en
Zaterdag 7 oktober 1961 - No. 652
Individuele zelfbescherming
zie pag. 2
':De goede vruchten
Mogelijkheden van objectief
onderzoek naar klachten en bezwaren ministeriele arbeid
M inisters zijn geen "verte- genwoordigers" van hun partij in het Kabinet. Zij dragen, naar goed Nederlands gebruik, als raadslieden der Kroon, een eigen verantwoordelijkheid.
Dat bij het uitstippelen van hun beleid hun politieke opvatting meespreekt, ligt ondertussen toch wel voor de hand. Wie een bepaalde gefundeerde visie heeft op het po- litieke en maatschappelijke leven en deze politiek ook altijd heeft verdedigd, kan daar niet maar enige tijd "uitstappen" omdat hij minister. is geworden.
Dat zal ook niemand' van hen vragen. Maar wie als minister deelneemt aan een Kabinet van gemengde politieke samenstelling, zal er wel rekening mee moeten houden, dat hij niet te allen tijde zijn visie volledig zal kunnen door- zetten.
Behalve de individuele, is er ook een collectieve verantwoordelijk- heid. In het Kabinetsberaad moet tot een gezamenlijke, tot een Ka- binetspolitiek worden gekomen.
Daarom is medewerking aan de formatie van een gemengd Kabinet ook alleen mogelijk, wanneer er voldoende raakpunten zijn om met goede wil tot een gezamenlijke po- litiek te komen.
Die raakpunten waren er toen de crisis van december 1958 tot Kamerontbinding en vervroegde verkiezingen leidde, wel voldoende tussen de partijen ter rechterzijde en de V.V.D. Zij waren er onvol- doende tussen de V.V.D. en de Partij van de Arbeid.
Vandaar dat wij nog altjjd van mening zijn, dat prof. Oud's toen gegeven consigne: de V.V.D. zal de komende periode haar mede- werking· n ie t verlenen aan de formatie van een Kabinet met so- cialisten, van juist politiek inzicht heeft getuigd.
·--- ATTENTIE! ATTENTIE!
Luistert op vrijdag, 13 oktober a.s., over de zender Hilversum II (298 m), van 19.30-19.40 uur, naar
"DE STEM VAN DE VVD"
Spreker:
R. ZEGERING HADDERS, vice-voorzitter van de Tweede Kamerfractie.
D e uitslag van de verkiezin- gen van maart 1959 leid- de tot de vorming van het kabinet- De Quay, waarin ministers af- komstig. uit de K.V.P., de V.V.D., de A.R. en de C.H. zitting hebben.
Dit Kabinet heeft reeds getoond, dat op basis van deze samenstelling een àanvaardbare politiek is te voeren en wij twijfelen er niet aan, dat bij de (wanneer dit nummer van ons blad verschijnt reeds ach- ter ons liggende) algemene poli- tieke beschouwingen in de Tweede Kamer de heer Oud als woordvoer- der van onze fractie tot dezelfde conclusie zal zijn gekomen.
In zijn elders in ons blad afge- drukte radiorede over de troon- rede, enkele dagen vóór het Ka- merdebat gehouden, sprak de heer Oud het trouwens ook reeds dui- delijk uit: "Over de gang van za- ken in de binnenlandse politiek mogen wij niet ontevreden zijn".
Al is, zoals onze partij- en fractie- voorzitter in zijn radiorede tevens uiteenzette, de taak der regering op dat terrein niet gemakkelijk.
Dat de liberale ministers op het hun in het bijzonder aangewezen terrein daarbij voortreffelijk werk verrichtten, kan met grote voldoe- ning worden vastgesteld.
GOEDE REIS
.. •
,~~~u- ~b\li'u~~
... ~
:
MEDEDELING AAN ABONNEES Aangexien ons weekblad in de meeste delen van het land niet meer des zaterdags door de post kan worden besteldi, xullen -wij met ingang van de volgende week een dag eerder verschijnen.
Ons weekblad xal in het vervolg op donderdag zijn gedateerd en worden afgezonden en xal alle abonnees__van de volgende week af dus des vrijdags moeten bereiken.
