DE ONTEIGENINGSVERGOEDING
DE ONTEIGENINGSVERGOEDING De positie van derden
bij onteigening
Editors
Robert Palmans Vincent Sagaert
Auteurs
Carine Boddaert Robert Palmans
Bruno Peeters Vincent Sagaert Mathieu van Putten
Antwerpen – Oxford
De onteigeningsvergoeding – De positie van derden bij onteigening Robert Palmans en Vincent Sagaert (eds.)
© 2009 Intersentia Antwerpen – Oxford www.intersentia.be
ISBN 978-90-5095-936-0 D/2009/7849/45
NUR 823
Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de uitgever.
Intersentia v
VOORWOORD
Traditiegetrouw richt het Centrum voor Recht, Onteigening en Waardering elk jaar een studiedag in over een of meer aspecten van het onteigeningsrecht, en in 2008 was dat niet anders.
Het onderwerp was deze keer het statuut van de onteigeningsvergoeding, maar dan bekeken in samenhang met een aantal nauw verwante thema’s.
Zo behandelt Vincent Sagaert uitvoerig wat het lot is van de zakelijke en persoon- lijke gebruiks- en genotsrechten in geval van onteigening, meer bepaald of, en zo ja wanneer, zij verloren gaan bij gerechtelijke onteigening maar ook bij aankoop in der minne, en hun verhouding tot de onteigeningsvergoeding.
De tweede bijdrage, van de hand van Mathieu van Putten, behandelt het thema Onteigening en Arbeidsrecht. Daarin wordt aandacht besteed aan de positie van de werknemers in de onteigeningsprocedure, maar vooral aan de weerslag van onteigening op de arbeidsovereenkomst.
Een aspect dat in de literatuur minder aan bod komt, maar daarom niet minder belangrijk is, is de vraag hoe de totale som van de onteigeningsvergoedingen moet worden uitgekeerd wanneer niet alleen de eigenaar, maar ook andere gerechtig- den daarop aanspraak maken, en daarover geen akkoord bereikt is. Carine Bod- daert gaat na hoe dan de rangregeling gebeurt, rangregeling die de volgorde en het aandeel van de gerechtigden op het bedrag van de vergoeding bepaalt.
Bruno Peeters en Anne Van de Vijver behandelen de fi scale aspecten van de ont- eigeningsvergoedingen, meer bepaald het lot van die vergoedingen in het kader van de diverse belastingwetten, en dit zowel wanneer die vergoedingen toekomen aan particuliere personen dan wel een beroepsmatig karakter hebben.
Robert Palmans tenslotte stelt een praktische casus voor, waar aan de hand van een praktijkvoorbeeld geschetst wordt welke elementen voor vergoeding in aan- merking komen en hoe ze gewaardeerd worden.
Zoals de vorige jaren is CROW er ook deze keer in geslaagd een beroep te doen op deskundige auteurs, en het mag gezegd, zij hebben hun best gedaan om een dege-
Voorwoord
vi Intersentia
lijke en grondige bijdrage te leveren. In dat opzet zijn zij zeker geslaagd. Dit boek mag terecht zijn plaats claimen in de reeks publicaties van CROW. Het zal in de toekomst zowel voor de theorievorming als voor de praktijk een onmisbaar instrument zijn.
