Vraag nr. 138 van 29 maart 2001
van de heer JOHAN DE ROO
Individuele afvalwaterbehandeling – Controle Vlaanderen scoort momenteel zeer slecht inzake de kwaliteit van het oppervlaktewater. Dit is voor een groot stuk op rekening te schrijven van de huishoudelijke lozingen in zuiveringszones C. B i j-komende inspanningen van de Vlaamse overheid, in samenspraak met de gemeentebesturen, zijn dan ook noodzakelijk.
Momenteel bestaat via optie 10 van het milieucon-venant de mogelijkheid om voor de aanleg van een I BA (individuele behandelingsinstallatie voor af-valwater) een subsidie te verlenen tot maximaal 80.000 frank (40.000 van de gemeente en 40.000 via c o n v e n a n t ) . De praktijk leert dat dit subsidiebe-drag de installatiekosten in ruime mate dekt. Daarnaast is in Vlarem reeds de verplichting opge-nomen tot het aanleggen van een IBA in geval van nieuwe lozingen. Toch wordt vastgesteld dat het aanleggen van een IBA in de praktijk beperkt blijft tot enkelingen die gemotiveerd zijn om deze in-spanningen te leveren.
Vandaar volgende vragen.
1. Op basis van Vlarem is iedereen verplicht om, binnen de zuiveringszone C, bij nieuwbouw of aanzienlijke verbouwing een IBA te plaatsen. Op welke wijze wordt dit gecontroleerd ? Wat zijn de bevindingen inzake naleving ? Wat zijn de conclusies daaruit op het vlak van afdwingbaarheid in de praktijk ? Zal het in de toekomst niet nodig zijn om die verplichting kracht bij te zetten via een algemene bouwver-ordening ? Wordt dat overwogen ?
2. In artikel 4.2.7.1.1, § 1.3°.b. van Vlarem II is voor lozingen die afkomstig zijn van gebouwen die enkel voor woongelegenheid worden ge-b r u i k t , inzake de lozingsnorm voor ge-biochemisch zuurstofverbruik een versoepeling toegestaan tot 50 O2/liter (O2: zuurstof).
De vraag rijst evenwel of deze versoepeling niet achterhaald is, aangezien de gebruikelijke IBA ' s geen probleem hebben om een biochemisch zuurstofverbruik te halen van 25 O2/liter.
Wordt de betrokken norm tijdig aangepast ?
Antwoord
1. Zoals aangegeven in opmerking 2 onder rubriek 3 van de V l a r e m - i n d e l i n g s l i j s t , zijn het lozen van huishoudelijk afvalwater afkomstig van woon-gelegenheden in de openbare riolen, en afval-waterzuiveringsinstallaties voor de behandeling van huishoudelijk afvalwater die behoren bij in-dividuele woongelegenheden niet ingedeeld. Volgens de huidige wetgeving gelden voor de door de Vlaamse volksvertegenwoordiger gevi-seerde lozingen in riool binnen de zuiveringszo-ne C de bepalingen van hoofdstuk 6.2 van titel II van het V l a r e m . Meer bepaald schrijft artikel 6 . 2 . 1 . 3 , § 3 van titel II van het Vlarem voor dat de lozing van huishoudelijk afvalwater in open-bare riolering in een zuiveringszone C moet be-antwoorden aan de voorwaarden van artikel 4.2.7.1.1.
Voor nieuwe lozingen impliceert dit dat de vast-gestelde emissiegrenswaarden moeten zijn na-geleefd en dient dus in een verdergaande zuive-ring te worden voorzien (de reglementezuive-ring maakt geen onderscheid voor "aanzienlijke ver-bouwingen" zoals verkeerdelijk vermeld in de v r a a g s t e l l i n g ) . Voor bestaande lozingen wordt geacht dat aan deze voorwaarden is voldaan wanneer het huishoudelijk afvalwater wordt ge-zuiverd door een septische put.
Er zijn verschillende vormen van controle mo-gelijk.
a) Bij nieuwbouw of verbouwing via de bouw-vergunning.
Ook zijn er twee vormen van controle mogelijk via de financiële ondersteuning.
b) Enerzijds is er de vrijstelling van heffing op afvalwater voor deze zelfzuiveraars. In dit kader gebeurt de controle door de afdeling Milieu-inspectie van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer.
c) Anderzijds is er de mogelijkheid tot subsidie van een IBA via optie 10 van het gemeente-lijk milieuconvenant (indien dit door de meente wordt ondertekend). In dit kader ge-beurt de controle door de gemeente.
on-d e r t e k e n on-d . Dit betekent on-dat binnen elk van die gemeenten de betrokken V l a r e m - b e p a-lingen werden omgezet naar een gemeente-lijke verordening en bijbehorend subsidiere-g l e m e n t . De controle op de toepassinsubsidiere-g van de verordeningen is een gemeentelijke be-voegdheid.
De huidige wetgeving, is zoals de V l a a m s e volksvertegenwoordiger hierboven kan vaststel-l e n , verre van eenvoudig. Daarom heb ik de op-dracht aan de NV Aquafin gegeven om tegen het einde van 2001 de zoneafbakening van het volledige buitengebied in Vlaanderen te herbe-k i j herbe-k e n , en te herbe-komen tot een afbaherbe-kening van de verschillende zones uit het oogpunt van de vraagconcentraties op het terrein. Het is de be-doeling tot een meer verfijnde zone-indeling te k o m e n , waarbij ook de keuze van de gebruikte zuiveringstechnologie (IBA , drukriolering of KWZI) zal worden vastgelegd. In afwachting daarvan heeft een algemene bouwverordening weinig zin. (KWZI : k l e i n s chalige waterzuive -ringsinstallatie – red.)
Wat de handhaving inzake de IBA's betreft, z a l in de loop van de volgende jaren een vereen-voudiging worden doorgevoerd. Door de op-maak van een raamcontract/onderhoudscon-tract tussen de koper en verkoper zal de contro-le door de overheid eenvoudiger en sluitender moeten worden. De particulier (zelfzuiveraar) levert vervolgens een onderhoudsattest af aan de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). O p basis daarvan wordt de vrijstelling van afvalwa-terheffing toegekend. Dit attest is vijf jaar gel-dig.
Verder zal binnen een tweetal jaar door de cer-tificatie (toestellen die in buitenland conform de Europese normen zijn gecertificeerd, w o r d e n ook geaccepteeerd) ook qua concept een garan-tie op de goede werking van de IBA worden g e b o d e n . Een volledig sluitende controle op de I BA's zal dan mogelijk zijn, zodat de kans tot het creëren van nieuwe lozingspunten tot een minimum zal worden herleid. De VMM zal de particulier regelmatig bezoeken om een mon-ster van het effluent te onderzoeken.
2. Rekening houdende met de recente evoluties en mogelijkheden van de verschillende IBA -s y -s t e m e n , worden de effluentnormen van de kleinschalige en individuele zuiveringsinstalla-ties momenteel herzien. Er werd een werkgroep opgericht om deze herziening van de V l a r e m -normen voor te bereiden. Hierbij zal ernaar
