• No results found

De Noord Kaukasische Knoop

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De Noord Kaukasische Knoop"

Copied!
62
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De Noord Kaukasische Knoop

De bestrijding van het terrorisme op de

Noord-Kaukasus onder Vladimir Poetin.

Masterscriptie

Dirk Jan Muntendam 1509497

Kamerlingh Onnesstraat 18 9727 HM Groningen 0613571292

zonnehoedje@hotmail.com

begeleider: dr. Sipke de Hoop

(2)

De Noord-Kaukasische Knoop

(3)

Inhoudsopgave Ter geleide

Kaart van de Noord-Kaukasus 1

Inleiding 2

Literatuur en bronnen 4

Methodologie 5

Hoofdstuk 1: Historisch overzicht 6

1.1 Russische expansie naar de Kaukasus tot aan 1917. 6

1.2 Hernieuwde spanningen 8 1.3 Deelconclusie 10 Hoofdstuk 2: De Noord-Kaukasus 1991-2000 12 2.1 Nepotisme 12 2.2 Economische situatie 13 2.3 De islam 14

2.4 De de facto onafhankelijke Tsjetsjeense staat 16

2.5 Conclusie 17

Hoofdstuk 3 Veiligheidsdienst en leger tot 2000 18

3.1 Terrorismebestrijding tot 2000 18

3.2 De staat van het Russische leger tot 2000 20

3.3 Poetin aan de macht 21

3.4 Conclusie 24

Hoofdstuk 4: Veranderingen in de strijd tegen terrorisme op de Noord-Kaukasus 25 4.1 Invasie van Dagestan en de Tweede Tsjetsjeense oorlog 25 4.2 Keerzijde van het gewelddadige optreden: grootschalige terroristische aanslagen 29

4.3 Veranderingen na Beslan 31

Hoofdstuk 5: De Kozak factor: Sociaaleconomische en politieke veranderingen 34 5.1 Economische situatie Noord-Kaukasische republieken 34

5.2 Veranderingen na 2006 36

5.3 Conclusie 37

Hoofdstuk 6 Casestudy. Terrorisme in drie republieken 38

(4)

Ter geleide

Kaart van de Noord-Kaukasus1

(5)

Inleiding

De Noord-Kaukasus is een van ’s werelds meest onveilige regio’s. Armoede, wijdverspreide

corruptie, islamitisch extremisme, terrorisme, nepotisme, werkloosheid en wetteloosheid zijn daar oorzaken van. De noordelijke Kaukasus omvat zeven gebieden: Dagestan, Ingoesjetië, Tsjetsjenië, Kalbardië-Balkarië, Karatsjaj-Tsjerkessië, Noord-Ossetië en Stavropol Krai. Tot 2010 behoorden deze gebieden tot het Zuidelijke Federale gewest (Южный федеральный округ). Het Zuidelijk Federale gewest werd in 2000 gevormd na een bestuurlijke herindeling. In 2010 echter werden de bovengenoemde zeven republieken uit het Zuidelijk Federale gewest gehaald om het Kremlin meer macht te geven in deze regio. Vanaf 2010 vormen de zeven republieken het Noord-Kaukasische Federale district (Северо-Кавказский федеральный округ). Door het creëren van een nieuw district, samen met het aanwijzen van een pro-Kremlin bestuurder, hoopt Moskou de opstandige republieken beter onder controle te kunnen houden.2

Alexander Khloponin, hoofd van het nieuwe district, moet ervoor zorgen dat de nadruk komt te liggen op de aanpak van de economische malaise die de zeven republieken al sinds de val van de Sovjet-Unie teistert. Om dat te kunnen bewerkstelligen is in 2010 een nieuwe strategie ontwikkeld. Deze strategie past binnen “the concept of long-term social-economic development of Russia until 2020, the concept of demographic policy of Russia until 2025, the strategy of national security until 2020, the transport strategy until 2030, railroad development until 2030, Russian energy strategy until 2030, water strategy until 2020”.3

Binnen die algemene ontwikkelingen voor Rusland als geheel is een specifieke strategie voor de Noord-Kaukasus gemaakt. Deze strategie is erop gericht de Noord-Kaukasus in de periode van 2010-2025 op sociaaleconomisch gebied uit het dal te halen. De aanleiding om vooral op sociaaleconomisch niveau meer aandacht te besteden aan de regio is niet nieuw. Het werd onder Poetin al gesignaleerd, maar zijn opvolger, Dmitri Medvedev, lijkt meer aandacht te willen besteden aan de economieën van de republieken in de Noord-Kaukasus. Tijdens een toespraak in 2009 in de Dagestaanse hoofdstad Machachkala sprak hij over de slechte omstandigheden in de Noord-Kaukasus.

We all know that unfortunately, the living standard in the Southern Federal District and the republics of the North Caucasus is generally below Russia’s average, despite our continuous efforts and certain achievements of the recent years. The improvements should not be negated, but the per capita GDP in the area is nevertheless just a fraction of what is the

2 Z.a. ‘Medvedev creates New North Caucasus Federal District’ op:

http://www.rferl.org/content/Medvedev_Creates_New_North_Caucasus_Federal_District/1934705.html (bekeken 04-04-2011).

3Z.a.’, the strategy of socio economic development in the North Caucasus Federal District until 2025’, op:

(6)

national average. Industrial output is also significantly lower, although positive changes are taking place in many sectors.4

De nieuw aangenomen strategie die gepresenteerd werd in 2010 was gericht op de ontwikkeling van de Noord-Kaukasus.

“The main goal of the Strategy is to provide conditions conducive to the rapid growth of the real sector of the economy in Russian Federation administrative units that make up the North Caucasus Federal District. Also to create new jobs, and improve the standard of life”5

De nieuwe pogingen om de leefomstandigheden in de republieken op de Noord-Kaukasus te verbeteren kunnen ook niet los gezien worden van de Russische organisatie van de Olympische Spelen in 2014 in Sochi. Rusland moet de veiligheid van het evenement waarborgen en kan niet verkopen dat het gebied niet veilig is. De grootste bedreiging blijft echter het terrorisme. Hoewel in 2009 na bijna tien jaar de anti-terreuroperatie in Tsjetsjenië voor afgerond werd verklaard, bleek de terroristische dreiging allesbehalve verdwenen. In 2010 en 2011 werd Rusland opgeschrikt door twee bloedige terroristische aanslagen in Moskou. In 2010 bliezen vrouwelijke zelfmoordterroristen zich op in de Moskouse metro. In 2011 werd het Moskouse vliegveld Domodedovo doelwit. In beide gevallen bleken de daders afkomstig uit de Kaukasus. Terroristen uit de Noord-Kaukasus waren in 2009 ook verantwoordelijk voor de aanslag op de hoofdstad van Ingoesjetië, Nazran. De aanslagen geven aan dat onder het presidentschap van Vladimir Poetin (2000-2008) Rusland er niet in is geslaagd om het terrorisme uit te bannen of de dreiging te doen afnemen. De vraagstelling is waarom Rusland er onder Vladimir Poetin niet in is geslaagd de terroristische

dreiging uit de Noord-Kaukasus uit te bannen?

Omdat deze scriptie geen juridische inslag heeft, is het niet zozeer noodzakelijk om te komen tot een sluitende werkdefinitie van het begrip terrorisme. Om het begrip te duiden zijn in de loop van de eeuwen talloze definities gegeven, waarbij de oudst bekende definitie misschien nog wel steeds – hoewel kort door de bocht – het duidelijkst is: kill one, frighten thousand.6 Het moeilijke van het geven van een (universeel) sluitende definitie is dat terrorisme in ieder land verschillend is omdat de doelen per aanslag verschillen. In Rusland was het Tsjetsjeense terrorisme tot 1999 er om de onafhankelijkheidseis kracht bij te zetten. Na 2000 veranderde de situatie door de langdurige anti-terreurcampagne van het Russische leger en de veiligheidsdiensten. Terroristische

4

Toespraak Dmitri Medvedev, 9 juni 2009 gehouden in de Dagestaanse hoofdstad Machachkala

5 Schwirtz, Michael, 'Russia ends operation in Chechnya' op:

http://www.nytimes.com/2009/04/17/world/europe/17chechnya.html (bezocht 20-08-2011).

6

(7)

groeperingen op de Noord-Kaukasus zijn divers. Een gelijkenis die te trekken valt is de opkomst de islamitische jamaten. In naam zijn zij gelijk, en zij komen voor in alle republieken van de Noord-Kaukasus, maar over hun doelen bestaat weinig duidelijkheid. Zij strijden voor dat de republieken de leer van de islam volgen, maar onderling bestaan er grote verschillen in organisatie, materiaal en leidinggevende capaciteiten.

Om een antwoord op de hoofdvraag te kunnen formuleren, is het nodig om een aantal deelvragen te beantwoorden. De eerste deelvraag is wat de achtergronden zijn van de instabiliteit en de onveiligheid op de Noord-Kaukasus? Wat is de rol van de islam? Hoe was de aanpak van terrorisme geregeld bij het aan de macht komen van Poetin en wat is er sindsdien veranderd? Wat zijn de politieke en militaire veranderingen geweest onder Poetin?

