• No results found

Vraag nr. 138 van 20 januari 1997 van de heer JOHAN DE ROO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 138 van 20 januari 1997 van de heer JOHAN DE ROO"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 138 van 20 januari 1997

van de heer JOHAN DE ROO

Werkgelegenheidsbeleid – Ouderen, jongeren en laaggeschoolden

De regio Meetjesland – nu erkend als 5b-gebied – kent bijna 40.000 werklozen. Ongeveer 60 % van de werklozen zijn vrouwen. De werkzoekenden zijn voor de werkgevers te jong of te oud, vrouw of reeds te lang werkloos of te weinig geschoold, o f vaak een combinatie van beide.

Onlangs verschenen de nationale werkgelegen-h e i d s c i j f e r s, waaruit eveneens bleek dat vooral de jongeren en de oudere werklozen uit de boot val-l e n . Het huidige systeem van brugpensioenen ver-drijft duidelijk (te dure) oudere werknemers mas-saal uit de arbeidsmarkt, maar leidt ondertussen niet tot meer banen voor jongeren.

1. Wat heeft de minister ondernomen om deze toestand tegen te gaan ?

Is er sprake van nieuwe initiatieven om oudere werklozen nog aan werk te helpen, onder ande-re in het besef dat het met de groeiende vergrij-zing van de bevolking voor de staat en de actie-ve bevolking onmogelijk wordt om voor ieder-een vanaf zijn of haar 55ste in ieder-een vervanginko-men te voorzien ?

Werden er in dit kader reeds ideeën ontwikkeld in verband met (gedeeltelijke) tewerkstelling en andere arbeidsvormen voor oudere werknemers of werkzoekenden ?

2. Worden er nieuwe initiatieven gezocht om ook de jongeren aan een job te helpen ?

Een groot probleem van deze groep werkzoe-kenden is hun gebrek aan ervaring. Kan er in samenwerking met het onderwijs en de werkge-vers naar meer stagemogelijkheden worden gezocht ? Veel werkgevers klagen immers over het feit dat het onderwijs te veel achterophinkt wat praktische kennis betreft : de aangeleerde technieken en vaardigheden zijn achterhaald en bijgevolg niet meer relevant om aan de slag te kunnen gaan. Moet er niet meer naar een nau-were samenwerking tussen het bedrijfsleven en het onderwijs worden gestreefd ?

3. Laaggeschoolden vinden in Vlaanderen maar zeer moeilijk werk. Het aandeel van laagge-schoolden binnen de werkzoekende beroepsbe-volking is in Vlaanderen tweemaal zo groot als in onze buurlanden. Volgens het Vlaams Steun-punt Lokale Netwerken blijft er amper genoeg

geld over voor de opleiding van deze werkzoe-kenden ; een groot deel van het budget zou immers worden uitgegeven aan de vorming van mensen met werk.

Kan er een overzicht worden gegeven van de uitgaven voor de verschillende opleidingen van de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemid-deling en Beroepsopleiding) en een beschrijving van het profiel van de deelnemers ? Heeft men er een zicht op hoe snel en hoeveel van deze mensen na hun opleiding aan de slag kunnen (indien mogelijk voor de regio Gent-Eeklo) ? 4. "Voor de een stempel je te lang, voor de ander

niet lang genoeg."

Uit de getuigenissen van sommige (laagge-schoolde) langdurige werklozen blijkt dat zij nog voor zij in aanmerking komen voor bepaal-de weer-werkprojecten voor langdurig werklo-z e n , hun werkloosheidsuitkering vaak gevoelig verminderd zien. Daarnaast blijkt ook dat men soms beter niet kan werken dan bijvoorbeeld twee uur per week officieel te gaan poetsen. Aangezien men werkt, wordt het stempelgeld immers verlaagd en soms meer dan men met werken kan verdienen.

Is de minister van deze situatie voldoende op de hoogte ? Zo ja, welke maatregelen heeft hij genomen om dit probleem te verhelpen ?

