Vraag nr. 79 van 30 april 1996
van de heer CARL DECALUWE
Voorrangsregels sociale huisvesting – Meldingsplicht Artikel 5, § 1, 5e lid van het sociale-huurbesluit bepaalt dat een erkende vennootschap kan beslissen om voor-rang te geven aan kandidaat-huurders die ten minste drie jaar inwoner zijn van de gemeente waar de toe te wijzen woning gelegen is, ofwel aan personen die ten minste drie jaar in het werkgebied van de sociale huis-vestingsmaatschappij wonen en verblijven of er ten minste drie jaar verbleven hebben gedurende een periode van zes jaar voor de toewijzing.
De erkende vennootschap die deze voorrangsregels toepast moet deze beslissing kenbaar maken aan alle kandidaat-huurders ingeschreven in het register, omdat een dergelijke beslissing wijzigingen kan veroorzaken in de wachtlijst. De erkende vennootschap moet deze beslissing van het toepassen van de voorrangsregels tevens kunnen herzien binnen een termijn van 12 maanden.
1. Welke houding wordt er aangenomen wanneer blijkt dat een erkende vennootschap de betrokken voorrangsregels toepast, maar verzuimd heeft alle huurders op de hoogte te brengen ? Gelden voor dergelijke gevallen verzachtende omstandigheden ? 2. Is een termijn van 12 maanden niet te kort en moet
die, gezien de weerslag op de volgorde van de rang-lijst, niet worden verlengd ?
Antwoord
1. Het sociale-huurbesluit voorziet niet in verzachten-de omstandigheverzachten-den voor verzachten-de kandidaat-huurverzachten-ders die niet op de hoogte werden gebracht van de beslissing van de raad van bestuur van een sociale huisves-tingsmaatschappij. De niet-naleving van de mel-dingsplicht heeft dan ook geen directe invloed op de plaats op de wachtlijst.
De kandidaat-huurder die wordt benadeeld door een dergelijke beslissing van de raad van bestuur, kan daartegen eventueel beroep aantekenen bij de toezichthoudende overheid en, in laatste instantie, bij de Raad van State. De beroepstermijnen lopen pas vanaf het ogenblik waarop de kandidaat-huur-der kennis heeft gekregen van de beslissing. Daar-enboven begaat de sociale huisvestingsmaatschappij een fout : het foutief verzuim, dat bestaat in de niet-naleving van de wettelijke informatieverplichting, stelt de aansprakelijkheid van de sociale huisves-tingsmaatschappij aan de orde. De kandidaat-huur-der kan voor de eventueel geleden schade schade-loosstelling eisen bij de burgerlijke rechtbanken. 2. Aangezien deze optionele prioriteit pas sinds 1
januari 1995 van kracht werd, is de termijn te kort om nu reeds een evaluatie te maken van de gevol-gen van de toepassing ervan.