De relevantie van het onderzoek is dat de strijd tegen terrorisme nog steeds woedt. Het terrorisme wordt steeds meer gezien als dé grootste bedreiging van de stabiliteit van de internationale gemeenschap. Meer en meer geld gaat naar opsporing en uitschakeling van terroristen. Een analyse van het beleid om terrorisme in de Noord-Kaukasus te doen verminderen door Poetin, kan aantonen dat het beleid niet heeft gewerkt en worden geanalyseerd waarom dit niet heeft gewerkt.

Nog een laatste opmerking: De Noord-Kaukasus omvat zeven republieken maar niet alle worden in deze scriptie behandeld. Het grootste gedeelte van de scriptie behandelt de republieken Tsjetsjenië, Ingoesjetië, Dagestan en Kalbardië-Balkarië. Hier is het meeste informatie over te vinden en in deze vier republieken is het terrorisme het diepst geworteld.

Literatuur en brongebruik

(8)

Rusland zoals de gijzeling van het Dubrovkatheater en de school in Beslan. Ook zijn ooggetuigenverslagen gelezen om meer informatie te krijgen over de rampen zoals Beslan.

Methodologie

(9)

Hoofdstuk 1 Historisch overzicht

“De regio is gefragmenteerd in afzonderlijke delen door de ketens van het gebergte waar het zijn naam aan dankt. De uiterst gefragmenteerde topografie van het landschap verklaart al veel over de opvallend sterke verscheidenheid aan talen en volkeren op een relatief klein grondgebied. Belangrijke topografische barrières belemmeren eeuwenlang een bredere integratie van verschillende volkeren en stammen en dat is een van de hoofdoorzaken van de grote fragmentatie en lokalisatie van etnische identiteiten.”7

1.1 Russische expansie naar de Kaukasus tot 1917

De Kaukasus is het gebied dat op de grens ligt van Europa en Azië en dankt zijn naam aan het gelijknamige gebergte. De Kaukasus bestaat uit een Russisch deel, de Noord-Kaukasus, en de Zuid-Kaukasus, voorheen Transkaukasië, bestaande uit de drie onafhankelijke landen Armenië, Azerbeidzjan en Georgië. Aan de westkant wordt het gebied afgesloten door de Zwarte Zee, ten oosten door de Kaspische Zee. Vanuit historisch oogpunt bekeken is de Kaukasus altijd al een gebied geweest waar strijd werd gevoerd. Het gebied ligt zoals gezegd op de grens tussen Europa en Azië, en is altijd speelbal geweest tussen het Perzische, het Ottomaans en het Russische Rijk. Alleen de Russen slaagden erin het gebied in te lijven. De Kaukasus kenmerkt zich door zijn grote verdeeldheid in taal, etniciteit en religie. De verschillen hierin verdelen de bevolking in clans en families, waardoor onrust en oorlogvoering veel voorkomen. Eensgezindheid onder de volkeren van de Kaukasus is slechts enkele malen voorgekomen wanneer er een gezamenlijke vijand werd bestreden: de Russen.

Een deel van de spanningen die vandaag de dag waar te nemen zijn in de Kaukasusregio, en dan met name de Noord-Kaukasus, zijn toe te schrijven aan de Russische expansie in het gebied. Vanaf het begin van de 18e eeuw begonnen de Russen stelselmatig de Kaukasus binnen te trekken in een poging om de grenzen van het tsarenrijk te vergroten. Grote problemen die de Russen tegenkwamen waren onder meer het gebrek aan een heersende elite (voornamelijk in Tsjetsjenië) en een hechte clantraditie. De Russische politiek was erop gericht de lokale elites (met name in het huidige Kabardië-Balkarië) te paaien om zich bij het Russische rijk te voegen, of, wanneer dat niet slaagde, met geweld onderwerping afdwingen. In gebieden waar geen lokale elite zat, waren beide vormen niet toepasbaar omdat er geen bovenlaag was die namens het gehele gebied sprak.

7

(10)

Verovering van die gebieden moest per stad of per dorp gaan wat een lange en bloedige geschiedenis tot gevolg had (met name in Tsjetsjenië).

De Russen kwamen in hun expansionistische politiek twee problemen tegen. De eerste is hierboven al kort geschetst, het andere probleem was de strijd tegen het Ottomaanse en Perzische Rijk. Deze beide rijken wilden ook de Kaukasus opnemen binnen hun rijk. Pas in het eind van de 18e eeuw boekten de Russen twee grote overwinningen op de Turken na overwinningen in de Russisch-Turkse oorlog van 1768-1774 en in 1787. De Turken trokken zich terug en de Russen namen het gebied van de Turken over. De Russen waren militair machtiger dan de Turken. Het Russisch leger was erop getraind grote veldslagen uit te vechten, en was daardoor tegen de Turken in het voordeel. De strijd op de Kaukasus bleek echter van een ander kaliber. Door het woeste terrein was oorlogvoering op grote schaal onmogelijk en bleek het Russische leger erg kwetsbaar voor de guerrillatactieken van de Kaukasusbewoners. Een eerste stap naar de onderwerping van de Kaukasusvolkeren was het bouwen van een grote lijn forten; het bouwen van Grozny en het moderniseren van het fort Vladikavkaz onder leiding van generaal Jermelov, veteraan uit de Napoleontische oorlogen. Zijn keiharde aanpak van de opstandelingen maakte dat het gebied stukje bij beetje veiliger werd voor Russische troepen. Aan de andere kant zette het keiharde optreden, vooral bij de bouw van Grozny, veel kwaad bloed onder lokale bevolking.8 De harde lijn werd doorgevoerd in de gehele Kaukasus. Dorpen die verondersteld werden onderdak te verschaffen aan opstandelingen werden met de grond gelijk gemaakt , gewassen werden verbrand en burgers werden vermoord. Vooral in het huidige Tsjetsjenië was de opstand fel en hard en werd door het Russische leger vergeldingsaanvallen uitgevoerd. Dat Tsjetsjenië het toneel was voor groot verzet tegen de Russische overheersing kwam voort uit de eeuwenlange clanstructuur waardoor een nieuwe machthebber niet werd geaccepteerd. Het gezag van de Russen werd derhalve niet erkend en niet nageleefd.9Niet alleen Tsjetsjenië, maar ook Dagestan was een gebied waar de Russen zich met hun harde optreden allesbehalve geliefd maakten. De Russen maakten rigoureus een einde aan het traditionele leefpatroon van de bevolking. Expedities van Jermolov dreven veel mensen naar de bergen.10 De haat tegen de Russen maakte dat de volkeren zich voor het eerst in de geschiedenis konden verenigen tegen de gemeenschappelijke vijand. De Russen waren door het keiharde optreden van het leger niet geliefd bij de bevolking en er groeide een haat tegen de Russische overheersing. Dit groeiende gevoel van haat ontstond tegelijkertijd met de opkomst van een nieuwe religieuze stroming: het moeridisme. Het moeridisme, wat discipel betekent, kon onder leiding van sterke imams de volkeren van de Kaukasus verenigen onder de banier van het geloof. De leiders

8 King, Charles, The ghost of freedom. A history of the Caucasus (Oxford 2008) 23. 9 King, The ghost of freedom, 27

10

(11)

van de opstand maakten optimaal gebruik van de zwakte van het Russische leger dat duidelijk werd in het ontoegankelijk bergland van de Kaukasus. Het grote, logge militaire apparaat was niet in staat zich snel om te vormen van een groot staand leger in staat om grote veldslagen uit te vechten tot een leger dat in staat was guerrillaoorlogvoering te kunnen bestrijden.

Imam Shamil, de meest bekende imam-generaal, legde de gebrekkige strategie van de Russen op zeer effectieve en indrukwekkende wijze bloot. Uitgeweken naar Tsjetsjenië, begon Shamil met het opzetten van mobiele guerillabrigade’s. Deze lokten, met hun superieure kennis van het gebied, de Russen vaak in hinderlagen en konden zodoende snel veel wapentuig buit maken. Ook werden in de periode van begin 1840 twaalf forten ingenomen. Dit kon gebeuren doordat de fortificatielijn lang was, waardoor de garnizoenen vaak te klein waren om aanvallen af te slaan. Pas in 1864 konden de Russen het verzet breken en Shamil gevangen nemen. Op 21 mei 1864 proclameerde grootvorst Michael dat de oorlog over was.11 Om te zorgen dat er niet nog eens een dergelijke oorlog zou uitbreken, begonnen de Russen met een etnische zuivering. Deportaties naar Siberië volgden en honderdduizenden Adygs, Tsjerkessen, Abchazen en Tsjetsjenen vluchtten naar het Ottomaanse Rijk. De strijd tegen de Russen was, volgens Kaukasus expert Charles King ‘slechts’ een bijproduct van het gevecht om een zuivere islam te vestigen in het gebied.12

De Russen kwamen als imperialistische mogendheid binnen en wilden het Russisch gezag vestigen. Traditionele leefwijze werden rücksichtslos aan de kant gezet en ook het traditionele recht, werd als inferieur beschouwd en moest worden vervangen door de Russische wetgeving. Implementatie van die wetgeving ging allesbehalve soepel omdat de bevolking, die al eeuwen leefde naar eigen traditie en eigen inzicht van goed en kwaad, zich niet wilde confirmeren aan de Russische wetten.