Antwoord

l. Het huidige Vlaamse tewerkstellingsbeleid is nog in zeer sterke mate bepaald door initiatie-ven daterend van voor de regionalisering in 1 9 8 8 , dus van de (vroegere) federale overheid. Tot deze federaal geïnitieerde wedertewerkstel-l i n g s p r o g r a m m a ’s behoren het Derde A r b e i d s-c i r s-c u i t , het Programma voor de Bevordering van de Werkgelegenheid in de niet-commerciële sector en sommige gesubsidieerde contractu-e l contractu-e n . Dcontractu-ezcontractu-e programma’s lcontractu-enigcontractu-en grotcontractu-endcontractu-econtractu-els structurele noden. Vandaag slorpen deze pro-g r a m m a ’s nopro-g ruim 88 % van het V l a a m s tewerkstellingsbudget op.

Het Vlaams tewerkstellingsbudget wordt door de federale overheid gespijsd met trekkings-rechten. Het aldus van het federale naar gewes-telijke niveau overgehevelde bedrag bleef behouden op het (lage) niveau van 1989.

Het Vlaamse tewerkstellingsbeleid zal zich, onder meer in uitvoering van het Vlaams Werk-gelegenheidsakkoord, toespitsen op de regulari-sering van (bovenvermelde) klassieke

(2)

tewerk-stellingsprogramma’s en het uitbouwen van een Vlaams werkervaringsbeleid.

De nieuwe Vlaamse tewerkstellingsinitiatieven, die 12 % van het desbetreffende budget uitma-k e n , richten zich uitsluitend tot de zwauitma-kuitma-kere groepen binnen de werklozenpopulatie. D i t betekent dat de kandidaat-werknemers langdu-rig werkloos en laaggeschoold moeten zijn. Daarnaast wordt geen leeftijdscriterium als extra aanwervingsvoorwaarde toegepast. D e overige nieuwe initiatieven zijn : de begeleide werkervaringsprojecten (= de vroegere weer-w e r k p r o j e c t e n ) , de projecten in het kader van het werkervaringsplan, de invoegbedrijven, d e leereilandprojecten en de sociale werkplaatsen. De doelgroepgerichtheid, met als criteria lage scholing en langdurige werkloosheid, zal ook in de toekomst een basiskenmerk van het Vlaams tewerkstellingsbeleid blijven. Het rotatieprinci-pe, meer bepaald het beperken van de werker-varingsgarantie tot maximum 12 maanden voor de individuele tewerkgestelden, blijft van toe-passing. Daarnaast zal het deeltijds werken wor-den gestimuleerd in het kader van het geplande nieuwe werkervaringsplan. Dit moet toelaten het aantal werklozen die een concrete werker-varingskans krijgen, te maximaliseren. H o e w e l de verschillende maatregelen de oudere werklo-zen noch uitsluiten, noch expliciet als doelgroep stellen, is het aan de VDAB (via de toeleiding) en aan het STC (subregionaal tewerkstellings-comité) om de participatie in de verschillende maatregelen te doen aansluiten bij de subregio-nale werkloosheidsstructuur.

Verder is er sinds 1 maart 1994 een premiestel-sel ter stimulering van de deeltijdse arbeid en de loopbaanonderbreking ingevoerd voor de werknemers uit de privé-sector in het V l a a m s G e w e s t . Het tewerkstellingsinstrumentarium van de federale overheid bevat een aantal arbeidsherverdelende maatregelen. De halftijd-se loopbaanonderbreking en brugpensionering schept de mogelijkheid voor oudere werkzoe-kenden om voor zichzelf een uitgroeibaan te c r e ë r e n . De Vlaamse overheid versterkt deze maatregel via de aanmoedigingspremie voor Vlaamse werknemers die hun arbeidsduur ver-minderen of hun loopbaan onderbreken. D e wettelijke basis is het besluit van de V l a a m s e regering van 1 februari 1995 houdende de aan-moediging in het Vlaams Gewest van de weder-tewerkstelling van uitkeringsgerechtigde volle-dig werklozen of van de daarmee gelijkgestelde personen door middel van herverdeling van de arbeid (Belgisch Staatsblad 10 februari 1995). Werknemers van de privé-sector die tewerkge-steld zijn in het Vlaams Gewest, kunnen

aan-moedigingspremies krijgen bij vermindering van hun arbeidsduur en in bepaalde gevallen van loopbaanonderbreking. Ook het geval van de overstap van een verminderde arbeidsduur naar loopbaanonderbreking en omgekeerd wordt uitdrukkelijk geregeld. Va n z e l f s p r e k e n d staat ook deze maatregel open voor werkne-mers van om het even welke leeftijd.

