• No results found

De Kozak Factor: Sociaaleconomische en politieke veranderingen

In document De Noord Kaukasische Knoop (pagina 37-41)

5.1 Economische situatie Noord-Kaukasische republieken

Een maand na zijn aanstelling kreeg Dmitry Kozak te maken met een eerste grote crisis, toen de hoofdstad van Karatsjaj-Tsjerkessië, Tsjerkess, werd bestormd door een woedende menigte. In het relatief rustige Karatsjaj-Tsjerkessië was in dit geval echter geen sprake van moslimfundamentalisme, slecht een conflict wat aangewakkerd werd door corrupte president Moestafa Batdyev. Kozak slaagde erin de situatie onder controle te brengen door sussende woorden; hij had nog geen gezag over de diverse troepen die in de regio gestationeerd waren. Om dat probleem op te lossen werden speciale groepen van operationele controle (Gruppa Operativnogo

Upravleniya, GrOU) gecreëerd in elk van de republieken in de Noord-Kaukasus behalve

Tsjetsjenië. De GrOU's bevatten representanten van elke militaire, paramilitaire en veiligheidsdiensten.56 De jure was het het ministerie van Binnenlandse Zaken die de macht had, de

facto nam de FSB de leiding. Het systeem moest Kozak meer macht geven om daadwerkelijk

krachtig in de regio te kunnen optreden.

Kozak zag dat de keiharde anti-terreuroperatie juist zorgde voor de opkomst van nieuwe terroristische groeperingen in de regio. Kozak wilde de nadruk leggen op de sociaaleconomische veranderingen die doorgevoerd moesten worden om de regio economisch sterker te maken. Dit was geen vernieuwende blik van Kozak, het was in het nationale veiligheidsconcept uit 2000 al opgenomen dat verslechterende economische vooruitzichten aangemerkt waren als een interne dreiging.

Een van zijn eerste werkbezoeken bracht Kozak in Dagestan waar een politieke crisis heerste onder president Magamedov. Het rapport, hoewel nog steeds niet openbaar is, maar wel deels uitgelekt, verzocht Poetin niet alleen geweld te gebruiken om de situatie op de Noord-Kaukasus te stabiliseren. Sociaaleconomische factoren waren volgens Kozak ook van belang om de strijd tegen het terrorisme te winnen. De focus moest liggen bij de ontevredenheid van de inwoners van de diverse republieken over de politieke en economische situatie. Vanuit dat oogpunt moest gehandeld worden. Poetin bleef echter de keiharde militaire lijn volgen en leek daarmee de adviezen van zijn adviseur in de wind te slaan. Toch was het niet zo dat er helemaal niets gedaan werd op sociaaleconomisch vlak. De financiering vanuit Moskou nam geleidelijk aan toe. Van 0,6 miljard roebel in 2000 tot 6 miljard roebel in 2010.57 Toch bleven de regio's achterlopen. De

56 Dunlop, John, ‘Putin, Kozak and the Russian Policy towards the North Caucasus’, gevonden op: www.jamestown.org

(12-08-2011).

57 Alexseev, Mikhail, ‘Rubles against the insurgency. Paradoxes from the North Caucasus Countries’. Ponars Eurasia

werkloosheid bleef hoog terwijl het inkomen per hoofd van de bevolking in de republieken op de Noord-Kaukasus de laagste was van de Russische Federatie.

Figuur 2: Enkele cijfers over de Noord-Kaukasische republieken 58 Republiek Inwoners Werkloosheid Inkomen

($ per capita) Levensverwachting m/v Adygea 449.000 12 % 1.950 61/74 Dagestan 2.121.200 22 % 931 66/75 Ingoesjetië 303.500 45 % 883 65/78 Kalb.-Balk. 789.500 15 % 1.583 63/75 Karatsjaj-Tsjerk 436.000 24% 1.858 64/76 Noord-Ossetië 642.200 24 % 1.669 60/74

Tsjetsjenië 862.000 Geen gegevens Geen gegevens Geen gegevens

Rusland 141.377.752 5.9% 10.640 59/72

Het is opvallend dat, hoewel de deelrepublieken van de Noord-Kaukasus het economisch veel slechter doen als wordt gekeken naar het totaal van de Russische Federatie, de levensverwachting hoger is. Het is niet in de lijn van dit onderzoek om hier een antwoord op te geven, maar het is zeker wel interessant. Levensverwachting loopt dus niet synchroon met de economische situatie van republieken en dat is op zijn minst opmerkelijk. De levensverwachting zou gezien weinig positieve economische vooruitzichten juist verondersteld lager liggen.

De federale overheid is voor de deelrepublieken de grootste factor van inkomen. Voor de republieken in de Noord-Kaukasus is de bijdrage van de overheid aanzienlijk, aangezien de republieken zelf niet in staat zijn om genoeg belastingen te heffen of te innen waardoor zij meer zelfvoorzienend konden zijn. Ingoesjetië krijgt 88,3% van het budget van Moskou. Dit betekent dus dat de republiek Ingoesjetië zelf maar voor iets meer dan tien procent van zijn inkomsten kan zorgen. Dagestan doet het iets beter, maar blijft voor 81,3% afhankelijk van Moskou voor inkomsten. Tsjetsjenië (79.4%) en Kabardië-Balkarië (73.4) staan op nummer zes en zeven op de lijst van regio's die het sterkst afhankelijk zijn van de federale bijdrage uit Moskou. Karatsjaj-Tsjerkessië is met een afhankelijkheid van 62.5% elfde op de lijst. Noord-Ossetië en Adygea doen het het best van de republieken op de Noord-Kaukasus. Zij krijgen respectievelijk 59.2% en 58.1% van hun inkomsten uit Moskou. Toch staan Noord-Ossetië en Adygea nog veertiende en vijftiende van de 88 regio's59. Bovenstaande cijfers, afkomstig uit 2005, geven aan dat de Noord-Kaukasus behoort tot de armste regio's van Rusland en dat Moskou er nog niet in is geslaagd de economische situatie in de Noord-Kaukasus te verbeteren. Het is opvallend dat het NVC uit 2000 een slechte economie een grote bedreiging voor de stabiliteit van de gehele Russische staat zag, maar dat er