REDACTIE EN ADMINISTRATIE
M inister Korthals verricht zijn arbeid, zoals ieder, die hem kent, van hem verwacht- te. Hij is geen man van plotselinge invallen en van wisselend beleid, maar een systematische werker, die. vasthoudt aan de lijn, die hij zichzelf heeft uitgestippeld en die stuk voor stuk, naar volgorde van prioriteit, verwezenlijkt wat nood- zakelijk is .
Er waren, op het terrein van Verkeer en Waterstaat, tal van onbesliste en reeds lang slepend gebleven problemen, toen minister Korthals optrad. Dat was, tot ze- kere hoogte, niet plezierig, omdat hij op grond daarvan onmiddellijk kreeg te maken met een ongedul- dige publieke opinie.
Minister Korthals heeft zich daardoor - gelukkig - niet van de wijs laten brengen. Hij heeft ge- eist, dat men hem, als nieuw op- getreden bewindsman, een rede- lijke tijd gaf om zich in die- han- gende en onopgeloste problemen in te werken, mede om een priori- teitenschema op te stellen en dat dan stuk voor stuk te kunnen af- werken.
(Vervolg op paf". 5)
WIJZIGING TELEFOONNUMMER ALGEMEEN SECRETARIAAT
De telefoonnummers van het Alge- meen Secretaria_at in Den Haag xul- len met ingang van 15 oktober a.s.
om technische reefenen worden ge- wijzigd.
Het nieuwe nummer luidt:
604803 (3 lijnen) l
VJ,liJlHEID EN DEMOCRATIE 7 OKTOBER 1961 - PAGII'A 2
Een pleidooi voor individuele zelfbescherming
Het gaat orn het tijdig nemen van de juiste maatregelen
IJle hee•r H. :M. Dekkers, te 's-Gravenhage, schrijft ons:
Bij de behandeling van zijn begroting 1961 in de Tweede en Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft de minister van binnenlandse zaken, mr. E. H. Toxopeus, mede- gedeeld, dat het voornem'!n bestaat de voorlichting van de bevolking over individuele zelfbescherming in oorlogstijd nog dit jaar met kracht ter hand te nemen.
De ~rganisaties en instanties, belast met de bescherming bevclking zullen dit bericht em.getwijfeld met instemming begroet hebben. Juist in deze kringen is men doo~drongen 'fltll de bijzendere gr~>te noodzaak het volk in al zijn geledingen inzake deze materie
voor te lichten.
het vooral noodzakelijk het vrouwelijk gezinshoofd ter zake kundig te doen ma- ken.
Behalve het organiseren van cursussen en het houden van lezingen zou het wel- licht aanbeveling verdienen de waarde- volle brochure, uitgegeven in 1958 door de Stichting Bevordering Bescherming Be- volking, en getiteld "Individuele Zelfbe- scherming" de kracht te doen geven, wel- ke haar toekomt en te doen uitreiken aan ieder gezin.
In tijden van nood ~al dit gemakke- lijk leesbare boekje veel, zelfs heel veel mensenlevens kunnen redden.
Noot van de redactie:
Dit artikel n'erd geschreven, róórtlot rm·
nister Toxopcus zijn toespraak hield ol'er radio en telet:isie, waarbij werd medegedeeld, d«l de Regering thans op grootscheepse tájze roorlichting gaat geven over de gevaren~ die dreigen hij een ev<•ntuele atoomoorlog en de.
heschermingsmaatre!{elr:n, die hiertegen ge- nornen kunnen ~eor~le1z.
De organisaties kunnen Immers nóg zo perfect geïnstrueerd z~jn en een grote graad a.a.n geoefendheid bezitten, niettegenstaande dit wordt het steeds duidelijker, dat bescherming bevolking in eerste instantie vanuit het afzcnderlijke individu dient te geschieden ..
De laatste jaren gingen ons reeds enige landen zoals Amerika, Engeland, Zwe- den en Zwitserland voor en tot dusverre met groot succes.