Na de gevangenneming van Shamil en de deportaties kwam er een relatieve rust over het gebied. Deze rust zou duren tot aan het begin van de Russische revolutie.

1.2 Hernieuwde spanningen

Na de val van het Russische tsarenrijk ontstond een opstand in de Kaukasus en een Noord-Kaukasisch emiraat werd gesticht. Vele antibolsjewisten zochten hun heil in dit gebied. Nadat de Bolsjewisten aan de macht kwamen werd de Sovjetrepubliek der bergvolkeren (ASSR) opgericht (1921). In 1924 verdween de ASSR door communistische collectivisatie. De ASSR werd opgedeeld in vele autonome oblasten die ervoor zorgden dat de nationalistische idealen op de achtergrond geraakten en de gebieden klaarmaakten voor het communisme. De grondwet van 1936 zorgde voor de vestiging van Dagestan, Tsjetsjenië-Ingoesjetië, Noord-Ossetië en Kabardië-Balkarië als

(12)

autonome republieken en Karatsjaj-Tsjerkessië en Adygea als autonome oblasten, provincies. Echter werd in 1944 Tsjetsjenië-Ingoesjetië opgeheven doordat Stalin de Tsjetsjenen beschuldigde van collaboratie met Nazi-Duitsland. De autonome republiek werd hierop otnbonden en meer dan 500.000 mensen werden gedeporteerd. De operatie vond plaats op 29 februari 1944 en nog geen week later was de operatie afgerond. Lavrentii Beria, het hoofd van de veiligheidsdienst NKVD, rapporteerde aan Stalin:

“I report the results of the operation of resettling Chechens and Ingushi. The resettlement was begun on February 23rd in the majority of districts, with the exception of the high mountain population points… 478,479 persons were evicted and loaded onto special railway cars, including 91,250 Ingush. One hundred and eighty special trains were loaded, of which 159 were sent to the new designated place.”13

Tsjetsjenië-Ingoesjetië werd omgevormd tot Grozny Oblast, dat niet de gehele omvang hield van de voormalige autonome republiek. Grote delen kwamen bij Noord-Ossetië, de Georgische

Socialistische Sovjet Republiek en de Dagestan ASSR. In 1956 werd het de gedeporteerden

toegestaan om terug te keren naar hun land van herkomst. Bij terugkomst konden de mensen die het hadden overleefd niet terugkeren in hun huizen waar zij oorspronkelijk in geleefd hadden, omdat de Russische regering Kozak Russen naar de Kaukasus had gestuurd om het gebied te bevolken. Vanaf 1956 werd de Noord-Kaukasus bestuurlijk niet meer gewijzigd en bleek de situatie redelijk stabiel. Moskou had verregaande interesse in het gebied vanwege zijn natuurlijke rijkdom, vooral olie. Door het economische belang werd de regio goed gemonitord door de veiligheidsdiensten om onlusten tegen te gaan en een relatieve rust in stand te houden. Het geloof werd in de Sovjet-Unie uitgebannen waardoor in de Kaukasus, een islamitisch gebied, ondergronds ging om te overleven. Dit zorgde voor verdere spanningen in het gebied al kwamen deze onder Sovjettijd niet in de publiciteit.

Het abrupte einde van de Sovjet-Unie maakte dat de relatieve rust slechts schijn bleek te zijn en dat de onderlinge conflicten tussen de verschillende volkeren zich weer deden gelden. Waar in Oost-Europa de omwenteling zich relatief rustig voltrok, explodeerde de Kaukasus. Onafhankelijkheid werd in de meeste gebieden en republieken uitgeroepen. Tatarstan was in augustus 1990 de eerste, maar bleef na onderhandelingen toch binnen de Russische Federatie. Tsjetsjenië, dat ook onafhankelijkheid wenste, wilde niet binnen de Russische Federatie blijven en begon te strijden voor onafhankelijkheid. Zuid-Ossetië en Abchazië, gelegen in Georgië, begonnen na de onafhankelijkheid van Georgië ook te strijden voor eigen onafhankelijkheid; Azerbeidzjan en

13

(13)

Armenië geraakten in oorlog door de strijd om de Armeense enclave Nagoro-Karabach; Noord-Ossetië en Ingoesjetië raakten in oorlog over het Prigorodni district. De meeste conflicten ontstonden deels door onderhuidse spanningen die na de val van de Sovjet-Unie weer aan het licht kwamen. Voor een ander deel was het gebrek aan centraal gezag ook reden waardoor het zo onrustig werd op de Kaukasus. De nieuwe Russische president Jeltsin wakkerde het onafhankelijkheid denken nog verder aan door te stellen ‘take as much sovereignty as you can swallow’. Rusland was zelf in crisis en was niet bij machte orde op zaken te stellen op de Kaukasus. Uiteindelijk zorgde Rusland er wel voor dat de meeste conflicten werden beëindigd, zij het wel met een staakt-het-vuren, waardoor er een status quo ontstond. Een door Rusland geleide vredesmacht werd in de meeste conflictzones gestationeerd.

De opstandige houding van Tsjetsjenië leidde uiteindelijk in er in 1994 toe dat Rusland militair ingreep. Jeltsin verklaarde de oorlog aan de Tsjetsjenen maar moest in 1996 een nederlaag incasseren toen bleek dat het Russische leger niet in staat bleek om de Tsjetsjenen te verslaan. In 1995 heroverden de Tsjetsjenen Grozny op de Russische troepen wat voor de Russen het begin van einde betekende De Russische troepen, slecht geleid, getraind, gevoed en zonder moraal legden het af tegen de Tsjetsjenen die beter georganiseerd waren. De bewapening van het Tsjetsjeense leger bestond voornamelijk uit militair materieel dat in 1992 door de Russen was achtergelaten na de terugtrekking uit Tsjetsjenië. In Chasavjoert, op de grens tussen Tsjetsjenië en Dagestan werd in 1996 een vredesakkoord getekend. De Russen trokken zich na 1996 terug uit Tsjetsjenië waardoor Tsjetsjenië de facto een onafhankelijke staat werd, hoewel zij niet werd erkend door andere landen. De semi-onafhankelijkheid van Tsjetsjenië zorgde ervoor dat Tsjetsjenië een gebied werd waar vrijheidsstrijders, moedjahedien en terroristen zich vrijelijk konden bewegen. Door het stichtten van de Tsjetsjeense staat op islamitische grondbeginselen, kwamen ook radicale moslimgeleerden naar Tsjetsjenië toe waardoor de invloed van de radicale islam steeds verder toenam. De Tsjetsjenen konden door een slechte grensbewaking onder meer vrijelijk naar Dagestan en Ingoesjetië reizen om daar ook het radicalisme aan te wakkeren. Wanneer in 1999 een grote groep Tsjetsjeense rebellen gesteund door islamitische strijders de grens met Dagestan overtrokken om de beide staten te verenigen onder de vlag van de islam, verklaarde de toen waarnemend president Vladimir Poetin Tsjetsjenië voor de tweede keer de oorlog.

1.3 Conclusie

(14)
(15)

Hoofdstuk 2 Noord-Kaukasus van 1991 – 2000

De anti-Russische houding van de volkeren op de Noord-Kaukasus laat zich deels verklaren door het Russische streven om de Kaukasus te regeren. Een vooral keihard militair geweld was het gekozen middel om de Kaukasus te onderwerpen. Het lukte wel, maar de sterke anti-Russische, anti-centralistische houding verdween niet. Na de val van de Sovjet-Unie bleek de Noord-Kaukasus een kruitvat dat met een grote kracht ontplofte. Inmiddels is de Noord-Kaukasus Ruslands regio met de grootste problemen: wetteloosheid, armoede, terrorisme. In dit hoofdstuk worden de problemen beschreven en wordt gekeken welke specifieke problemen de regio had en waardoor deze waren ontstaan aan de vooravond van het presidentschap van Vladimir Poetin.

2.1 Nepotisme

De republieken op de Noord-Kaukasus bleven na val van de Sovjet-Unie geleid door de bestuurlijke elite die ook onder Sovjetbewind de touwtjes in handen had. De elite die aan de macht geraakte ten tijde van de Sovjet-Unie was meestal niet representatief voor de gehele bevolking. Dit gold zeker voor de republieken op de Noord-Kaukasus. Een kleine groep, een kleine minderheid had in alle zeven republieken van de Noord-Kaukasus de macht en schoven elkaar de baantjes toe. Na de val van de Sovjet-Unie bleef de macht in handen van die kleine elite en verbeterde er voor de rest van de bevolking weinig. De zittende elite bleef aan de macht en zorgde ervoor via corruptie en nepotisme dat zij in het zadel bleef.