Marc Boes
Intersentia vii
INHOUD
VOORWOORD . . . v
FISCALE ASPECTEN VAN DE BILLIJKE SCHADELOOSSTELLING BIJ ONTEIGENING TEN ALGEMENEN NUTTE Bruno Peeters en Anne Van de Vijver . . . 1
Afdeling 1. Inleiding . . . 1
Afdeling 2. Fiscaal regime van de onteigeningsvergoeding . . . 3
§ 1. Directe belastingen . . . 3
A. Personenbelasting – privévermogen. . . 3
1. Inkomsten die voortkomen uit normale verrichtingen van beheer van een privévermogen . . . 3
2. Speculatieve inkomsten . . . 3
3. Meerwaarden op ongebouwde of gebouwde onroerende goederen . . . 4
4. Besluit . . . 4
B. Personenbelasting – professioneel vermogen . . . 5
1. Winsten of baten . . . 5
a. Onroerende onteigeningsvergoeding en schadeloosstelling voor verlies aan cliënteel . . . 5
b. Andere bestanddelen van de onteigeningsvergoeding . . . 7
2. Vrijstellingen . . . 8
a. Monetair gedeelte van de meerwaarden . . . 8
b. Gronden van land- en tuinbouwondernemingen . . . 8
c. Gespreide taxatie . . . 8
3. Vaststelling van het netto-inkomen, aft rekbare verliezen en berekening van de belasting . . . 11
4. Besluit . . . 12
C. Vennootschapsbelasting . . . 13
1. Winst . . . 13
2. Vrijstellingen . . . 14
a. Vrijstelling van het monetaire gedeelte . . . 14
b. Gespreide taxatie . . . 15
3. Vaststelling van het netto-inkomen, aft rekbare verliezen en berekening van de belasting . . . 15
Inhoud
viii Intersentia
4. Besluit . . . 15
D. Rechtspersonenbelasting . . . 16
E. Belasting van niet-inwoners . . . 16
§ 2. Btw . . . 16
A. Levering van goederen . . . 16
1. Gelijkstelling van onteigening met levering van goederen . . . 16
2. Levering van uit hun aard onroerende goederen . . . 17
B. Maatstaf van belastingheffi ng . . . 18
C. Aft rek van de belasting . . . 18
1. Btw-aft rek . . . 18
2. Herziening van de aft rek m.b.t. bedrijfsmiddelen . . . 18
3. Aft rek van btw door een incidentele of toevallige belastingplichtige . . . 19
D. Besluit . . . 19
§ 3. Registratierechten . . . 20
A. Eigendomsoverdracht krachtens de wet . . . 20
B. Vrijstelling van de formaliteit van registratie . . . 20
C. Registratierechten ter zake van het onroerend goed als wederbelegging . . . 21
D. Besluit . . . 22
§ 4. Successierechten . . . 22
§ 5. Planbatenheffi ng . . . 23
Afdeling 3. Impact van het fi scaal recht op het bepalen van de onteige- ningsvergoeding . . . 23
§ 1. De problematiek van de fi scale schade . . . 24
A. De regel van de billijke schadeloosstelling . . . 24
B. Onderscheid tussen professioneel en niet professioneel verkregen schadeloosstellingen voor onteigeningen . . . 26
C. Standpunt van E. Causin . . . 26
D. Beoordeling . . . 28
1. Fiscale schade voor gedwongen gerealiseerde meer- waarden . . . 28
a. Historiek artikel 47 WIB 92 . . . 28
b. Ontbreken van causaal verband . . . 31
c. Gelijke fi scale behandeling van gedwongen en vrijwillig gerealiseerde meerwaarden . . . 33
2. Fiscale schade voor andere inkomsten die deel uitmaken van de onteigeningsvergoeding . . . 34
§ 2. De tegenwerpelijkheid van de fi scale aangift e . . . 35
Besluit . . . 37
Inhoud
Intersentia ix
ONTEIGENING EN ARBEIDSRECHT
Mathieu van Putten . . . 41 Afdeling 1. Onteigening . . . 42 Afdeling 2. Onteigening en arbeidsrecht . . . 51
§ 1. De impact van het arbeidsrecht op de toepassing van het
onteigeningsrecht . . . 52
