• No results found

Vraag nr. 1 van 22 september 1997 van mevrouw SONJA BECQ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 1 van 22 september 1997 van mevrouw SONJA BECQ"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 1

van 22 september 1997 van mevrouw SONJA BECQ

Regularisatie tewerkstellingsstatuten Welzijn – Stand van zaken

In het regeerakkoord wordt melding gemaakt van de regularisatie van de tewerkstellingsprogram-ma's die aan structurele behoeften voldoen. Op 25 september 1996 werd een met redenen omklede motie (Stuk 392-1 (1995-1996)) goedgekeurd waar-in wordt gevraagd zo snel mogelijk middelen over te hevelen van de post Tewerkstelling naar de post Welzijn ter financiering van de tewerkstelling in het IBF-statuut (Interdepartementaal Begrotings-fonds).

1. Welke stappen werden reeds ondernomen met betrekking tot de regularisatie van het Interde-partementaal Begrotingsfonds enerzijds en andere tewerkstellingsstatuten anderzijds ? 2. In hoeverre is er reeds een opdeling gemaakt

tussen sectoren en/of activiteiten die al dan niet aan een structurele behoefte voldoen ? Wat is eventueel het resultaat ervan (aantal fulltime equivalenten en aantal personen, aard van de tewerkstelling, aard van de werkgever) ?

3. Wat is de meerprijs van dergelijke regularisatie bij het behoud van het tewerkstellingsvolume en van eenzelfde nettoverloning, gespecificeerd per sector ?

N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en Welzijn.

Gecoördineerd antwoord

1. In het regeerakkoord van 14 juni 1995 van de Vlaamse regering wordt inzake het lingsbeleid de regularisering van de tewerkstel-lingsprogramma's die aan structurele behoeften voldoen, als prioritair aangeduid.

Het programma ter bevordering van de werkge-legenheid in de niet-commerciële sector in het Vlaamse gewest (PBW) en het Derde Arbeids-circuit (DAC) beantwoorden aan een duidelijk erkende collectieve behoefte en kunnen als onontbeerlijk worden beschouwd voor de betrokken sectoren.

Voor beide tewerkstellingsprogramma's werd door de administratie Werkgelegenheid een

nota opgesteld met de krachtlijnen die bij regu-larisatie in acht dienen te worden genomen. Deze houden onder andere verband met het behoud van de door de federale overheid voor deze arbeidsplaatsen ingestelde trekkingsrech-ten en de daaraan gekoppelde bewijslast, d e garantie inzake de tewerkstelling van bepaalde quota van risicogroepen en het plannen van de nodige budgettaire middelen voor de meerkos-ten van de regulariseringsoperatie.

Tevens werd een interkabinettenwerkgroep opgericht bestaande uit de vertegenwoordigers van de Vlaamse ministers van Welzijn, Gezond-heidsbeleid en Tewerkstelling en hun respectie-ve administraties. Deze werkgroep bereidt momenteel een dossier voor teneinde dit aan de Vlaamse regering voor te leggen.

In het ontwerp van decreet houdende de alge-mene uitgavenbegroting van de V l a a m s e Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1998 werd in de mogelijkheid voorzien om de inge-schreven kredieten voor die gedeelten van tewerkstellingsprogramma's die in aanmerking komen voor regularisering, over te schrijven naar door de Vlaamse regering aan te wijzen programma's en basisallocaties.

2. Voor het PBW werden 1.948 voltijdse equiva-lenten toegekend, die werden verdeeld over zes sectoren, die slaan op de thans bestaande proto-collen : – gezins- en bejaardenhulp 1.020 – medisch-pedagogische instellingen 682 – residentieel welzijnswerk 95 – kinderdagverblijven en DVO 95 – bijzondere jeugdbijstand 41 – ambulant welzijnswerk 15

In tegenstelling tot de overige tewerkstellings-programma's fungeert het PBW als aanvullende financiering van arbeidsplaatsen die subsidieer-baar zijn krachtens decreten en besluiten. H e t gaat met andere woorden om een subsidiëring van arbeidsplaatsen die ressorteren onder de geëigende subsidiëring van de sector. De werk-gevers binnen het PBW zijn VZW's en openba-re bestuopenba-ren.

Wat het DAC betreft, werd een screening uitge-voerd van de bestaande projecten. Op basis van een eerste inventarisatie van de werkgevers-promotoren, komt men tot 6.445 voltijdse equi-valenten DAC - e r s, tewerkgesteld bij volgende vier categorieën van werkgevers :

(2)

– werkgevers die reeds worden gesubsidieerd, maar niet op

grond van DAC-activiteiten 3.648 – werkgevers die niet worden

gesubsidieerd, maar onder

toe-zicht staan van overheden 420 – werkgevers die zouden kunnen

worden toegewezen aan een subsidiërende of

toezichthou-dende overheid 1.368

– werkgevers die op dit ogenblik niet in te delen zijn in een van

bovenstaande sectoren 1.009

De werkgevers zijn uitsluitend VZW's en feite-lijke verenigingen.

Uit de inventarisatie bleek dat een groot deel van de DAC-projecten gericht is op het vervul-len van collectieve behoeften binnen de wel-zijnssector. Besloten werd fasegewijs te werken en deze sector als model te laten fungeren voor een eerste oefening tot regularisering in vier d e e l s e c t o r e n , die samen 3.184 voltijdse equiva-lenten omvatten, namelijk :

– de sector Poetshulp (poets- en klusjesdiensten, meerlingenprojecten) 2.643,0 – de sector Opbouwwerk 44,5 – de sector Migranten 29,0 – de sector Rusthuizen 472,5

3. Thans betaalt de V DAB de lonen uit van de tewerkgestelde DAC - a r b e i d s k r a c h t e n . Bij een regularisatie wordt deze vorm van loonsubsidië-ring vervangen door de geëigende reglemente-ring van de sector met de daaraan verbonden wijze van subsidiëring. De eventuele meerprijs zal dan ook sector per sector moeten worden nagegaan.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op 25 september 1996 werd een met redenen omklede motie (Stuk 392-1 (1995-1996) goedgekeurd waarin wordt gevraagd zo snel mogelijk middelen over te hevelen van de post

Het rapport van de Koning Boudewijnstichting over de problematiek van autisme in België stelt dat het niet wenselijk is om kinderen met autisme binnen het buitengewoon

De modaliteiten van een eerste studieop- dracht die de opportuniteit, de haalbaarheid, d e infrastructuur en dergelijke moet onderzoeken, worden momenteel onderhandeld..

De doelgroep bestaat uit kinderen tussen 0 en 12 jaar van ouders die steun nodig hebben bij hun opvoedingstaak en deze ondersteuning niet via hun eigen sociale netwerk

Dit houdt in dat hij in zijn binnen- dienst en in zijn betrekkingen met Kind en Gezin uitsluitend het Nederlands gebruikt, docht dat hij in zijn contacten met het

Hoeveel jongeren vangt de bijzondere jeugdzorg op – zowel in gemeenschapsinstellingen als in andere voorzieningen – met specificatie van het aantal

Momenteel zijn er werken in uitvoering met betrekking tot de opbouw of vervangingsbouw van circa 300 woningen (waarvan ongeveer 200 huur- en 100 koopwoningen) in het

– een overzicht geven van de plaats van elke instelling in het Vlaams beleid, van het geheel van de activiteiten van elke instelling, van de wijze waarop die