De V DAB heeft een reeks gespecialiseerde b e g e l e i d i n g s a c t i v i t e i t e n , zoals We e r- We r k , Jo b-club en Maatschappelijk We r k . Algemeen ken-merk is het individuele karakter van deze ver-schillende begeleidingsvormen. Oudere werk-z o e k e n d e n , geconfronteerd met specifieke pro-blemen bij hun integratie op de arbeidsmarkt, worden via deze gepersonaliseerde begelei-dingsvormen geschakeld naar een nieuwe baan. Oudere werkzoekenden kunnen bij hun zoek-tocht naar werk ook een beroep doen op de klassieke arbeidsbemiddeling. Ze kunnen ver-der vacatures consulteren via W I S. WIS staat voor Werkinformatiesysteem. De WIS-vacature-bank bevat duizenden openstaande jobs en is consulteerbaar in ieder VDAB-kantoor en in tal van andere locaties. Daarnaast kunnen ook oudere werkzoekenden hun curriculum vitae laten verspreiden via KISS (Kandidaten Infor-matie- en Selectiesysteem). KISS is de nieuwe solicitantenbank van de V DA B, r a a d p l e e g b a a r via Internet.

Tenslotte is er nog het experiment "outplace-ment na faling" in het kader van het Werkgele-genheidsakkoord 1996-1997, waarin oudere werknemers een specifieke aandachtsgroep vor -men.

2. Het gebrek aan ervaring is een rem op de intre-de van jongeren op intre-de arbeidsmarkt.

Het creëren van stageplaatsen, aansluitend op de V DA B - b e r o e p s o p l e i d i n g, is een beproefde methode om de cursisten de nodige werkerva-ring aan te reiken. De V DAB zoekt voor zijn cursisten die bepaalde opleidingen volgen, s t a-geplaatsen in bedrijven.

Een andere V DAB-opleidingsvorm die op een directe wijze de brug slaat naar de ) praktijk, is de individuele beroepsopleiding. De individuele beroepsopleidingen zijn on-the-job-trainingen in een bedrijf voor vergoede werklozen. D e z e opleidingen zijn bedoeld als voorbereiding op vast werk. Een individuele beroepsopleiding kan echter ook in een technische school plaats-vinden (bv. voor verpleegkundigen).

(3)

Een nauwe samenwerking tussen onderwijs en b e d r i j f s l e v e n , specifiek tussen V DA B - b e r o e p s-opleiding en bedrijfsleven, wordt verder via ver-schillende kanalen gerealiseerd.

Er zijn :

– de paritaire samenstelling van het Beheers-comité ;

– de paritaire samenstelling van het subregio-naal tewerkstellingscomité ;

– de betrokkenheid van de sectoren bij de omzetting van arbeidsmarktgegevens en de concrete opleidingsplanning ;

– de inhoudelijke samenwerking met de secto-ren en sectorfondsen ;

– de permanente vorming van de V DA B -instructeurs via bedrijfsstages.

Verder is er binnen elk subregionaal tewerkstel-lingscomité een permanente werkgroep opge-r i c h t , belast met het oveopge-rleg op subopge-regionaal

vlak inzake onderwijs en vorming gericht op arbeid en tewerkstelling. Deze werkgroep neemt subregionaal gecoördineerde initiatieven om de discrepantie tussen de behoeften van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te reduce-ren of te voorkomen.

3. In de hiernavolgende t abel 1 wordt een over-zicht gegeven van de in 1996 in V l a a n d e r e n beëindigde opleidingen, tabel 2 geeft een over-zicht van de opleidingsuren, uitgesplitst naar s u b r e g i o. Een opsplitsing van het V DA B -beroepsopleidingsbudget naar opleiding kan vooralsnog niet worden gemaakt ;op termijn zal dat wel kunnen. De V DA B - b e r o e p s o p l e i d i n g stapt over naar analytische kostprijsberekening, de rechtstreeks toewijsbare kosten zullen wor-den toegerekend aan een specifieke kosten-p l a a t s, in casu okosten-pleiding. De indirecte kosten zullen volgens een verdeelsleutel worden toege-wezen aan specifieke opleidingen.

