• No results found

Jezus Christus is God http://wayoflife.org/, 15-03-2011

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Jezus Christus is God http://wayoflife.org/, 15-03-2011"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jezus Christus is God

http://wayoflife.org/, 15-03-2011

Alle Schriftaanhalingen komen uit de Statenvertaling (1977 of HSV) Vertaling (ingekort) en voetnoten door M.V.

De volgende studie komt uit de Way of Life Encyclopedia of the Bible & Christianity.

Het feit dat Jezus Christus ten volle God is wordt bewezen door volgende bijbelpassages:

1. ALLES WAT OVER GOD GEZEGD WORDT IN HET O.T. WORDT OOK GEZEGD OVER JEZUS CHRISTUS IN HET N.T.

Oudtestamentische titels voor God toegepast op Jezus Christus.

De eerste tekst verwijst naar Jehovah/Jahweh God, de tweede naar Jezus Christus:

Steen des aanstoots Jesaja 8:13-15 1 Petrus 2:6-8 Schepper

Jesaja 44:24 Kolossenzen 1:16 Enige Redder

Jesaja 43:11 2 Timotheüs 1:10 Koning der koningen

Psalm 95:3

1 Timotheüs 6:14-15 Alfa en Omega

Jesaja 44:6

Openbaring 1:7-18 Goede Herder

Jesaja 40:10-11 Johannes 10:11 Elke knie zal buigen

Jesaja 45:23

Filippenzen 2:10-11 Rechter

Jesaja 24:20-21 Kolossenzen 1:17 Hij zal regeren

Jesaja 24:23 Mattheüs 25:31

2. DE O.T.-PROFETEN VOORZEGDEN DAT DE MESSIAS GOD ZOU ZIJN Vergelijk Jesaja 7:14 en Mattheüs 1:23; Jesaja 9:6; Jeremia 23:5-6.

(2)

3. CHRISTUS WERD VERKONDIGD GOD TE ZIJN BIJ ZIJN GEBOORTE Mattheüs 1:23; Lukas 1:17, 32, 76; 2:11.

4. JEZUS BEWEERDE GOD TE ZIJN EN HIJ ACCEPTEERDE AANBIDDING VAN MENSEN

Mattheüs 2:11; 8:2; 9:18; 14:33; 15:25; 20:20; 28:9,17; Markus 5:6; Lukas 24:52; Johannes 9:38;

10:30-33; 5:18, 23; 8:56-59; 9:38; 20:28.

5. DE N.T.-SCHRIJVERS ZEIDEN DAT JEZUS CHRISTUS GOD IS

Johannes 1:1; Handelingen 20:28; 10:36; Filippenzen 2:6; Kolossenzen 1:15; 2:9; 1 Timotheüs 3:16; 6:14-16; Hebreeën 1:3; Titus 2:13; 1 Johannes 3:16.

6. ELKE MENS EN ENGEL ZAL JEZUS CHRISTUS AANBIDDEN

Filippenzen 2:9-11; Hebreeën 1:8-9. Als Jezus niet God was zou Hij geen aanbidding kunnen aan- nemen (Exodus 20:3-5).

7. HIJ WORDT 663 MAAL “HEER” GENOEMD IN HET N.T.

“Het Griekse woord kurios is het equivalent van het Hebreeuwse adonai en is zo gebruikt door Je- zus in Mattheüs 22:43-45. Het vele gebruik van kurios wijst op de goddelijke titel van Jezus, de Christus. In deze zin verschijnt de term 663 keer in het Nieuwe Testament. Dat het de bedoeling is om Jezus Christus te identificeren met de oudtestamentische Godheid is evident vanuit Mattheüs 3:3; 12:8; 21:9 (Psalm 118:26); 22:43-45; Lukas 1:43; Johannes 8:58; 14:8-10; 20:28; Handelingen 9:5; 13:33 (Psalm 2)” (Scofield).