In Kalbardië-Balkarië bleef Valerie Kokov, voorzitter van de lokale Opperste Sovjet, aan de macht van 1991 tot 2005. Hij werd twee keer herkozen, een keer met 98% van de stemmen en een keer met 87% van de stemmen.14 Kokov regeerde met harde hand en stond geen oppositie toe. In 1993 verving Kokov het in 1991 gekozen parlement door vertrouwelingen om de macht steviger in handen te houden. Kokov had een netwerk van benzinestations in handen waarvan de winst rechtstreeks naar hemzelf vloeide. Karatsjaj-Tsjerkessië werd vanaf 1979 geleid door Vladimir Khubiev die tot 1999 aan de macht bleef. Onder zijn bewind was oppositie verboden. Khubievs zwager had in Karatsjaj-Tsjerkessië de lucratieve cement en chemische industrie in handen waardoor een deel van de rijkdommen binnen de familie bleef en niet in de economie van de republiek terecht kwam. Dagestan, Ruslands meest etnisch gediversifieerde republiek, werd van 1991 tot 2006 geleid door Megamedali Magamedov. Dit ondanks het feit dat in Dagestan gekozen was voor een roulerend presidentschap tussen de veertien grootste volkeren. Magamedov bleek

14Sagramoso, Domitilla, ‘Violence and conflict in the Russian North Caucasus’, in: International

(16)

meester in het politieke spel en slaagde erin aan de macht te blijven en een relatieve rust te behouden in Dagestan. In 1996 zou Magamedov worden vervangen door Moeku Aliev. Magamedov had beloofd aan Aliev dat hij zou terugtreden wanneer hij zou worden onderscheiden met een grote onderscheiding. Aliev stemde in maar Magamedov hield geen woord en trad niet terug als president wat spanningen deed oplopen, maar tot een uitbarsting van geweld kwam het niet. Ingoesjetië kreeg in 1993 een president nadat eerst de republiek Tsjetsjenië-Ingoesjetië werd ontbonden en er een Ossetisch-Ingoesjeetse republiek ontstond. Na het conflict over Prigorodny werd de republiek opgesplitst in Noord-Ossetië en Ingoesjetië. Zuid-Ossetië was bij Georgië gekomen. Aoesjev werd in 1993 met bijna 100% (99,94%)15 van de stemmen gekozen als enige kandidaat. Hij bleef tot 2002 president van Ingoesjetië. Hij werd uit zijn functie ontheven na kritiek op Poetin. Tsjetsjenië is een apart geval wat ik zal behandelen in 2.4.

Keerzijde van nepotisme is dat de macht in handen blijft van een relatief kleine groep. Dit zorgt ervoor dat het overgrote deel van de bevolking uitgesloten werd van politieke activiteiten. Burgerrechten zoals vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst en persvrijheid bestonden amper. Mensenrechten werden op grote schaal geschonden, hoewel accurate cijfers niet voorhanden zijn omdat mensenrechtenorganisaties niet worden toegelaten. Het was echter Jeltsin die de steun gaf aan de zittende machthebbers. Omdat de Russische staat niet in staat was om eventueel orde op zaken te stellen, bleef het Kremlin de machthebbers steunen omdat zij erin slaagden hun eigen republieken relatief rustig te houden.

2.2 Economische situatie

De economische situatie van de zeven republieken op de Noord-Kaukasus is slecht. Na de val van de Sovjet-Unie samen met de daaropvolgende economische crisis van de Russische Federatie zijn de republieken op de Noord-Kaukasus afgegleden tot de slechts presterende van de gehele Russische Federatie. In Dagestan liep de industriële productie terug met 80% en de agrarische productie met 65%. Ingoesjetië en Tsjetsjenië lieten de sterkste economische daling zien.16 De verklaring voor de situatie van Tsjetsjenië was de economische blokkade die Moskou instelde na de in 1991 uitgeroepen onafhankelijk van Tsjetsjenië. De Tsjetsjeense economie viel nog verder terug omdat de leider van het land, Dzjokar Doedajev er niet in slaagde de economie op orde te krijgen. Doedajev was een militair en had de militaire organisatie van Tsjetsjenië goed geregeld, maar een goed politicus was hij allerminst. Criminaliteit groeide sterk omdat het centrale gezag niet sterk

15 Z.a. ‘Analysis: Is Ruslan Aushev The Answer To Ingushetia’s Problems?’ op:

http://www.rferl.org/content/article/1144524.html

16

(17)

genoeg was om daar tegen op te treden. De oliesector, een grote bron van inkomsten voor Tsjetsjenië werd drooggelegd door Rusland. Belangrijke leidingen werden omgelegd om te voorkomen dat zij niet konden worden beschadigd door terroristische activiteiten. Aan het begin van de Eerste Tsjetsjeense oorlog was de Tsjetsjeense economie zo goed als vernietigd.

Buurland Ingoesjetië leed als gevolg van de oorlog met Tsjetsjenië onder het grote aantal vluchtelingen. Economisch en sociaal was het land niet in staat de vluchtelingen goed op te vangen. In 1997 waren Tsjetsjenië en Ingoesjetië de armste republieken binnen de Russische Federatie. In Ingoesjetië leefde in 1997 85% van de bevolking onder de armoedegrens, in Dagestan 80% en in Kalbardië-Balkarië 62%.17 Cijfers voor Tsjetsjenië zijn niet voorhanden maar aangenomen mag worden dat de situatie even slecht is, of misschien slechter, dan in Ingoesjetië. Wat vooral zorgwekkend is, maar zeker in het laatste decennium van de 20e eeuw was de hoge mate van werkloosheid bij mensen jonger dan 30 jaar – gemiddeld 70%.

2.3 De islam

Het geloof is een belangrijke factor op de Noord-Kaukasus. Traditioneel is de islam de sterkst vertegenwoordigde religie in dit gebied. Dat was al sinds de tijd dat Mohammed in 682 zijn boodschap aan de wereld verkondigde. De Arabieren poogden al sinds de zevende eeuw de Kaukasus onder controle te krijgen, maar slaagden daar niet in. Wel slaagden zij erin het geloof te laten wortelen bij de volkeren van de Noord-Kaukasus.

Ten tijde van de Sovjet-Unie was religie verboden. Dit betekende voor de Noord-Kaukasus dat het geloof ondergronds moest gaan om te kunnen overleven. Na 1991, toen de islamitische renaissance begon, maakte de islam een opmars. Moskeeën werden gebouwd en imams uit het Midden-Oosten kwamen in grote getalen naar de Noord-Kaukasus om het geloof opnieuw te prediken. In Dagestan waren in 19911.670 moskeeën, 25 religieuze scholen en drie islamitische partijen. Er werkten 3500 imams en 1230 jongeren waren in tien landen om de islamitische religie en cultuur te bestuderen. Ook maken ieder jaar meer dan 5000 Dagestani de hadj naar Mekka.18 De jongeren worden beter opgeleid dan hun ouders en de generatie daarvoor. Zij worden beter geschoold en zijn beter in staat de omissies van hun 'thuisland' te signaleren dan hun ouders.

Een tweetal fricties dient zich aan volgens C.W. Blandy, expert op het gebied van de Noord-Kaukasus en verbonden aan het Britse Defensie Instituut. Het eerste is een generatieconflict. Door een betere scholing hebben jongeren een betere ontwikkeling gehad en zijn zij beter in staat de de

17 Sagramoso, ‘Violence and conflict.

18

(18)

problemen in hun 'land' te analyseren dan hun ouders. Ten tweede kan er frictie ontstaan over de invulling van het geloof. De jongeren, die geschoold werden de 'pure' islam te leren begrijpen, kwamen tegenover hun ouders te staan die een vorm van de islam aanhingen die onder Sovjettijd was aangepast om te kunnen overleven.

De val van de Sovjet-Unie leidde ertoe dat onder meer Tsjetsjenië een islamitische republiek werd waardoor naast Schriftgeleerden uit de Arabische wereld, ook islamitische vrijheidsstrijders richting Grozny kwamen. Waar de Schriftgeleerden in eerste instantie de islam vredig predikten, namen de vrijheidsstrijders een meer radicale tak van de islam met zich mee: het wahhabisme. Deze tak van de islam richt zich op een zo puur mogelijke vorm van de islam. Het vieren van de geboortedag van de profeet Mohammed is verboden. Wahabieten geloven dat zij die hun leer niet aanhangen heidenen zijn en daarmee vijanden. Deze zeer conservatieve vorm van het geloof, door velen beschouwd als extremistisch, begon aan een opmars na de jaren '70 van de vorige eeuw, toen Saudi-Arabië – waar het wahhabisme staatsgodsdienst is – begon met het financieren van wahhabistische scholen over de gehele wereld.19

Het radicale wahhabisme schoot vooral wortel in Tsjetsjenië. Het islamitisch geloof is sterk in Tsjetsjenië maar dat is niet de hoofdreden mijns inziens voor de omarming van het wahhabisme. De islamitische vrijheidsstrijders die naar de Noord-Kaukasus kwamen brachten veel geld mee. De Tsjetsjenen konden het geld wel gebruiken in hun strijd voor onafhankelijkheid. De meest bekende wahabiet die neerstreek in de Noord-Kaukasus was Samir Saleh Al-Suwailem, de zwarte emir (Emir Chattab). Hij leidde samen met Basajev de invasie in Dagestan in 1999.