Indien de bevolking op de hoogte is ge- bracht van de mogelijke gevaren en wat hiertegen te doen is, behoeft men ook minder bevreesd te zijn voor andere fa- cetten der moderne oorlogvoering, zoals a. biologische-en chemische wapens b.
psychologische wapens waaronder paniek de zg, vijfde colonne, het verspreiden van geruchten etc.
Mr. van Riel
van
steunt de voorstenen minister Luns
Teneinde onnodige onrust te voorkomen is het gewenst het tijdstip van instructie juist te "timen". Het is vanzelfsprekend bijzonder plezierig hiermede juist in tij- den zonder politieke onrust aan te vangen.
Overigens hangt het ook wel van de volksaard af of hiermede ernstig reke- ning gehouden dient te worden.
In 1955 deed de toenmalige minister van Binnenlandse zaken, prof. dr.L. J. M Beel t.o.v. de Eerste Kamer o.m. de na- volgende mededeling, waarbij het Neder- landse volk werd ingelicht, dat in een mogelijke oorlog wel eens kernwapens tegen doelen in ons land zouden kunnen worden gebruikt.
Dr. Beel z.ei o.m.: "Wij moeten hierop
·bedacht zijn en wij moeten hiertegen on- ze maatregelen nemen. Deze maatregelen zijn mogelijk. Niet in die zin, dat een af- doende bescherming zou kunnen worden geboden tegen de vernietigingskracht,
~;aartegen wij ons te weer moeten stel- len. Een verwoesting van enorme afme- tingen is niet te voorkomen. Maar wel kunnen wij het aantal slachtoffers tot slechts enkele procenten van de massale verliezen terugbrengen, die wij zouden lijden, indien wij niets deden."
De aangekondigde maatregelen van mi- nister Toxopeus zullen bij het bestaande Beschermingsschema een welkome aan- vulling vormen.
Het is (meen ik) niet zo, dat men na het vernemen van de komende maatrege- len opgelucht herademde, ·men is, het dient geconstateerd, wat apathisch op dit punt.
Spanningen
Niemand toch zal ontkennen, dat de berichten over de internationale toestand, de laatste tijden bijzonder ernstig zijn.
Een ieder weet via radio, pers en tele- visie, dat inmiddels reeds een spannende tijd achter ons ligt en dat wellicht nog zwaardere ons wachten. Opvallend moet dan ook de rust genoemd worden, waar- mede tot dusverre deze berichten opge- nomen worden.
JV[en zou toch kunnen menen, dat, waar een eventuele dreiging slechts enige hon-
derden kilometers van onze grenzen ver- wijderd is, de laatste maanden toeh wel een bepaald zenuwachtige sfeer zou moe- ten zijn ontstaan. Overigens gelukkig, is dit niet het geval.
Wellicht dat de 1awine van oorlogsge- ruchten over de gehele wereld en het van zo dichtbij meebeleven via televisie etc.
culmineert in genoemde apathische in- stelling. Door overprikkeling reageert een orgaan immers niet meer op de juiste wijze? <Te veel licht verblindt. etc.)
Hierbij komt nog, dat een aantal men- sen meent, dat wanneer ooit een atoom- wapen tegen ons land zou worden ge- bruikt, dit het onmiddellijke algehele einde der Nederlandse bevolking zou be- tekenen, hetgeen als een uitermate volks- gevaarlijk standpunt dient te worden be- titeld. Men weet tegenwoordig zeker, dat bij het tijdig nemen van de juiste maat- regelen bij een atoomramp een groot per- centage mensen behouden kan blijven.
Voor een ieder
Dit nu betekent, dat een ieder dient te weten, welke mogelijkheden er zijn en vooral, welke de gevaren kunnen zijn.
Dit nu kan bereikt worden door het met kracht ter hand nemen van de door de minister bedoelde individuele zelfbescher- ming. Ieder gezin, zelfs ieder lid hiervan kan er toe medewerken, dat in geval van een ramp, de beste beschermingsmaat- regelen getroffen kunnen zijn.
Het moet een ieder immers duidelijk zijn, dat Overheid en-of B.B. onmogelijk al het nodige en mogelijke tijdig zal kun- nen verrichten. Hierbij is de hulp van een ieder alsdan onontbeerlijk.
