Vraag nr. 144 van 30 maart 2001
van de heer JOHAN DE ROO
Individuele afvalwaterbehandeling – Haalbaarheid Voor bestaande lozingen in oppervlaktewater wordt men geacht te voldoen aan de V l a r e m l o-zingsvoorwaarden bij het gebruiken van een goed werkende septische put of een gelijkwaardige indi-viduele voorbehandelingsinstallatie. In de overige gevallen zal bijgevolg een individuele behande-lingsinstallatie voor afvalwater (IBA ) , conform de code van goede praktijk, vereist zijn. Bestaande in-richtingen worden conform artikel 1. 1 . 2 . van V l a-rem II gedefinieerd als inrichtingen die op 1 janu-ari 1993 over de nodige vergunningen beschikken. Uit samenlezing van beide artikels moet worden geconcludeerd dat op heden enkel zij die beschik-ken over een aktename voor de rubriek 3.2. ( l o z e n huishoudelijk afvalwater in oppervlaktewateren) van voor 1 januari 1993, vrijgesteld zijn van de ver-eiste van een IBA . Uit de praktijk blijkt dat geen enkele particulier een aktename bezit voor de ru-briek 3.2. van voor 1993, wat inhoudt dat zij allen in principe een IBA zouden moeten hebben.
Het lijkt dan ook niet redelijk om op korte termijn alle particulieren te verplichten een IBA effectief te plaatsen, rechtstreeks uitgaande van deze wetge-v i n g. Gelet ewetge-venwel op de Europese richtlijn, z o u het ongezuiverd lozen van afvalwater in oppervlak-tewateren tegen 2005 onbestaande moeten zijn. 1. Wat zijn de vaststellingen van de minister
inza-ke deze problematiek ?
2. Wordt er aan een aanpassing gewerkt ?
Een meer realistische manier van heffing zou bijvoorbeeld kunnen worden gerealiseerd via een gradueel jaarlijkse heffing op afvalwater dat wordt geloosd in oppervlaktewater (momenteel wordt nog geen onderscheid gemaakt tussen lo-zing op riool en lolo-zing op oppervlaktewater). Op deze manier zouden zij die het afvalwater zelf zuiveren met een IBA , worden vrijgesteld van deze heffing. En op deze wijze verkrijgt men drie heffingsniveaus : 1) lozingen op riolering, ongewijzigd heffingsniveau, 2) ongezuiverde lo-zingen op oppervlaktewater, jaarlijks stijgend h e f f i n g s n i v e a u , 3) gezuiverde lozingen via een I BA , vrijstelling van heffing. Het systeem om de vrijstelling van de heffing op afvalwater te ver-k r i j g e n , wordt gerationaliseerd, zodat deze
aan-vraag slechts éénmaal moet worden ingediend en niet jaarlijks. De bijkomende heffingen die zullen worden geïnd op bovenvermelde manier, kunnen dan worden aangewend voor controles, technische ondersteuning van gemeentebestu-ren, en zo meer.
Antwoord
1. Volgens de geldende regelgeving is de situatie als volgt.
Zoals aangegeven in opmerking 2 onder rubriek 3 van de V l a r e m - i n d e l i n g s l i j s t , zijn onder meer niet ingedeeld :
– afvalwaterzuiveringsinstallaties voor de be-handeling van huishoudelijk afvalwater die horen bij individuele woongelegenheden ; – een septische put behorende bij de lozing
van huishoudelijk afvalwater.
Volgens de benadering van voormelde inde-lingsrubriek 3 is de lozing van het effluentwater begrepen in de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Bijgevolg moet worden geconcludeerd dat voor-melde particuliere zuiveringsinstallaties, met in-begrip van de lozing van het effluentwater, n i e t zijn ingedeeld. De algemene definitie van "be-staande inrichting" waarnaar de Vlaamse volks-vertegenwoordiger verwijst, is in deze dan ook niet van toepassing. Voor de niet-ingedeelde lo-zingen en afvalwaterzuiveringsintallaties gelden de milieuvoorwaarden vastgesteld in het hoofd-stuk 6.2 van titel II van het Vlarem.
gege-ven om een zuiveringsinstallatie of septische put te installeren.
Er is geen algemene statistiek beschikbaar van de woongelegenheden waarvan het huishoude-lijk afvalwater nog ongezuiverd rechtstreeks in een oppervlaktewater wordt geloosd.
Het toezicht op de naleving van voormelde be-palingen is geregeld door artikel 58 van titel I van het V l a r e m . Voor dit soort van niet-inge-deelde lozingen gebeurt het toezicht aldus in eerste instantie door de door de gemeenten aangewezen politieagenten en/of technische a m b t e n a r e n . Het hoog toezicht gebeurt door de aangewezen ambtenaren van de afdeling Mi-lieu-inspectie.
Op basis van de aanvragen voor de vrijstelling van de afvalwaterheffing kan worden besloten dat in slechts drie gemeenten daadwerkelijk aandacht wordt besteed aan deze reglemente-ring.
2. De huidige wetgeving is, zoals de V l a a m s e volksvertegenwoordiger hierboven kan vaststel-l e n , verre van eenvoudig. Daarom heb ik de op-dracht aan de NV Aquafin gegeven om tegen het einde van 2001 de zoneafbakening van het volledige buitengebied in Vlaanderen te herbe-k i j herbe-k e n , en te herbe-komen tot een afbaherbe-kening van de verschillende zones uit het oogpunt van de vraagconcentraties op het terrein. Het is de be-doeling tot een meer verfijnde zone-indeling te k o m e n , waarbij ook de keuze van de gebruikte zuiveringstechnologie (IBA , drukriolering naar KWZI) zal worden vastgelegd. (KWZI : k l e i n -schalige waterzuiveringsinstallatie – red.)
Wat de handhaving inzake de IBA's betreft, z a l in de loop van de volgende jaren een vereen-voudiging worden doorgevoerd. Door de op-maak van een raamcontract/onderhoudstract tussen de koper en de verkoper zal de con-trole door de overheid eenvoudiger en sluiten-der moeten worden. De particulier (zelfzuive-raar) levert vervolgens een onderhoudsattest af aan de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Op basis daarvan wordt de vrijstelling van afval-waterheffing toegekend. Dit attest is voor vijf jaar geldig.
Verder zal er binnen een tweetal jaar door de certificatie (toestellen die in het buitenland con-form de Europese normen zijn gecertificeerd, worden ook geaccepteerd) ook qua concept een garantie op de goede werking van de IBA