58

Tabel samengesteld uit een artikel van Jerome Perovic, ‘The North Caucasus on the Brink’, Centre for Security Studies Zurich 2006 en het rapport van de World Health Organisation uit 2005.

vanuit het Kremlin op dat vlak te weinig werd gedaan.

5.2 Veranderingen na 2006

Tot 2006 had Poetin slechts één advies zijn adviseur overgenomen. Poetin had ingestemd met de vervanging van de uiterst incapabele en corrupte president van Kalbardië-Balkarië, Valerie Kokov, door de in brede kringen geaccepteerde zakenman Arsen Kanakov. 2006 vormde het jaar waarin Poetin meer aandacht kreeg voor de adviezen van Kozak. Dit kwam onder meer door een grote aanval op de hoofdstad van Kalbardië-Balkarië, Nalchik en een mislukte operatie van federale veiligheidstroepen in Dagestan. Het werd voor Poetin duidelijk dat zijn harde lijn niet zorgde voor een veiligere situatie.

In februari werd op advies van Kozak de hoogst impopulaire Dagestaanse president Megamedali Magamedov vervangen door de meer capabele Moeko Aliev. Een paar weken later werd de minister van Binnenlandse Zaken van Kalbardië-Balkarië, Khachim, Shogenov, door Kozak vervangen. Shogenov werd indirect verantwoordelijk gehouden voor aanval op Nalchik door het goedkeuren van bruut en keihard optreden van politie en veiligheidsdiensten jegens (gematigde) islamitische groepen. In juni 2006 installeerde Kozak Andrei Yarin als premier van Kalbardië-Balkarië en in juli van 2006 werd de openbaar aanklager van Dagestan, Iman Yaraliyev vervangen. Het in functie blijven van Yaraliyev, die corrupt was, had in Dagestan voor veel onrust en ontevredenheid gezorgd. Eind augustus 2006 was het de Noord-Osseetse president Taimuraz Mamsurov, die zijn voltallige kabinet verving. Mamsurov hoefde niet te vrezen voor zijn functie omdat hij een vertrouweling was van Kozak.60 In Tsjetsjenië steunde Kozak Ramzan Kadirov als premier. Het optreden van Kadirov tegen zijn eigen bevolking was eveneens hard, maar Kadirov gold als een groot bewonderaar van Poetin en had geen separatistische ideeën waardoor het Kremlin Kadirov zijn gang liet gang. Kadirov, samen met de toenmalige president Aloe Alkhanov, zorgden ervoor dat de situatie in Tsjetsjenië niet verder verslechterde.61

Kozak stelde ook voor om de president Moerat Zyazikov te vervangen als president van Ingoesjetië. Hiermee kwam Kozak lijnrecht tegenover Poetin, die Zyazikov, vertrouweling van Poetin en net als Poetin in dienst geweest van de KGB en de FSB, in 2002 had benoemd als opvolger van zijn Kremlin kritische voorganger Roeslan Aoesjev. Waar Aoesjev erin slaagde terrorisme in zijn ambtstermijn buiten Ingoesjeetse grenzen te houden, kan Zyazikov verantwoordelijk gehouden worden voor grote toename van terrorisme in Ingoesjetië. Kozak was het niet eens met de beslissing Zyazikov niet te vervangen, maar hij had geen macht om hier tegen in te gaan. Het werd nog eens duidelijk wie de politieke koers uitstippelde in de Noord-Kaukasus: de Russische president zelf. Als adviseurs werden naaste vertrouwelingen aangesteld, maar Poetin bleef het laatste woord houden, ook al was dit niet altijd goed voor – in dit geval – de Noord-Kaukasische regio.

60 Kramer, ‘The changing context’ 2.

5.3 Conclusie

Met het aanstellen van Dmitry Kozak als speciaal gezant voor de Noord-Kaukasus leek het erop dat Poetin bereid was een andere weg in te slaan, een van minder geweld. Toch bleek niets minder waar en in de eerste twee jaar van Kozaks gezantschap kon hij weinig bewerkstelligen. Kozak adviseerde Poetin om de politieke koers te veranderen van onderdrukking met geweld naar een politiek die gericht was om de sociaaleconomische omstandigheden te verbeteren. Het duurde echter tot 2006 voordat die boodschap het Kremlin goed duidelijk werd. In de Noord-Kaukasus waren veiligheidsdiensten niet in staat de veiligheid te garanderen. Een grote stap voorwaarts was de vervanging van diverse presidenten en hoge functionarissen uit diverse Noord-Kaukasische republieken omdat zij onder meer corrupt waren. Echter, wanneer het een vertrouweling van Poetin was (zoals in Ingoesjetië) bleek het Kremlin niet bereid de president te slachtofferen. Na vijf jaar president van Rusland was de situatie in de Noord-Kaukasus niet beter geworden waardoor geweld en terrorisme veel voorkwamen. In het volgende hoofdstuk zal ik dieper ingaan op de situatie in drie afzonderlijke republieken op de Noord-Kaukasus.

In document De Noord Kaukasische Knoop (pagina 37-41)