Gelukkig is een deel der bevolking deze problemen en de bestrijding hiervan niet meer vreemd. Opleidingen werden en worden gegeven t.b.v. militairen. B.B. ers Rode Kruispersoneei, EHBO en EHBO- teams en last but not least, een groot aantal personen dank zij de WET van
1953 op de Bedrijfszelfbescherming.
Het merendeel der opgeleide personen bestaat uit mannen. Waar deze in oor- logstijd vaak elders zullen verblijven is
Commissie van onder:z:oek voor bepaalde :z:aken.
"De voorstellen van minister Luns, in de Algemene Vergadering van de Ver- enigde Naties gedaan, getuigen 'van moed, daadkracht en originaliteit".
Aldus de voorzitter van onze Eerste- Kamerfractie, mr. H. van Riel, op vrijdag 29 september j.l. in een bijeenkomst van de afdeling Leiden der partij.
De regering heeft een nieuw beleid ge- volgd en daarmee een verstandige weg ingeslagen. Zij heeft tot nu toe in deze kwestie meer verricht dan. de regering- Drees ooit heef.t gedaan.
De wijze, waarop de Nederlandse re- gering deze zaak in de Verenigde Natiès
SHIRTS
in 3 mouwlengten
ook in NO IRON vanaf 21. 50
DACRON en COTTON
erenmodes
i~ 3 kleuren.
I SCHEVENINGEN DEN HAAG
Laan van Meerdervoort 280a Gevers Deijnootplein 9
Telefoon 336418 Telefoon 540223
':Deze Burger
vraagt zeeT beleefd (zoals dat past :jegens de ondeTvoorzitteT zijneT paTtij) doch zee1· dTingend (zoals dit d-en vrijen bm·ger in een democm- tisch staatsbesteL toekomt) met de heer mr. Van Riel van mening te mogen verschillen.
. Indien de Nieuwe RotteTdamse Courant gel~jk heeft (en alle heren m de Witte de Withstraat zullen u verzekeren dat dit aLtijd het ge- vaL is) dan heeft de heer Van Riel op een van zijn spreekbeuTten, met betTekking tot de affaire Van Putten, die hem (evenals mij) zwaar op de maag Ligt, ondeT andere betoogd: a) dat het hem goed en nuttig zou lijken indien de1·geLijke zaken onde1·zocht weTden dooT een speciale commissie; ?J. dat de kranten die bij hun beoordeLing van de1·gel\jke za- . ken een On}utst, althans met de 1átsp1·aak dezer commissie strijdig, re- dactioneel beLeid hadden gevoerd, wettelijk geelwongen zouden dienen te worden de conclusies van de commissie in extenso in hun kolommen te plaatsen.
Ten opzichte van ad a: accooTd, Van Putten. Ten aanzien van ad b:
Néén, meneer Van Riel.
Ik geef toe dat het nuttig zou zijn als de desbetreffende bladen zulk een commissie-rapport voll.eclig zouden pLaatsen; ik meen bovendien dat zij, dusdoende blijk zouden geven van goed journaListiek fatsoen.
Maar tegen gedwongen opname heb ik. uit de g?'Ond van mijn liberaLe hart, onoverkomel\ik bezwaar. Dit zou een inbTeuk z~jn op de vrijheid van drukpe1·s, die ieder democratisch gezinde burger en dus zeker de libemal, heiLig en onaantastbaar moet zijn.
Indien de strafrechter reden tot ingrijpen vindt, staat de wet hem toe te gelasten dat belediging of smaad openlijk wordt ingetrokken door degene die zich aan een dezer delicten heeft schuldig gemaakt.
Dit gaat mij voldoende ver.
Maar het geven ·van een, naar achteTClf zou blijken, verkeerd oordeel over wat dan ook, bLijve het onvervreemdbare recht van de pen, hoe- zeer zij daarmede de openbare zaak (en haar eigen p1·estige) ook zou schaden.