“Alle goddelijke namen en titels worden toegepast op Hem. Hij wordt genoemd God, de machtige God, de grote God, God over alles, Jehovah, Heer, de Heer der heren en Koning der koningen. Alle goddelijke kenmerken worden Hem toegeschreven. Hij wordt verklaard alomtegenwoordig, alwe- tend, almachtig en onveranderlijk te zijn, dezelfde gisteren, vandaag en voor altijd. Hij wordt ge- noemd als de schepper en onderhouder en heerser van het universum. Alle dingen werden door Hem geschapen, en voor Hem en door Hem bestaan alle dingen. Hij is het object van aanbidding voor alle met rede begaafde schepselen, zelfs de hoogsten; alle engelen worden bevolen te buigen voor Hem. Hij is het object van al de religieuze sentimenten; van eerbied, liefde en devotie. Tegen- over Hem zijn mensen en engelen verantwoordelijk voor hun hoedanigheid en gedrag. Hij eiste dat mensen Hem zouden eren zoals zij de Vader eren; dat zij hetzelfde geloof in Hem zouden beoefe- nen als zij doen in God. Hij verklaart dat Hij en de Vader één zijn; dat zij die Hem gezien hebben ook de Vader hebben gezien. Hij roept alle mensen naar Hem toe, belooft hun zonden te vergeven, hen de Heilige Geest te zenden, hen rust en vrede te geven, hen te doen verrijzen op de laatste dag, en hen eeuwig leven te geven. God is niet meer, en kan niet meer beloven, of meer doen dan Chris- tus zei te zijn, te beloven en te doen. Hij is daarom de God van de christenen geweest van bij het begin, in alle tijdperken en in alle plaatsen” (Charles Hodge, geciteerd door John Walvoord, Jesus Christ, Our Lord, p. 31).

WIE ZEI DAT JEZUS CHRISTUS GOD IS?

David noemde Hem God (Mattheüs 22:43-45).

Jesaja noemde Hem God (Jesaja 7:14; 9:6).

Jeremia noemde Hem God (Jeremia 23:5-6).

Mattheüs noemde Hem God (Mattheüs 1:23).

Christus noemde Zichzelf God (Johannes 5:17-18; 8:58-59; 10:30-33; Openbaring 1:8).

De engelen noemden Hem God (Lukas 2:11).

Johannes noemde Hem God (Johannes 1:1; 1 Johannes 3:16; 5:20).

(3)

De blinde man noemde Hem God (Johannes 9:35-38).

Thomas noemde Hem God (Johannes 20:28).

Petrus noemde Hem God (Handelingen 10:34-36).

Paulus noemde Hem God (Handelingen 20:28; Filippenzen 2:5-6; 1 Timotheüs 3:16; Titus 2:13).

De Vader noemde Hem God (Hebreeën 1:8-10). Hebreeën 1:8-9 is geciteerd van Psalm 45, en in Psalm 45 is het vanzelfsprekend dat God de Vader, Jehovah/Jahweh God, spreekt over de Zoon. De Vader noemt de Zoon God, en de Zoon noemt de Vader God. Dit is het mysterie van de Drie- eenheid. Alhoewel we de Drie-eenheid niet goed kunnen begrijpen, geloven we erin omdat het de leer is van de Schrift.

ZIJ AANBADEN JEZUS

De Bijbel leert dat het afgoderij en boosheid is om iemand of iets anders te aanbidden dan de Ware en Levende God.

“Toen zei Jezus tegen hem [Satan]: Ga weg, satan, want er staat geschreven: De Heere, uw God, zult u aanbidden en Hem alleen dienen” (Mattheüs 4:10).

“Want u mag zich niet neerbuigen voor een andere god: de Naam van de HEERE is immers de Na- ijverige. Een na-ijverig God is Hij” (Exodus 34:14).

“Ik ben de HEERE – dat is Mijn Naam; Mijn eer zal Ik aan geen ander geven, evenmin Mijn lof aan de afgodsbeelden” (Jesaja 42:8).

HET FEIT DAT JEZUS CHRISTUS AANBIDDING ACCEPTEERDE IS EEN ONBETWISTBAAR BEWIJS DAT HIJ GOD IS

De uitverkoren engelen weigerden aanbidding (Openbaring 19:10).

De apostelen weigerden aanbidding (Handelingen 14:11-15).

De Heer Jezus Christus evenwel werd herhaaldelijk aanbeden door hen die Hem benaderden, en niet één keer zien we in het bijbelse verslag dat Hij aanbidding weigerde. Hij accepteerde aanbid- ding omdat Hij de Almachtige God is, de Schepper van alle dingen, de Eerste en de Laatste, het Begin en het Eind.