Tabel 1 : Aantal beëindigde opleidingen in 1996

Werknemers Werkzoekenden Totaal

1995 1996 verschil 1995 1996 verschil 1995 1996 verschil A. VDAB-centra Secundaire sector 8.476 11.204 2.728 16.469 15.860 -609 24.945 27.064 2.119 Tertiare sector 24.565 27.045 2.480 12.343 11.428 -915 36.473 38.473 1.565 Social Profit 94 184 90 1.527 1.1890 363 1.621 2.047 453 Weerwerk 0 0 2.294 525 -1.769 2.294 525 -1.769 Jobclub 52 52 2.989 2.590 -399 2.989 2.642 -347 Totaal 33.135 38.485 5.350 35.622 32.293 -3.329 68.757 70.778 2.021 B . Centra opgericht m.m.v. 8 4 4 3 9 9 - 4 4 5 0 0 8 4 4 3 9 9 - 4 4 5 ondernemingen (art. 105) C. Erkende centra 2 3 7 2 3 7 0 1 . 0 8 7 9 8 8 - 9 9 1 . 3 2 4 1 . 2 2 5 - 9 9 D. Individuele centra O n d e r n e m i n g 0 0 0 2 . 8 9 6 3 . 0 6 5 1 6 9 2 . 8 9 6 3 . 0 6 5 1 6 9 Technische school 0 0 0 2 0 1 7 6 3 5 6 2 2 0 1 7 6 3 5 6 2 Totaal A+B+C+D 3 4 . 2 1 6 3 9 . 1 2 1 4 . 9 0 5 3 9 . 8 0 6 3 7 . 1 0 9 - 2 . 6 9 7 7 4 . 0 2 2 7 6 . 2 3 0 2 . 2 0 8 E . Opleiding CPOS 2 . 7 6 2 2 . 7 6 0 - 2 0 0 2 . 7 6 2 2 . 7 6 0 - 2 P. Profielbepalingen 0 0 1 0 . 9 3 7 1 7 . 0 9 9 6 . 1 6 2 1 0 . 9 3 7 1 7 . 0 9 9 6 . 1 6 2 Algemeen totaal 3 6 . 9 7 8 4 1 . 8 8 1 4 . 9 0 3 5 0 . 7 4 3 5 4 . 2 0 8 3 . 4 6 5 8 7 . 7 2 1 9 6 . 0 8 9 8 . 3 6 8

(4)

Tabel 2 : Aantal opleigingsuren '96 per regio voor werknemers en werkzoekenden (exclusief

begelei-dingsplan)

Werknemers Werkzoekenden Totaal

Aalst 8.407 233.848 242.255 Antwerpen 110.290 785.320 895.609 Boom 0 37.748 37.748 Brugge 44.044 354.177 398.221 Dendermonde 36.105 240.831 276.936 Gent 11.830 862.191 974.021 Hasselt 93.552 1.219.132 1.312.683 Ieper 3.998 135.284 139.282 Kortrijk 59.307 320.578 379.884 Leuven 58.590 658.825 717.414 Mechelen 11.607 254.866 266.473 Oostende 34.127 403.871 437.998 Oudenaarde 5.458 147.994 153.452 RDB Brussel 54.564 388.871 443.435 Roeselare 27.744 361.135 388.880 Sint-Niklaas 12.597 297.930 310.527 Tongeren 13.713 272.972 286.685 Turnhout 67.142 601.596 668.738 Vilvoorde 65.123 282.608 347.731 Centrale dienst 192 5.762 5.954 Totaal 818.388 7.865.536 8.683.924

De tabellen als bijlage geven het profiel van de cursisten in de V DAB-opleidingscentra in de regio Gent-Eeklo, evenals een overzicht van de resultaten naar tewerkstelling toe.

Tabel 3 geeft een overzicht van het aantal oplei-d i n g e n , geventileeroplei-d naar sector, o p l e i oplei-d i n g, geslacht en resultaten op vlak van tewerkstel-ling, m.b.t. het eerste semester 1996.