De peTs belloude, evenals iedere vrije b1trger, het 1·echt, al of
opzettel~jk, fouten te maken, mits deze geen overtredingen van bij het wetboek van stmfTecht bepaalde zijn.
niet het In deze aangelegenheid kan de heer Van Riel dns niet rekenen op de goedkeuring en de morele steun van
heeft gebracht, getuigt van politieke wijsheid.
Nederland kan zijn beloften niet ver- loochenen omdat er offers worden ge- vraagd. Het was al lang duidelijk, dat Nederland geen twintig jaar meer in Nieuw-Guinea zou verblijven.
De heer Van Riel achtte het, zoals de zaken thans liggen, onreëel om vol te houden, dat Nederland met Indonesië had moeten onderhandelen. De politiek van Indonesië is consequent gericht ge- weest op het verbreken van de betrek- kingen met Nederland.
Politiek is niet de kunst om dingen te verlangen op een moment, dat ze niet verwezenlijkt kunnen worden, maar op het ogenblik dat zij rijp zijn om behan- deld te worden. Er is onder het Nedel'- landse publiek helaas veel zinledig ge- theoretiseer over Nieuw-Guinea.
Ook in het algemeen verklaarde mr.
Van Riel "positief optimistisch" de ver- richtingen van het Kabinet gade tè slaan.
Zo verheugde het hem ook, dat de rege- ring ten aanzien van het ontwerp op de Kinderbijslagverzekering met een eigen initiatief was gekomen. De regering geeft er blijk van te begrijpen, dat zij, in het gemeen overleg, heeft rekening te hou- den met wat in de politieke groeperin- gen leeft.
Verschillende binnen- ·en buitenlandse kwesties belichtend, wees spr. op het be, lang van een objectieve benadering.
Quasi objectiviteit, zoals wij die tegen- woordig zoveel zien, is echter gevaarlijk.
Mr. Van Riel meende, dat we geen oor- log behoeven te verwachten, maar wel zullen wij nog jaren moeten leven in een situatie van stijgende spanning, die men niet moet onderschatten. Wij zullen ons leven op die situatie moeten instellen en dat stelt hoge eisen aan het regeringsbe- leid.
De regering zal in haar voorlichtings- arbeid openhartig moeten zijn. In dit verband prees hij het beleid van minis- ter Toxopeus op het gebied van de zelf~
bescherming en de voorlichting der be- volking. Er zit een positieve kant aan deze voorlichting omtrent hetgeen men moet doen bij een atoomaanval. ondanks sommiger neiging om dat belachelijk te maken.
Mr. Van Riel besteedde ook aandacht aan de opschudding, in de zaak Van der Putten ontstaan. Deze zaak appelleerde aan het reehtsgevoel van het pu)Jliek.
Hij was ervan overtuigd, dat er in deze zaak "onprettig is gemanoeuvreerd".
Het wordt echter een gevaarlijke si- tuatie wanneer een individuele tragedie door suggestieve persbeschouwingen zulk een omvang gaat krijgen, dat zelfs een staatssecretaris in een kwaad daglicht kan worden gesteld. Spr. acht generaal Calmeijer een capabel militair, die hij niet in staat aeht tot een "ungentleman- like"' daad.
Hij achtte het uitgesloten, dat de top- leiding van het Departement van De- fensie iets te maken zou hebben met de . zaak-Oudewater.
Dit alles betekQnt uiteraard geenszins, dat de heer Van Riel iets zou hebben tegen het openbaar maken en signaleren van misstanden in het algemeen. In te-
gendeel. Communiqués en contra-kritiek helpen hier echter heel weinig.
Voor dat soort gevallen zou men z.i.
moeten komen tot een commissie van mensen met levenservaring, bijvoorbeeld een predikant, een jurist, een accountant en een medicus, die zo'n zaak zou moeten onderzoeken.
Een noodzakelijk correlaat zou dan zijn, dat de kranten die een bepaalde af- faire aan het licht hebben gebracht of er kritiek op hebben geuit, verplicht zou- den worden ook de rapporten van het ob- . jectieve onderzoek te publiceren.
Dat is een eis van liberale rechtvaar-
digheid en daarmee zouden zowel de ob-
jectiviteit als de persvrijheid zijn ge-
diend.