Waar de Tsjetsjenen het wahhabisme gebruikten om hun onafhankelijkheidsstrijd voort te zetten, zo omarmde een klein deel van de bevolking (3%) van Dagestan het wahhabisme als protest tegen president Magamedov. De Dagestani die het wahhabisme omarmden waren gesitueerd in de grensstreek met Tsjetsjenië. De Dagestaanse wahabieten wilden zich afscheiden van het centrum om zelf hun zaken te regelen. De islamitische wetgeving werd hier ingevoerd. Ongetwijfeld kan, mijns inziens, de locatie van deze groep wahabieten niet los worden gezien van de Tsjetsjeense strijd. Door een gebrekkige grenscontrole waren Tsjetsjeense rebellen in staat om vrijelijk de Tsjetsjeens-Dagestaanse grens over te trekken om hun geloof te verspreidden.

19

z.a.'Analyses wahhabism', op:

(19)

2.4 Een de facto onafhankelijke Tsjetsjeense staat

Een laatste oorzaak van de instabiele situatie op de Noord-Kaukasus in zonder meer de rol die Tsjetsjenië heeft gespeeld in zijn streven naar onafhankelijkheid. Al in 1991 werd de Tsjetsjeense eis voor onafhankelijk kracht bijgezet door een terroristische daad, het kapen van een vliegtuig door Shamil Basajev. In 1994 trok het Russische leger met groots machtsvertoon de opstandige republiek binnen om de Russische constitutionele orde te herstellen. Het zo machtig geachte Russische leger werd in een oorlog van twee jaar door Tsjetsjeense rebellen verslagen en Rusland werd gedwongen een vredesakkoord te ondertekenen waardoor Tsjetsjenië de facto een zelfstandige staat werd. Het vredesverdrag, getekend door de Russische generaal Lebed en de Tsjetsjeense president Zelimkin Yanderbeijev, maakte Tsjetsjenië een status aperte binnen de Russische Federatie. In werkelijkheid kwam het er op neer dat Rusland geen zicht meer had op wat er in Tsjetsjenië gebeurde.

Tsjetsjenië verdween onder de Russische radar en samen met de grote instroom van islamitische geestelijken, moedjahedien en andere terroristen werd Tsjetsjenië een land groot gevaar voor de stabiliteit van de gehele regio en voor de Russische Federatie. Tsjetsjenië was een islamitische staat waardoor zij steun hoopten te vinden bij andere Arabische en islamitische staten. Tsjetsjeense rebellen richtten onder leiding van Basajev trainingskampen op hoog in de Tsjetsjeense bergen. Hier werden toekomstige terroristen getraind door Basajev en door Chattab, die gevochten had als moedjahedien in de Afghaanse opstand tegen de Russische overheersing. De trainingsfaciliteiten zouden, zo zou laten blijken, gebruikt zijn om rebellen te trainen voor de invasie van Dagestan in 1999.

Tegelijkertijd werd onder Yanderbeijev het wahhabisme sterker en kreeg Tsjetsjenië vaker bezoek van buitenlandse strijders die de Tsjetsjeense zaak steunden. Ook kreeg Tsjetsjenië onder Yanderbeijev contact met de Afghaanse Taliban. Yanderbeijev mocht op audiëntie komen bij Mullah Omar, de geestelijk leider van de Taliban. Yanderbeijev zocht geldelijke en politieke steun bij de Taliban. De Taliban willigden het verzoek van de Tsjetsjenen in en de Taliban erkende Tsjetsjenië als onafhankelijke staat. Ook was het de Tsjetsjeense regering toegestaan een ambassade te openen in Afghanistan.

(20)

2.5 Conclusie

De verslechterende situatie op de Noord-Kaukasus heeft zich sinds de val van de Sovjet-Unie doorgezet. Een corrupte bestuurslaag die grote groepen van de bevolking uitsluit van politieke activiteiten, een hopeloze en uitzichtloze economische situatie dreef veel – met name – jongeren in de handen van ofwel het geloof of in de handen van extremisme. Vooral de radicale stroming binnen de islam, het wahhabisme maakte opgang omdat aanhangers (veel) geld in het vooruitzicht werden gesteld als zij zich bij hen aansloten. Verder was Tsjetsjenië als semi-onafhankelijk land een broeinest voor terroristen. Tsjetsjeense rebellen, maar ook islamitische vrijheidsstrijders konden zich zonder problemen bewegen zonder dat Moskou hier ook maar enige grip op had. De Russische autoriteiten hadden geen zicht op wie Tsjetsjenië binnenkwam. Ook was de grensbewaking met Ingoesjetië en Dagestan slecht georganiseerd waardoor Tsjetsjeense rebellen vrijelijk de grenzen konden oversteken en in de andere landen hun idealen voor een onafhankelijk Tsjetsjenië konden prediken. Tegelijkertijd bleken de Russen niet in staat iets te doen tegen de training van terroristen.

(21)

Hoofdstuk 3 Veiligheidsdiensten en leger tot 2000

Dit hoofdstuk heeft als doel een beschrijving te geven van de strijd tegen terrorisme in Rusland zoals deze op gang kwam na de val van de Sovjet-Unie. Dit is noodzakelijk omdat na de val van de Sovjet-Unie de veiligheidssituatie van de Russische Federatie herzien moest worden, zo ook de strijd tegen terrorisme. Verder wordt in dit hoofdstuk de situatie van de Russische krijgsmacht beschreven zodat de lezer een beeld krijgt hoe de veiligheid in de Russische Federatie was georganiseerd aan de vooravond van het presidentschap van Vladimir Poetin.

3.1 Terrorismebestrijding tot 2000

Terrorisme was in de Sovjet-Unie een bijna niet bestaand fenomeen. Behalve de aanslag op een metro in Moskou in 1977 door een groep Armeense nationalisten en een poging tot het kapen van een vliegtuig in Tblisi in 1984, die gezien werden als atypisch voor het land, kwam terrorisme niet voor.20 De veiligheidsdiensten hielden de samenleving scherp in de gaten van ultranationalisten, religieuze fanaten of extremisten konden vaak in het beginstadium van een eventuele aanslag al konden worden opgepakt. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en de daarmee gepaarde ontbinding van de KGB, werd terrorisme wel een probleem. Het uiteenvallen van de Sovjet-Unie leidde tot tal van conflicten en in het geval van de Tsjetsjeense roep om zelfstandigheid werd het terrorisme als wapen om hun eis kracht bij te zetten niet geschuwd. In 1991 kaapte Shamil Basajev, Tsjetsjeens terrorist, een vliegtuig om zo de aandacht te vestigen op de Tsjetsjeense eis tot onafhankelijkheid.

Terrorismebestrijding was in de tijd van de Sovjet-Unie vooral gericht op het voorkomen van politieke aanslagen en niet zo zeer op het bestrijden van terrorisme zoals we dat in de tegenwoordige samenleving kennen. Het vijfde directoraat van de Russische geheime dienst (KGB) hield zich hier mee bezig. Na de ontbinding van dienst werden diverse directoraten ondergebracht bij nieuw gevormde diensten. De opvolger van de KGB, de FSB, nam onder meer het vijfde directoraat over en kwam zodoende logischerwijs aan het hoofd van anti-terrorisme operaties. De bestrijding van terrorisme was niet goed geregeld. Er was geen duidelijk decreet of wet die een dienst aanwees die de algehele coördinatie van terrorisme in handen kreeg. Dit had te maken met het grote aantal instituties die ook gedeeltelijk tot taak hadden terrorisme te bestrijden. Onder meer de machtsministeries binnenlandse zaken (MVD en defensie (MOD), de nationale veiligheidsdienst (FSB), de buitenlandse inlichtingendienst (SVR), de federale beschermingsdienst en de staatsgrensbewakingsdienst (FAPSI) hadden troepen beschikbaar om in te zetten in

(22)

terreuroperaties.

De eerste definitie van terrorisme in Rusland kwam in 1994 toen in het wetboek van strafrecht de term terrorisme werd opgenomen. 21 in zowel 1997 en 1998 werd de definitie verder aangescherpt. In 1998 werd de wet 'On Combatting Terrorism' van kracht waarin voor het eerst vastgelegd werd wie de operationele verantwoordelijkheid kreeg bij de bestrijding van het terrorisme. Hoewel het wettelijk nu was vastgelegd, bleek de wet niet zaligmakend. Er werd niet gekozen voor een duidelijke lijn. De operationele bevoegdheid zou liggen bij de dienst die bij de terreuroperaties de meeste competentie heeft (artikel 10). Dat betekent dat per anti-terreuroperaties de leidinggevende instantie zou kunnen veranderen. De al eerder genoemde zes overheids- en veiligheidsdiensten werden door de wet genoemd die zich met terrorismebestrijding bezig moesten houden. Verder was er een toevoeging dat indien noodzakelijk de hulp kon worden ingeroepen van andere instanties. Welke dit zijn of waren wordt echter door de wet niet benoemd. Een andere lacune in de wet was dat: “prevention, identification, and investigation of politically motivated terrorist crimes fall under the jurisdiction of the Federal Security Service, while prevention, identification, and investigation of financially motivated terrorist crimes fall under the jurisdiction of the Ministry of Internal Affairs of the Russian Federation”.22 De wet verzuimde duidelijk te maken op welke vlakken de jurisdictie verschilde.