Tabel 4 schetst het profiel van de werkzoeken-den (geslacht, l e e f t i j d , s t u d i e n i v e a u , n a t i o n a l i-teit, werkloosheidsduur) die in de eerste semes-ter van 1996 een V DA B - b e r o e p s o p l e i d i n g gevolgd hebben in de beroepsopleidingscentra van de regio Gent-Eeklo.

Tabel 5 geeft een overzicht van de tewerkstel-lingsresultaten van de V DAB-centra uit de regio Gent-Eeklo 1990-1996, 1996 beperkt tot eerste semester.

Tabellen 6 en 7 geven een gedetailleerd over-zicht van het aantal beëindigde opleidingen, respectievelijk secundaire en tertiaire sector, in regio Gent-Eeklo.

In de tabellen 8 en 9 worden de concrete cijfers gegeven met betrekking tot de Vlaamse oplei-dingsinitiatieven in de regio’s Meetjesland (doelstelling 3 en 5b) en Gent-Eeklo (doelstel-ling 3) die gecofinancierd worden met middelen uit het Europees Sociaal Fonds.

In de regio Meetjesland, erkend als 5b-gebied, heeft de VDAB-beroepsopleiding initiatieven in de pijplijn m.b.t. volgende opleidingen :

– systeembekisting ;

– open distance learning ;

– polyvalent verzorgster ;

– leidinggeven voor KMO-meestergasten.

4. Het antwoord op deze vraag behoort tot de bevoegdheid van mevrouw Miet Smet, federaal minister van A r b e i d . Wel kan ik meedelen dat de werkloosheidsuitkering wordt berekend vol-gens loon en gezinssituatie. Na één jaar werk-loosheid wordt evenwel, bij de berekening van de werkloosheidsuitkering, minder rekening gehouden met het vroegere loon dan wel met de gezinssituatie. Zo daalt na één jaar de werk-loosheidsuitkering van alleenstaanden en van s a m e n w o n e n d e n . Projecten voor langdurig werklozen richten zich precies tot werklozen die reeds een zekere periode werkloos zijn. N i e t -gezinshoofden binnen deze groep zien door boven beschreven mechanisme hun werkloos-heidsuitkering terugvallen.

Wat de situatie van de deeltijds werkenden b e t r e f t , kan ik mededelen dat de inkomensga-rantie-uitkering ervoor zorgt dat de werkloze die deeltijds gaat werken een gewaarborgd netto-inkomen heeft, minimaal gelijk aan zijn volledige werkloosheidsuitkering, v e r m e e r d e r d met een forfaitair bedrag.

( B ovenvermelde bijlagen liggen ter inzage bij het secretariaat van het Vlaams Pa r l e m e n t , dienst Sch r i f -telijke Vragen – red.)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Strategisch plan gewest Gent – Milieu-investeringen In het kader van het strategisch plan voor het gewest Gent werden reeds heel wat belangrijke projecten opgestart

De uitbetaling van deze bijdrage, in de vorm van een subsidie aan de Vereniging voor het Museum van Hedendaagse Kunst in Gent, gebeurt naar rato van de vordering van de werken..

– "Euroregionaal zakendoen" (start op korte termijn) : aanbieden van een totaalpakket aan ondernemingen in de Euregio, gericht op grensoverschrijdende informatie

De vraag voor dergelijke bezoeken is spontaan ontstaan vanuit de bevolking en de organisaties, wat zeker een oorzakelijk verband heeft met het overweldigend succes van de

Door de VMM wordt deze code van goede praktijk vooral gehanteerd als toetsingskader voor de in het kader van het subsidiëringsbesluit ingediende dos- siers voor aanleg en

Tevens zijn een aantal projecten nog in uitvoering, terwijl andere recentelijk werden afgerond, w a a r de effecten slechts op termijn duidelijk zullen zijn?.

Deze studies zijn hoopgevend en men mag ver- wachten dat in de eerstvolgende maanden beslissingen worden genomen om belangrijke investeringen uit te voeren door de

Zoals blijkt uit de tabel hierna zijn er in de arron- dissementen Eeklo en Gent, en dan vooral in E e k l o, procentueel meer woningen van slechte en middelmatige kwaliteit