Vraag nr. 131 van 30 mei 2002
van de heer JOHAN DE ROO
Zonevreemde woningen – Regularisatiecampagne In een campagne van de Vlaamse overheid staat vermeld dat burgers herinnerd worden aan de ul-tieme datum van 31 januari 2003 om een regulari-satievergunning aan te vragen voor bouwovertre-dingen met betrekking tot zonevreemde woningen. De belangrijkste zin in dit verband luidt : "Als de werken voldoen aan de nieuwe regels voor zone-vreemde woningen, worden ze alsnog vergund". Er wordt echter niet vermeld wat er zal gebeuren indien men niet voldoet aan de nieuwe regels voor zonevreemde woningen. Op die manier zal de ad-ministratie Ruimtelijke Ordening immers op de hoogte zijn van een bouwovertreding die niet vol-doet aan de nieuwe regels voor zonevreemde wo-ningen.
Welke opdracht heeft de betrokken administratie indien een regularisatieaanvraag niet voldoet aan de nieuwe regels voor zonevreemde woningen ? Stelt de burger zich in dit geval bloot aan een straf-rechtelijke vervolging ?
Antwoord
De mededeling inzake de regularisatiemogelijk-heid voor zonevreemde woningen roept de eige-naars uitdrukkelijk op om zich eerst goed te infor-meren, alvorens een aanvraag in te dienen.
Het geplaatste bericht zegt onder meer : "Stap naar de dienst Ruimtelijke Ordening van uw gemeente en informeer eerst of de in het verleden onvergund uitgevoerde werken in aanmerking komen voor de r e g u l a r i s a t i e. Zo ja, dien dan een regularisatieaan-vraag in. Als de werken voldoen aan de nieuwe re-gels voor zonevreemde woningen, worden ze als-nog vergund", en herhaalt de verwijzing naar de gemeente nog eens na de vraag : " Weet u niet zeker of uw woning zonevreemd is ? Of aan welke voorwaarden uw aanvraag moet voldoen ?". Naar aanleiding van de geplaatste mededeling werd ook een klacht ingediend bij de Jury voor Praktijken inzake Reclame (JEP) om dezelfde reden die de Vlaamse volksvertegenwoordiger ertoe beweegt deze schriftelijke vraag te stellen. De JEP oordeelde op 15 maart 2002 "dat de burger door middel van de inhoud van de advertentie op
een voldoende manier geïnformeerd wordt", en de klacht wegens misleidende informatie werd afge-wezen.
Het risico van vervolging ontstaat niet door het be-r i c h t , maabe-r doobe-r de onwettelijke toestand waabe-rin sommige eigenaars zich bevinden. Indien hun aan-dacht niet wordt gevestigd op de tijdelijke regulari-satiemogelijkheid of indien zij zich niet informe-r e n , blijft het informe-risico van veinforme-rvolging ongewijzigd be-s t a a n . Daarmee bewijbe-st de overheid de burger geen d i e n s t . De overheid kan de burger er overigens be-zwaarlijk toe aanzetten om langer in de onwettelij-ke toestand te blijven veronwettelij-keren.
Er is (alleszins op gewestelijk niveau) een schei-ding van de inspectiediensten enerzijds en de ver-gunningverlenende of adviserende instanties an-derzijds ; nu de regularisatievergunningsprocedure en de vergelijkprocedure bij het (wijzigend) de-creet van 8 maart 2002 uitdrukkelijk werden losge-k o p p e l d , is er geen systematische melding meer vanuit de vergunningverlenende en adviserende in-stanties naar de inspectiediensten wanneer een ne-gatief advies werd versterkt of een stedenbouw-kundige vergunning werd geweigerd.
Ik kan de Vlaamse volksvertegenwoordiger dan ook geruststellen dat de burger zich niet blootstelt aan een strafrechtelijke vervolging door een regu-larisatieaanvraag in te dienen. O v e r i g e n s, in de praktijk wordt een regularisatieaanvraag meestal slechts ingediend nadat er al een proces-verbaal is opgemaakt.