• No results found

Vraag nr. 284 van 8 augustus 2001 van de heer CARL DECALUWE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 284 van 8 augustus 2001 van de heer CARL DECALUWE"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 284 van 8 augustus 2001

van de heer CARL DECALUWE NV Zeekanaal – Kaaimuurprojecten

De NV Zeekanaal heeft het voorbije jaar in het kader van haar watergebonden grondbeheer een vijftal kaaidossiers en een dertiental kaaimuurpro-jecten geopend of daadwerkelijk gestart. De inves-teringen bedragen verschillende miljoenen en moe-ten een trafiekstijging tot gevolg hebben.

1. Kan de minister vice-president een overzicht geven van de concrete projecten met vermel-ding van het investeringsbedrag ?

2. Welke investeringen worden door het V l a a m s Gewest gedragen ?

3. De doelstelling van de bijkomende investerin-gen is een stijging van de trafiek over het water, met creatie van werkgelegenheid en een verbe-tering van de vervoersproblematiek en van het leefmilieu tot gevolg.

Werden deze doelstellingen in kwantificeerbare termen omgezet ?

Wat is het streefcijfer ?

Antwoord

Als b i j l a g e een overzicht van de kaaimuurprojec-ten die uitgevoerd worden door de NV Zeekanaal in het kader van haar watergebonden grondbeheer. De bevoegdheid van de NV Zeekanaal strekt zich uit over heel het Vlaamse gewest, uitgezonderd de havengebieden en het territorium van de Dienst voor de Scheepvaart, die bevoegd is voor het A l-bertkanaal met de aanpalende kanalen in A n t w e r-pen en Limburg.

Voor het gebied van de NV Zeekanaal werden in totaal reeds 52 aanvragen van bedrijven ingediend. Het gaat hier in principe telkens om nieuwe trans-porten via de waterweg of transtrans-porten die anders via een andere modus zouden gebeuren.

Het grote aantal aanvragen bewijst dat het initia-tief van het Vlaams Gewest voor de bouw van kaaimuren een belangrijke impuls is voor de be-drijven om de binnenvaart te gebruiken als ver-v o e r s m o d u s. Zoals blijkt uit ver-vermelde lijst ver-van

pro-j e c t e n , worden kaaimuren ingericht voor het be-handelen van alle soorten goederen, zoals contai-n e r s, s t u k g o e d , grote econtai-n ocontai-ndeelbare stukkecontai-n, k o l e contai-n , g r a n e n , zand en grind, afval in containers, v l o e i b a r e p r o d u c t e n , chemie en petroleumproducten en der-gelijke.

Het Vlaams Gewest financiert 80 % van de bouw-kosten van de kaaimuur. De resterende 20 % van de bouwkosten, alsook de nodige suprastructuur (loskranen e.d.) worden gefinancierd door het be-d r i j f. De kaaimuur worbe-dt echter vollebe-dig eigenbe-dom van het Vlaams Gewest. Voor het privatief gebruik van de kaaimuur verleent het Vlaams Gewest aan het bedrijf een concessie, waarvoor jaarlijks een concessievergoeding moet worden betaald. D a a r-enboven garandeert het bedrijf een minimumtrans-port via de waterweg gedurende een periode van tien jaar. Indien dit minimumtransport niet gereali-seerd wordt, dient het bedrijf een boete te betalen. Het kaaimuurproject is derhalve te beschouwen als een PPS (publiek-private samenwerking), w a a r b i j zowel de overheid als het bedrijf participeren in de bouwkosten.

De doelstelling is zoveel mogelijk transporten via de waterweg te laten gebeuren. Het vervoer via de waterweg is immers een volwaardig alternatief voor het wegverkeer. Daarenboven is het transport via de waterweg de meest milieuvriendelijke trans-portmodus.

In het overzicht wordt onderscheid gemaakt tussen de aanvragen die vóór 1 januari 2000 werden inge-diend en de aanvragen die na deze datum werden i n g e d i e n d . In principe verviel op 1 januari 2001 de Europese richtlijn waarbij toelating werd verleend voor steunmaatregelen aan de binnenvaart. A l h o e-wel deze richtlijn in een herziening voorzag, is dit tot op heden nog niet gebeurd. Ondertussen heeft mijn administratie bij de Europese Commissie een dossier ingediend waarbij toelating wordt gevraagd om deze PPS-formule voor de bouw van kaaimu-ren voort te zetten. Vandaar ook de opsplitsing van de aanvragen na 1 januari 2000, vermits deze pro-jecten maar gefinaliseerd kunnen worden nadat toelating is verkregen van de Europese Commissie om dit financieringssysteem voort te zetten.

(2)

– contractueel verplichte tonnenmaat, g e w i c h t s-tonnen en volumes-tonnen, over een periode van tien jaar en jaarlijks ;

– aard van de goederen ; – totale investering 100 % ; – aandeel Vlaams Gewest 80 % ;

– stand van zaken, uitvoering van het project. Zoals blijkt uit de cijfers, zijn in totaal bij de NV Zeekanaal reeds 52 nieuwe kaaimuren aange-v r a a g d . Op het ogenblik dat deze kaaimuren aange- vol-tooid zijn, zal via de waterweg een bijkomend trans-port van minimum 4.204.900 ton en 10.211.440 m3

per jaar vervoerd worden (voor grote en

ondeelba-re stukken, evenals voor afval wordt de vracht in m3uitgedrukt).

Indien een vrachtwagen gemiddeld 20 ton of een volume van gemiddeld 66 m3v e r v o e r t , betekent dit

dat er 365.000 vrachtwagens jaarlijks van de weg worden gehaald. Dit betekent dus een zeer belang-rijke modal shift van het wegtransport naar de bin-nenvaart.

Van het totale aantal kaaimuren zijn er reeds acht in bedrijf en veertien effectief in uitvoering. Vo o r de andere projecten worden de dossiers verder af-gewerkt.

(3)
(4)
(5)
(6)
(7)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 26 november 1993 heeft het Vlaams Gewest een overeenkomst afgesloten met het Vlaams Overleg Bewonersbelangen (VOB – opdrachthouder-coördina- tor) met als doel de

Dit kan wanneer geen wettelijke of reglementaire bepalingen de mogelijkheid uitsluiten dat huisves- tingsprojecten die door het Vlaams Gewest gedeel- telijk worden

Welk bedrag aan subsidies werd door het Vlaams Gewest reeds uitgekeerd in het kader van optie 10 van het milieuconvenant per toege- treden gemeente?. Hoeveel projecten werden

Er zijn echter woningen die na ruim twintig jaar nog steeds eigendom zijn van het Vlaams Gewest, doordat de wegwerkzaamhe- den op de betrokken locaties nog steeds niet wer-

Geluidsschermen regio Kortrijk – Stand van zaken Het gespecialiseerde team van de afdeling We g e n- bouwkunde van het Vlaams Gewest voerde begin vorig jaar in de Kortrijkse regio

Volgens de huidige raming bedraagt de kostprijs voor het Vlaams Gewest voor de bijkomende exploitatie in het kader van de basismobiliteit 855.942 euro.. De reizigersstijging met

De kostprijs voor het Vlaams Gewest voor de bijkomende exploitatie in het kader van de ba- sismobiliteit bedraagt 711.220,18 euro voor de periode van 1 juli 2000 tot 30 juni 2001.. De

Deze tabel vermeldt ook nog enkele geplande projecten, waar het Vlaams Gewest nog geen effectieve aankopen verricht heeft, en ook enkele andere relevante