De aanpak van terrorisme was voor de wet vastgelegd en ook welke instanties zich hiermee bezig konden houden. Het grootste probleem echter was dat een goede, structurele aanpak van terrorismebestrijding een kostbaar proces is. De Russische economie zat tot aan 2000 in een dal waardoor er weinig geld extra vrijgemaakt kon worden voor onder meer terrorismebestrijding. In 1999 werd het 'Federal Program on Strengthening Counter-Terrorism Activities' door alle ministeries goedgekeurd behalve door Financiën omdat er geen geld beschikbaar was om de plannen uit te voeren. Plannen waren onder meer een actief beleid van tegenmaatregelen om extremistische en terroristische ideologieën de kop in te drukken. Door het niet kunnen uitvoeren van een goed anti-terreurprogramma was volgens Victor Petrishchev, lid van de Russische Doema, een van de oorzaken van het langslepende conflict in de Noord-Kaukasus.23 De Russische autoriteiten hadden door het gebrek aan mogelijkheden voor anti-terreuroperaties en het feit dat Tsjetsjenië een semi-onafhankelijke staat was, geen grip op de situatie in Tsjetsjenië die steeds meer extremistischer werd en steeds meer werd ondersteund door radicale geestelijken uit het Midden-Oosten die onder meer het wahhabisme preekten. Daarover meer in hoofdstuk 4.

21Petrishchev, 'Russian Legislation and the Fight' 48. De eerste definitie luidde: “bombings, arson, and other acts

causing a threat to human life, major property loss, and other negative consequences committed against public safety or with the aim of influencing decision-making of the government authorities.” in 1997 werd de definitie:

(23)

3.2 De staat van het Russische leger

'There is no more Russian army to speak off... Osama bin Laden could put on one of our uniforms and march from the Far East to Moscow, and nobody would notice him”.24

Bovenstaand citaat geeft weer hoe er gedacht werd over de staat van het Russische leger. Het Russische leger, dat eigenlijk een voorzetting was van het alom gevreesde Rode Leger, bleek al gauw niet in de schaduw daarvan te kunnen staan. In de korte oorlog tegen de opstandige republiek Tsjetsjenië werd het leger verslagen door rebellen wat een gevoelige klap betekende voor het Kremlin. Het Kremlin was vanaf het uiteenvallen van de Sovjet-Unie bezig het leger te moderniseren en te professionaliseren maar dat bleek in 1996 ontoereikend.

Het Russische leger moest na 1991 inkrimpen. Economische malaise stond een groot staand leger niet toe en ook was het territorium van de Russische Federatie kleiner dan dat van de Sovjet-Unie waardoor inkrimping noodzakelijk was. In 2000 was het Russische leger tot een derde gereduceerd in vergelijking met de sterkte van het Rode Leger in 1991. Een daling van alle troepen over de gehele linie was te zien behalve bij de Strategisch Nucleaire Troepen. De Strategische Troepen werden op sterkte gehouden omdat het conventionele leger in een dusdanige deplorabele staat verkeerde dat de nadruk op de verdediging van de Russische Federatie kwam te liggen op kernwapens.25

De deplorabele staat van het leger was te wijten aan slechte salariëring, slechte training en slecht materiaal wat tot gevolg had dat binnen het leger fraude, diefstal en moord veel voorkwamen. Niet alleen bij de – dienstplichtige - soldaten, maar ook onder officieren. 48% van de beroepsmilitairen leefden onder de armoedegrens terwijl de secundaire omstandigheden nog slechter waren. Tegelijkertijd waren er gemiddeld 500 moordzaken te behandelen en waren er 400-600 zelfmoorden per jaar.26 Materiaal kon niet worden gerepareerd noch vervangen door een gebrek aan financiële middelen terwijl investeringen in nieuw materiaal een utopie was voor de meeste legereenheden. Brandstof was schaars waardoor trainingsmogelijkheden afnamen voor onder meer tankdivisies en gemotoriseerde brigades. De oorlog tussen Rusland en Tsjetsjenië zorgde ervoor dat alle beschikbare materiaal naar het oorlogsgebied gestuurd wed waardoor eenheden in andere delen van het land verder uitgehold werden. De professionaliteit van het Russische leger werd door de talloze gebreken ingeperkt en de moraal van de troepen zakte na de vernederende oorlog in 1996 tot

24

Haas, Marcel de, Veiligheidsbeleid en airpower onder Jeltsin en Poetin. De ontwikkeling van het veiligheidsdenken in

de Russische Federatie en de gevolgen ervan voor de inzet van het luchtwapen (1992-2000) (Amsterdam 2004) 108. 25Haas, Marcel de, ‘Russisch veiligheidsbeleid. Weerzien met het Sovjetrijk?’ in: Jaarboek vrede en veiligheid 2007.

26

(24)

een dieptepunt. De staat van paraatheid van gevechtseenheden was sterk verslechterd waardoor het niet verwonderlijk was dat de Russische generale staf de Strategische Troepen als ruggengraat voor de landsverdediging had gemaakt. De roep om verandering was groot.

3.3 Poetin aan de macht

Al aan het eind van 1999 werd duidelijk dat de leiding in Rusland in handen kwam van Vladimir Poetin. Boris Jeltsin was zwak en schoof steeds meer zaken af naar de toenmalige premier Vladimir Poetin. Poetin voormalig KGB’er werd neergezet door zijn campagneteam als een onverschrokken, vaderlandslievende man. Als gauw werd hij ongekend populair bij de Russische burgers die genoeg hadden van Jeltsin. Het vertrouwen dat Poetin Rusland weer tot supermacht kon laten opklimmen was groot. Poetin had vertrouwen in leger en veiligheidsdiensten en dat was mede te danken aan de campagne die hij had gevoerd. Hij liet zich invliegen in Tsjetsjenië als copiloot, maakte een succesvolle duik mee in een onderzeeër van de Noordelijke Vloot tijdens een oefening in de Barentszzee en was aanwezig bij het afschieten van ballistische raketten door onderdelen van de landmacht. Dit beeld wat Poetin hierdoor kreeg was te rooskleurig. Het rooskleurige beeld van het leger werd nog eens bevestigd door de snelle inname van Grozny tijdens de Tweede Tsjetsjeense oorlog. In feite was het leger, zoals in 3.2 beschreven er slecht aan toe en was hervorming noodzakelijk. Met Poetin leken de hervormingen eindelijk van de grond te komen.

(25)

stabiliteit.27

Een opmerkelijke verandering in het NVC was onder meer de opname van de wettelijke mogelijkheid dat troepen van de krijgsmacht konden worden ingezet bij gewapende, interne conflicten. Dit was voorheen enkel toegestaan wanneer de veiligheid van de staat in het geding kwam (coup van 1993, Tsjetsjeense oorlogen). De nieuwe militaire doctrine (aangenomen en bekrachtigd in april 2000) voorzag in samenhang met de opname van het thema in het NVC in de vorming van een tijdelijke, gezamenlijke (interdepartementale) commandostructuur voor troepeninzet voor interne, gewapende conflicten.

De externe dreigingen die het NVC noemde waren onder meer de tanende rol van Rusland op de internationale politiek en economie; het verdwijnen van de zekerheden die de 'mechanismen van internationale veiligheid' boden. De rol van onder meer de VN-Veiligheidsraad was onder meer door de Kosovo-crisis aangetast. Als laatste was de rol van internationaal terrorisme genoemd die gericht was op destabilisering van de Russische Federatie en de afscheiding van de Noord-Kaukasus. Belangrijke opname in het NVC was dat de toename en het niveau van militaire dreiging . In het NVC van 1997 was juist sprake van een afnemende militaire dreiging. De toename van militaire dreiging was vooral toe te schrijven door de rol van de NAVO in Kosovo waar zij zonder goedkeuring van de VN-Veiligheidsraad eenzijdig overgingen tot bombarderen van Kosovo.

De doelen die het NVC stelde waren als volgt:28

* Vermindering van de economische, financiële en technologische afhankelijkheid van het buitenland;

* Vorming van een gemeenschappelijk economisch gebied binnen het GOS;

* Versterking van staat en gezag-handhavende organen ten einde criminaliteit, corruptie en terrorisme effectiever te kunnen bestrijden;

* Versterking van staatsregulering van de economie;

* Verbetering van de betrekkingen tussen de federale overheid en regionale en lokale organen.

Vooral in het kader van de vraagstelling van deze scriptie zijn punten drie en vijf van belang. Het lijkt of worden de doelen die het NVC stelt door het Kremlin geïnterpreteerd als het steeds verder overhevelen van bevoegdheden van lokale en regionale organen naar het Kremlin.

Met Poetin leek de Russische Federatie dan eindelijk de weg te zijn ingeslagen die grootscheepse

27Russisch Nationaal Veiligheidsconcept op: http://www.russiaeurope.mid.ru/russiastrat2000.html

28

(26)

hervormingen mogelijk zou maken. Zo was er de toespraak van begin 2000 waarin hij het vertrouwen uitsprak in het leger en dat het leger het vertrouwen van de bevolking weer het terug gewonnen. Deze toespraak gaf hij met het oog op de oorlog in Tsjetsjenië die, in vergelijking met de eerste Tsjetsjeense oorlog, (op dat moment) aanzienlijk beter verliep voor Moskou. Toch was er zijn hervormingsdrang in zijn eerste parlementaire toespraak als president, gehouden in juni 2000, weinig te merken. Het woord militair, laat staan hervorming, werd niet genoemd.29 Achter de schermen werd echter wel gewerkt aan nieuwe doctrines voor de krijgsmacht als geheel (april 2000) en voor de marine (augustus 2000).

