een fel gevecht een principiële nederlaag geleden door de aanvaarding van een amendement van dr. Mol (K.V.P.) op het ontwerp Gezondheidswet, ondanks de dreiging van de minister, dat hij na aanvaarding schor- sing van de verdere behandeling van het ont- werp zou vragen, teneinde zich nader te bera- den over een intrekking van het gehele ont~

werp .

Het is een lang, maar naar het ons voor- komt uitermate nuttig verhaal gewor- den. Het toont overduidelijk aan, dat wie boter op het hoofd heeft, beter niet in de zon kan gaan staan.

Het kan voor onze propagandisten van groot nut zijn, zich dit alles nog eens goed te herin- neren. Zij zijn dan gewapend tegenover hen, die om doorzichtige redenen bij de kleinste wrijving in de Kamer doen of zoiets zich nog nooit heeft voorgedaan en alsof het tegen- woordige Kabinet goed zou doen, zich de

"sterke Kabinetten-Drees" te herinneren, die zoveel "succes" hebben gehad ..•

Vergelijking· toont echter aan, dat het Kabinet-De Quay het er tot nu toe (ondanks alle op de vergeetachtigheid speculerende be- weringen van het tegendeel) heel wat beter heeft afgebracht dan zijn voorgangers.

Bij gebleken behoefte en belangstelling zijn wij gaarne bereid, deze historische reeks nu en dan ook verder voort te zetten. Want zo is het voortgegaan, tot op de dag, dat het laatste Kabinet-Drees, in december 1958, in het schijn- sel van het licht der socialistische fakkeldra-

gers, ten onder ging. A.W.A

Liberale Sociëteit te Leeuwarden

nen leiden tot een neutrale vakorganisa- tie, waarin dus niet zozeer liberalen een' hoofdrol zouden spelen. De VVD heeft zich immers altijd tegen verzuilde orga- nisaties verklaard en zal zeker geen nieu- we zuil gaan. stichten.

HET DAGELIJKS BESTUUR VERGADERDE

tot gedachtenwisseling. Hierna is er een gezellig samenzijn.

De heer Corver sprak over loonpolitiek en enkele andere sociale problemen Voor de Liberale Sociëteit te Leeuwar.

den sprak op 6 januari j.l. de heer J. C.

Corver te Heemstede, lid der Tweede Ka- mer over bovengenoemd.. onderwerp.

De heer Corver begon zijn lezing met een kort overzicht over de voorgeschie- denis en het verloop van de jongste ka- binetscrises.

Wat betreft de loonpolitiek verkoos de heer Corver het huidige systeem ver boven dat van de algemene loonronden, Wll!arbij altijd ook de prijzen omhoog gin- gen en niemand er eigenlijk veel op voor- uit ging. De regering wil nu verhoging van de productiviteit als grondslag ne- men.

De heer Corver is indertijd opgetreden als voorzitter van een door ons partijcon- gres ingestelde commissie tot onderzoek naar de mogelijkheden voor een liberaal vakverbond. Die commissie kwam tot een negatief resultaat. Toch blijft het een mis- verstand, dat in de SER en de bedrijfs- organisaties alleen NVV, KAB en CNV de werknemers mogen vertegenwoordi- gen, terwijl zij slechts 33% van de werk- nemers tot hun leden kunnen tellen. In- dertijd is ook al door 53 hoogleraren te- gen deze exclusieve positie geprotesteerd.

Spreker had nog wel hoop dat bespre- kmgen met bepaalde groepen zouden kun-

De zeer grote actualiteit van de onder- werpen, die door de heer Corver waren behandeld, veroorzaakte een levendige discussie na de pauze.

Mr. D. Reitsma burgemeester van Warnsveld

Met voldoening hebben wij vernomen dat ons lid mr. D. Reitsma is benoemd tot burgemeester van Warnsveld.

De heer Reitsma is nog slechts kort lid van de afdeling Amsterdam van de VVD, maar in die tijd heeft hij zich dadelijk actief ingelaten met het kaderwerk in deze afdeling.

Zijn nieuwe functie zal het hem niet mogelijk maken zich langer bezig te hou- den .met de bestudering van de Amster- damse verkeersproblemen.

De problemen waar hij op dit gebied mee te maken zal hebben in zijn nieuwe gemeente zullen waarschijnlijk op dit punt ook wat eenvoudiger zijn.

In ieder geval wensen wij burgemeester en mevrouw Reitsma in hun nieuwe ge- meente heel veel succes toe. ·

Moge het werk hem daar die voldoening brengen welke hij er zich van voorstelt.

VONHOFF

Het Dagelijks Bestuur van onze Partij heeft op zaterdag 7 januari jl. onder voorzitterschap van Prof. Mr P.J. Oud ·in Den Haag vergaderd ter bespreking van verschillende huishoudelijke en organisa- torische vraagstukken.

Tweede sociëteitsavond van Franeker op 16 ianuari a.s.

Dij afdeling Franeker organiseert op maandag 16 januari a.s. haar tweede so- ciëteitsavond en wel om 8 uur 's avonds in Hotel "De Valk". De heer H.S. King- sma zal een inleiding houden, toegelicht met kleurendia's over Indrukken uit Is- raël. Na de inleiding is er gelegenheid

EINDSTAND f 1200.-

Door nagekomen giften is de eind- stand bij de inzameling voor het Bibliotheekfonds voctr de Vereni'- ging van Staten. en Raadsle~en

gekomen op een bedrag van f 1200,-.

Daarnaast zijn nog enige schenkin- gen in "natura" ontvangen, n.l.

handboeken op verschillend gebied.

Aan alle schenkers, die er mede toe bij hebben gedragen, dat deze inzameling voor het Bibliotheek- fonds zo'n succes is geworden, mijn hartelijke dank.

D. W. Dettmeijer.

PUBLIC RELAllONS

in- en externe betrekkingen, adviezen en uitvoering.

C. NIERMEIER-

adviseur voor public relations -

Beukplein 32 - Den Haag - Telefoon 0 70-33.25.16 b.g.g. 0 70-33.06.49 Lid van het Nederlands Genootschap voor Public Relations

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vele leden van zijn fractie zouden dan name- Hjk moeilijk tegen· de eerder ingediende moties van de oppositie (die van de VVD dus, want de CHU kwam niet met een

Gecontroleerde Particuliere Dag- en Nacht Bewakingsdienst. Bewaking van Schepen, Kaden, Loodsen, Wagons en opgeslagen goederen. Vakkundig en Technisch personeel voor

prijzerL Dat is een unicum, gaf de socia- listische oud-minister proL Vondeling toe_ Deze gewezen bewindsman, die vroe- ger vaak een lastige Kamer tegenover zich

Wanneer wij dus wat dit punt betreft de balans naar het Westen willen laten doorslaan, dan moeten wij een beleid voeren waardoor deze volken duidelijk weten, dat zij door voor het

een scheppende intensiteit hij gewerkt h~eft. Aan vele van deze stukken gingen uitvoerige stuclies vooraf. De principiële inzichten, die hij hierbij veroverde,

Ik wil thans enkele opmerkingen maken over de vrije loonvorming en over de stelling van de Regering, dat de lonen aan de produktiviteit moeten. Bijna zou ik zeggen dat

Niet alleen de studenten ook de parlementariërs, die zich van Domela afwendden, heeft Van der Goes de geur doen genieten van de door hem verzorgde bloemen,

PROF. WITTEVEEN cijfers van het C.B.S. verkorting van de arbeidsduur zou mo- gen overgaan in de bedrijfstakken, waar- in de produktiviteit meer stijgt dan het