• No results found

Orthogonale projecties

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Orthogonale projecties"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Orthogonale projecties

(2)

De loodrechte projectie op een lijn

Laat u ∈ Rn\{0} en L = Span({u}).

Dan kan iedere vector y ∈ Rn kan op precies ´e´en manier geschreven worden als y = ˆy + z waarbij ˆy ∈ L en

z = y − ˆy ∈ L.

(3)

De loodrechte projectie op een lijn

ˆ

y = cu en z = (y − ˆy)⊥u dus

(y − ˆy) ru = 0 ⇔

y ru − c(u ru) = 0 ⇔

(4)

Orthogonale verzamelingen vectoren

Definitie

Als S = {u1, u2, · · · , up} een verzameling vectoren is in Rn dan heet deze verzameling orthogonaal als ui ruj = 0 voor 1 ≤ i , j ≤ p, i 6= j .

Stelling

Als S = {u1, u2, · · · , up} een verzameling orthogonale vectoren is in Rn\{0} dan is S een verzameling lineair onafhankelijke vectoren.

S spant dus een p-dimensionale deelruimte van Rn op.

(5)

Voorbeeld

De vectoren

 3 1 1

,

−1 2 1

en

12

−2

7 2

staan lood- recht op elkaar.

(6)

Definitie

Is B = {u1, u2, · · · , up} een basis voor een deelruimte W van Rn, bestaand uit orthogonale vectoren, dan heet B een orthogonale basis voor W .

Stelling

Als B = {u1, u2, · · · , up} een basis is voor een deelruimte W van Rn dan kan iedere vector y ∈ W precies op ´e´en manier geschreven worden als y = c1u1 + c2u2 + · · · + cpup.

Is B bovendien een orthogonale verzameling vectoren dan

cj = y ruj uj ruj

(1 ≤ j ≤ p)

(7)

Opmerking

Als B = {u1, u2, · · · , up} een orthogonale basis is voor een deelruimte W van Rn dan kan iedere vector y ∈ W precies op ´e´en manier geschreven worden als y = c1u1 + c2u2 + · · · + cpup. waarbij

cj = y ruj

uj ruj

(1 ≤ j ≤ p)

Met andere woorden: iedere vector y ∈ W kan op ´e´en manier

geschreven worden als som van de loodrechte projecties op de dragers van u1, u2, · · · , up

(8)

Figuur:y = yru1

u1ru1u1+ yru2

u2ru2u2= ˆy1+ ˆy2 geschreven als de som van twee projecties.

(9)

§6.2, opgave 9

u1=

 1 0 1

, u2=

−1 4 1

, u3=

 2 1

−2

en x =

 8

−4

−3

.

Toon aan dat {u1, u2, u3} een orthogonale basis is voor R3 en schrijf x als lineaire combinatie van de u’s.

Het is gemakkelijk om na te gaan dat de u’s orthogonaal zijn.

x = 5 2u1−3

2u2+ 2u3.

(10)

Opgave

§6.2, opgave 13

Laat y =

"

2 3

# en u =

"

4

−7

#

. Schrijf y als de som van twee vectoren, ´e´en vector in Span{u} en de ander orthogonaal met u.

y = −1 5

"

4

−7

# +2

5

"

7 4

#

(11)

Opgave

§6.2, opgave 15

Laat y =

"

3 1

# en u =

"

8 6

# .

Bereken de afstand van y tot de drager van u.

De orthogonale projectie ˆy van y op de drager van u is ˆy =3 5

"

4 3

#

z = y − ˆy =1 5

"

3

−4

#

en ||z|| = 1.

(12)

De formule y = c1u1 + c2u2 + · · · + cpup. waarbij

cj = y ruj uj ruj

(1 ≤ j ≤ p)

wordt eenvoudiger wanneer alle noemers van c1, c2, . . . , cp gelijk zijn aan 1.