De hervormingen die nodig waren om de krijgsmacht weer op volledige sterkte te krijgen werden breed gedragen door de leiders van de diverse onderdelen totdat hervorming bij hun eigen onderdeel kwam. Zo was er de openlijke ruzie tussen minister van Defensie Igor Sergejev en hoofd van de Generale Staf Igo Kvashnin over de verdeling tussen conventionele en Strategische strijdkrachten. Poetin kon het geschil als hoofd van de krijgsmacht oplossen door partij te kiezen maar liet dit na. Uiteindelijk werd er gestreefd naar een compromis dat voor beide partijen acceptabel was. Toch liet Poetin wel duidelijk merken dat het hem menens was wat hervormingen binnen de krijgsmacht betrof. In 2003 sprak hij in het bijzijn van stafleden van de krijgsmacht zijn doel uit:

“The Russian armed forces need to be of a new quality, and that quality has to manifest itself in everything: combat preparedness, military planning and military science. We are faced with the considerable task of creating a new look for the armed forces.” 30

Een van de taken voor een 'new look' voor de krijgsmacht was een verdere inkrimping van het leger en een volledige overgang tot een professioneel leger. De krijgsmacht moest op 1 januari 2004 1 miljoen soldaten onder de wapens hebben. In 2003 lag dit aantal nog ver boven de 1 miljoen. Bij leger en veiligheidsdiensten moesten 600.000 ontslagen vallen in het kader van de modernisering en professionalisering van het leger. De afschaffing van de dienstplicht is onontkoombaar voor een professioneel en modern leger. De gedachte speelde al sinds Jeltsin aan de macht kwam maar omdat de krijgsmacht met professionele soldaten alleen niet sterk genoeg was, werd de dienstplicht aangehouden. In 2002 werd nog eens duidelijk dat de dienstplicht niet werkte in Rusland. Tijdens een desertie van een legerbasis in Wolgograd verlieten 50 soldaten tegelijkertijd de kazerne omdat zij niet meer tegen het systeem van onderdrukking, uitbuiting en vernedering konden. Na de

29

Poetin’s toespraak voor het Russische parlement, juni 2000.

30Vladimir Poetin. Openingsrede tijdens een ontmoeting met het stafpersoneel van de Russische krijgsmacht op 2

(27)

desertie werd door Poetin een nieuw systeem ingevoerd dat voorzag in betere voorzieningen voor dienstplichtige soldaten. Een beter salaris en betere mogelijkheden voor doorstroming naar het professionele leger, of betere secundaire voorwaarden als de soldaten hun dienstplicht afmaakten. 31

3.4 Conclusie

Poetin trof bij het aanvaardden van het presidentschap van Rusland zijn veiligheidsdiensten aan die verschillend georganiseerd waren, zonder een overkoepelende strategie. Het leger bleek in desolate staat te verkeren. De bestrijding van terrorisme was voor de wet wel geregeld maar het was niet volmaakt. Onder Poetin werd een begin gemaakt met hervormingen die de diensten beter moesten voorbereiden op het bestrijden van terrorisme.

31

(28)

Hoofdstuk 4 Veranderingen in de strijd tegen terrorisme op de Noord-Kaukasus

In het vorige hoofdstuk is de erfenis aan de orde gekomen die Poetin meekreeg bij het aantreden als president van de Russische Federatie. De Noord-Kaukasus was een gebied dat door corruptie, nepotisme en slechte economische omstandigheden in de handen gedreven werd van (islamitisch) extremisme. Leger en veiligheidsdiensten verkeerden in deplorabele staat en de strijd tegen terreur had bijna stil gestaan omdat er geen goede organisatie was wat betreft de leidende rol in de anti-terreurcampagnes. Met het aantreden van Poetin en de ondertekening van het NVC en de militaire doctrine werd het duidelijk dat het Kremlin weer een leider had gekregen die beslissingen durfde te nemen en die ervoor wilde zorgen dat de strijd tegen terreur wilde aanpakken en zorg wilde dragen dat de Noord-Kaukasus economisch ook weer uit het dal zou komen. Toch moest Poetin zorgvuldig te werk gaan omdat de spanningen in de Noord-Kaukasus elk moment konden uitgroeien tot een regionale crisis.

4.1 De invasie van Dagestan en de Tweede Tsjetsjeense oorlog

De eerste crisis waarmee Vladimir Poetin te maken kreeg als leider van Rusland waren de aanslagen op flatgebouwen in Moskou op 4 september 1999. De schuld werd gelegd bij de Tsjetsjeense rebellen, hoewel de officiële toedracht nooit goed duidelijk is geworden daar een bom die onschadelijk werd gemaakt door de FSB werd opgeëist als zijnde een trainingsbom. De aanslagen op de flatgebouwen in Moskou volgden op de invasie van Dagestan door ruim 2000 Tsjetsjeense rebellen en islamitische vrijheidsstrijders geleid door Basajev en Chattab op 7 augustus.

Dat Poetin de schuld bij de Tsjetsjenen legde voor de bomaanslagen was niet onverwacht. Poetin was de leider die Rusland weer een machtig land moest maken en het uitroeien van het Tsjetsjeense geweld zou duidelijk maken dat hij een leider was die daad bij woord voegde. De invasie van Dagestan door Tsjetsjenen was de casus belli voor de Tweede Tsjetsjeense oorlog.32 Vladimir Poetin verklaarde de Tsjetsjeense terroristen de oorlog. Op 26 oktober, na de verdrijving van de Tsjetsjeense terroristen uit Dagestan trok het Russische leger Tsjetsjenië binnen.

Het verdrijven van de terroristen uit Dagestan was allesbehalve een makkelijke opgave voor leger en veiligheidstroepen. Dit niet alleen door een gebrek aan training, materiaal en moraal, maar ook doordat er maar weinig federale troepen gelegerd waren in Dagestan. De Dagestaanse

32

(29)

autoriteiten waren ervan overtuigd zelf orde te kunnen handhaven en gaven geen toestemming voor een grootschalige inzet van leger en veiligheidsdiensten op Dagestaans grondgebied.33

De terroristen hadden zich goed voorbereid en konden zich gemakkelijk verplaatsen door het moeilijk begaanbare, heuvelachtige terrein, en hadden het geluk dat de federale troepen slecht georganiseerd waren en dat de Dagestaanse troepen niet in staat waren de aanval af te slaan. Het waren vooral de lokale bewoners die zich verzetten tegen Basajev en zijn rebellen en zo een dusdanige vertraging konden bewerkstelligen dat de federale diensten zich in staat van paraatheid konden brengen. Het niet direct kunnen optreden had te maken met twee oorzaken. Ten eerste waren het de Dagestaanse autoriteiten zelf die kenbaar hadden gemaakt aan Moskou dat zij zelf de baas wilden zijn in hun republiek, dat wil zeggen, dat er (achteraf bekeken) te weinig federale troepen waren om snelle assistentie te kunnen verlenen. Een tweede oorzaak is de status van Tsjetsjenië. De Russische veiligheidsdiensten waren niet goed op de hoogte wat zich in het gebied afspeelde en waarom daarom slecht voorbereid op de invasie. Ook was de grens tussen de beide republieken slecht tot niet bewaakt waardoor de terroristen snel terrein konden winnen.

Het weinig daadkrachtig optreden in Dagestan had voorts te maken met een continue wisseling van het operationele commando. Het ministerie van binnenlandse zaken had in eerste instantie het operationele commando over de operatie. Op 17 augustus, 10 dagen na het begin van de invasie droeg het MVD het commando over aan het Ministerie van Defensie maar wederom 10 dagen later, op 27 augustus werd het operationele commando weer ondergebracht bij het MVD en op 4 september, op dezelfde dag dat de bomaanslagen Moskou troffen, werd het commando weer bij Defensie neergelegd.34 Hoewel de exacte reden niet te achterhalen zijn, lijkt het erop dat zowel de commandanten te velde bij het MVD en het MOD niet in staat waren om een gezamenlijke troepenmacht aan te voeren en dat de politiek leiders de verantwoordelijkheid liever niet namen omdat zij bang waren voor het kwijtraken van hun banen. De continue verandering in het operationele commando zorgde voor een vertraging bij de bestrijding van de terroristische invasie. Door het steeds doorschuiven van het commando werden beslissingen over welke eenheid waar naar toe gezonden moest worden achterwege en konden de terroristen snel veel terrein winnen. Voorts is de constante wisseling van commando slecht voor de moraal van de troepen omdat het niet getuigd van vertrouwen in eigen kunnen.

Tijdens een conferentie van de gezamenlijke troepenmacht kwam naar voren dat in er een systeem moest komen dat zowel in vredestijd werkte, maar in tijd van crisis gemakkelijk veranderd kon worden. Besloten werd dat een legercommandant het operationele commando in handen kreeg

33

Blandy, C.W., The Storm Part 1: The invasion of Avaristan (Surry 2005) 12.