VJtJ,JHEID EN DEMOCRATIE
Radiorede van prof. Oud over de
De betekenis der geestelijke tvaarden
V rijdag 29 september hield onze Partijvoorzitter en [ractievoor~
zitter in de Tweede Kamer, prof. mr. P. ]. Oud, in onze twee~
wekelijkse tien~minuten~uitzending voor de radio een beschou~
wing over de Troonrede, waarin hij zei:
Ik mag va.navond een ogenblik Uw aa.ndacht vragen voDr de rede, waarmede Hare Majesteit de Koningin de vorige week de zitting van de Staten-Genera.al heeft ge- opend. Het za..l niemand hebben verbaasd, dat zij daarbij begonnen is haar verontrusting uit te sp~eken over de ontwikkeling van de inierna.tionale toestand. Wij hebben. het gevoel, dat de gevaren, die de grondslagen van ~tnze beschaving bedreigen, thans niet minder groDt- zijn dan aan de vooravond van de tweede wereldoorlog het geva.l was.
Er is echter één groot verschil. Geleerd door de lessen van het verleden heeft de vrije wereld in de jaren na 1945 een hechte bondgenootschappelijke samen- werking opgebouwd. In de keten van die samenwerking vormt ons land een bescheiden schakel. Maar ook een klei- ne schakel kan een sterke schakel zijn.
Het is ons aller belang hem zo sterk te maken als mogelijk is. Wij zullen de be- reidheid daarvoor onze offers te bren- gen kunnen putten uit het bewustzijn, dat de vrijheid een zo groot goed is, dat zij waard is daarvoor de hoogste prijs te betalen.
Vrijheid brengt in ·de eerste plaats met zich. dat een volk zelf zal kunnen beslis- sen -op welke wijze het geregeerd wenst te worden. Gij weet, dat het juist dit recht is, dat de Russen aan de door hen beheerste landen onthouden. Van vrije verkiezingen willen zij niet weten. Zij verschillen in niets van de nationaal-so- cialisten i~ de dagen, waarin Hitier aan de macht was. Ik herinner mij uit die tijd een radio-redê·-·van de toenmalige Franse minister-president Daladier. Daar- in noemde hij het een van de euvelen van de tijd, dat de betekenis der woor- den werd omgedraaid. "Overheersing wordt tegenwoordig vrijheid genoemd"
was een van zijn voorbeelden. Dat is pre- cies wat ook de Russen doen. Wat zij vrijheid noemen is van een ware vrij- heid het tegendeel. Als zij zeggen, dat zij van Berlijn een vrije stad willen ma- ken, beogen zij niet anders dan ook de West-Berlijners, die thans nog in vrij- heid leven, in hun worgende greep te krijgen En als West-Berlijn zou vallen, zou er 'meer vallen. Daarom gaat het in de Berlijnse crisis om ons allen.
Nieuw-Guinea en het zelfbeschikkingsrecht
Het zelfbeschikkingsrecht is een bij uit- stek democratisch beginsel. Het ligt ook ten grondslag aan het handvest van de Verenigde Naties. Daarom blijft het ook het richtsnoer van de politiek van onze _regering ten opzichte van Nieuw-Guine~.
Zij streeft er naar de bevolking van dlt land zo spoedig zulks mogelijk zal zijn in de gelegenheid te stellen van dit recht gebruik te maken.
Van groot belang is daarbij, dat in het afgelopen zittingsjaar een Nieuw-Guinea Raad is ingesteld, waardoor de stem kan worden gehoord van vertegenwoordigers der bevolking. Verwacht mag worden, dat deze Raad de regering op korte ter- mijn zijn oordeel zal geven omtrent de wijze, waarop het zelfbeschikkingsrecht zou kunnen worden uitgeoefend.
Daarnaast wil de regering trachten bij de ontwikkeling en de toekomst van Nieuw-Guinea de Verenigde Naties te be- trekken. Het zou verheugend zijn, indien zij in dit pogen zou vermogen te slagen.