Definitie

Een verzameling S = {u1, u2, · · · , up} in Rn vectoren heet

orthonormaal als ui ruj =

0 als i 6= j 1 als i = j

i , j = 1, 2, . . . , p

(13)

Voorbeeld

De vectoren

 3 1 1

,

−1 2 1

en

12

−2

7 2

staan loodrecht op elkaar zagen we eerder.

Ze vormen een orthogonale basis van R3.

Hiermee kan een gemakkelijk een orthonormale basis van R3worden gevonden door te delen door de lengte van de vectoren.

Dit levert de volgende vectoren op: 1

√11

 3 1 1

, 1

√6

−1 2 1

en

√2

12

−2

.

(14)

Het is eenvoudig om te controleren of de verzameling vectoren S = {u1, u2, · · · , up} in Rn orthogonaal of orthonormaal is.

Laat U = [u1u2· · · up].

De kolommen van U zijn alleen maar

orthogonaal als UTU een p × p diagonaalmatrix is, orthonormaal als UTU = Ip.

(15)

Voorbeeld

Als U =

3 −1 −12

1 2 −2

1 1 72

dan UTU =

11 0 0

0 6 0

0 0 664

en als

U =

3

111

61

66

1 11

2 64

66

1 11

1 6

7 66

dan UTU =

1 0 0 0 1 0 0 0 1

.

Wat valt er op aan de drie rijen van de laatste matrix?

(16)

Definitie

Een n × n matrix U heet orthogonaal als de kolommen van U een orthonormale verzameling vectoren vormen.

Pas op: deze naamgeving is uiterst verwarrend!

(17)

Als U een n × n orthogonale matrix is dan UTU = In

Maar dan is U inverteerbaar en U−1= UT.

Waar natuurlijk weer uit volgt dat UUT = (UT)TUT = Inzodat de rijen van U (kolommen van UT) ook orthonormaal zijn.

(18)

Stelling

Als B = {u1, u2, · · · , up} een orthogonale basis is voor een deelruimte W van Rn dan is

ˆ

y = c1u1 + c2u2 + · · · + cpup

waarbij

cj = y ruj uj ruj

(1 ≤ j ≤ p)

de loodrechte projectie van y op W . ˆy is dus de som van de loodrechte projecties op de dragers van u1, u2, · · · , up

(19)

(a)De loodrechte projectie ˆy van y op W .

(b)En geschreven als de som van twee loodrechte projecties.

Figuur:W is een vlak in de ruimte (R3)

Iedere vector y kan op precies ´e´en manier geschreven worden als y = ˆy + z waarbij ˆy ∈ W en z ∈ W.

(20)

Opgaven

§6.3, opgave 3

y =

−1 4 3

, u1=

 1 1 0

 en u2=

−1 1 0

.

Controleer dat {u1, u2} een orthogonale verzameling vectoren is en bepaal de loodrechte projectie van y op Span{u1, u2}

(21)

y =

−1 4 3

, u1=

 1 1 0

 en u2=

−1 1 0

.

u1 ru2= 1 · (−1) + 1 · 1 + 0 · 0 = 0 en dus is {u1, u2} een orthogonale verzameling vectoren. Laat W = Span{u1, u2}. Dan

projW(y) = y ru1

u1 ru1u1+ y ru2

u2 ru2u2= 32u1+52u2

= 1

2(3u1+ 5u2) =1 2

−2 8 0

=

−1 4 0

.

(22)

§6.3, opgave 9

y =

 4 3 3

−1

 , u1=

 1 1 0 1

 , u2=

−1 3 1

−2

en u3=

−1 0 1 1

 .

Laat W = Span{u1, u2, u3} enschrijf y als de som van een vector in W en een vector in W.

(23)

y =

 4 3 3

−1

 , u1=

 1 1 0 1

 , u2=

−1 3 1

−2

en u3=

−1 0 1 1

 .

y = projW(y) + z waarbij projW(y) = 63u1+1015u223u3=

 2 4 0 0

 en

z = y − projW(y) =

 2

−1 3

−1

. z ⊥ u1, u2, u3dus z ∈ W.