34

(30)

van de troepen die op dat moment de hoofdtaak uitvoeren bij een conflict.35 Deze ietwat halfslachtige oplossing is terug te voeren op artikel 6 van de wet 'On Combatting Terrorism'. Ook daar werd niet gekozen voor een duidelijke oplossing. De wet maakte ook geen duidelijke keuze welke instantie het algehele commando kreeg over de anti-terreuroperaties. De commandanten van de leger en veiligheidsdiensten konden ook niet uitmaken wie het algehele commando kreeg waardoor snelle besluitvormingen niet mogelijk waren en de terroristen andermaal een voorsprong gaven.

De Russische luchtmacht zorgde uiteindelijk ervoor dat het initiatief bij de federale troepen kwam te liggen en dat de terroristen teruggedreven werden. Door de inzet van de 'fuel air bomb', een thermobarisch wapen. Een wapen dat de zuurstof uit de lucht gebruikt waardoor de drukgolf die volgt op de explosie langer duurt en voor meer slachtoffers zorgt. Na de inzet van dit wapen konden de federale grondtroepen Dagestaans grondgebied vrijwaren van terroristen.

Op 26 oktober trokken grondtroepen van het Russische leger Tsjetsjenië binnen en omsingelden de hoofdstad Grozny van drie kanten nadat deze eerst platgebombardeerd was door de Russische luchtmacht. De Tweede Tsjetsjeense oorlog was vooral gericht om de terroristen te verslaan waardoor het de facto een anti-terreuroorlog werd.

Om de grondoorlog goed te laten verlopen werd een gezamenlijke commandostructuur ingevoerd om een militair echec zoals in de eerste oorlog te voorkomen. Deze gezamenlijke commandostructuur (Ob’edinennaya gruppirovksa federal’nykh voisk, OGV) moest toezien op alle troepen van diverse militaire en veiligheidsdiensten.36 Dat was gezien het diversiteit aan troepenmachten hoogstnoodzakelijk: De 46e brigade van het ministerie van binnenlandse zaken en de 42 gemotoriseerde divisie van het Russische leger waren actief in Tsjetsjenië. Voorts troepen van de OMON anti-oproerpolitie, Spetsnatz troepen van de FSB en paratroepen van de luchtmacht. Ondersteuning kwam van de buitenlandse inlichtingen dienst (SVR) en spetsnatz van de inlichtingendienst van het ministerie van binnenlandse zaken. FAPSI troepen,37 troepen en materieel van het Federale dienst voor spoorwegtroepen.38

De strijd om Grozny verliep voorspoedig en al gauw konden Russische troepen de hoofdstad innemen. Dat was het einde van de militaire operatie en kon de echte anti-terreuroperatie beginnen die als doel had om Tsjetsjenië te zuiveren van terroristen, moedjehedien en andere radicale groepen en personen. Om informatie te verkrijgen over terroristen of personen die mogelijk in staat waren hulp te verlenen aan terroristen traden leger en veiligheidsdiensten keihard op. Gijzelneming,

35 Blandy, The Storm Part 2, 34.

36Kramer, Mark, 'Guerilla warfare, Counterinsurgency and Terrorism in the North Caucasus: The Military Dimension

of the Russian – Chechen Conflict', in: Europa-Asia Studies 57 (maart 2005). 209-290 daarin: 216.

37 Fapsi – de verbindingsinlichtingendienst

(31)

razzia's of zuiveringsoperatie moesten de bevolking angst inboezemen en terroristen ontmoedigen. Het keiharde optreden van de Russen leidde tot een vicieuze cirkel van geweld. De vrijgelaten gevangenen waren vaak gemarteld en dat had geleid tot haat jegens de Russen. Zij werden in de handen gedreven van terroristen het harde optreden van de Russen gebruikten voor eigen propagandadoeleinden om zo aanhang te winnen.

De Russische autoriteiten konden het harde optreden verdedigen door de verandering aangaande terrorismebestrijding na aanslagen op de Verenigde Staten van 9/11 2001. De wereldwijde opinie tegen terrorisme was sterk veranderend en terrorisme moest met wortel en tak worden uitgeroeid. Poetin was de eerste van de wereldleiders die de toenmalige Amerikaanse president Bush een blijk van medeleven schonk, kweekte zodoende goodwill en de de Russische publieke opinie steunde het harde optreden van de Russische troepen. Ruim 53% van de ondervraagden dacht dat de Tsjetsjenen enkel de taal van geweld begrepen. 39

figuur 1: Houding ten opzichte van het regeringsbeleid inzake Tsjetsjenië40

39Poll gevonden op : http://www.russiavotes.org / international security / chechnya (geraadpleegd op 18 augustus 2011).

40

(32)

4.2 Keerzijde van het gewelddadige optreden: grootschalige terroristische activiteiten

De keerzijde van het harde optreden echter deed zich voor de Russen pijnlijk voor in oktober 2002, toen een groep van 41 gewapende Tsjetsjenen het Dubrovkatheater in Moskou binnenvielen en de meer dan 800 bezoekers van de voorstelling Nord-Ost gijzelden. Deze daad van terreur in de Russische hoofdstad was een enorme klap in het gezicht voor Poetin en de Russische veiligheidsinstanties. De eis van de terroristen was simpel: terugtrekking van alle Russische troepen uit Tsjetsjenië om zodoende de oorlog te beëindigen. Poetin was standvastig in zijn optreden en weigerde toe te geven aan de eisen van de terroristen. Opvallend bij de gijzeling van het theater was de aanwezigheid van 19 vrouwelijke terroristen, zwarte weduwen genaamd. Zij waren door de oorlogshandelingen of door optreden van de veiligheidsdienst hun man verloren of kwijtgeraakt en waren zodoende in de handen van de terroristen gedreven. De opkomst van vrouwelijke zelfmoordterroristen is te wijten aan het optreden van Vladimir Poetin. Hij maakte door het harde optreden van leger en veiligheidsdiensten een toekomst voor vrouwen wiens man of vriend vermoord werd, niet mogelijk. Uit pure wanhoop kwamen zij bij de terroristen om te sterven en weer bij hun geliefde te komen.41 . De leider van de groep, Movsar Barajev, was een neef van de beruchte Tsjetsjeense terrorist Albi Aloudtlnovich Barajev.42 Hij was het pad van terreur opgegaan nadat de Russische troepen zijn oom hadden vermoord.

Na drie dagen maakte Russische spetsnatz troepen een eind aan de gijzeling. Zij spoten een geheim gas naar binnen waardoor de gijzelaars en gijzelnemers buiten bewustzijn raakten waardoor zij ongehinderd de terroristen konden uitschakelen (lees: vermoorden). De operatie was militair gezien briljant uitgevoerd, geen slachtoffers bij de spetsnatz en alle terroristen uitgeschakeld. Echter humanitair was de reddingsactie een ramp. De gegijzelde bezoekers werden naar buiten gebracht, en werden op hun rug gelegd. De meeste slachtoffers vielen doordat zij stikten.43 Wanneer de overheid meer informatie had gegeven of meer doktoren naar de plaats van gijzeling had gestuurd hadden meer levens gered kunnen worden.

Een volgende schok kregen de Russische autoriteiten te verwerken door een grote terroristische aanslag in Nazran, Ingoesjetië. Een groep van goed 100 gewapende terroristen, afkomstig uit Tsjetsjenië en Ingoesjetië, onder leiding van Shamil Basajev voerde tegelijkertijd aanvallen uit op diverse veiligheidsdiensten in de stad en in de steden Karabulak en Sleptsovskaya

41 Adler, Sabine, Zwarte Weduwen (Amsterdam 2005) 76.

42

Caglar,Armond, 'In the spotlight: The Special Purpose Islamic Regiment'op de site: http://www.webcitation.org/603DwNZkm

43Het is niet exact te zeggen hoeveel mensen omkwamen door verstikking. Deze cijfers worden niet vrijgegeven. Op

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De jaarlijkse vrijwilligersdag is een uitje, als teken van waardering voor de groep mensen die niet al- leen lid zijn van de HVN, maar net wat extra’s doen als contactper- soon

Gerrit Krol, De schrijver, zijn schaamte en zijn spiegels.. Een goede roman is autobiografisch. Niet door de gebeurtenissen die erin beschreven worden, maar als verslag van de

Publiciteit van privaatrechtelijke erfdienstbaarheden ontstaan door verkrijgende verjaring.. Verkrijgende verjaring van erfdienstbaarheden

Lakmoesproef voor de erga omnes gevolgen van de kwalifi - catie als onroerend goed door bestemming: confl icten tussen roerende en onroerende gerechtigde.. Confl ict hypotheek en

In het bijzonder onderzoeken we of België een monistisch stelsel van over- dracht heeft , waarbij de eigendom tussen partijen overgaat door het sluiten van de

Zo behandelt Vincent Sagaert uitvoerig wat het lot is van de zakelijke en persoon- lijke gebruiks- en genotsrechten in geval van onteigening, meer bepaald of, en zo ja wanneer,

De commissie op te dragen het functioneringsgesprek begin maart 2018 te houden en verder zijn eigen werkwijze

Van alle respondenten heeft 75 procent zich tijdens zijn of haar carrière bij de politie wel eens bedreigd gevoeld, waarvan zeventig procent soms en vijf pro- cent vaak..