§ 2. De impact van het onteigeningsrecht op de toepassing van
het arbeidsrecht . . . 70 Afdeling 3. Korte uitleidende beschouwing . . . 79
HET LOT VAN ZAKELIJKE EN PERSOONLIJKE GEBRUIKS EN GENOTSRECHTEN BIJ ONTEIGENING
Vincent Sagaert. . . 81 Afdeling 1. Algemene uitgangspunten inzake het lot van persoonlijke en zakelijke gebruiks- en genotsrechten in geval van onteigening . . . 81
§ 1. Het lot van zakelijke en persoonlijke rechten in geval van
overdracht in het vermogensrecht. . . 81
§ 2. Afwijking in geval van gerechtelijke onteigening. . . 82 Afdeling 2. De gevolgen van de minnelijke aankoop na onteigenings-
machtiging voor de titularis van een gebruiks- en genotsrecht . . . 85
§ 1. Zakelijke rechten . . . 85
§ 2. Persoonlijke rechten . . . 86 A. Algemene gevolgen van de minnelijke aankoop voor de
persoonlijke rechten . . . 86 B. Materieelrechtelijke gevolgen van de minnelijke aankoop
voor de gemeenrechtelijke huurder . . . 87 C. Materieelrechtelijke gevolgen van de minnelijke aankoop
onder de Woninghuurwet . . . 89 D. Materieelrechtelijke gevolgen van de minnelijke aankoop
onder de Handelshuurwet . . . 90 E. Materieelrechtelijke gevolgen van de minnelijke aankoop
onder de Pachtwet . . . 91
§ 3. Procesrechtelijke positie van de titularis van het gebruiks- en
genotsrecht in geval van minnelijke aankoop . . . 92 Afdeling 2. De gevolgen van de gerechtelijke onteigening voor de titularis van een gebruiks- en genotsrecht . . . 93
§ 1. Inleiding: zuivering van zakelijke en persoonlijke rechten . . . 93
Inhoud
x Intersentia
§ 2. Onderscheid tussen eigenaar/vruchtgebruiker en andere
titularissen van gebruiks- en genotsrechten . . . 94
A. Het recht van vruchtgebruik . . . 96
B. Het huurrecht . . . 100
1. Einde van de huurovereenkomst . . . 100
2. Procesrechtelijke positie van de huurder . . . 104
C. Het recht van gebruik en bewoning . . . 106
D. Erfpacht en opstal . . . 106
E. Erfdienstbaarheden . . . 108
Afdeling 4. Besluiten . . . 110
HYPOTHEEK, RANGREGELING EN SAMENLOOP BIJ ONTEIGENING Carine Boddaert . . . 113
Afdeling 1. Inleiding . . . 113
Afdeling 2. Hypothecaire waarborgen . . . 114
Afdeling 3. De minnelijke aankoop . . . 116
§ 1. Lot van een hypotheek . . . 116
§ 2. Lot van een hypothecaire volmacht . . . 120
Afdeling 4. De gerechtelijke onteigening . . . 120
§ 1. De gewone procedure . . . 120
A. Declaratief vonnis . . . 120
B. Vonnis tot vaststelling van de onteigeningsvergoeding . . . 122
C. Verdeling van de onteigeningsvergoeding . . . 123
1. Bestanddelen van de onteigeningsvergoeding . . . 123
2. Procedure van verdeling en rangregeling . . . 125
§ 2. De spoedeisende procedure . . . 129
A. Provisioneel vonnis . . . 129
B. Vonnis tot vaststelling van de voorlopige vergoeding . . . 131
C. Herzieningsvonnis . . . 132
PRAKTISCHE BENADERING SCHADEPOSTEN Robert Palmans . . . 133
Inleiding op casus . . . 133
Casus . . . 136
I. Aanstelling en opdracht . . . 137
II. Plaatsbezoek met vrederechter . . . 137
III. Beschrijving van de onteigende goederen . . . 142
IV. Aanbod van onteigenaarster . . . 146
Inhoud
Intersentia xi
V. Deskundigennota Broux & Helsen dd. 05.03.2007 . . . 149
VI. Vergelijkingspunten . . . 162
VII. Vaststellingen, overwegingen en berekeningen . . . 187
VIII. Voorlopige besluiten . . . 199