“En toen zij in het huis kwamen, vonden zij het Kind met Maria, Zijn moeder, en zij vielen neer en AANBADEN Het. Zij openden hun schatkisten en brachten Hem geschenken: goud en wierook en mirre.” (Mattheüs 2:11).

“En zie, er kwam een melaatse. Die KNIELDE voor Hem neer [KJV: “worshipped Him”] en zei:

Heere, als U wilt, kunt U mij reinigen” (Mattheüs 8:2).

“Toen Hij deze dingen tot hen sprak, zie, er kwam een leidinggevende, die Hem AANBAD en zei:

Mijn dochter is zojuist gestorven, maar kom, leg Uw hand op haar en zij zal leven” (Mattheüs 9:18).

“Toen kwam de moeder van de zonen van Zebedeüs met haar zonen naar Hem toe. Zij KNIELDE voor Hem [KJV: “worshipped Him”] neer om Hem iets te vragen” (Mattheüs 14:33).

“Maar zij kwam dichterbij, KNIELDE voor Hem neer [KJV: “worshipped Him”] en zei: Heere, help mij! (Mattheüs 15:25).

“Toen kwam de moeder van de zonen van Zebedeüs met haar zonen naar Hem toe. Zij KNIELDE voor Hem neer [KJV: “worshipped Him”] om Hem iets te vragen” (Mattheüs 20:20).

“Toen zij weggingen om het aan Zijn discipelen bekend te maken, zie, Jezus kwam hun tegemoet en zei: Wees gegroet! Zij gingen naar Hem toe, grepen Zijn voeten en AANBADEN Hem” (Mattheüs 28:9).

“En toen zij Hem zagen, AANBADEN zij Hem, maar sommigen twijfelden” (Mattheüs 28:17).

“Toen hij nu Jezus uit de verte zag, snelde hij naar Hem toe en AANBAD Hem” (Markus 5:6).

(4)

“En zij AANBADEN Hem en keerden terug naar Jeruzalem met grote blijdschap” (Lukas 24:52).

“En hij zei: Ik geloof, Heere! En hij AANBAD Hem” (Johannes 9:38).

“Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, opdat IN DE NAAM VAN JEZUS ZICH ZOU BUIGEN ELKE KNIE van hen die in de he- mel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader” (Filippenzen 2:9-11).

“En wanneer Hij vervolgens de Eerstgeborene in de wereld brengt, zegt Hij: En laten alle engelen van God Hem AANBIDDEN. En van de engelen zegt Hij weliswaar: Die Zijn engelen maakt tot geesten en Zijn dienaren tot een vuurvlam, maar tegen de Zoon zegt Hij: Uw troon, o God, bestaat in alle eeuwigheid. De scepter van Uw koninkrijk is een scepter van het recht” (Hebreeën 1:6-8).

WAT MET DE VERZEN DIE LIJKEN TE ZEGGEN DAT JEZUS MINDER IS DAN DE VADER?

Markus 13:32 is een sleutelvers hiervan: “Maar die dag en dat moment is aan niemand bekend, ook aan de engelen in de hemel niet, ook aan de Zoon niet, maar alleen aan de Vader”.1

1) Dit vers is verbonden met de “kenosis” van de Heer, waarvan gesproken wordt in Filippenzen:

“maar Zichzelf ontledigd [Gr. kenoo] heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden” (Filippenzen 2:7).

Het Griekse woord is “kenoo”. Strong’s2 geeft de betekenis van “leegmaken, (figuurlijk) verlagen, effectloos maken”.

“Kenosis is het Griekse woord dat Paulus gebruikte om te beschrijven dat Jezus Zichzelf ‘ontledig- de’ van Zijn oneindige krachten en hemelse heerlijkheid, omdat deze niet op hun plaats of te groot waren in de eindige beperkingen en lokale gedaante van het menselijke leven waarin Hij kwam. In Zijn kenosis legde de Eeuwige Zoon tijdelijk de BEOEFENING af van bepaalde krachten en eigen- schappen, maar Hij bleef Zichzelf. Hij die deze dingen aflegde, legde niet Zichzelf af. Hij was nog steeds God de Zoon met een heilige wil, goddelijk verlangen, rechtvaardig doel en een onberispe- lijke liefde. De oneindigheid aan krachten, die niet gepast of nodig waren binnen de nauwe scope van een menselijk leven, legde Hij af. Jezus Zelf onderwees deze leer vóór Paulus. Hij verwees meer dan eens naar Zijn persoonlijke voorbestaan. Met betrekking tot Zijn kenosis zei Hij: ‘En nu verheerlijk Mij, U Vader, bij Uzelf, met de heerlijkheid die Ik bij U bezat voordat de wereld er was’

(Johannes 17:5). En opnieuw: ‘En als u de Zoon des mensen nu eens zou zien opvaren naar de plaats waar Hij eerder was?’ (Johannes 6:62)” (Johannes Champion, The Virgin’s Son, 1924, pp.