Wij in Nederland weten wel, dat iede- re gedachte aan het voeren van een ko- loniaal beleid onze regering vreemd is, doch helaas is daarvan buiten ons land niet iedereen overtuigd. Daarom had de regering reeds eerder te kennen gegeven volkomen bereid te zijn onze activiteit in Nieuw.Guinea aan het onderzoek en het oordeel van de Verenigde Naties te on- derwerpen.
Drie dagen geleden heeft minister Luns in zijn redevoering voor de algemene ver- gadering der Verenigde Naties aan die bereidheid opnieuw uitdrukking gegeven.
Hij heeft daarbij voorgesteld, dat een commissie zal worden gevormd, die zich namens deze vergadering naar Nieuw- Guinea zal begeven. Deze commissie zal dan rapport kunnen uitbrengen omtrent haar bevindingen en omtrent de moge- lijkheden van het organiseren van een vroegtijdige uitspraak der bevolking.
Prijsniveau gehandhaafd
Over de gang van zaken in de binnen- landse politiek mogen wij niet ontevre- den zijn. Gemakkelijk is de taak der re- gerig ook hier niet. Wij leven in een tijd van ongekende welvaartsvermeerde- ring_ In zo'n tijd heeft een rege-ring vooral op twee dingen te letten. Zij heeft e_r naar vermogen toe bij te dragen, dat de toegenomen welvaart niet aan enkelen maar aan zo breed mogelijke lagen der bevolking ten goede komt. Zij heeft er aan de andere kant tegen te waken. dat een overspanning intreedt, die de prijzen opieuw omhoog zou jagen.
Ik acht het een grote verdienste van de regering, dat zij er tot dusver in ge- slaagd is om bij handhaving van een zo groot mogelijke werkgelegenheid het prijsniveau behoorlijk in de hand te hou- den. Tegengaan van een verdere vermin- dering van de koopkracht van de gulden is sociale politiek van de eerste orde.
omdat zij aan allen zonder uitzonelering ten goède komt.
Belastingpolitiek
Wat de belastingpolitiek der regering betreft acht ik het van groot belang, dat zij aan de vermindering der tarieven der loon- en inkomstenbelastingen een hoge prioriteit geeft. Vermindering van die tarieven is reeds lang een eis van recht- vaardigheid.
Het was een ernstige tegenvaller, dat het gevaar van het intreden ener over- besteding de regering ervan heeft moe- ten weerhouden de verlaagde tarieven reeds op 1 juli van dit jaar in werking te doen treden. Wij mogen thans hopen, dat de verlaging niet later dan op de eerstvolgende eerste juli zal ingaan.
Van niet minder betekenis is. dat aan- gestuurd wordt op een vermindering van belastingheffing voor de gehuwde wer- kende vrouw. Deze maatregel, mede door de rechtvaardigheid geboden, zal het bij- komend voordeel hebben, dat hij zal kunnen bijdragen tot vermindering van de spanning op de arbeidsmarkt.
Geestelijke waarden
Bijzondere aandacht mag ik tenslotte vragen voor de oproep, waarmede de Troonrede wordt besloten. Daar wordt de volle nadruk gelegd op de betekenis der geestelijke waarden. Wij leven in een tijd van ongehoorde technische ontwikke-
Kamercentrale
Boeiend betoog van Mr. Van Riel
·Op zaterdag 30 september vergaderden .le Drentse afdelingen in het Concerthuis -te Assen. De vergadering, welke wegens ziekte vaT! ir. Biewenga onder leiding stond van de plaatsvervangende vool'- zitter, de heer F. Faber, handelde in een vlot tempo enige huishoudelijke punten af.
Zo zagen de heren T. E. Willems, .Ro- den, K. Smit, Havelte, M. TammeTis, Oos- terhesselen en F. Faber, Assen hun man-
Bloemsierkunst
Het is een initiatief, dat grote waar- dering verdient en waarvan moet worden gehoopt, dat het een nieuw perspectief zal openen om het zo moeilijke Nieuw- Guinea-probleem tot een bevredigende oplossing te brengen.
vlh J.C. da LANGE's KoninklijkeTuinbouwinrichting Hofleverancier van H.M. áe Koningin
M