(24)

Definitie

Als W een deelruimte is van Rn en y ∈ Rndan is de afstand van y tot W gelijk aan min{dist(y, v) | v ∈ W }

Notatie

dist(y, W )

dist(y, ˆy) ≤ dist(y, v) voor alle v ∈ W .

Dus dist(y, W ) = dist(y, ˆy).

(25)

Voorbeeld (§6.3, opgave 15)

y =

 5

−9 5

, u1=

−3

−5 1

, u2=

−3 2 1

Bepaal de afstand van y en het vlak opgespannen door u1en u2.

u1 ru2= (−3)2− 5 · 2 + 1 · 1 = 0 dus projW(y) = y ru1

u1 ru1u1+ y ru2

u2 ru2u2= 3535u12814u2= u1− 2u2=

 3

−9

−1

 zodat dist(y, W ) =p(5 − 3)2+ (−9 + 9)2+ (5 + 1)2= 2√

10

(26)

Opgave

§6.3, opgave 13

z =

 3

−7 2 3

 , v1=

 2

−1

−3 1

en v2=

 1 1 0

−1

Bepaal de vector van de vorm c1v1+ c2v2die z het ‘best’ benaderd.

(27)

z =

 3

−7 2 3

 , v1=

 2

−1

−3 1

en v2=

 1 1 0

−1

Laat W = Span{v1, v2} dan is projW(z) de vector in W die z het ‘best’

benaderd.

projW(z) =1015v173v2=13(2v1− 7v2) = 13

−3

−9

−6 9

=

−1

−3

−2 3

 .

(28)

Stelling

Als B = {u1, u2, · · · , up} een orthonormale basis is voor een deelruimte W van Rn dan is

ˆ

y = c1u1 + c2u2 + · · · + cpup

waarbij

cj = y ruj (1 ≤ j ≤ p) de loodrechte projectie van y op W .

(29)

Er geldt dus ˆ

y = (y ru1)u1 + (y ru2)u2 + · · · + (y rup)up

= u1(y ru1) + u2(y ru2) + · · · + up(y rup)

= u1(u1 ry) + u2(u2 ry) + · · · + up(up ry)

= u1(uT1y) + u2(uT2y) + · · · + up(uTpy)

= (u1uT1)y + (u2uT2)y + · · · + (upuTp)y

= (u1uT1 + u2uT2 + · · · + upuTp)y

Maar ook ˆy = UUTy waarbij U = [u1u2 . . . up]

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Luister naar wat je leerkracht opnoemt.. Heb jij

Mereka tjdak mErnpunya1 ~odal untuk mengcrjakan lahan- Iahsn perke- bunsn d~n pers9wahan , kerene untuk mengerjakan satu.. bektar k~cang ked.la1 di lah8n tegBlan

Alle oplossingen van de vergelijking zijn reëel, namelijk ena.

Pluralisme veronderstelt een groot aantal verschillend georiënteerde instellingen; tevens moeten hiertoe open structuren bestaan, in het kader waarvan de overheid

Als gevolg van de homogenisering van lage klasse onder Sabanen van Afrikaanse afkomst, zou de materiële uitrusting geen effectieve vectoren van klasse binnen hun gemeenschappen

Merk op dat ξ(x) een monotoon stijgende functie is van x en dat Q(x) continu is op [a, b] in het geval van een regulier S.L. Verder geven reguliere randvoorwaarden voor y aanleiding

Propositie 9.5: De Lie-algebra g van een compacte Liegroep is de directe som z ⊕ [g, g] van zijn centrum en de semisimpele Lie-deelalgebra [g, g].. Op grond hiervan

De volgende vier manieren worden voorgesteld (waarbij de computer steeds van links naar rechts werkt, zo dat er alleen maar gehele