88, 89).

Modernisten hebben de passage van Filippenzen misbruikt om te beweren dat Jezus Christus niet God is. Wij willen opnieuw benadrukken dat de Heer Jezus Christus geenszins Zijn Godheid opgaf door Zijn vleeswording. Filippenzen 2:5-8 zegt dat Hij “in de gestalte van God” was en dat Hij “de gestalte van een slaaf” aannam. Het was louter “de gestalte” die veranderde, niet Zijn Godheid.

2) Dit vers is ook verbonden met de onderwerping van de Zoon aan de Vader. De Bijbel openbaart de ene God in drie personen: Vader, Zoon en Heilige Geest. Zij zijn alle drie God en gelijk, maar er is een orde binnen de Godheid, zodat de Zoon zich onderwerpt aan de Vader. Dit is wat we zien in Markus 13:32.

“De referentie is geheel duidelijk als we het doel van Markus’ evangelie in gedachten houden: het portretteren van Jezus als de getrouwe Dienaar van Jehovah. Christus zegt in Johannes 15:15: ‘een slaaf weet niet wat zijn heer doet’. Hoe significant is het dat Markus, die Jezus presenteert als de volmaakte Dienaar, deze uitspraak zou neerschrijven over het uur van Zijn wederkomst als Koning der koningen en Heer der heren. (Mattheüs doet een gelijkaardige uitspraak, in Mattheüs 24:36;

evenzo Lukas in Handelingen 1:7). In het aspect van Zijn bediening als een Dienaar, gaf onze Heer

1 Zie ook Matt. 26:39, Joh. 5:19, Joh. 6:38, Joh. 8:42, Joh. 14:28, Joh. 20:17, 1 Kor. 15:28.

2 Strong’s 2758: “from  - kenos 2756; to make empty, i.e. (figuratively) to abase, neutralize, falsify:--make (of

(5)

vrijwillig bepaalde kennis over, opdat Hij de weg van het geloof mocht gaan en Hij zo een toon- beeld zou zijn voor alle gelovigen. Alhoewel Hij de eeuwige Zoon van God bleef, gelijk en eeuwig als de Vader, verkoos Hij als Dienaar echter voor een beperking van Zijn kennis, en gebondenheid aan de wil van de Vader” (Louis Talbot, Bible Questions Explained, p. 38).

verhoevenmarc@skynet.be - www.verhoevenmarc.be - www.verhoevenmarc.be/NieuwsteArtikelen.htm

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoe is dat met u, geliefde lezer. Waarom? Omdat er voor dit goddeloze zondige Samaritaanse vrouwtje ook nog hoop was, lezer!! Al gooide heel Samaria haar weg, Christus

Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want God heeft

Jezus vraagt dan dus aan de vrouw: niet “wie is je man?” Maar: “wie is je God aan wie je trouw bent?” Of beter nog: eigenlijk zegt hij tegen haar: “Zo zijn wíj niet

‘…en in Jezus Christus, Gods eniggeboren Zoon, onze Heer’o. voorganger: ds Marco Visser vleugel: David Rip voorlezer: Corry

Het is merkwaardigerwijs Herodes die laat aanvoelen wat er geestelijk gebeurt bij de dood van Johannes. Hij had in wezen geen slechte band met de Doper. Want Herodes had ontzag

Want de wet is door Mozes gegeven en de genade en de waarheid zijn door Jezus Christus geworden. Slotzang: Psalm 116 vers 7

Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staan, maar deze zijn opgeschreven opdat u gelooft dat Jezus de messias is, de Zoon van

Wanneer we Jezus volgen, kunnen we er niet naast kijken: hij heeft volop aandacht voor de mensen aan de rand.. We kennen de verschillende genezingsverhalen en de wijze waarop hij