Vraag nr. 28
van 10 november 2004
van de heer JAN ROEGIERS
Stedelijk onderwijs – Uitbetalingsregeling fietsver- goeding
Onlangs stelde ik al een schriftelijke vraag over de uitbetaling van fietsvergoedingen in het onderwijs (vraag nr. 14 van 17 september 2004). Hierbij aan- sluitend had ik graag opheldering gekregen over een ander probleem.
Leerkrachten van stedelijke scholen die voor hun woon-werkverkeer gebruikmaken van de fiets, krijgen hiervoor een vergoeding van 0,15 euro per km. Deze vergoeding wordt door het stadsbe- stuur uitbetaald en achteraf door het departement Onderwijs aan de stad terugbetaald. Aangezien de wedde van de leerkrachten rechtstreeks door het departement Onderwijs wordt betaald, zou de stad enkel de fietsvergoeding moeten regelen, door afgifte van een fiche 281.10.
Op de website staat op de bladzijde over fietsver- goeding echter het volgende: "De fietsvergoeding komt op de loonstrook en op de loonfiche". Maar aangezien die leerkrachten geen loonfiche hebben bij de stad, bestaat er onduidelijkheid bij enkele stadsbesturen over de wijze waarop ze dit pro- bleem(pje) moeten oplossen.
Bestaan er richtlijnen voor de steden m.b.t. de concrete afhandeling van de fietsvergoedingen van het stedelijk onderwijs ?
Aangezien op de fietsvergoeding van 0,15 euro RSZ noch belastingen dienen te worden betaald, lijkt het mij zinloos dat stadsbesturen een fiche 281.10 zouden moeten maken.
Antwoord
Het uitbetalen van de fietsvergoeding aan de personeelsleden door schoolbestuur/inrichtende macht optredende als werkgever en de terugbeta- ling door het departement Onderwijs aan school- bestuur/inrichtende macht berust op Vlaamse akkoorden van sectorale sociale programmatie en wordt vormgegeven in Vlaamse regelgeving.
De inkomstenbelasting evenwel berust op federale regelgeving.
Vanuit deze regelgeving is de fietsvergoeding een beroepsinkomst, die evenwel niet als een aanvul- ling van het salaris wordt beschouwd.
Zoals vermeld in punt 4.7. "Belastingen" van de omzendbrief van 22 december 2000 van het depar- tement Onderwijs betreffende onder andere de toekenning van een fietsvergoeding voor het woon- werkverkeer, is de fietsvergoeding op zich dan ook niet onderworpen aan enige vorm van fiscaliteit.
Ondanks het feit dat het bedrag van de fietsvergoe- ding vrijgesteld is van belastingen, ontslaat dit de werkgever niet om het bedrag ter controle van de belastingaangifte mee te delen aan de bevoegde federale administratie.
De werkgever moet in vak 20 van de loonfïche 281.10 het totaalaantal afgelegde kilometers (heen en terug), evenals het totaal uitbetaald bedrag aan fietsvergoeding vermelden. Dit betekent dat ook een stadsbestuur als schoolbestuur/inrichtende macht optredende als werkgever een loonfiche 281.10 moet afleveren.
Ik wens de Vlaamse volksvertegenwoordiger erop te wijzen dat de Federale Overheidsdienst Finan- ciën in dit verband ieder jaar een "bericht aan de werkgevers en aan de andere schuldenaars van aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen inkomsten"
in het Belgisch Staatsblad publiceert. Dat bericht bevat richtlijnen voor het correct invullen van onder meer de loonfiche 281.10.
Bedoeld bericht van de inkomsten tijdens het jaar 2003 werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 11 maart 2004, tweede editie.